Boeteverordening WIN 2005

1

Algemene toelichting

Op 1 januari 2004 is de Wet werk en bijstand (WWB) ingevoerd. Op grond van de WWB dient de gemeente het sanctiebeleid bij het niet voldoen aan verplichtingen die aan de uitkering zijn verbonden te regelen in een verordening afstemming en fraude. Zodra deze verordening afstemming en fraude wordt ingevoerd vervalt het Maatregelenbesluit Abw, Ioaw en Ioaz.Door het vervallen van dit besluit dient de boete op grond van de WIN op een andere wijze te worden vastgelegd. In de Invoeringswet WWB is daarom een wijziging van de WIN geregeld. Deze wijziging houdt onder andere in dat regels over de hoogte van de WIN-boetes vastgelegd dienen te worden in een verordening.

Artikelgewijze toelichting

Artikel 2 Opdracht collegeIn dit artikel wordt verwezen naar het artikel in de WIN dat voorschrijft dat het college van burgemeester en wethouders een bestuurlijke boete oplegt wanneer de nieuwkomer niet meewerkt aan het inburgeringsonderzoek, het educatief programma, maatschappelijke begeleiding en doorgeleiding naar een instantie die zorgdraagt voor verdere scholing of voor toegang tot de arbeidsmarkt, voor zover de nieuwkomer daarvoor in aanmerking komt.

Overigens wordt in artikel 17 van de WIN bepaald dat het college controleert of de nieuwkomer zich houdt aan de verplichtingen. Indien blijkt dat dit niet het geval is, zonder dat een grond voor ontheffing of vrijstelling aanwezig is of indien berichtgeving van een andere instantie hierover ontvangen is, stelt de gemeente een onderzoek in. Er vindt een gesprek met de nieuwkomer plaats. Er wordt getracht hem te bewegen de verplichtingen na te komen en er wordt hem een termijn van orde opgelegd.

Indien de nieuwkomer de verplichtingen dan nog niet nakomt, wordt de nieuwkomer gehoord en wordt door het college een maatregel of boete overwogen op grond van artikel 18 van de WIN. In dit artikel wordt overigens tevens bepaald dat de boete wordt afgestemd op de ernst van het feit, de omstandigheden van de nieuwkomer en de mate van verwijtbaarheid.

Artikel 3 Afstemming en dringende redenenEr wordt een boete opgelegd als de nieuwkomer zich gedraagt in strijd met de in de WIN opgenomen verplichtingen. De betreffende artikelen genoemd in het eerste lid geven de verplichtingen aan.In het tweede lid wordt aangegeven dat er van een bestuurlijke boete kan worden afgezien als het strijdige gedrag niet verwijtbaar is.

Artikel 4 Hoogte van de boeteBij de bepaling van de hoogte van de boete is aansluiting gezocht bij de verordening afstemming en fraude van de WWB (onder artikel 10, volzin en lid 3 “Categorie 2”).Ten aanzien van de bijstandsnorm (voor een maand) waarvan de 20% wordt berekend, is ook de verordening toeslagen en verlagingen van toepassing. Er wordt bij de berekening van de hoogte van de boete uitgegaan van de feitelijk van toepassing zijnde bijstandsnorm. Van de standaardhoogte kan worden afgeweken door de boete af te stemmen op de ernst van het feit, de omstandigheden van de nieuwkomer en de mate van verwijtbaarheid.Het tweede lid bepaalt dat de boete wordt verdubbeld wanneer sprake is van eenzelfde verwijtbare gedragingen binnen 12 maanden na de eerste boeteoplegging.

Artikel 5 Anticumulatie:Samenloop van maatregel en bestuurlijke boeteIndien de nieuwkomer niet voldoet aan zijn wettelijke inburgeringsverplichting moet er een bestuurlijke boete worden opgelegd. Deze inburgeringsverplichting kan echter ook deel uitmaken van de verplichtingen in het kader van de WWB. Indien hier niet aan wordt voldaan kan een maatregel worden opgelegd. Omdat bijstandsgerechtigde nieuwkomers daardoor dubbel kunnen worden gesanctioneerd is in dit artikel een anticumulatiebepaling opgenomen.

Artikel 6 Nadere regelsVoor de juiste uitvoering van de verordening kan het noodzakelijk zijn dat nadere uitvoeringsregels worden vastgesteld. Dit artikel geeft het college de bevoegdheid om dergelijke regels vast te stellen.