Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrechtgemeente Berg en Dal

Geldend van 29-07-2016 t/m heden

Intitulé

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Berg en Dal

De raad van de gemeente Berg en Dal;

overwegende dat gemeenten, provincies en de gemeenschappelijke diensten c.q. regionale uitvoeringsdiensten die in hun opdracht werken, zich bij de zorg voor een gezonde en veilige fysieke leefomgeving met oog voor de maatschappelijke functies daarvan, waar die zorg gestalte krijgt in de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving van het omgevingsrecht, voor de gezamenlijke opgave gesteld zien om in landelijk verband de kwaliteit van deze uitvoering en handhaving te bevorderen, te borgen en te beoordelen en dat het met het oog daarop wenselijk is om regels vast te stellen, in onderlinge afstemming op het niveau van Omgevingsdienst Regio Nijmegen, door de deelnemende gemeenten en de provincie Gelderland;

overwegende dat het uitgangspunt voor de kwaliteitsbevordering in ieder geval de in landelijke samenwerking opgestelde kwaliteitscriteria 2.1 zijn, die op basis van technische en maatschappelijke ontwikkelingen, indien daartoe aanleiding is, met betrokken partijen in landelijke afstemming zullen worden aangepast;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 mei 2016;

gelet op artikel 5.4, eerste lid, en artikel 5.5 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 149 van de Gemeentewet;

gehoord Gedeputeerde Staten;

besluit:

vast te stellen de Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Berg en Dal:

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening en daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • -

    betrokken wetten:

    de wet en de wetten, bedoeld in artikel 5.1 van de wet, voor zover bij of krachtens de genoemde wetten is bepaald dat hoofdstuk 5 van de wet van toepassing is;

  • -

    kwaliteitscriteria:

    de in landelijke samenwerking tussen bevoegde gezagen ontwikkelde en beschikbaar gestelde vigerende kwaliteitscriteria vergunningverlening, toezicht en handhaving inzake de beschikbaarheid en de deskundigheid van organisaties die met de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten zijn belast;

  • -

    wet:

    Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Artikel 2. Reikwijdte

Deze verordening is van toepassing op de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten door of in opdracht van burgemeester en wethouders:

  • a.

    voor wat betreft de taken die in het verband van een omgevingsdienst worden uitgevoerd, en

  • b.

    voor wat betreft de taken die niet in het verband van een omgevingsdienst worden uitgevoerd voor zover door burgemeester en wethouders nader bepaald.

Paragraaf 2. Kwaliteit

Artikel 3. Betrokkenheid van de raad

De gemeenteraad ziet toe op de hoofdlijnen van het beleid voor de kwaliteit van de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten in het licht van de voor de gemeentevastgestelde beleidskaders voor de fysieke leefomgeving.

Artikel 4. Kwaliteitsdoelen

  • 2. De doelen, waar deze gestalte krijgen in de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten, bedoeld in artikel 2, hebben in ieder geval betrekking op:

    • a.

      de uitvoeringskwaliteit van diensten en producten;

    • b.

      de dienstverlening;

    • c.

      de financiën.

Artikel 5. Kwaliteitsborging

  • 1. Op de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten door of in opdracht van burgemeester en wethouders zijn de kwaliteitscriteria van toepassing.

  • 2. Over de naleving van de kwaliteitscriteria doen burgemeester en wethouders jaarlijks mededeling aan de gemeenteraad.

  • 3. Voor zover de kwaliteitscriteria niet zijn of niet konden worden nageleefd, doen burgemeester en wethouders daarvan gemotiveerd opgave.

Paragraaf 3. Slotbepalingen

Artikel 6. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de dag van bekendmaken door de gemeente Berg en Dal.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrechtgemeente Berg en Dal.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Berg en Dal op 14 juli 2016

De raadsgriffier,
J.A.M. van Workum
De voorzitter,
mr. M. Slinkman

Toelichting:

Uitleg Kwaliteitscriteria 2.1 voor Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Wabo

Wat zijn het?

Kwaliteitscriteria zijn een maatlat. Ze geven het minimale kwaliteitsniveau aan dat nodig is voor een goede taakuitvoering van de Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH). De kwaliteitscriteria gelden voor de VTH-taken van de activiteiten bouwen, monumenten, milieu, brandveilig gebruik, planologische afwijking, flora- en fauna en natuurbescherming.

Waarom?

