Verordening op de heffing en de invordering van baatbelasting riolering buitengebied clusternr. 11 'Klein Amerika, Knapheideweg'.

Geldend van 11-10-2006 t/m heden

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN BAATBELASTING RIOLERING BUITENGEBIED CLUSTERNR. 11 'Klein Amerika, Knapheideweg'

De raad der gemeente G r o e s b e e k ;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groesbeek van 5 september 2006;

betreffende: invoering Baatbelasting betreffende project riolering buitengebied;

 

gelet op artikelen 216 en 222 van de Gemeentewet en de ‘Bekostigingsbesluiten, zoals deze van de clusters met nummer 1 t/m 15 zijn vastgesteld bij raadsbesluit van 25 maart 2004" en de aanvulling ‘Riolering Buitengebied, tarieventabel kostenverhaal, eigen bijdrage’, vastgesteld bij raadsbesluit van 27 mei 2004;

 

 BESLUIT

 

Vast te stellen en bekend te maken de navolgende bijgevoegde verordeningen voor de clusters 1 t/m 15 op de heffing en de invordering van de Baatbelasting betreffende het project riolering buitengebied, zijnde:

Verordening baatbelasting clusternr.: 11. Klein Amerika, Knapheideweg.

artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    een onroerende zaak:

    • a.

      een gebouwd eigendom;

    • b.

      een ongebouwd eigendom;

    • c.

      een samenstel van twee of meer aangrenzende gebouwde en/of ongebouwde eigendommen, voorzover voor die eigendommen éénzelfde genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt als belastingplichtige.

  • 2.

    het bestemmingsplan: het bestemmingsplan Buitengebied, vastgesteld door de raad van de gemeente Groesbeek in zijn vergadering van 27 januari 2000 en door Gedeputeerde Staten van Gelderland goedgekeurd op 15 september 2000;

  • 3.

    bestemming: de voor een onroerende zaak van toepassing zijnde bestemming op grond van het bestemmingsplan;

  • 4.

    peildatum: de in artikel 222, derde lid van de Gemeentewet bedoelde peildatum voor de baatbepaling, i.c. 1 oktober 2005.

  • 5.

    oppervlakte: het aantal volle vierkante meters van een onroerende zaak, voorzover deze vierkante meters zijn gelegen in een bestemming.

artikel 2. Belastbaar feit

  • 1. Onder de naam 'baatbelasting riolering buitengebied, cluster 11 'Klein Amerika, Knapheideweg' wordt in de vorm van een heffing-ineens een directe belasting geheven ter zake van de onroerende zaken gelegen in de gemeente binnen de groene omlijning op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart, en die op de peildatum zijn gebaat door de in lid 2 genoemde voorzieningen die tot stand zijn of worden gebracht door of met medewerking van het gemeentebestuur.

    afbeelding binnen de regeling

  • 2. De in lid 1 bedoelde voorzieningen omvatten:

    • a.

      het leggen van rioolleidingen;

    • b.

      het plaatsen van pompgemalen en putten;

    • c.

      het leveren en installeren van gemalen, voedingskasten, storingssignalering;

    • d.

      het verrichten van overige werken en werkzaamheden voor de onderdelen a, b en c.

artikel 3. Belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene die van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 2, lid 1, het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht.

  • 2. Voor de toepassing van lid 1 wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die op het tijdstip van ingang van de heffing, dan wel indien de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting bij de aanvang van het belastingjaar, als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

  • 3. Indien de lasten die zijn verbonden aan de voorzieningen genoemd in artikel 2, lid 2, ter zake van een onroerende zaak krachtens overeenkomst zijn of worden voldaan, wordt de belasting ter zake van die onroerende zaak niet geheven.

artikel 4. Maatstaf en heffing

De maatstaf van heffing is een bedrag per onroerende zaak overeenkomstig de tabel als vermeld in artikel 5.

artikel 5. Belastingtarief

  • 1. De belasting bedraagt per onroerende zaak het bedrag dat in onderstaande tabel is opgenomen, waarop geheel of gedeeltelijk de bestemming zoals opgenomen in onderstaande tabel van toepassing is:

    Bestemming

     gebruikbepaling

    Bedrag

    Lid 3

    agrarisch bedrijf geen bedrijfswoning toegestaan

     

