Subsidieverordening Toerisme Berg en Dal 2016

Geldend van 01-01-2017 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening Toerisme Berg en Dal 2016

De raad van de gemeente Berg en Dal;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berg en Dal van 15 november 2016;

overwegende dat de gemeente Berg en Dal toeristische activiteiten op basis van de Subsidieverordening Toerisme een toeristische (en dus ook economische) impuls geven aan onze gemeente. Dit draagt bij aan het doel geformuleerd in de begroting (2017): ‘toeristen bezoeken graag Berg en Dal’. Meer toeristen betekent meer bestedingen en dit draagt bij aan onder andere onze lokale voorzieningen, de werkgelegenheid en de toeristenbelasting.

dat vanuit deze stelpost toeristische initiatieven waaronder evenementen (met een promotioneel karakter) financieel worden ondersteund;

dat de toewijzing van deze subsidies gebeurt op basis van criteria die zijn vastgesteld door ons college;

dat het in verband met het toenemend aantal subsidieaanvragen, wenselijk is om de bestaande werkwijze met betrekking tot subsidieverlening in dit kader vast te leggen in een verordening.

besluit:

  • 1.

    vast te stellen de Subsidieverordening Toerisme Berg en Dal 2016.

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begrippen

  • 1. Subsidie:

    De aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen en diensten (artikel 4:21 lid 1 Awb).

  • 2. Activiteit:

    De activiteit die door een aanvrager van subsidie zal worden uitgevoerd en die door het gemeentebestuur kan worden gesubsidieerd.

  • 3. Subsidieplafond:

    Het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens deze verordening (artikel 4:22 Awb).

  • 4. Raad:

    De raad van de gemeente Berg en Dal.

  • 5. College:

    Het College van burgemeester en wethouders van Berg en Dal.

  • 6. Gemeentebestuur:

    Het bestuursorgaan dat in de zin van deze verordening bevoegd is tot het nemen van een beslissing op een aanvraag.

  • 7. Garantiesubsidie:

    Subsidie die wordt verstrekt bij een dreigend exploitatietekort, blijkend uit de overgelegde financiële stukken, voor het geval dit tekort inderdaad optreedt.

  • 8. Toerisme:

    reizen met recreatieve of zakelijke doeleinden. Toeristen zijn mensen ‘die reizen naar plaatsen buiten hun gebruikelijk milieu, die niet meer dan één jaar voor vrije tijd, zaken en andere doeleinden blijven en die niet beloond worden voor hun activiteit ter plaatse.’ (bron: Wikipedia)

  • 9. Recreatie:

    alle vormen van vrijetijdsbesteding, alle activiteiten die kunnen worden gedaan naast de dagelijkse verplichtingen als werken, huishouden en zorg voor anderen. Recreëren doet men voor ontspanning en vermaak. (bron: Wikipedia)

Artikel 2 Reikwijdte en doel

  • 1. Deze verordening is van toepassing op onderstaande subsidies op het beleidsterrein van Toerisme:

    • a.

      incidentele subsidies;

    • b.

      garantiesubsidies;

    • c

      structurele subsidies.

  • 2. Doel van deze subsidie is het direct of indirect bevorderen van Toerisme en Recreatie in de gemeente Berg en Dal.

Artikel 3 De aanvrager

  • 1. In het kader van deze verordening wordt als aanvrager aangemerkt elke organisatie of groepering van personen die rechtspersoonlijkheid bezit, niet zijnde een publiekrechtelijke instantie.

  • 2. Ook natuurlijke personen kunnen aanvrager zijn. De in deze verordening gestelde bepalingen, voor zover mogelijk, vinden overeenkomstige toepassing.

