Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2020 Berg en Dal

Geldend van 24-12-2019 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2020 Berg en Dal

De raad van de gemeente Berg en Dal;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berg en Dal van 19 november 2019;

gelet op artikel 229 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2020 Berg en Dal

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    markt: de markt die plaatsvindt op de, bij of krachtens artikel 11 van het Marktreglement vastgestelde dag, tijd en plaats;

  • b.

    marktterrein: de gehele openbare of voor het publiek toegankelijke oppervlakte grond, die aangewezen is voor het uitoefenen van de markthandel;

  • c.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt op het marktterrein is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • d.

    vaste standplaats: de standplaats die op een markt voor onbepaalde tijd ter beschikking wordt gesteld aan de vergunninghouder(s);

  • e.

    dagplaats: de standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld aan de vergunninghouder(s), omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • f.

    standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder(s) publiek om zich heen verzamelt/verzamelen en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;

  • g.

    standwerkersplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • h.

    vergunninghouder(s): de perso(o)n(en) aan wie door het college van burgemeester en wethouders vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • i.

    marktmeester: de persoon, die als zodanig is aangewezen door het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam marktgelden worden rechten geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, bestaande uit onder andere het ter beschikking stellen van een standplaats voor het uitoefenen van de markthandel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is/zijn de vergunninghouder(s).

Artikel 4 Heffingsgrondslag

De grondslag voor de berekening van het recht als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder a en b, is het aantal strekkende meter frontbreedte van een standplaats. Daarbij wordt een deel van een strekkende meter gerekend voor een hele meter.

Artikel 5 Belastingtarief

  • 1. Het marktgeld voor een ter beschikking gestelde standplaats bedraagt per strekkende meter frontbreedte of gedeelte daarvan:

    • a.

      voor een dagstandplaats een bedrag van € 1,57 per marktdag per strekkende meter frontbreedte met een minimum van € 6,30 per marktdag;

    • b.

      voor een vaste plaats een bedrag van € 15,62 per strekkende meter frontbreedte per kwartaal, met een minimum van € 62,50 per kwartaal;

    • c.

      voor een standwerkersplaats een bedrag van € 6,30 per dag.

  • 2.

    • a.

      de bedragen aan marktgeld genoemd in lid 1 onder a worden verhoogd met een bedrag van € 2,00 per marktdag voor promotiedoeleinden.

    • b.

      de bedragen aan marktgeld genoemd in lid 1 onder b worden verhoogd met een bedrag van € 25,00 per kwartaal voor promotiedoeleinden.

    • c.

      de bedragen aan marktgeld genoemd in lid 1 onder c worden verhoogd met een bedrag van € 2,00 per marktdag voor promotiedoeleinden.

  • 3. Naast de marktgelden genoemd in lid 1 worden de werkelijke kosten voor een elektriciteitsaansluiting bij de vergunninghouder(s) in rekening gebracht.

Artikel 6 Belastingtijdvak

Met betrekking tot de belastingen die per kwartaal geheven worden is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderkwartaal.

Artikel 7 Wijze van heffing

De marktgelden als bedoeld in artikel 5 worden geheven:

  • 1.

    In geval van een vaste standplaats door middel van een factuur.

  • 2.

    In geval van een dagplaats of standwerkerplaats contant op het gemeentehuis door uitreiking van een kwitantie aan de belastingschuldige.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De marktgelden als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder b, zijn verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij aanvang van de belastingplicht.

  • 2. De marktgelden als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder a en c, zijn bij inname van de dagplaats of standwerkersplaats.

  • 3. Indien in de loop van het belastingtijdvak de belastingplicht voor een vaste plaats aanvangt, wordt het marktgeld berekend over de resterende volle kalendermaanden van dat belastingtijdvak.

  • 4. Indien over een periode van een vaste standplaats geen gebruik is gemaakt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel derde gedeelte als er na het einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven, indien:

    • a.

      de vergunning van de belastingplichtige voor een vaste standplaats is ingetrokken;

    • b.

      de belastingplichtige aantoont dat deze ten gevolg van ziekte gedurende een aaneengesloten periode van tenminste een kalendermaand de ter beschikking gestelde plaats niet heeft kunnen innemen en de belastingplichtige gedurende die periode de standplaats niet door een andere heeft laten innemen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de marktgelden als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder a en c, worden betaald conform artikel 7, tweede lid.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de marktgelden als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder b, worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de factuur.

Artikel 10 Kwijtschelding

Van de op voet van deze verordening verschuldigde rechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Overgangsrecht

De ‘Marktgeldverordening 2019 gemeente Berg en Dal’ vastgesteld bij het besluit van 13 december 2018 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking via een digitaal gemeenteblad op www.officielebekendmakingen.nl.

  • 2. De datum van de ingang van de heffing van 1 januari 2020.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Marktgeldverordening 2020 gemeente Berg en Dal’.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Berg en Dal op 12 december 2019,

De raadsgriffier,

J. van Workum

De voorzitter,

Mr M. Slinkman