    € 2.268

                 Ja

    Agrarisch bedrijf

    agrarisch bedrijf met wonen

    € 2.722

     

     

    agrarisch bedrijf zonder wonen

    € 2.268

    Ja

     

    wonen

    € 2.268

    Ja

    Agrarisch bedrijf 0.4 ha

    Agrarisch bedrijf 0.4 ha met wonen

    € 2.722

     

     

    Agrarisch bedrijf 0.4 ha zonder wonen

    € 2.268

                 Ja

     

    wonen

    € 2.268

     Ja

    2e bedrijfswoning

     

    € 2.268

     Ja

    Agrarisch bedrijf met 2e bedrijfswoning

    Agrarisch bedrijf met wonen, met 2e bedrijfswoning

    € 4.990

     

     

    Agrarisch bedrijf zonder bedrijfswoning(en)

    € 2.268

                  Ja

     

    Agrarisch bedrijf met wonen zonder 2e bedrijfswoning

    € 2.722

     

     

    Wonen

     € 2.268

       Ja

    vakantiewoning

     

    € 2.268

     

    Agrarisch bedrijf 1,5 ha

    Agrarisch bedrijf 1,5 ha met wonen

    € 2.722

     

     

    Agrarisch bedrijf 1,5 ha zonder wonen

    € 2.268

                  Ja

     

    wonen

    € 2.268

      Ja

    camping

    camping met wonen

    € 6.804

     

     

    camping zonder wonen

    € 4.536

      Ja

     

    wonen

    € 2.268

      Ja

    Caravanstalling

    caravanstalling met wonen

    € 2.722

     

     

    caravanstalling zonder wonen

    € 2.268

      Ja

     

    wonen

    € 2.268

      Ja

    Detailhandel in bloemen

    Detailhandel in bloemen met wonen

    € 3.402

     

     

    Detailhandel in bloemen zonder wonen

    € 2.268

                 Ja    

     

    wonen

    € 2.268

     Ja

    Dierenpension

    dierenpension met wonen

    € 2.722

     

     

    dierenpension zonder wonen

    € 2.268

     Ja

     

    wonen

    € 2.268

     Ja

    Groothandel in aardewerk

    Groothandel in aardewerk met wonen

    € 2.722

     

     

    Groothandel in aardewerk zonder wonen

    € 2.268

                 Ja

    Houthandel

     

    € 3.402

     

    Kantoren

     

    € 3.402

     

    Manege

    Manege met wonen

    € 3.175

     

     

    Manege zonder wonen

    € 2.722

    Ja

     

    wonen

    € 2.268

    Ja

    Mini-camping

    Mini-camping met wonen

    € 3.175

     

     

    Mini-camping zonder wonen

    € 2.268

    Ja

     

    wonen

    € 2.268

    Ja

    Paardenhouderij

    paardenhouderij met wonen

    € 2.722

     

     

    paardenhouderij zonder wonen

    € 2.268

    Ja

     

    wonen

    € 2.268

    Ja

    Begraafplaats

     

    € 2.268

     

    Bijzondere voorzieningen

     

    € 11.340

    Ja

    Bos en natuurgebied

    sportaccommodatie (schietbaan)

    € 3.175

    Ja

    Burgerwoning

     

    € 2.268

    Ja

    Burgerwoning met agrarische nevenactiviteit

    Burgerwoning met agrarische nevenactiviteit

    € 2.722

     

     

      agrarische nevenactiviteit zonder wonen

    € 2.268

                 Ja

     

    wonen

    € 2.268

    Ja

    Villa

     

    € 2.268

    Ja

    grenswinkel toegestaan

    grenswinkel met wonen

    € 2.722

     

     

    grenswinkel zonder wonen

    € 2.268

    Ja

     

    wonen

    € 2.268

    Ja

    algemene vrijstellingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 10.3.1 van het bestemmingsplan Buitengebied zijnde de splitsing/verbouwen van een burgerwoning in 2 woningen

     

    € 4.536

                                                   

    Ja

     

     

     

     

  • 2. Indien voor een onroerende zaak meerdere bestemmingen zoals vermeld in de tabel in lid 1 gelden, bedraagt de belasting het hoogste bedrag behorende bij de bestemmingen als vermeld in deze tabel, die op de onroerende zaak van toepassing zijn.