Artikel 4 Te overleggen stukken

  • 1. De aanvrager overlegt bij een aanvraag en voor zover van toepassing de volgende stukken:

    • a.

      de statuten en/of reglementen van de instelling;

    • b.

      een beschrijving van de betreffende activiteiten en/of voorziening;

    • c.

      de op de activiteit en/of voorziening betrekking hebbende begroting van inkomsten en uitgaven, voorzien van een desbetreffende toelichting;

    • d.

      een overzicht van de financiële positie van de instelling (balans);

    • e.

      tijdsplanning van de activiteiten;

    • f.

      doelstelling van de activiteiten;

    • g.

      een beschrijving van het communicatietraject (doelgroep(en), communicatiemiddelen, -kanalen en -frequentie);

    • h.

      alle overige bescheiden die voor de beoordeling van de aanvraag noodzakelijk zijn.

  • 2. Ten aanzien van de te overleggen stukken kan het college van burgemeester en wethouders modelformulieren verplicht stellen.

Artikel 5 Toekenningsgronden voor subsidies

  • 1. De subsidie wordt verleend aan de hand van de in het tweede lid genoemde kwaliteitscriteria.

  • 2. Bij de beoordeling van aanvragen worden de volgende kwaliteitscriteria toegepast:

    • a.

      Belang: de activiteiten van de aanvrager behoren tot de gemeentelijke (mede)verantwoordelijkheid of zijn van belang voor het toerisme in Berg en Dal.;

    • b.

      Effecten: dat direct of op termijn een verantwoord lokaal effect te verwachten is, zoals het aantrekken van bezoekers buiten de gemeente Berg en Dal, waardoor het belang van de gemeente Berg en Dal en/of dat van haar inwoners voldoende wordt gediend.

    • c.

      Originaliteit: in welke mate en op welk niveau wordt voorzien in vergelijkbare activiteiten, zowel in directe als in indirecte zin.

    • d.

      Synergie: bij de beoordeling van de aanvraag om subsidie wordt meegewogen de mate van samenwerking en bundeling van krachten.

    • e.

      Facilitaire ondersteuning: van belang voor de hoogte van de subsidie is de mate van facilitaire ondersteuning door de gemeente.

    • f.

      Draagvlak: naast de gevraagde subsidie dient sprake te zijn van een eigen bijdrage. In elk geval moet de aanvrager minimaal 20% van de kosten van de activiteiten, al dan niet met hulp van derden, financieren.

    • g.

      Beleid: de mate waarin aanvragen passen in het gemeentelijke beleid voor toerisme en recreatie.

Artikel 6 Weigeringsgronden voor subsidies

De subsidie kan worden geweigerd indien:

  • 1.

    De aanvrager zijn activiteiten in hoofdzaak op zuiver politieke, commerciële of godsdienstige gronden ontplooit.

  • 2.

    De activiteiten van de aanvrager buiten de gemeente Berg en Dal plaatsvinden, tenzij zulks op grond van de aard van de activiteiten gerechtvaardigd is en van de instelling niet verwacht mag worden de activiteiten binnen de gemeente Berg en Dal te verrichten.

  • 3.

    De activiteiten uitsluitend gericht zijn op de inwoners van de gemeente Berg en Dal.

  • 4.

    In het geval van een regionaal/landelijk werkzame instelling belangenbehartiging betreft van één of meer lokale door de gemeente gesubsidieerde organisaties.

  • 5.

    Door de aanvrager een zodanige werkwijze wordt toegepast dat redelijkerwijs kan worden verwacht dat de beoogde doelstelling(en) niet kan c.q. kunnen worden bereikt en de medezeggenschap (voor zover van toepassing) van de betrokkenen niet is gewaarborgd.

  • 6.

    De aanvrager niet beschikt over bestuurlijke en/of andere leiding die voldoende waarborgen biedt ten aanzien van de deskundigheid en bekwaamheid met betrekking tot de te verrichten werkzaamheden c.q. te bereiken doeleinden.

  • 7.

    De aanvrager op eigen kracht aan de benodigde financiële middelen kan komen, zonder daarbij een onredelijk beroep te doen op derden (deelnemers, bezoekers, gebruikers, leden e.d.).

  • 8.

    Door de aanvrager middelen worden gebruikt of toegestaan te gebruiken die in strijd zijn met de wet en/of het algemeen belang;

  • 9.

