Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR130071
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR130071/1
Regeling vervallen per 04-10-2012
Beleidsnota handhaving kwaliteitseisen kinderopvang
Geldend van 01-01-2012 t/m 03-10-2012
Intitulé
Beleidsnota handhaving kwaliteitseisen kinderopvangInhoudsopgave
- 1.
Inleiding 3
- 2.
Ouders, houders en gemeentelijke doelgroepen 3
- 3.
Kwaliteit in de kinderopvang 5
- 4.
Sanctiemogelijkheden 6
- 5.
Werkproces melding en registratie nieuwe locaties kinderopvang 8
- 6.
Werkproces afhandeling reguliere inspecties 9
- 7.
Afwegingsmodel handhaving dagopvang 11
- 8.
Afwegingsmodel handhaving BSO 50
- 9.
Afwegingsmodel handhaving Gastouderbureau 89
- 10.
Afwegingsmodel handhaving gastouderopvang 116
- 11.
Afwegingsmodel handhaving peuterspeelzaal 136
- 12.
Afwegingsmodel handhaving overige overtredingen 176
Bijlage 1. Uitwerking handhavingsinstrumenten 177
Bijlage 2. Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen
1.Inleiding
Op 1 januari 2005 is de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (hierna: Wet kinderopvang) in werking getreden. In deze wet krijgt de kwaliteit van kinderopvang een extra accent. De verantwoordelijkheid voor het bieden van voldoende kwaliteit is nadrukkelijk neergelegd bij de ondernemers in de kinderopvang. Gemeenten zijn eindverantwoordelijk voor het toezicht op de kwaliteit. Het toezicht wordt uitgevoerd door de GGD. Een goede kwaliteit van de kinderopvang is belangrijk omdat kinderen een kwetsbare groep vormen. Daarnaast moeten ouders de zorg voor hun kinderen met een gerust hart kunnen uitbesteden.
Deze notitie gaat over de kwaliteit van de kinderopvang en het toezicht daarop en heeft als doel:
Vastleggen hoe de gemeente Bergen toezicht houdt op de kwaliteit van de kinderopvang en omgaat met overtredingen van de kwaliteitsregels kinderopvang. Dit heeft als doel om te waarborgen dat er in de gemeente Bergen verantwoorde kinderopvang wordt geboden.
Leeswijzer
Ten eerste zal er iets verteld worden over de ouders, houders en de rol van de gemeente. Hierna zal een beschrijving gegeven worden over de eisen die de Wet kinderopvang en de Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (hierna: Regeling kwaliteit kinderopvang) stellen. Vervolgens wordt beschreven welke sanctiemogelijkheden er zijn. Tot slot zal het afwegingsmodel van handhaven aan de orde komen, hierin staat beschreven bij welke overtreding, welke sanctie plaats vindt.
Voor het opstellen van het lokale handhavingsbeleid is de notitie “Kwaliteit handhaven in de kinderopvang” van de VNG gevolgd. Er zijn handhavingmodules beschreven passend bij de soorten kinderopvang (dagopvang, buitenschoolse opvang, peuterspeelzalen en gastouderopvang).
2.Ouders, houders en gemeentelijke doelgroepen
2.1 Soorten kinderopvang
Onder kinderopvang wordt verstaan: het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen vanaf de geboorte tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint. Er zijn verschillende soorten kinderopvangcentra onder de Wet kinderopvang. Dit zijn de kinderopvangcentra met hele dagopvang (0-4 jarigen), de buiten-, voor- en naschoolse opvang (4-12 jarigen) en opvang via gastouders (0-12 jarigen). Kinderopvang door buren, familie of vrienden, overblijf mogelijkheden voor schoolgaande kinderen zijn geen vormen van opvang die onder de wet vallen. Dit geldt ook voor medisch kinderdagverblijven, tenzij de kindplek wordt gefinancierd door de gemeente.
Kindercentrum
In een kinderdagverblijf worden kinderen van 0 tot 4 jaar van werkende en studerende ouders opgevangen, die nog niet naar de basisschool gaan. Gediplomeerde leid(st)ers dragen zorg voor de kinderen. Het kinderdagverblijf houdt een dagindeling aan die vergelijkbaar is met de thuissituatie. Een kinderdagverblijf heeft ruime openingstijden, zodat arbeid, studie en zorg goed gecombineerd kunnen worden en is gedurende het hele jaar geopend. Halve dagopvang is mogelijk.
