Regeling vervallen per 01-01-2020

Regeling dienstreizen en verblijfskostengemeente Berg en Dal 2016

Geldend van 12-04-2016 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Regeling dienstreizen en verblijfskostengemeente Berg en Dal 2016

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groesbeek besluit:

tot het vaststellen van de navolgende regeling

Regeling dienstreizen en verblijfskostengemeente Berg en Dal 2016

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a. Werkgever

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berg en Dal

b. Medewerker

De ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR/UWO, alsmede stagiaires en personen die anderszins in dienst zijn van de werkgever.

c. Dienstreis

Een naar het oordeel van de afdelingsmanager noodzakelijke verplaatsing van een medewerker tot het verrichten van een dienst of volgen van een opleiding/cursus buiten de plaats van tewerkstelling, evenals het hiermede verband houdende verblijf buiten deze plaats.

d.Standplaats/werkplek

Het adres waar de medewerker zijn werkzaamheden uitoefent. Indien er meerdere vestigingen zijn, geldt de vestiging waar de werkzaamheden hoofdzakelijk plaatsvinden.

e. (Motor)voertuig

(Gemotoriseerd) vervoersmiddel van de medewerker.

Artikel 2 Algemene bepalingen

Lid 1

De medewerker heeft voor het maken van een dienstreis voorafgaande toestemming nodig van

de afdelingsmanager..

Lid 2

Indien de dienstreis naar het oordeel van de afdelingsmanager niet of niet op doelmatige wijze per openbaar vervoer of een door de werkgever beschikbaar gesteld vervoermiddel kan worden gemaakt, kan de afdelingsmanager aan de medewerker toestemming verlenen voor de dienstreis gebruik te maken van een eigen motorvoertuig.

Lid 3

Reiskosten voor woon-/werkverkeer worden niet aangemerkt als dienstreis.

Lid 4

Verkeersovertredingen worden niet aangemerkt als reiskosten.

Artikel 3 Afstand

Lid 1

Tenzij een andere opdracht is gegeven, behoort een dienstreis via de kortste route te worden gemaakt. Slechts bij hoge uitzondering mag van de fiscus van deze regel worden afgeweken.

Lid 2

De standplaats/werkplek wordt door de afdelingsmanager als begin- en eindpunt aangemerkt. Het aantal kilometers wordt naar boven afgerond tot het naast hogere gehele getal.

Lid 3

In afwijking van het bepaalde in het vorige lid kan de woning van de medewerker of een andere plaats als beginpunt respectievelijk eindpunt van de dienstreis worden aangemerkt, tenzij op de heenreis onderscheidenlijk de terugreis de plaats van tewerkstelling wordt bezocht.

Artikel 4 Vergoeding reiskosten

Lid 1

De vergoeding van de reiskosten met een openbaar vervoer middel vindt plaats op grond van de daadwerkelijk gemaakte kosten voor een plaats in de tweede klasse, tenzij anders bepaald door de werkgever.

Lid 2

Indien de werkgever vooraf toestemming heeft verleend voor het gebruik van een eigen voertuig krijgt de medewerker een kilometervergoeding van €0,28 netto per kilometer.

Lid 3

Indien een dienstreis met het openbaar vervoer gemaakt moet worden en de medewerker gebruikt toch zijn eigen voertuig, dan wordt hem een gereduceerde reiskostenvergoeding toegekend conform de reisregeling binnenland.

Lid 4

Boven de vergoeding als bedoeld in de leden 1 en 2 van dit artikel, wordt aan de medewerker vergoed hetgeen door hem is betaald voor parkeerkosten, bruggelden en stallingkosten.

Lid 5

De medewerker die buiten de reguliere werktijd beschikbaarheidsdienst heeft en extra reiskosten maakt voor afhandeling van de calamiteit ter plekke ontvangt op declaratiebasis een reiskostenvergoeding  volgens deze regeling.

Artikel 5 Vergoeding verblijfskosten

Lid 1

Verblijfskosten worden vergoed tot de naar het oordeel van de afdelingsmanager in redelijkheid gemaakte werkelijke kosten, met inachtneming van het tweede lid van dit artikel.

Lid 2

De in verband met een dienstreis noodzakelijk gemaakte kosten voor maaltijden en logies worden vergoed op basis van de reisregeling binnenland.

Artikel 6 Declaratie

Uitbetaling van reis- en verblijfskosten geschiedt achteraf, op declaratiebasis. De vergoeding van de verblijfskosten wordt conform de regeling van de fiscus eventueel gedeeltelijk belast uitbetaald. Declaraties dienen voorzien te zijn van originele, deugdelijke bewijsstukken.

Artikel 7 Termijn

Geen aanspraak op tegemoetkoming in reis- en/of verblijfskosten bestaat indien de declaratie van de in een kalendermaand gemaakte kosten niet binnen drie maanden na die kalendermaand bij de afdelingsmanager is ingediend.

Artikel 8 Aansprakelijkheid bij schade

Bij schade aan het eigen motorvoertuig tijdens uitoefening van de dienst, als gevolg van verwijtbaar gedrag van de medewerker, is de werkgever niet aansprakelijk te stellen voor die schade.

Artikel 9 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 10 Citeertitel en inwerkingtreding

Lid 1

Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2016, met dien verstande dat de CAR/UWO gemeente Berg en Dal 2016 inclusief het nieuw toegevoegde hoofdstuk in werking is getreden.

Gelijktijdig wordt de Regeling dienstreizen en verblijfskosten gemeente Groesbeek 2015 ingetrokken.

Lid 2

Deze regeling kan worden aangehaald als de ‘Regeling dienstreizen en verblijfskosten gemeente Berg en Dal 2016’.

Ondertekening

Groesbeek, 15 december 2015

Burgemeester en wethouders van Groesbeek,
De secretaris,
De burgemeester,