Regeling vervallen per 11-06-2018

Algemene subsidieverordening gemeente Bergeijk 2016-1

Geldend van 23-12-2017 t/m 10-06-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-03-2016

Intitulé

Algemene subsidieverordening gemeente Bergeijk 2016-1

De raad der gemeente Bergeijk; 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 september 2017;

gezien het advies van de commissie MZ d.d. 10 oktober 2017.

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht, in het bijzonder Titel 4.2: Subsidies;

besluit:

vast te stellen de: Algemene subsidieverordening gemeente Bergeijk 2016-1

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. college:

    college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergeijk;

  • b. raad:

    raad van de gemeente Bergeijk;

  • c. subsidie:

    de aanspraak op financiële middelen door het gemeentebestuur verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan de gemeente geleverde goederen of diensten.

  • d. jaarlijkse subsidie:

    subsidie die per jaar of voor een bepaald aantal jaren aan een instelling wordt verstrekt;

  • e. garantiesubsidie:

    een vorm van subsidie als bijdrage in de kosten van een evenement of activiteit die in principe met een sluitende exploitatie kan worden uitgevoerd, waarbij het college garant staat tot een nader te bepalen bedrag indien het evenement of de activiteit ten gevolge van onvoorziene (weers)omstandigheden met tegenvallende resultaten te maken kan krijgen.

  • f. subsidieverlening:

    de beschikking met een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend en waarin het subsidiebedrag wordt vermeld, dan wel de wijze wordt aangegeven waarop dit bedrag wordt bepaald, alsmede de aan de subsidieverlening verbonden voorwaarden en verplichtingen.

  • g. subsidievaststelling

    subsidievaststelling: de beschikking waarin definitief wordt beslist dat de aanvrager subsidie ontvangt ter hoogte van een bepaald bedrag en die aanspraak geeft op betaling van dat bedrag.

  • h. directe subsidievaststelling:

    directe subsidievaststelling: het vaststellen van de subsidie voor aanvang van de periode waarop de subsidie betrekking heeft, zonder dat er eerst een subsidieverlening plaatsvindt.

  • i. de-minimisverordening:

    verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van Europese Gemeenschappen van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L379/5), verordening (EG) nr. 1535/2007 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 20 december 2007 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun in de landbouwproductiesector (PbEU L 337/35) en verordening (EG) nr. 875/2007 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 24 juli 2007 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun in de visserijsector en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1860/2004 (PbEU L 193/6) , dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving;

  • j. Europees steunkader:

    een mededeling, richtsnoer, kaderregeling, besluit of vrijstellingsverordening op het gebied van staatssteun die de Europese Commissie of de Raad van de Europese Unie, gelet op de artikelen 106, derde lid , 107, 108 en 109 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie heeft vastgesteld;

Artikel 2 Reikwijdte verordening

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies op het beleidsterrein Welzijn door burgemeester en wethouders, met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen en subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is).

  • 2.

    Ten aanzien van subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat deze verordening geheel of gedeeltelijk van toepassing is.

Artikel 3 Bevoegdheid college

Burgemeester en wethouders stellen bij nadere regeling vast welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Voor zover van toepassing, wordt hierin tevens bepaald welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen, hoe de subsidie wordt berekend, onder welke voorwaarden de subsidie wordt verleend en hoe de subsidiebedragen worden uitbetaald.

Artikel 4 Beschikbaar budget en begrotingsvoorbehoud

  • 1.

    De raad kan jaarlijks bij de vaststelling van de begroting besluiten tot een maximum budget dat beschikbaar is voor welzijnssubsidies.

  • 2.

    Een subsidie ten laste van een begroting, die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld.

Artikel 5 Bij aanvraag in te dienen gegevens

  • 1.

    De aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college.

  • 2.

    Bij een aanvraag om subsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd;

    • b.

      de doelstellingen en resultaten, die daarmee worden nagestreefd, en hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen. In bijzonder ook in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen en op door de gemeente vastgestelde doelen of beleidsterreinen;

    • c.

      een begroting en dekkingsplan van de kosten van de activiteiten, waar de subsidie voor wordt aangevraagd. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

  • 3.

    Indien een aanvrager voor de eerste maal een jaarlijkse subsidie aanvraagt, voegt hij een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar als bijlagen toe aan het aanvraagformulier.

  • 4.

    Het college is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de in het tweede en derde lid genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk, respectievelijk voldoende, zijn.

Artikel 6 Aanvraagtermijn

  • 1.

    Een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie wordt gedaan uiterlijk 1 juni in het jaar voorafgaand aan het jaar, of de jaren waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

  • 2.

    Een aanvraag voor een eenmalige subsidie wordt gedaan uiterlijk 4 weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 3.

    Het college kan in de nadere regels andere termijnen stellen voor het indienen van een aanvraag voor daarbij aan te wijzen subsidies.

Artikel 7 Beslistermijn

  • 1.

    Het college beslist op een aanvraag om een eenmalige subsidie binnen 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

  • 2.

    Het college beslist op een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie uiterlijk vóór 31 december van het jaar waarop de aanvraag is ingediend.

Artikel 8 Weigeringsgronden

Het college kan een aanvraag voor subsidie weigeren:

  • a.

    als de te subsidiëren activiteiten niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen of als ze onvoldoende ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen;

  • b.

    als niet is aangetoond dat de subsidie noodzakelijk is voor het verrichten van de activiteiten waarvoor deze wordt gevraagd;

  • c.

    in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

  • d.

    als de aanvraag niet voldoet aan nadere regels die zijn gesteld door college of raad om voor subsidie in aanmerking te komen;

  • e.

    als de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een wettelijk voorschrift;

Artikel 9 Verantwoording

Voor zover dit niet is bepaald bij nadere regeling, wordt bij de verleningsbeschikking vermeld op welke wijze de subsidie-ontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden.