Buitenschoolse opvang
Bij de buitenschoolse opvang, hierna te noemen: BSO, genoemd kunnen kinderen terecht van 4 tot 12 jaar. Na schooltijd en tijdens schoolvakanties worden kinderen in een groep van achttien kinderen in een huiselijke situatie opgevangen en kunnen zij de dingen doen die zij ook thuis in hun vrije tijd doen: eten, drinken, alleen of met andere kinderen spelen, lezen, knutselen of luieren. Vaak wordt buitenschoolse opvang aangeboden door de kinderdagverblijven al dan niet in samenwerking met scholen.
Gastouderopvang
Dit is een vorm van kinderopvang in de woning van een gastouder voor kinderen van 0 tot 12 jaar. Een gastouder mag maximaal zes kinderen tegelijk opvangen, exclusief eigen kinderen. Het contact tussen ouders en een gastouder komt tot stand door bemiddeling van een geregistreerd gastouderbureau. Gastouderopvang hoeft niet beperkt te zijn tot overdag.
2.Wanneer er binnen zes maanden geen kinderen meer komen zal de gemeente de gastouder uitschrijven uit het landelijk register kinderopvang. Het gastouderbureau heeft de verantwoordelijkheid om dit door te geven aan de gemeente.
Peuterspeelzaal
Een peuterspeelzaal is een wijkgerichte voorziening waar kinderen van twee tot vier jaar enkele dagdelen per week komen en die als eerste doel heeft ontspanning, ontmoeting en ontwikkeling. Het peuterspeelzaalwerk is nadrukkelijk geen vorm van dagopvang. Peuterspeelzalen vervullen een belangrijke rol in de ontwikkeling van jonge kinderen. Vijftig tot zeventig procent van alle Nederlandse peuters (2- en 3-jarigen) gaat naar een peuterspeelzaal.
2.2 Rol gemeente: handhaving op de kwaliteit
De Wet kinderopvang beschrijft een kwaliteitsniveau waar de kinderopvangcentra aan moeten voldoen. De GGD heeft de wettelijke taak om jaarlijks alle kinderopvangcentra te inspecteren op het kwaliteitsniveau. De gemeente is eindverantwoordelijk voor de kwaliteit in de kindercentra.
De taak van de gemeente is om:
- -
afspraken te maken met de GGD over de wijze van inspectie;
- -
controle van inspectierapport en de houder van de kinderopvang hiervan op de hoogte stellen;
- -
daar waar noodzakelijk handhaven als niet wordt voldaan aan de Wet kinderopvang;
- -
inschrijving in het Landelijk register kinderopvang;
- -
ervoor zorg te dragen dat het Landelijk register kinderopvang actueel is.
In de praktijk betekent dit dat de GGD jaarlijks een planning maakt voor de inspecties bij de kinderopvang in de gemeente. Van elke inspectie wordt een rapport gemaakt en wordt naar de gemeente verstuurd. De gemeente beoordeelt het rapport. Bij overtredingen die vermeld staan in het rapport wordt aan de hand van het handhavingsbeleid een handhavingtraject ingezet.
2.3 Werkzaamheden afdelingen binnen de gemeente
Er zijn verschillende afdelingen betrokken bij de uitvoering van de gemeentelijke taken in het kader van de Wet kinderopvang:
- -
Voor het behandelen van GGD inspectierapporten: de medewerkers van de afdeling Burgers & Bedrijven zijn door het college gemandateerd om inspectierapporten namens het college af te handelen en indien noodzakelijk een handhavingtraject in te zetten. De daadwerkelijk uitvoering van de handhaving wordt door het organisatieonderdeel “Toezicht en Handhaving” uitgevoerd. Tot op heden ligt de uitvoering nog bij de afdeling Ontwikkeling.
- -
Voor het behandelen van nieuwe meldingen voor exploitatie van een nieuw kinderdagverblijf: de betrokken partijen zijn de coördinator kinderopvang (tzt van B&B), de brandweer, de organisatieonderdelen: Vergunningen, Toezicht en Handhaving Communicatie (publicatie vergunningen etc.) Het organisatieonderdeel Vergunningen is verantwoordelijk voor het verstrekken van een vergunning voor exploitatie.
- -
Wets- en beleidswijzigingen worden behandeld door de afdeling Ontwikkeling. Ook het overleg met de toezichthouder GGD Hollands Noorden aangaande beleid, planning en het adviseren van het college over aanwijzing van toezichthouders, wordt door de afdeling Ontwikkeling gedaan.
Eens per kwartaal is er overleg tussen alle betrokken organisatieonderdelen over het werkproces waarin, eventuele knelpunten daarin en voorstellen tot verbetering van de interne samenwerking kunnen worden besproken. Dit overleg wordt geïnitieerd door de coördinator kinderopvang.
