Regeling vervallen per 01-07-2016

Verordening leerlingenvervoer gemeente Bergeijk 2014

Geldend van 13-03-2014 t/m 30-06-2016

Intitulé

Verordening leerlingenvervoer gemeente Bergeijk 2014

De raad der gemeente Bergeijk;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 januari 2014;

gezien het advies van de commissie MZ d.d. 4 februari 2014.

besluit:

De "Verordening leerlingenvervoer gemeente Bergeijk 2014" vast te stellen.

Titeldeel 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripspaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

- aangepast vervoer: vervoer per besloten (school)busvervoer, taxi, taxibus, treintaxi of bustaxi;

- ambulante begeleiding: de begeleiding door een personeelslid van een school of een instelling als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra van leerlingen die zijn geplaatst op een basisschool of leerlingen die zijn geplaatst op een school voor voortgezet onderwijs en naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zou zijn aangewezen op het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs.

- afstand: afstand tussen de woning en de school, gemeten langs de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg;

- begeleider: ouder of persoon die door de ouders wordt ingezet om de leerling tijdens het vervoer te begeleiden;

- commissie van onderzoek: commissie als bedoeld in artikel 41, tweede lid, van de Wet op de expertisecentra;

- commissie voor de begeleiding: commissie als bedoeld in artikel 40b van de Wet op de expertisecentra;

- eigen vervoer: vervoer per eigen motorvoertuig of fiets;

- inkomen: inkomensgegeven als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder e, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, in het peiljaar, bedoeld in artikel 4, zevende lid, van de Wet op het primair onderwijs;

- leerling: leerling van een school als bedoeld in dit artikel;

- ondersteuningsplan:

1°. voor het primair onderwijs: ondersteuningsplan als bedoeld in artikel 18a, zevende tot en met tiende lid, van de Wet op het primair onderwijs; of

2°. voor het voortgezet onderwijs: ondersteuningsplan als bedoeld in artikel 17a, zevende tot en met tiende lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;

- opdc: orthopedagogisch en -didactisch centrum als bedoeld in artikel 17a, lid 10a, van de Wet op het voortgezet onderwijs;

- openbaar vervoer: voor een ieder openstaand personenvervoer per bus, trein, metro, tram, veerdienst of auto;

- opstapplaats: plaats aangewezen door het college, vanaf waar de leerling gebruik kan maken van het vervoer;

- ouders: ouders, voogden of verzorgers van de leerling;

- regionale verwijzingscommissie: commissie als bedoeld in artikel 10g van de Wet op het voortgezet onderwijs;

- reistijd: totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens de schoolgids, minus maximaal 10 minuten, indien en voor zover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan de schoolgids aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens de schoolgids en de aankomst bij de woning, plus een eventuele wachttijd voor het openbaar vervoer of maximaal 10 minuten bij gebruikmaking van aangepast vervoer;

- samenwerkingsverband:

1°. voor het primair onderwijs: samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18a, tweede en vijftiende lid, van de Wet op het primair onderwijs; of

2°. voor het voortgezet onderwijs: samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 17a, tweede en zestiende lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;

- school:

1°. basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs;

2°. school voor speciaal onderwijs of speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra; of

3°. school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs;

- stage: praktische leertijd bij de beroepsopleiding;

- toegankelijke school: school waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school;

- vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens de schoolgids, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;

- vervoersvoorziening:

- een gehele of gedeeltelijke bekostiging van de door het college noodzakelijk geachte vervoerkosten van de leerling en zo nodig diens begeleider, of

- bekostiging van de goedkoopst mogelijke wijze van openbaar vervoer voor de leerling en zo nodig diens begeleider, of

- aanbieding van aangepast vervoer dat de gemeente verzorgt of doet verzorgen, of

- een andere passende voorziening, die goedkoper is dan de kosten van het openbaar vervoer.

- woning: plaats waar de leerling structureel en feitelijk verblijft.

Artikel 2 Bekostiging van de door het college noodzakelijk te achten vervoerskosten

  • 1.

    Ten behoeve van het schoolbezoek kent het college aan de ouders van de in de gemeente verblijvende leerlingen op aanvraag bekostiging van de noodzakelijk te achten vervoerskosten toe, met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.

  • 2.

