Regeling vervallen per 25-05-2015

Marktreglement gemeente Bergen 2009

Geldend van 12-06-2009 t/m 24-05-2015

Intitulé

Marktreglement gemeente Bergen 2009

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen

gelet op artikel 160, eerste lid sub h, Gemeentewet, artikel 3 van de Marktverordening gemeente Bergen 2009, de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen met betrekking tot uitvoering van de marktverordening en een ordelijk verloop van de markt(en);

<vet>besluit </vet>

vast te stellen de nadere regels voor de warenmarkt in de gemeente Bergen

Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijving

De in artikel 1 van de Marktverordening gemeente Bergen 2009 gegeven begripsomschrijvingen zijn van overeenkomstige toepassing op deze nadere regels.

Artikel 2 Inhoud vaste standplaatsvergunning

  • 1. Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:a de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres, de woonplaats en het burgerservicenummer van de vergunninghouder;b een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats onder vermelding van de afmetingen daarvan;c de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;d het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;e de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend;

  • 2. Aan de vergunning wordt een middel ter identificatie gehecht.

Artikel 3 Inschrijving op de anciënniteitslijst

Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een lijst met vermelding van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.

Artikel 4 Inschrijving op de wachtlijst

  • 1. Het college schrijft de aanvrager op zijn verzoek in op de wachtlijst, indien hij voldoet aan de in artikel 6 van de Marktverordening Bergen 2009 gestelde vereisten, maar aan hem geen vaste standplaats kan worden toegewezen.

  • 2. Het college vermeldt bij de inschrijving in ieder geval:a de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de aanvrager;b de datum waarop de aanvraag door hem is ontvangen;c de soort artikelen die de aanvrager wil verhandelen of de branche waartoe hij behoort; d de kraam of andere verkoopmaterialen die de aanvrager wil gebruiken.

  • 3. Het college verstrekt de aanvrager een schriftelijk bewijs van inschrijving.

  • 4. De inschrijving op de wachtlijst blijft gehandhaafd, indien deze door de ingeschrevene jaarlijks voor 1 januari schriftelijk wordt verlengd.

Artikel 5 Doorhalen van inschrijving op wachtlijst

De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:a indien de ingeschrevene zijn inschrijving niet jaarlijks voor 1 januari heeft verlengd;b op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;c bij overlijden van de ingeschrevene;d wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste standplaats is verleend, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;e indien niet meer aan de vereisten van artikel 6 van de Marktverordening Bergen 2009 wordt voldaan.

Artikel 6 Volgorde toewijzing vaste standplaatsen

Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de standplaats achtereenvolgens toegewezen aan: a de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitslijst; b degene die zich op de wachtlijst heeft laten inschrijven, in volgorde van inschrijving op deze lijst.c. bij de toewijzing van een vaste standplaats wordt rekening gehouden met de branche-indeling.

Artikel 7 Overschrijving vaste standplaatsvergunning

  • 1. In geval van overlijden of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder of ingeval van bedrijfsbeëindiging kan de vaste standplaatsvergunning worden overgeschreven op de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner of een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde.

  • 2. Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind of een medewerk(st)er van de vergunninghouder de vergunning voor een vaste standplaats krijgen indien hij ten minste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd. In bijzondere omstandigheden kan van deze termijn worden afgeweken.

  • 3. Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder of nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

Artikel 8 Toewijzing dagplaats

  • 1. Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste standplaats wordt ingenomen.

  • 2. De dagplaats wordt toegewezen overeenkomstig de plaats op de wachtlijst van de gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf vóór 7.45 uur aanmelden bij de marktmeester.

Artikel 9 Toewijzing standwerkersplaats

  • 1. Het college wijst een standwerkersplaats toe door middel van loting.

  • 2. Het is een ingeschrevene op de wachtlijst niet toegestaan deel te nemen aan de loting voor een standwerkersplaats zolang deze inschrijving niet definitief is vervallen.

  • 3. Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

Hoofdstuk 3 BEPALINGEN OVER HET GEBRUIK VAN DE STANDPLAATS

Artikel 10 Persoonlijk innemen standplaats; bijstand

  • 1. De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2. De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

Artikel 11 Aantal keren innemen vaste standplaats

De vergunninghouder van een vaste standplaats neemt ten minste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken zijn standplaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 12 en 13.

Artikel 12 Afwezigheid wegens vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1. De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

  • 2. De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de desbetreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.

Artikel 13 Ontheffing en vervanging

  • 1. In geval van vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste standplaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 11 en 12.

  • 2. Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder hem vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon.

Artikel 14 Legitimatie en identiteit vergunninghouder

  • 1. Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.

  • 2. De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en eventuele bedrijfsnaam aan te geven.

Artikel 15 Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen

  • 1. Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan één uur voor aanvang en meer dan één uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren. De aanvoer van marktartikelen moet een kwartier voor aanvang van de markt zijn beëindigd.