Artikel 10 Algemene verplichtingen van subsidie-ontvanger

  • 1.

    Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidie-ontvanger dat onverwijld aan burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Een subsidie-ontvanger informeert burgemeester en wethouders onverwijld schriftelijk over:

    • a.

      beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, of tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon;

    • b.

      relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

    • c.

      ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen niet of niet geheel zullen kunnen worden nagekomen;

    • d.

      wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de gesubsidieerde rechtspersoon, de persoon van de bestuurder of bestuurders en het doel van de rechtspersoon.

Artikel 11 Aan een subsidie te verbinden bijzondere verplichtingen

  • 1.

    Aan een beschikking tot subsidieverlening kunnen verplichtingen worden verbonden met betrekking tot het beheer en gebruik van hetgeen met de subsidie tot stand is gebracht.

  • 2.

    Bij subsidies hoger dan € 50.000, verleend voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan de verplichting worden opgelegd tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording over de tot dan verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. De verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar verlangd.

Artikel 12 Eindverantwoording subsidies tot 5.000 euro

  • 1.

    Alle subsidies tot 5.000 euro worden door het college direct vastgesteld, tenzij het een garantiesubsidie betreft.

  • 2.

    Bij een garantiesubsidie kan het college de aanvrager verplichten om op de door haar aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de garantiesubsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen, voordat wordt overgegaan tot vaststelling.

Artikel 13 Eindverantwoording subsidies vanaf 5.000 tot 50.000 euro

  • 1.

    Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan 5.000 euro, maar minder dan 50.000 euro, dient de subsidieontvanger uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling in bij het college.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling bevat een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht.

  • 3.

    Het college kan bepalen dat ook andere dan de in het vorige lid bedoelde gegevens en bescheiden, die voor de vaststelling van belang zijn, moeten worden overgelegd.

Artikel 14 Eindverantwoording subsidies vanaf 50.000 euro

  • 1.

    Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan 50.000 euro, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college:

    • a.

      bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten;

    • b.

      bij een jaarlijks verstrekte subsidie, uiterlijk vóór 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling bevat:

    • a.

      een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht;

    • b.

      een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

    • c.

      een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop;

    • d.

      een controleverklaring of beoordelingsverklaring, opgesteld door een onafhankelijk accountant.

  • 3.

    Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overlegd, of dat andere termijnen van toepassing zijn, in het individuele geval.

Artikel 15 Vaststelling subsidie

  • 1.

    Het college stelt binnen 20 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling de subsidie vast, tenzij in de nadere regels anders is bepaald.

  • 2.

    Deze termijn kan eenmaal voor ten hoogste 6 weken worden verdaagd.

  • 3.

    Bij nadere regeling kunnen categorieën subsidie-ontvangers worden aangewezen waarvoor de subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat een aanvraag tot subsidievaststelling hoeft te worden ingediend.

  • 4.

    Als een aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het tijdstip, bedoeld in de artikelen 13, eerste lid en 14, eerste lid is ingediend, kunnen burgemeester en wethouders de subsidie-ontvanger schriftelijk een nieuwe termijn stellen. Wordt de aanvraag niet binnen deze termijn ingediend dan kunnen zij overgaan tot ambtshalve vaststelling.

Artikel 16 Berekening van uurtarieven, uniforme kostenbegrippen

  • 1.

    Als bij de bepaling van de subsidiabele kosten gebruik wordt gemaakt van uurtarieven, worden deze door de subsidieaanvrager berekend met gebruikmaking van een bij de nadere regeling of bij de subsidieverlening voorgeschreven berekeningswijze.

  • 2.

    Bij het hanteren van kostenbegrippen bij de berekening van uurtarieven wordt uitgegaan van bij de nadere regeling of bij de subsidieverlening voorgeschreven definities.

  • 3.

    Bij subsidie waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen die tarieven en kostenbegrippen in aanmerking die voldoen aan de eisen van het toepasselijke steunkader.

Artikel 17 Europees steunkader

  • 1.

    Voor zover dat ten behoeve van het voldoen aan een Europees steunkader noodzakelijk is, kunnen burgemeester en wethouders bij subsidieregeling afwijken van deze verordening en deze aanvullen.

  • 2.

    Bij subsidieregelingen waarbij is bepaald dat toepassing kan worden gegeven aan een Europees steunkader, verwijst de subsidieregeling naar het toepasselijke steunkader.

  • 3.

    Bij subsidies waar een Europees steunkader op van toepassing is, verwijst de verleningsbeschikking naar de toepasselijke bepalingen van het steunkader.

  • 4.

    Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen de activiteiten, doelstellingen, resultaten en kosten in aanmerking die voldoen aan de eisen van het toepasselijke steunkader.

  • 5.

    Bij subsidies waarop de de-minimisverordening van toepassing is, komen ondernemingen alleen in aanmerking voor subsidies die voldoen aan de voorwaarden van de de-minimisverordening.

Artikel 18 Hardheidsclausule

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen deze verordening, met uitzondering van de artikelen 2 en 3, in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen.

  • 2.

    Toepassing van het vorige lid wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.

Artikel 19 Slotbepalingen

  • 1.

    De Algemene subsidieverordening Bergeijk 2016 wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie en werkt terug tot 1 maart 2016.

  • 3.

    Op aanvragen om subsidie die zijn ingediend voor de datum van 1 maart 2016 zijn de bepalingen van de Algemene subsidieverordening Bergeijk 2010 van toepassing.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene subsidieverordening gemeente Bergeijk 2016-1.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Bergeijk van 31 oktober en 2 november 2017.

J.M. van Dongen-Hermans

Griffier

A. Callewaert-de Groot

Voorzitter