Regeling vervallen per 20-07-2021

Verordening rekenkamercommissie gemeente Bergen (L) 2016

Geldend van 23-04-2016 t/m 19-07-2021 met terugwerkende kracht vanaf 16-02-2016

Intitulé

Verordening rekenkamercommissie gemeente Bergen (L) 2016

De raad van de gemeente Bergen,

gezien het voorstel van het presidium vam 21 januari 2016,

gezien het bepaalde in artikel oa van de Gemeentewet,

besluit

vast te stellen

de Verordening rekenkamercommissie gemeente Bergen (L) 2016

Artikel 1 Taak van de rekenkamercommissie

  • 1. De rekenkamercommissie onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur van Bergen (L) gevoerde bestuur, alsmede van gemeenschappelijke regelingen en van instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.

  • 2. Een door de rekenkamercommissie ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur bevat geen controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213, tweede lid, van de Gemeentewet.

Artikel 2 Samenstelling van de rekenkamercommissie

  • 1. De rekenkamercommissie bestaat uit drie externe leden die door de raad worden benoemd. De leden benoemen uit hun midden een voorzitter.

  • 2. De leden worden voor een periode van twee jaar door de raad benoemd en kunnen twee keer worden herbenoemd.

  • 3. De rekenkamercommissie is verantwoordelijk voor het opstellen van een rooster van aftreden.

  • 4. De voorzitter van de rekenkamercommissie draagt zorg voor:

    -het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie,

    -het leden van de vergaderingen,

    -het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze,

    -het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming.

    De voorzitter kan zich laten vervangen door een van de overige leden.

Artikel 3 Secretaris

De griffier van de gemeenteraad van Bergen (L) is ambtelijk secretaris van de rekenkamercommissie.

Artikel 4 Eed

Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van de rekenkamercommissie in handen van de voorzitter van de raad de eed of de verklaring en belofte, als opgenomen in artikel 81g van de Gemeentewet af, met dien verstande, dan voor "rekenkamer" wordt gelezen "rekenkamercommissie".

Artikel 5 Ontslag

  • 1. Een lid van de rekenkamercommissie wordt door de raad ontslagen:

    a. op eigen verzoek;

    b. bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap;

    c. indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    d. indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    e. indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van lid van de rekenkamer te vervullen;

    f. bij opheffing van de rekenkamercommissie.

  • 2. Een lid van de rekenkamercommissie kan door de raad worden ontslagen indien het door ziekte of gebreken ongeschikt is zijn functie naar behoren te vervullen.

Artikel 6 Openbaar maken nevenfuncties

Voor de leden van de rekenkamercommissie is artikel 12 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Verboden handelingen

Voor de leden van de rekenkamercommissie is artikel 15, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8 Opheffing van de rekenkamercommissie

De raad kan besluiten tot opheffing van de rekenkamercommissie. Bij het opheffingsbesluit bepaalt de raad op welke wijze hij invulling zal geven aan de wettelijke verplichtingen inzake een rekenkamer(functie).

Artikel 9 Besluitvorming in de rekenkamercommissie

In de vergaderingen van de rekenkamercommissie wordt besloten bij meerderheid van stemmen, waarbij ieder lid één stem heeft.

Artikel 10 Onderzoeksopdracht

  • 1. De rekenkamercommissie overlegt voor het eind van elk jaar aan de raad een onderzoeksplan voor het daaropvolgende jaar met een raming van het daarvoor benodigde budget.

  • 2. De rekenkamercommissie kiest onderwerpen voor haar onderzoek, formuleert de probleemstelling en de onderzoeksvragen en stelt de onderzoeksopzet vast. De onderzoeksopzet van ieder onderzoek wordt ter kennisname aan de raad aangeboden.

  • 3. Alvorens de rekenkamercommissie de onderwerpen kiest, stelt zij raadsleden in staat om suggesties voor onderzoeksonderwerpen te doen.