  • 2. De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan hiervan ontheffing verlenen.

  • 3. Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk om 7.45 uur heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

Artikel 16 Verzorging standplaats

De vergunninghouder dient a. ervoor te zorgen dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt;b. tijdens de markt zelf zijn afval, verpakkingsmaterialen en dergelijke in te zamelen; en c. voordat hij het marktterrein verlaat zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon achter te laten en het afval in de daarvoor bestemde afvalbakken te deponeren dan wel zelf af te voeren;

Artikel 17 Afvalbakken

De vergunninghouder aan wie vergunning is verleend geringe eet- en drinkwaren voor consumptie gereed te maken en te verkopen, dient aan de voorzijde van zijn standplaats voldoende afvalbakken te plaatsen.

Artikel 18 Elektriciteit

  • 1 Het is de vergunninghouder zonder ontheffing van het college verboden op zijn standplaats

  • 1. gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting;

  • 2. en elektriciteit te betrekken van een ander dan degene die door het college voor het leveren daarvan is aangewezen of om zelf hierin te voorzien.

Artikel 19 Geluidsapparatuur

  • 1. Het is verboden op de standplaats gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid.

  • 2. Het aanwezig hebben van radio’s, cd-spelers en overige geluidsapparatuur op de standplaats, voor een ander doel dan verkoop daarvan, is evenmin toegestaan.

  • 3. Het college kan ontheffing verlenen van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden onder door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 20 Kook-, bak- en verwarmingsapparatuur

  • 1. Het is de vergunninghouder verboden verwarmingstoestellen of bak- en kookinstallaties te gebruiken.

  • 2. Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen onder door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 21 Prijsaanduiding

De prijsaanduidingen van te verkoop aangeboden goederen of waren mag tot geen misverstand aanleiding kunnen geven en moet voor het publiek duidelijk leesbaar zijn.

Artikel 22 Meet- en weegwerktuigen

De vergunninghouder die zijn goederen of waren per maat of gewicht verkoopt is verplicht te zorgen dat zijn meet- en weegwerktuigen in deugdelijke staat verkeren.Het weegwerktuig moet zodanig zijn geplaatst of aangebracht, dat het publiek het bij weging aangegeven gewicht steeds duidelijk kan lezen.

Artikel 23 Verkoop eet- en drinkwaren

De vergunninghouder aan wie tevens vergunning is verleend tot de verkoop van eet- en drinkwaren is verplicht zijn goederen of waren zodanig uit te stellen, dat deze voldoende beschermd zijn tegen verontreiniging door stof, vuil of anderszins.

Hoofdstuk 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 24 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking de dag nadat de Marktverordening Bergen 2009 in werking is getreden.

Artikel 25 Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als: Marktreglement Bergen 2009.

Ondertekening

Bergen,
Het college van burgemeester en wethouders,De secretaris         De burgemeester,
 
G.B. Kuipers            C.W.H.M. Klaverdijk

Toelichting 1

De raad geeft het college op grond van artikel 3 van de Marktverordening Bergen 2009 de bevoegdheid nadere regels te stellen. Met dit reglement wordt hieraan invulling gegeven. Bij het opstellen van het reglement is uitgegaan van de modelregeling van de VNG.

<vet>ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING</vet>

<vet>Artikel 1. Begripsomschrijving</vet>De in de marktverordening gehanteerde begripsomschrijvingen zijn eveneens van toepassing op het marktreglement.

<vet>Artikel 2. Inhoud vaste standplaatsvergunning</vet>Onder het eerste lid, onderdeel a, is expliciet opgenomen dat naam en voornamen van de vergunninghouder in de vergunning worden opgenomen. Dit vergemakkelijkt de identificatie van de vergunninghouder. Dit geldt eveneens voor de eis van het tweede lid. Onder een duidelijke omschrijving kan gedacht worden aan een tekening of plattegrond waarop de afmetingen van de standplaatsen staan vermeld. In de vergunning worden verder de verkoopmaterialen vermeld (kramen, verkoopwagens e.d.) die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken. Zie hierover verder de toelichting op artikel 2 van de Marktverordening Bergen 2009.

<vet>Artikel 4. Inschrijving op de wachtlijst</vet>De wachtlijst is bedoeld voor die personen die een vaste standplaats op de markt willen verwerven, maar aan wie op het moment dat zij de aanvraag doen geen standplaats kan worden toegewezen. De aanvrager krijgt een schriftelijk bewijs van zijn inschrijving als gegadigde. <vet>Artikel 5. Doorhalen van inschrijving op wachtlijst</vet>In dit artikel worden de dwingende redenen genoemd waarom een gegadigde voor een vaste standplaats van de wachtlijst dient te worden gehaald.

