Regeling vervallen per 12-12-2017

Besluit nadere regels Verordening PGB en begeleid werken Wsw gemeente Bergen

Geldend van 23-10-2008 t/m 11-12-2017 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2008

Intitulé

Besluit nadere regels Verordening PGB en begeleid werken Wsw gemeente Bergen

Artikel 1

Besluit nadere regels Verordening PGB en begeleid werken Wsw gemeente Bergen (geconsolideerde tekst)

InleidingDeze nota met voorstellen vloeit voort uit de op 1 juli 2008 door de raad van de gemeente Bergen vastgestelde Verordening PGB begeleid werken Wsw. In deze verordening is een kader vastgesteld voor verstrekken van een persoonsgebonden budget, en voor het verstrekken van loonkosten- subsidies aan werkgevers die een Wsw-er in dienst nemen.In genoemde verordening wordt op een aantal punten uw College de opdracht gegeven om nadere uitvoeringsregels te stellen. In onderstaande notitie worden voorstellen gedaan om inhoud te geven aan die opdracht.

De onderstaande voorstellen zijn tot stand gekomen in samenspraak met de gemeenten Venlo, Arcen en Velden, en gemeente Beesel. Omdat de uitvoering (deels) zal plaatsvinden door onze Wsw uitvoeringsorganisatie WAA Groep NV te Venlo, is regionale afstemming noodzakelijk. Ook heeft communicatie plaatsgevonden met Gennep, en Mook en Middelaar.

Er is op dit moment een Cliëntenraad WSW in oprichting. Er is nog geen participatieorganisatie aanwezig die ter zake advies zou kunnen uitbrengen.

1. Uitvoeringskosten gemeenteIngevolge artikel 2 van genoemde verordening stelt het College per datum van inwerkingtreding van de verordening de hoogte vast van de rechtstreeks aan de subsidieverlening verbonden uitvoeringskosten van de gemeente voor elk te verstrekken persoonsgebonden budget.Wijziging in de hoogte van dit budget worden door het college vastgesteld vóór 31 december voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor deze geldt.

Volgens artikel 7, tweede lid, onderdeel b van de Wsw gaat het om kosten die rechtstreeks aan de subsidieverlening zijn verbonden. Te denken valt aan: beoordelen van aanvragen PGB, administratieve handelingen i.v.m. het verstrekken van subsidies, het monitoren van begeleid werken, tussentijds bepalen van de loonwaarde, en het voeren van gesprekken met begeleidingsorganisatie en werkgever.

Voorstel 1:Voorgesteld wordt deze kosten m.i.v. 1 juli 2008 vast te stellen op € 5000,00 per jaar; indien uw college vóór 31 december van enig jaar geen gewijzigd bedrag heeft vastgesteld, het bedrag van uitvoeringskosten in het volgende jaar handhaven op laatst vastgestelde jaarbedrag.

ToelichtingEr zijn thans geen ervaringsgegevens voorhanden. Het voorgestelde bedrag is gebaseerd op een globale inschatting en doet landelijk als uitgangspunt de ronde. Bij een evaluatie – wellicht over één of twee jaar – kan aansluiting gevonden worden bij de praktijk.

2. Begeleid werkenEr zijn twee vormen van begeleid werken:a. in de eerste vorm wordt het vinden van de werkplek (in loondienst bij de werkgever / niet zijnde het Werkvoorzieningschap WAA Venlo e.o.) geregeld door het Schap of de gemeente, alsook treedt het Schap of de gemeente op als begeleidingsorganisatie; b. in de tweede vorm is sprake van een Persoonsgebonden Budget (PGB); dit is een recht van de Wsw-geïndiceerde, waarbij hij zelf een werkgever aandraagt en een begeleidingsorganisatie. Met name bij begeleid werken als bedoeld onder b. is het in het belang van de Wsw-geïndiceerde noodzakelijk dat de gemeente voorwaarden stelt aan de werkgever en aan de begeleidingsorganisatie. Het gaat met name om kwaliteitseisen. Als een Wsw-geïndiceerde (of een door hem ingeschakelde begeleidingsorganisatie) een werkgever vindt die hem een adequate werkplek aanbiedt, de begeleiding op de werkplek adequaat wordt geregeld én de kosten van begeleid werken binnen het beschikbare budget vallen, dan is de gemeente (na de aanvraag te hebben beoordeeld) verplicht de wens van de Wsw-geïndiceerde te honoreren. Iedere Wsw-geïndiceerde komt in beginsel in aanmerking voor begeleid werken met een PGB. Voor personen op de wachtlijst geldt dat zij pas van het PGB gebruik kunnen maken als zij op grond van hun plek op die wachtlijst aan de beurt zijn voor een Wsw-plek.

Nadere regels inzake regels m.b.t. eisen waaraan werkgever, arbeidsplaats alsmede begeleidingsorganisatie moeten voldoenIngevolge artikel 3, lid 6 van de Verordening PGB begeleid werken Wsw stelt het College nadere regels met betrekking tot de eisen waaraan de werkgever, arbeidsplaats alsmede de begeleidingsorganisatie moeten voldoen om voor een persoongebonden budget ingevolge deze verordening in aanmerking te komen.

Voorstel 2:Voorwaarden waaraan de werkgever dient te voldoen, zijn:- inschrijving van zijn onderneming bij de Kamer van Koophandel, voor zover dit verplicht is;- de werkgever is gevestigd naar Nederlands recht.