De criteria zijn bedoeld om de uitvoering van VTH te professionaliseren en de kwaliteit in de organisatie te borgen. Het voldoen aan de criteria zorgt ervoor dat het bevoegd gezag in staat is de gewenste kwaliteit en continuïteit te leveren. Met de criteria wordt de uitvoering van de VTH-taken eenduidiger, transparanter, voorspelbaarder en er is een gelijkmatige aanpak in het hele land. Het maakt bovendien inzichtelijk welke kwaliteit van VTH-taken burgers, bedrijven, instellingen, overheden onderling en opdrachtgevers mogen verwachten.

Waar gaan ze over?

De kwaliteitscriteria gaan over proces, inhoud en kritieke massa:

  • 1.

    Kritieke massa;

    Er zijn criteria opgesteld voor de zogenaamde kritieke massa die een VTH-organisatie moet hebben om de VTH-taken goed uit te kunnen voeren. De criteria geven aan welke deskundigheid (opgebouwd uit opleiding, ervaring en kennis, onderhouden en borgen daarvan) minimaal nodig is om de VTH-taken goed uit te kunnen voeren. En ze geven aan hoeveel deskundigen er minimaal nodig zijn om voortgang in de uitvoering te kunnen garanderen.

  • 2.

    Werkproces;

    Er zijn de criteria voor werkprocessen opgesteld. Ze stellen onder meer eisen aan de beleidscyclus in relatie tot VTH. De organisatie moet een sluitende Big-8 hebben (Big 8-cyclus houdt in: rapportage en evaluatie, strategisch beleidskader, operationeel beleidskader, planning en control, voorbereiden, uitvoering, monitoring).

  • 3.

    Inhoud;

    Er zijn criteria opgesteld voor de inhoudelijke kwaliteit en prioriteiten. Ze geven aan ondergrens aan voor:

    • inhoudelijke elementen als probleemanalyse, beleid, strategie en (uitvoerings)programma

    • de diepgang toetsing bouwvergunning

    • de diepgang toezicht bouwfase

    • de wijze van toezicht ter plaatse

    • toepassen landelijke sanctiestrategie

    • inpassen landelijke prioriteiten toezicht en handhaving

Voor wie?

De kwaliteitscriteria gelden voor de VTH-taken die gemeenten, provincies, waterschappen en rijksdiensten zelf uitvoeren. Maar ook voor de VTH-taken die zijn uitbesteed. Bijvoorbeeld aan de regionale omgevingsdiensten zoals de ODRN. De criteria dienen als uitgangspunt voor VTH-uitvoeringsorganisaties. Wel mag je gemotiveerd van het criterium afwijken: je hoort het criterium toe te passen. Als je het anders doet, moet je uitleggen waarom.

Door wie?

Experts uit gemeenten en provincies, rijk, waterschappen en brandweer hebben de kwaliteitscriteria voor vergunningverlening, toezicht en handhaving Wabo opgesteld. Er was een eerdere set criteria. Deze is aangevuld en waar nodig verbeterd. Vandaar dat nu gesproken wordt over Kwaliteitscriteria 2.1.Voor meer informatie kunt u kijken op www.infomil.nl uitvoering met ambitie.

Link met gemeentelijk beleid

Momenteel wordt gewerkt aan gemeentelijk Integraal beleid voor vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht Berg en Dal. Het beleidsplan wordt op zo een manier opgesteld dat deze ook aan de daarvoor opgestelde kwaliteitscriteria voldoet.

Vaststellen gemeentelijke verordening

De VNG en IPO hebben als voorbeeld een modelverordening opgesteld. De verordening verwijst naar de VTH-kwaliteitscriteria 2.1. De kwaliteitscriteria geven aan wat het minimale kwaliteitsniveau. Verder legt de verordening vast dat gemeenten en provincies binnen hun organisaties zelf invulling gaan geven aan het minimaal benodigde kwaliteitsniveau.

De Gelderse gemeenten en Provincie hebben in samenspraak naar voorbeeld van de Modelverordening een Gelderse variant opgesteld. Deze Gelderse variant is ook door Berg en Dal overgenomen en ligt nu dus voor om door uw gemeenteraad vastgesteld te worden.

Achtergrondinformatie

Omgevingsdiensten en ODRN

Het verbetertraject heeft geleid tot het instellen van omgevingsdiensten (per 1 april 2013) die met geconcentreerde deskundigheid en menskracht taken voor gemeenten en provincie uitvoeren. Dit zijn ten minste de milieutaken in het kader van vergunningverlening en toezicht en handhaving. Meer taken door de omgevingsdienst laten uitvoeren mag en in het geval van de omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN), is dat ook gerealiseerd. De ODRN voert voor de gemeente Berg en Dal de basis- en de BRIKS-VTH-taken uit.