    Indien niet wordt voldaan aan één van de in artikel 5 genoemde toekenningsgronden.

Artikel 7 Verplichtingen

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan de subsidieontvanger bij de subsidieverlening andere dan de in artikel 4:37 Awb genoemde verplichtingen opleggen die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan de subsidieontvanger bij de subsidieverlening vragen een effectmeting van de gesubsidieerde activiteiten te overleggen.

Artikel 8 Subsidieplafond

  • 1. Voor het verstrekken van de subsidies zoals genoemd in artikel 2 onder a en b geldt een subsidieplafond.

  • 2. Het subsidieplafond als genoemd in lid 1 is gelijk aan het bedrag dat de raad jaarlijks in de gemeentebegroting opneemt.

  • 3. Bij de verdeling van het subsidieplafond voor aanvragen wordt prioriteit gegeven aan vaste activiteiten die hun waarde voor de lokale gemeenschap hebben bewezen.

  • 4. Aanvragen die voldoen aan de voorwaarden zoals bedoeld in artikel 5 van deze verordening worden toegekend in volgorde van ontvangst.

Artikel 9 Het geven van voorschotten

Het college kan de subsidieontvanger een voorschot van 80% van het subsidiebedrag verlenen. De resterende 20% ontvangt de aanvrager nadat het eindverslag is ingediend.

HOOFDSTUK 2 INCIDENTELE SUBSIDIES

Artikel 10 Tijdstip indienen aanvragen

  • 1. Aanvragen om een incidentele subsidie kunnen het gehele jaar worden ingediend.

  • 2. Als het subsidieplafond is bereikt, kan het college geen subsidieaanvragen toekennen.

  • 3. Het college beslist op een verzoek om een incidentele subsidie.

  • 4. Een incidentele subsidie kan maximaal drie opeenvolgende jaren worden verstrekt.

  • 5. Het college besluit op aanvragen als bedoeld in lid 4 binnen 12 weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 11 Verplichtingen

  • 1. Indien een incidentele subsidie als bedoeld in dit hoofdstuk is vastgesteld, dient de aanvrager binnen 3 maanden nadat de activiteit heeft plaats gevonden een gespecificeerde opgave van de werkelijke inkomsten en uitgaven met bewijsstukken, evenals een verslag van de verrichte activiteiten, aan het college te overleggen. Het college kan de aanvrager gebruik laten maken van een modelformulier.

  • 2. De aanvrager vermeldt de gemeente Berg en Dal als subsidieverstrekker op alle uitingen zowel geprint als digitaal.

HOOFDSTUK 3 GARANTIE SUBSIDIES

Artikel 12 Aanvraag om garantiesubsidie

  • 1. Aanvragen om een garantiesubsidie kunnen het gehele jaar worden ingediend.

  • 2. Als het subsidieplafond is overschreden, kan het college geen subsidieaanvragen toekennen.

  • 3. Het college beslist op een verzoek om een garantiesubsidie.

  • 4. Een garantiesubsidie kan maximaal drie opeenvolgende jaren worden verstrekt.

Artikel 13 Verlenen van garantiesubsidie

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders bevestigt binnen twee weken de ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders beslist binnen 12 weken over de aanvraag.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders kan de in het vorige lid genoemde termijn eenmalig met 8 weken verlengen. Een dergelijke verlenging wordt door het college van burgemeester en wethouders meegedeeld aan de subsidieontvanger.

Artikel 14 Vaststelling van de garantiesubsidie

  • 1. De aanvrager stuurt het college binnen 3 maanden nadat de activiteit heeft plaats gevonden een gespecificeerde opgave van de werkelijke inkomsten en uitgaven met bewijsstukken en een verslag van de verrichte activiteiten. Het college kan de aanvrager gebruik laten maken van een modelformulier.

  • 2. De in lid 1 bedoelde opgave en het verslag zijn ook een aanvraag om vaststelling van de subsidie.

  • 3. Binnen twaalf weken na ontvangst van de opgave en het verslag zoals bedoeld in lid 1 neemt het college van burgemeester en wethouders een besluit tot vaststelling en uitbetaling van de subsidie.