Voorwaarden waaraan de arbeidsplaats dient te voldoen:- de aangeboden arbeidsplaats en de omvang van het dienstverband is passend in het licht van de indicatiestelling door het CWI en de mogelijkheden en beperkingen van de Wsw-geïndiceerde;- het betreft een arbeidsplaats met een dienstverband voor tenminste zes maanden; indien aan de werkgever een eenmalige vergoeding wordt verstrekt als bedoeld in artikel 3, lid 5 van de verordening (aanpassing werkplek) bedraagt echter de duur van het dienstverband tenminste 12 maanden;- de arbeidsovereenkomst wordt aangegaan naar Nederlands recht.

Voorwaarden waaraan een begeleidingsorganisatie moet voldoen:- Indien van toepassing voldoet de begeleidingsorganisatie aan de inschrijvingsplicht bij de Kamer van Koophandel;- de begeleidingsorganisatie en/of haar medewerkers zijn naar het oordeel van het college voldoende gekwalificeerd voor het begeleiden van de doelgroep, c.q. de Wsw-geïndiceerde voor wie het Persoonsgebonden budget is bestemd;- de begeleidingsorganisatie heeft aantoonbare kennis en ervaring in het werkveld.

In dringende situaties kan het College aanvullende eisen stellen, in het belang van de Wsw-geïndiceerde.

ToelichtingHet ligt voor de hand dat de gemeente bij het stellen van eisen aan werkgevers en begeleidingsorganisaties in het kader van begeleid werken met een PGB zoveel mogelijk probeert aan te sluiten bij de wijze waarop zij op dit moment begeleid werken organiseert. Als het gaat om voorwaarden waaraan werkgevers moeten voldoen, kan worden gedacht aan:- inschrijving van zijn onderneming bij de Kamer van Koophandel, voor zover dit verplicht is. Overigens zal waarschijnlijk de inschrijvingsplicht in het handelsregister worden uitgebreid.- de duur van het dienstverband;- de aangeboden arbeidsplaats is passend in het licht van de indicatiestelling door het CWI en de mogelijkheden en beperkingen van de Wsw-geïndiceerde;

Voor wat betreft de minimale duur van het dienstverband wordt aangesloten bij de gangbare termijn in de WWB. Daarbij is ook van belang dat het rijk de bonus voor begeleid werken pas uitkeert als er sprake is van een dienstverband van zes maanden. Wanneer er aan de werkgever ook een vergoeding/ tegemoetkoming wordt verstrekt voor aanpassing van de werkplek, is het redelijk dat de minimale duur van het dienstverband langer is.

Wat betreft de voorwaarden waaraan begeleidingsorganisaties moeten voldoen is gekozen voor een beperkt aantal eisen, om het vrije keuzerecht van de Wsw-geïndiceerde niet onnodig in te perken. In het belang van diezelfde Wsw-geïndiceerde zijn met name kwaliteitseisen opgenomen.

3. Nadere voorwaarden verlenen van een PGBIngevolge artikel 3, zevende lid, van de Verordening PGB begeleid werken Wsw kan het College nadere voorwaarden stellen aan de verlening van een PGB.

Het is niet wenselijk om alle situaties van tevoren “dicht” te regelen. Toch is het wenselijk om op een aantal onderdelen algemeen beleid te formuleren.Hierbij kan gedacht worden aan:- een maximumbedrag voor aanpassing van de werkplek (artikel 3 lid 5 Verordening PGB begeleid werken Wsw):Uit de uitvoeringspraktijk (info WAA Groep) blijkt dat een bedrag van € 2000,-- voor dit doel toereikend geacht mag worden. Gaat het om substantieel grotere bedragen, dan moet de vraag gesteld worden of de werkplek passend is.In de meeste situaties kan de werkgever hier subsidie voor aanvragen bij het UWV, dat dan als voorliggende voorziening geldt.- Kosten begeleidingsorganisatie.De hoogte van de kosten van begeleidingsorganisatie moet enerzijds voldoende zijn om kwalitatief en kwantitatief goede begeleiding te kunnen garanderen, anderzijds dienen de kosten geen onnodig beslag te leggen op het budget. Een en ander is ter beoordeling van Burgemeester en wethouders. Bij een aanvraag voor een PGB dient een gespecificeerde offerte van begeleidingskosten te worden bijgevoegd aan de hand waarvan uw college zich een oordeel kan vormen over de redelijkheid van de hoogte van de kosten. De kosten van de begeleiding dienen dus naar het oordeel van het college redelijk te zijn, en toegesneden op de situatie van de Wsw-geïndiceerde.- de hoogte van de loonkostensubsidie:Denkbaar is dat de gemeente strakke regels stelt over de vaststelling van de hoogte van de loonkostensubsidie aan de werkgever. Daardoor kan echter de onderhandelingsruimte met de werkgever onnodig worden belast. Loonkostensubsidie wordt verleend om de geringere arbeidsproductiviteit van de Wsw-geïndiceerde op te vangen. Uitgangspunt is dat de hoogte van de loonkostensubsidie afgestemd wordt op de loonwaarde van de Wsw-geïndiceerde. Zonodig wordt hierbij een externe deskundige ingeschakeld. Ook dient van geval tot geval bekeken te worden of er na enige tijd een herbeoordeling dient plaats te vinden. Immers, de verdiencapaciteit kan door o.a. kennisverwerving en routine in de loop der tijd toenemen, of kan door toename van beperkingen afnemen.

Voorstel 3:Voorgesteld wordt om nadere algemene regels te stellen zoals hiervoor aangegeven.

Financiële consequentiesDit voorstel heeft géén financiële consequenties voor de gemeente. De kosten van een PGB, dus uitvoeringskosten gemeente, plus kosten begeleidingsorganisatie, plus kosten loonkostensubsidie zijn wettelijk gemaximeerd op het bedrag dat de gemeente aan Rijkssubsidie ontvangt. 

Bergen, augustus 2008.