Kwaliteitseisen 2.1

De samenleving verwacht van de overheid een professionele kwaliteit van de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving. De regelgeving in het Wabo-domein is ingewikkeld. Eenduidige kwaliteitscriteria maken de uitvoering een stuk eenduidiger. Doel is om de uitvoering transparanter en voorspelbaarder te maken en een meer gelijkmatige aanpak over het land te bereiken. Kwaliteitscriteria maken inzichtelijk welke kwaliteit burgers, bedrijven en instellingen, maar ook overheden onderling en opdrachtgevers mogen verwachten bij de uitvoering of de invulling van de VTH-taken.

Het fundament van kwaliteit is het afleveren van een zo goed mogelijk product. Hiervoor is vooral vakmanschap nodig. De criteria voor kritieke massa adresseren dit vakmanschap in termen van voldoende opleiding, ervaring, kennis en het onderhouden en borgen daarvan. Organisaties en medewerkers die aan deze criteria voldoen moeten in de kern in staat zijn om producten af te leveren met de gewenste kwaliteit. De kwaliteitscriteria kan antwoord geven op de vraag of een organisatie en haar medewerkers in principe in staat zijn om de taken en onderliggende operationele activiteiten uit te voeren, gegeven de minimaal benodigde deskundigheid voor de uitvoering van deze taken en de continuïteit daarvan.

Werken aan kwaliteit

De afgelopen jaren hebben de omgevingsdiensten zich ingespannen om organisatie en processen te optimaliseren. Vanaf de start is er toegewerkt naar uitvoering van taken op het niveau van de kwaliteitscriteria. Deze criteria zijn in nauwe samenwerking tussen gemeenten, provincies en het Rijk opgesteld en geven o.a. concrete richting aan het antwoord op de vraag welke deskundigheid en welke menskracht nodig is om de taken goed uit te voeren. Planmatig werkt de ODRN aan het bereiken van het overigens al vanaf de start in de Gemeenschappelijke Regeling voorgeschreven en vastgelegde kwaliteitsniveau conform de kwaliteitscriteria.

Borging kwaliteit van de uitvoering

Van rijkswege is langere tijd aangestuurd op het wettelijk vastleggen van de kwaliteitscriteria. Dit stuitte op breed verzet vanuit de gemeenten als meest betrokken bevoegde gezagen. Het bottom-up proces van vorming omgevingsdiensten zou hiermee worden doorkruist met een top-down voorgeschreven kwaliteit die bovendien sterk zou ingrijpen in nog bij gemeenten achterblijvende taken.

Bij het verankeren van de afspraken in de wet zijn door de VNG en het IPO daarom nieuwe afspraken gemaakt met het kabinet. Het nieuwe wetsvoorstel is geschreven vanuit een stelsel dat gebaseerd is op vertrouwen en decentralisatie. Dit betekent dat een belangrijk deel van de besluitvorming over de kwaliteit van de uitvoering decentraal plaatsvindt door de desbetreffende bevoegde gezagen. Leidend hierin is de afspraak met het kabinet dat er een landelijk kwaliteitsniveau moet worden gerealiseerd en behouden.

Modelverordening versus gemeentelijke verordening

Bij het opstellen van de verordening is de modelverordening die door de VNG en het IPO is opgesteld nagenoeg volledig gevolgd. In de reikwijdte van de verordening wordt, volgens de mogelijkheden in de wet, de ruimte geboden om in een later stadium invulling te geven aan de zorgplicht van de niet-basistaken, die niet in een omgevingsdienst zijn ingebracht. Verder is met name de toelichting redactioneel aangepast, aangezien de toelichting bij de modelverordening nog veel informatie bevatte over het proces van tot stand koming van de modelverordening.

Verplicht uniform per omgevingsdienst

In de Wet vergunningen, toezicht en handhaving is vastgelegd dat in de verordening te stellen eisen per omgevingsdienst dezelfde moeten zijn. Daarmee wordt voorkomen dat één omgevingsdienst per product aan meer kwaliteitseisen moet voldoen en een daarmee niet werkbare situatie ontstaat.

(Uitgewerkte) Modelverordening

De modelverordening is door de VNG en het IPO gezamenlijk opgesteld onder begeleiding van een bestuurlijke begeleidingscommissie en voldoet aan het gestelde in de Wet vth.

Binnen het Gelders Stelsel van 7 omgevingsdiensten is dit model centraal verder uitgewerkt en van toelichting voorzien. Dit met het oog op het streven om niet alleen per omgevingsdienst maar breder binnen het Gelders Stelsel zoveel als mogelijk eenzelfde verordening te hanteren. Het beeld van een goed werkend stelsel van 7 omgevingsdiensten wordt hiermee versterkt. Deze uitwerking met toelichting is de basis voor de verordening en toelichting zoals die nu uw raad voorligt.