    De bepalingen in deze verordening laten onverlet de verantwoordelijkheid van de ouders voor het schoolbezoek van hun kinderen.

  • 3.

    Indien de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, wordt de bekostiging op aanvraag verstrekt aan de leerling.

Artikel 3 Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school

1.Bekostiging van de vervoerskosten wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weggelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.

2. Indien ouders bekostiging van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van een school, die op grotere afstand van de woning is gelegen dan in artikel 9 of 14 is bepaald, terwijl een of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de woning zijn gelegen, ontstaat slechts aanspraak op bekostiging naar eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.

3. Bekostiging van de vervoerskosten naar locaties waar behandeling wordt gegeven of naar buitenschoolse activiteiten, zoals buitenschoolse opvang, oppas of sport valt niet onder deze regeling

4. Het college betrekt bij de beoordeling van de aanvraag van een vervoersvoorziening het ondersteuningsplan, zoals dat is vastgesteld door het samenwerkingsverband na overleg met het college.

Artikel 4 Uitbetaling van de bekostiging

Het college bepaalt bij het verstrekken van bekostiging van vervoerskosten de wijze en het tijdstip van de uitbetaling, alsmede de periode van vergoeding, met dien verstande dat de tijdsduur, indien dit mogelijk is, voor meerdere jaren of de hele schoolperiode kan worden vastgesteld.

Artikel 5 Aanvraagprocedure

1. Een aanvraag voor bekostiging van de vervoerskosten wordt gedaan door indiening bij het college van een volledig ingevuld en door de ouders ondertekend formulier, voorzien van de op het formulier vermelde gegevens.

2. Het college besluit op de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

3. Indien dit voor een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is, kan het college de ouders verzoeken aanvullende gegevens te verstrekken.

4. Indien dit voor een juiste beoordeling noodzakelijk is, kan het college advies inwinnen bijonafhankelijke externe deskundigen of bij de organisatie die voorzieningen op grond van de Wmo verstrekt.

5. Het college kan de in het vorige lid bedoelde beslistermijn met ten hoogste vier weken verdagen. Zij stelt de ouders hiervan schriftelijk in kennis.

6. Indien een vervoersvoorziening wordt toegekend wordt deze niet toegekend met ingang van een datum die ligt voor de datum van ontvangst van de aanvraag. Deze wordt getroffen:

a. bij een vergoeding van de vervoerskosten van de (brom)fiets, het openbaar vervoer of het eigen vervoer met ingang van de door de ouders verzochte datum;

b. bij een vergoeding van de vervoerskosten van het aangepaste vervoer of een andere passende voorziening met ingang van de datum die zo veel mogelijk aansluit bij de door de ouders verzochte datum.

Artikel 6 Doorgeven van wijzigingen

1. De ouders zijn verplicht wijzigingen, die van invloed kunnen zijn op de toegekende bekostiging van de vervoerskosten, onder vermelding van de datum van wijziging, onverwijld schriftelijk mede te delen aan het college.

2. Indien sprake is van een wijziging die van invloed is op de toegekende bekostiging, vervalt de aanspraak op bekostiging en verstrekt het college al dan niet opnieuw een bekostiging van de vervoerskosten.

3. Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststellen, waardoor blijkt dat ten onrechte bekostiging is verstrekt, vervalt de aanspraak op bekostiging van de vervoerskosten terstond en verstrekt het college al dan niet opnieuw bekostiging van de vervoerskosten. Het college deelt zijn besluit schriftelijk mee aan de ouders.

4. De vervoersvoorziening kan worden gewijzigd, opgeschort of worden ingetrokken indien de bij de aanvraag verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig blijken, dat er op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen als bij de beoordeling van de aanvraag de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest.

5. De verantwoordelijkheid voor het gedrag van de leerling gedurende het verblijf van de leerling in het aangepast vervoer berust bij de ouders.

6. In geval van ernstig wangedrag door de leerling gedurende het verblijf in het aangepast vervoer, kan het college besluiten de verstrekte bekostiging van de vervoerskosten te wijzigen, op te schorten dan wel in te trekken.

7. Een ten onrechte genoten bekostiging kan van de ouders worden teruggevorderd, dan wel worden verrekend bij een eventuele nieuwe toekenning van bekostiging.