  • 4. Het college van burgemeester en wethouders kan de in het derde lid genoemde termijn eenmalig met 8 weken verlengen. Een dergelijke verlenging wordt door het college van burgemeester en wethouders meegedeeld aan de subsidieontvanger.

  • 5. Subsidievaststelling vindt plaats op basis van een beoordeling van de uitgevoerde activiteit, de naleving van de opgelegde voorwaarden en de werkelijke kosten van de activiteit.

Artikel 15 De uitbetaling van de garantiesubsidie

De subsidie wordt door het college van burgemeester en wethouders aan de subsidieontvanger onder verrekening van betaalde voorschotten uitbetaald als bijdrage ineens binnen 12 weken na het besluit als bedoeld in artikel 14 lid 3.

HOOFDSTUK 4 STRUCTURELE SUBSIDIES

Artikel 16 Aanvraag om structurele subsidie

  • 1. Een aanvraag voor een structurele subsidie kan het gehele jaar worden ingediend.

  • 2. Een structurele subsidie wordt verleend voor maximaal vijf jaar. Deze termijn kan telkens met vijf jaar verlengd worden.

  • 3. Het college beslist op een aanvraag om structurele subsidie.

  • 4. Op de ontvangers van structurele subsidie is afdeling 4.2.8 Awb van toepassing.

Artikel 17 Verlenen van structurele subsidie

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders bevestigt binnen twee weken de ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders beslist over subsidieverlening binnen 12 weken na ontvangst van de subsidieaanvraag.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders kan de in het vorige lid genoemde termijn eenmalig met 8 weken verlengen.

  • 4. Het college verleent de subsidie onder voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

Artikel 18 Te overleggen stukken bij een structurele subsidie

  • 1. De aanvrager dient jaarlijks vòòr 1 april een financieel en beleidsmatig verslag uit te brengen over de activiteit gehouden in het voorafgaande jaar en waarvoor subsidie is verkregen. Het college kan de aanvrager gebruik laten maken van een modelformulier.

  • 2. Het verslag is voorzien van:

    • a.

      een financieel verslag van de activiteit in het desbetreffende kalenderjaar;

    • b.

      overige stukken die voor de beoordeling van de activiteit van belang zijn, zulks mede gerelateerd aan de voorwaarden waaronder subsidie is verstrekt.

Artikel 19 Vaststelling van de structurele subsidie

  • 1. Het college stelt de subsidie per jaar vast binnen 8 weken na indiening van de stukken als bedoeld in artikel 18.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan de in het eerste lid genoemde termijn eenmalig met 8 weken verlengen. Een dergelijke verlenging wordt door het college van burgemeester en wethouders meegedeeld aan de subsidieontvanger.

  • 3. Subsidievaststelling vindt plaats op basis van een beoordeling van de uitgevoerde activiteiten, de naleving van de opgelegde voorwaarden en de werkelijke kosten van de activiteiten.

HOOFDSTUK 5 OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 20 Afwijking van deze verordening

Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van een of meer bepalingen van deze verordening indien naleving daarvan redelijkerwijs niet kan worden verlangd.

Artikel 21 Overgangsbepaling

Alle aanvragen ingediend voor inwerkingtreding van deze verordening zullen zoveel mogelijk worden beoordeeld conform deze verordening met dien verstande dat bij het niet voldoen aan procedurele voorschriften een gelegenheid tot herstel zal worden geboden.

Artikel 22 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. In alle gevallen, waarin deze verordening niet of onvoldoende voorziet, treffen burgemeester en wethouders de nodige voorzieningen en/of nemen zij de nodige beslissingen, in overleg met de betrokken instelling(en).

  • 2. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Subsidieverordening Toerisme Berg en Dal 2016’.

  • 3. Zij treedt in werking op 1 januari 2017.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Berg en Dal op 15 december 2016.

De raadsgriffier,

J.A.M. van Workum

De voorzitter,

mr. M. Slinkman