  • 4. De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek, in aanvulling op het onderzoeksprogramma. De rekenkamer bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 11 Uitvoering van het onderzoek en rapportage

  • 1. De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De rekenkamercommissie kan informatiebijeenkomsten beleggen. De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. De rekenkamercommissie is bevoegd van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen voor zover zij dat er vervulling van haar taak nodig acht. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. De rekenkamercommissie is bevoegd alle documenten die berusten bij besturen en/of directies van gemeenschappelijke regelingen en instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd, te onderzoeken voor zover zij dat ter vervulling van haar taak nodig acht.

  • 5. De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De leden van de rekenkamercommissie en degenen die ten behoeve van de rekenkamercommissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al wat hen in hun hoedanigheid als lid, respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen.

  • 6. De rekenkamercommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het feitenonderzoek aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wie taakuitoefening (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 7. Na de ambtelijke hoor en wederhoor ten aanzien van de feiten zoals bedoeld in lid 5 formuleert de rekenkamercommissie haar conclusies en aanbevelingen in een nota.

  • 8. De rekenkamercommissie stelt de betrokken bestuursorganen en - indien van toepassing - de betrokken instellingen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste twee weken en ten hoogste vier weken bedraagt, hun zienswijze op het onderzoek en de (concept)nota aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken.

  • 9. Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport zo spoedig mogelijk aan de raad aangeboden. De raad vergadert in openbaarheid over de conclusies en aanbevelingen.

Artikel 12 Inhuur externe deskundigen en onderzoeksmedewerkers

  • 1. De rekenkamercommissie kan zich bij haar taakuitoefening laten bijstaan door derden.

  • 2. De rekenkamercommissie is bevoegd ten laste van het budget als bedoeld in artikel 15 deskundigen, onderzoeksbureau's of onderzoeksmedewerkers in te huren.

  • 3. Externe deskundigen en onderzoeksmedewerkers kunnen, indien de rekenkamercommissie hen daartoe de bevoegdheid toekent, alle informatie verzamelen die de rekenkamercommissie in het belang van het onderzoek nodig acht. Zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de rekenkamercommissie.

Artikel 13 Budget

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken. Het budget is bestemd voor de dekking van bestuurskosten en onderzoekskosten.

  • 2. Ten laste van de bestuurskosten worden in rekening gebracht:

    a. de vergoedingen aan de leden van de rekenkamercommissie bestemd voor het bijwonen van vergaderingen;

    Ten laste van de onderzoekskosten worden in rekening gebracht:

    b. de vergoeding aan de leden van de rekenkamercommissie voor door henzelf verricht onderzoek (50 euro per uur, prijspeil 1 januari 2016, jaarlijks te verhogen met het door het Centraal Bureau voor de Statistiek over het voorafgaande jaar berekende inflatiepercentage) en onderzoeksmedewerkers;

    c. de mogelijke overige uitgaven die de rekenkamercommissie nodig oordeelt voor de uitvoering van haar taak.

  • 3. De rekenkamercommissie legt na afloop van elk kalenderjaar verantwoording af aan de gemeenteraad door middel van een kort verslag van werkzaamheden en verantwoording van de besteding van het budget.

Artikel 14 Vergoeding voor leden rekenkamercommissie

  • 1. De leden van de rekenkamercommissie ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen overeenkomstig het presentiegeld voor commissieleden in de jaarlijkse circulaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (klasse 2), voortvloeiende uit het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2. Aan de leden van de rekenkamercommissie wordt voorts een vergoeding in de reis- en onkosten verleend.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening rekenkamercommissie gemeente Bergen (L) 2016".

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 16 februari 2016. Op dat moment vervalt de Verordening rekenkamercommissie gemeente Bergen 2006, vastgesteld op 14 februari 2006.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Bergen in zijn openbare vergadering van 16 februari 2016.
De voorzitter, M.H.E. Pelzer
De griffier, I.C. van 't Hof