Artikel 7 Peildatum leeftijd leerling

Voor het verstrekken van bekostiging op basis van artikel 12 is bepalend de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de bekostiging betrekking heeft.

Artikel 8 Andere vergoedingen

De aanspraak op bekostiging wordt verminderd met de aanspraak op een toelage, voorzover die voor de betreffende leerling betrekking heeft op de reiskosten.

Titeldeel 2 Bepalingen omtrent het vervoer van de niet-gehandicapte leerlingen van scholen voor primair onderwijs

Artikel 9 Algemene bepalingen omtrent het vervoer van de niet gehandicapte leerlingen van scholen voor primair onderwijs

1. In deze paragraaf wordt verstaan onder school:

a. een basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs; of

b. een school voor speciaal onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra.

2. Deze paragraaf is niet van toepassing op leerlingen van scholen voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs die voortgezet onderwijs volgen.

3. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 wordt een vervoersvoorziening verstrekt over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en:

a. de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is, of

b. een andere speciale school voor basisonderwijs in het onder a bedoelde samenwerkingsverband, indien het vervoer naar die school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen dan het vervoer naar de speciale school voor basisonderwijs, bedoeld onder a.

c. In afwijking van het derde lid en artikel 3 kan bekostiging verstrekt worden van de kosten van het vervoer van sbo “De Piramide” te Bladel en voor leerlingen uit Luyksgestel naar “De Zonneweelde” in Lommel.

4. Het college betrekt bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer eventuele (vervoers)adviezen van deskundigen die voor de beoordeling van die aanvraag van belang zijn.

Artikel 10 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets

Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 9 bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan zes km bedraagt

Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in het eerste lid en de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets.

Artikel 11 Bekostiging van de kosten van vervoer ten behoeve van een begeleider

1. Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 9 bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer of vervoer per fiets van de leerling en een begeleider indien:

a. aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 10 en de leerling jonger dan negen jaar is, en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken, of

b. de leerling door een structurele lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik kan maken.

2. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 12 Bekostiging op bais van de kosten van aangepast vervoer

1. Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 9 bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer of vervoer per fiets van de leerling en een begeleider indien:

a. aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 10 en de leerling in groep 7 of hoger zit, en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken, of

de leerling door een structurele lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik kan maken.

2. Indien begeleiding in het aangepaste vervoer vereist is, vergoedt het college geen andere kosten dan de vervoerskosten, welke verbonden zijn aan de begeleiding van de leerling in het aangepaste vervoer.

3. Bij verstrekking van een bekostiging voor het aangepast vervoer kan van de ouders verlangd worden de leerling deel te laten nemen aan leerprojecten voor het gebruik van het openbaar vervoer.

Artikel 13 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren. Het college kan in plaats daarvan besluiten tot bekostiging van een goedkopere wijze van vervoer;

2. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het

college aan de ouders die een leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:

a. een bedrag op basis een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien het college van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets;

b. een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer;

c. een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de kortste route voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, met een maximum van de kosten voor het aangepast vervoer.

Artikel 14 Bekostiging passende voorziening

Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college, met in achtneming van de artikelen 10, 11 en 12, ouders een bekostiging verstrekken voor een andere passende voorziening, die goedkoper is dan de kosten van het openbaar vervoer.

Titeldeel 3 Bepalingen omtrent het vervoer van leerlingen van scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs

Artikel 15 Algemene bepalingen

1. Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, bekostiging van de vervoerskosten, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school meer dan zes kilometer bedraagt.

2. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 geldt voor de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs uit cluster 4 bezoekt als dichtstbijzijnde toegankelijke school, de school die door de commissie voor indicatiestelling is geadviseerd. Dit is van toepassing zolang de leerling zijn woonplaats heeft in het gebied van het regionale expertisecentrum waaraan voornoemde commissie is verbonden.

3. Indien het college de gevraagde bekostiging niet of slechts gedeeltelijk verstrekt, betrekt zij bij de beoordeling van de aanvraag een eventueel aanwezig (vervoers)advies van de commissie voor de begeleiding, het advies van andere deskundigen die voor de beoordeling van die aanvraag van belang kan zijn of bij de organisatie die voorzieningen op grond van de Wmo verstrekt.