<vet>Artikel 6. Volgorde toewijzing vaste standplaats</vet>In dit artikel is de volgorde van toewijzing van vaste standplaatsen op de markt geregeld. In eerste instantie wordt aan vergunninghouders van een vaste standplaats de gelegenheid geboden een naar hun oordeel betere standplaats te krijgen. Na hen kunnen de ingeschrevenen op de wachtlijst in de gelegenheid worden gesteld een keuze te maken uit de dan nog beschikbare plaatsen. De volgorde van inschrijving op de wachtlijst is hierbij bepalend. Omdat het college een branche-indeling heeft vastgesteld wordt hiermee bij de toewijzing van vaste standplaatsen rekening gehouden.

<vet>Artikel 7. Overschrijving vaste standplaatsvergunning</vet>Als een vergunninghouder komt te overlijden, arbeidsongeschikt wordt of sprake is van bedrijfsbeëindiging dan kan de vergunning worden overgeschreven op de achterblijvende echtgenoot, geregistreerde partner of een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde. Een kind van de vergunninghouder of medewerker die voldoet aan de in het tweede lid gestelde eisen kan een vaste standplaats op de markt krijgen.

<vet>Artikel 10. Persoonlijk innemen standplaats</vet>In artikel 10 is bepaald dat de vergunninghouder in principe verplicht is zelf op zijn standplaats aanwezig te zijn. De vergunninghouder moet een natuurlijk persoon zijn (artikel 6 van de Marktverordening Bergen 2009). Dit betekent dat de standplaats niet door een medevennoot kan worden ingenomen. Wel kan de vergunninghouder zich doen bijstaan.

<vet>Artikel 12. Afwezigheid wegens vakantie of bijzondere omstandigheden.</vet>In dit artikel worden de uitzonderingen gegeven op het uitgangspunt dat de vergunninghouder zelf op de standplaats aanwezig dient te zijn. Het college of de marktmeester dienen wel zo tijdig mogelijk van elke verhindering tot marktbezoek op de hoogte te worden gesteld. Onder bijzondere omstandigheden wordt tevens ziekte van de vergunninghouder verstaan.

<vet>Artikel 13. Ontheffing en vervanging</vet>Ingeval van vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college de vergunninghouder van een vaste standplaats toestaan zich op zijn standplaats te laten vervangen. Een maximumtermijn van zes weken is voor vakantie gebruikelijk.

<vet>Artikel 14. Legitimatie en identiteit vergunninghouder</vet>In artikel 5:16a van de Awb staat beschreven dat een toezichthouder (marktmeester) bevoegd is van personen inzage te voren van een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.

Tweede lid: kopers op de markt hebben er behoefte aan te weten bij wie zij hun inkopen hebben gedaan. Het vormen van een vaste klantenkring kan hierdoor tevens worden bevorderd.

<vet>Artikel 15. Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen.</vet>Het marktterrein behoort tot de openbare weg. Om het marktterrein tijdens de markt vrij te maken van verkeer heeft het college een verkeersbesluit genomen. De tijden waarop het terrein beschikbaar moet zijn ten behoeve van de markt staan op een (verkeers)bord vermeld. Ten onrechte geparkeerde auto’s kunnen met toepassing van bestuursdwang, op kosten van de eigenaars, van het marktterrein worden verwijderd nog voor de marktopbouw begint.

In het belang van de orde op de markt is het de vergunninghouder niet toegestaan de markt op willekeurige, voor de sluitingstijd gelegen, momenten te verlaten.

<vet>Artikel 16. Verzorging standplaats</vet>Voor het aanzien van de markt is het noodzakelijk dat de kooplieden er zorg voor dragen dat het terrein tijdens de markttijd schoon wordt gehouden.

<vet>Artikel 17. Afvalbakken</vet>Dit artikel is opgenomen om zoveel mogelijk te voorkomen, dat de markt wordt vervuild door zakjes en servetjes, waarin ter plaatse te nuttigen eetwaren worden verkocht.

<vet>Artikel 20. Kook- bak- en verwarmingsapparatuur</vet>Het toelaten tot de markt van kooplieden die hun waren ter plaatse voor consumptie gereedmaken, impliceert het toestaan van verwarmingsapparaten. In sommige gevallen zal dit gepaard gaan met het gebruik van gasflessen. Hierbij kunnen gevaarlijke situaties optreden. Het is mogelijk om bij het gebruik van gasflessen nadere voorschriften aan de vergunning te verbinden.

<vet>Artikel 21, 22 en 23. Duidelijke prijsaanduidingen, meet- en weegwerktuigen en verkoop eet- en drinkwaren. </vet>Deze artikelen zijn opgenomen om te voorkomen dat het aanzien van de markt wordt geschaad door praktijken van kooplieden die hetzij misleidende prijsaanduidingen gebruiken, dan wel hun waren op minder hygiënische wijze uitstallen of ondeugdelijke meet- of weegwerktuigen gebruikmaken.