Regeling vervallen per 15-01-2015

Destructieverordening Groesbeek 2010

Geldend van 16-06-2010 t/m 14-01-2015

Intitulé

Destructieverordening Groesbeek 2010

De raad der gemeente Groesbeek;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 april 2010;

Overwegende dat het wenselijk is uit het oogpunt van bescherming van veiligheid van mens en dier,

regels te scheppen verband houdend met de destructie van dode dieren welke gewoonlijk door de

mens worden gevoed en gehouden, doch niet gegeten, en die niet voor veeteelt worden gehouden.

Gelet op artikel 81H van de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren;

B e s l u i t :

1. Vast te stellen de Destructieverordening 2010;

2. In te trekken de Destructieverordening 1997.

Artikel 1 begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren;

  • b.

    aangifteplichtige:degene die als houder of eigenaar van dode gezelschapsdieren ingevolge de wet verplicht is daarvan aangifte te doen;

  • c.

    destructiemateriaal:krachtens artikel 81 h, eerste lid, onder a van de wet aangewezen dode gezelschapsdieren .

  • d.

    gezelschapsdieren:alle dieren van soorten die gewoonlijk door de mens worden gevoed en gehouden, doch niet gegeten, en die niet voor veeteelt worden gehouden.

Artikel 2 Verzamelplaatsen

Burgemeester en wethouders wijzen één of meer verzamelplaatsen aan, waar het destructiemateriaal in ontvangst wordt genomen.

Artikel 3 Aangifte destructiemateriaal

De aangifteplichtige is gehouden uiterlijk op de eerste werkdag, die volgt op de dag waarop het destructiemateriaal is ontstaan, het materiaal te vervoeren naar de gemeentelijke werkplaats en daar het aan te geven en af te staan.

Artikel 4 Bewaren destructiemateriaal

Tot het tijdstip van afgifte is de aangifteplichtige gehouden het destructiemateriaal zodanig te bewaren dat vermenging met ander materiaal wordt voorkomen.

Artikel 5 Begraven of cremeren van gezelschapsdieren

Indien gezelschapsdieren worden begraven op het terrein van de eigenaar of houder of op een plaats die ingevolge een besluit van het gemeentebestuur voor dit doel is toegestaan, hetzij worden verast in een crematorium, vinden de artikelen 2 t/m 4 geen toepassing.

Artikel 6 Intrekking oude verordening

De Destructieverordening vastgesteld op 27 februari 1997 wordt ingetrokken.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Destructieverordening Groesbeek 2010".

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Groesbeek
op 3 juni 2010
De raadsgriffier, De voorzitter,

Toelichting

De destructie van dieren en dierlijk afval dient de hygiëne en voorkomt zoveel mogelijk dat de gezondheid van mensen in gevaar komt. Ook de verspreiding van besmettelijke dierziekten wordt hierdoor beperkt. In de bestaande verordening bestond de wettelijke grondslag voor de verordening uit de Destructiewet. Deze wet is inmiddels ingetrokken en vervangen door de Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren (GWWD).

In de GWWD is sprake van gezelschapsdieren. Dit zijn dieren die legaal in Nederland gehouden mogen worden. Naast honden en katten gaat het ook om vissen, muizen, bepaalde soorten reptielen etc. Het is de eigenaar of houder van een dood gezelschapsdier die de afweging maakt om het dier al dan niet voor destructie aan te bieden bij de gemeente.

Vaak zullen dierhouders uit emotionele overwegingen kiezen voor begraven of cremeren van een huisdier. Indien gezelschapsdieren worden begraven op het terrein van de eigenaar of op een plaats die ingevolge een besluit van het gemeentebestuur voor dit doel is toegestaan, hetzij worden verast in een crematorium, behoeven deze niet te worden afgestaan aan de inzamelplaats. Voor gezelschapsdieren die de eigenaar laat inslapen door tussenkomst van een dierenarts, zorgt de dierenarts in de meest voorkomende gevallen dat het dier ter verwerking wordt aangeboden.