Artikel 16 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per (brom)fiets

1. Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 16 bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer van de leerling en een begeleider, indien de leerling door een structurele lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik kan maken.

2. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

3. In afwijking van de bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, zoals bedoeld in het eerste lid, verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets, indien de leerling naar het oordeel van het college onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Artikel 17 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

1. Het Het college verstrekt een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 16 bezoekt, indien:

a. aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 17 en de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht;

b. aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 17 en openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets;

c. aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 17 en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat begeleiding van de leerling door henzelf of anderen onmogelijk is dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zal leiden en een andere oplossing niet mogelijk is; of

d. de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn structurele lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is – ook niet onder begeleiding – van openbaar vervoer gebruik te maken

2. Indien begeleiding in het aangepaste vervoer vereist is, vergoedt het college geen andere kosten dan de vervoerskosten welke verbonden zijn aan de begeleiding van de leerling in het aangepaste vervoer.

3. Bij verstrekking van een bekostiging voor het aangepast vervoer kan van de ouders verlangd worden de leerling indien mogelijk deel te laten nemen aan leerprojecten voor het gebruik van openbaar vervoer.

Artikel 18 Bekostiging op bais van de kosten van eigen vervoer

1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren. Het college kan in plaats daarvan besluiten tot vergoeding of bekostiging van een goedkopere wijze van vervoer;

2. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die een leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:

a. een bedrag op basis een kilometervergoeding voor de fiets , afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien het college van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets;

b. een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien de leerling naar het oordeel van het college, gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets. Deze bekostiging is ten hoogste gelijk aan de kosten voor het openbaar vervoer.

c. een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer;

d. een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de kortste route voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, met een maximum van de kosten voor het aangepast vervoer;

e. Voor de berekening van het aantal kilometers wordt gebruik gemaakt van de routeplanner van de ANWB.

Artikel 19 Bekostiging vervoerskosten binnen afstandsgrens

1. Het college verstrekt eveneens bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, in het geval de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 15, indien het college van oordeel is dat de lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap van de leerling dat vereist.

2. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten zoals bedoeld in het eerste lid, is artikel 19 van toepassing.

Artikel 20 Bekostiging passende voorziening

Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college, met in achtneming van de artikelen 16, 17, 18, 19 en 20, ouders een bekostiging verstrekken voor een andere passende voorziening, die goedkoper is dan de kosten van het openbaar vervoer.

Titeldeel 4 Bepalingen omtrent weekeinde- en vakantievervoer

Artikel 21 Bekostiging van de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders

Het college verstrekt desgewenst bekostiging van de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze titel.

Artikel 22 Bekostiging kosten weekeinde- en vakantievervoer

1. Het college verstrekt aan de ouders bekostiging van het weekeinde vervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.

2. Het college verstrekt bekostiging van het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in het schoolplan van de school die de leerling bezoekt.

3. Titel 3 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 15 derde lid, artikel 18 eerste lid onder b en artikel 19.

Titeldeel 7 Slotbepalingen

Artikel 23 Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet

In de gevallen die de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffen en waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 24 Afwijkingen van bepalingen

1. Het college kan in bijzondere gevallen, het vervoer voor onderwijs aangaande, ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zonodig na advies te hebben gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie van begeleiding, de regionale verwijzingscommissie, andere deskundigen deskundigen of na bestuderingen van het dossier van de organisatie die voorzieningen op grond van de Wmo verstrekt.

2. In gevallen, die de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffen en waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

3. Het college kan een “Huishoudelijk reglement Leerlingenvervoer gemeente Bergeijk ” vaststellen. Doel van het huishoudelijk reglement is het vaststellen van gedragsregels voor de leerlingen, zodat zij veilig naar school gebracht worden. In het reglement staan ook mogelijke sancties als leerlingen zich niet aan het reglement houden.

4. Het college organiseert structureel overleg met ouders van leerlingen, zoals in een klankbordgroep. Het overleg richt zich op het verbeteren van de kwaliteit van het leerlingenvervoer.

Artikel 25 Intrekking oude regeling

De Verordening Leerlingenvervoer gemeente Bergeijk 2012 wordt ingetrokken.

Artikel 26 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking.

Artikel 27 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Leerlingenvervoer gemeente Bergeijk 2014.