  • 3. Indien binnen een bestemming voor zover dat betrekking heeft op een in de tabel met "ja" aangeduide bestemming, meerdere onroerende zaken zijn gelegen, wordt het met betrekking tot een zodanige onroerende zaak verschuldigde bedrag bepaald door het bedrag dat in de tabel is opgenomen bij deze onroerende zaak behorende bestemming en gebruiksmogelijkheid, te delen door het aantal binnen de bestemming gelegen onroerende zaken.

artikel 6. Regeling inzake heffing in de vorm van een jaarlijkse belasting

  • 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 2 wordt op verzoek van de belastingplichtige de belasting geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting gedurende 10 jaren. Het verzoek genoemd in de eerste volzin, dient binnen zes weken na de dagtekening van de aanslag schriftelijk te worden ingediend bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar.

  • 2. Het belastingjaar loopt van 1 oktober tot en met 30 september.

  • 3. De jaarlijkse belasting bedraagt de annuïteit van het totaal verschuldigde bedrag, berekend op basis van een periode van 10 jaren en een rentevoet van 4,25% per jaar.

  • 4. De belasting over de nog niet aangevangen belastingjaren kan worden afgekocht. Hiertoe dient een schriftelijk verzoek te worden ingediend bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde ambtenaar, voorafgaand aan het eerste belastingjaar van de periode waarop de afkoop betrekking heeft. De afkoopsom wordt bepaald op de contante waarde van de op 1 oktober van het belastingjaar waarop de afkoop betrekking heeft nog te verschijnen belastingbedragen, berekend naar een rentevoet van 4,25% per jaar.

  • 5a. Ingeval de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse heffing en de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak als bedoeld in artikel 5 of wijzigt als gevolg van het overdragen van eigendom, bezit of beperkt recht, wordt de nieuwe genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht met ingang van het eerstvolgende belastingjaar een aanslag-ineens opgelegd voor de nog niet aangevangen belastingjaren van het belastingtijdvak, berekend overeenkomstig lid 4 van dit artikel.

  • 5b. In afwijking van het bepaalde in onderdeel a, wordt op verzoek van de in dat onderdeel bedoelde belastingplichtige de jaarlijkse heffing overeenkomstig artikel 5 gecontinueerd. Het verzoek daartoe dient binnen zes weken na de dagtekening van de aanslag ingevolge onderdeel a, schriftelijk te worden ingediend bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar.

  • 6. Ingeval de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse heffing en in de loop van het belastingtijdvak de eigendom, het bezit of het beperkt recht van een gedeelte van de onroerende zaak wordt overgedragen, wordt - voor de verdeling van de resterende belastingschuld - de maatstaf van heffing als bedoeld in artikel 4 voor de betreffende onroerende zaken opnieuw vastgesteld voor de nog niet aangevangen belastingjaren.

    De vaststelling van de resterende belastingschuld zoals bedoeld in de vorige volzin, geschiedt op basis van de volgende formule:

    A/B x C x € 1,-

    Voor deze formule geldt:

    A: de oppervlakte met een bestemming als vermeld in artikel 5 van de na de overdracht bestaande onroerende zaak;

    B: de oppervlakte met een bestemming als vermeld in artikel 5 van de voor de overdracht bestaande onroerende zaak;

    C: de resterende belastingschuld voor de op het moment van de overdracht nog niet aangevangen belastingjaren, zoals deze gold voor de voor de overdracht bestaande onroerende zaak.

artikel 7. Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

artikel 8. Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand volgende op die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in lid 1 gestelde termijn.

artikel 9. Kwijtschelding

Bij de invordering van de baatbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

artikel 10. Nadere regels door het college van Burgemeester en Wethouders

Het college van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de baatbelasting.

artikel 11. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de bekendmaking ervan.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 oktober 2006.

artikel 12. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening baatbelasting riolering buitengebied, clusternr. 11, 'Klein Amerika, Knapheideweg'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad d.d. 28 september 2006.
De raadsgriffier, De voorzitter,
Publicatie:
1 ex receptie gemeentehuis
1 ex Afd.Financiën, bedr/bel