2.4 Handhavingsbeleid
Het is belangrijk om vast te leggen hoe we met overtredingen van de kwaliteitsregels van de Wet kinderopvang omgaan. In dit verband is het daarom wenselijk dit beleid vast te leggen in een Beleidsnota Handhaving Kwaliteitseisen Kinderopvang. In dit handhavingsbeleid is opgenomen op welke onderwerpen overtredingen begaan kunnen worden, hoe zwaar een overtreding weegt en welke sanctie hierop volgt.
Afhankelijk van de priotering die aan de overtreding hangt, wordt de overtreding gesanctioneerd. Bij de prioriteitsstelling is gebruik gemaakt van het afwegingsmodel handhaving kinderopvang van de VNG. In dit model wordt gekeken naar het negatieve effect dat zich kan voordoen bij een overtreding. Hoe groter het negatieve effect, hoe hoger het belang om in te grijpen.
2.5 Inspecties
De GGD inspecteert op de kwaliteit van de kinderopvang, zij doet dit middels een documentenonderzoek en door een bezoek aan de locatie. De wijze van onderzoek kan per jaar verschillen, afspraken hierover worden tussen de gemeente en GGD gemaakt.
Van elke inspectie wordt door de GGD een rapport gemaakt. Op het rapport is ‘hoor en wederhoor’ van toepassing. Voordat het rapport naar de gemeente gaat, wordt de reactie van de houder van het kinderopvangcentrum op het rapport toegevoegd. In het rapport wordt ook advies van de GGD aan de gemeente gegeven over al dan niet handhaven volgens het handhavingsbeleid.
2.6 Register
Per 1 september 2010 is het ‘Landelijk register kinderopvang’ (LRK) in werking getreden, hierdoor is er 1 register waarin alle kindercentra in Nederland geregistreerd zijn. Voor deze tijd had elke gemeente afzonderlijk een register kinderopvang. Het landelijk register is een wettelijk instrument waarmee inzichtelijk gemaakt wordt welke kinderopvangcentra aan de wet voldoen. Op advies van de GGD kan een gemeente besluiten een kinderopvangcentrum uit het register te verwijderen.
Ouders kunnen alleen kinderopvangtoeslag ontvangen als zij kinderopvang ‘inkopen’ bij een kinderopvangcentrum die in het landelijk register is opgenomen. Wanneer zij kiezen voor een centrum / gastouder die niet geregistreerd is, is het voor hen niet mogelijk kinderopvangtoeslag te ontvangen. Zij betalen dan volledig zelf de kosten voor kinderopvang. Het is dus in het belang van het kinderopvangcentrum om in het landelijk register vermeld te zijn.
Het landelijk register is voor de houder en burgers te bereiken via: www.landelijkregisterkinderopvang.nl.
3. Kwaliteit in de kinderopvang
De Wet kinderopvang stelt naast enkele specifieke kwaliteitseisen vooral globale kwaliteitseisen. Deze zijn vertaald in beleidsregels genoemd “Regeling kwaliteit kinderopvang” (identificatienummer: BWBR0017461)
3.1 Welke eisen stelt de wet?
- -
Voordat de exploitatie van een kindercentrum of gastouderbureau van start kan gaan, dient de ondernemer zich te melden bij het college van burgemeester en wethouders (hierna: het college) . Na deze melding wordt de ondernemer opgenomen in het register kinderopvang van de gemeente. De toezichthouder onderzoekt vervolgens of de ondernemer voldoet aan de kwaliteitseisen die in de Wet kinderopvang en de op grond van deze wet vastgestelde beleidsregels zijn gesteld. Voldoet de houder aan alle eisen, dan mag hij aanvangen met de exploitatie. Voldoet hij niet, dan worden er afspraken gemaakt op welke termijn de ondernemer wel zal voldoen aan de gestelde eisen. Ook kan in deze fase de exploitatie ontzegd worden.
- -
De belangrijkste kwaliteitseis uit de Wet kinderopvang is artikel 1.49, deze stelt dat opvang bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling van een kind in een veilige en gezonde omgeving. Artikel 1.50 verplicht de ondernemer om de kinderopvang op zodanige wijze te organiseren dat dit redelijkerwijs moet leiden tot verantwoorde kinderopvang.
- -
De ondernemer dient voor iedere locatie een risico-inventarisatie op het gebied van veiligheid en gezondheid uit te voeren.
- -
De rol van de ouders is verstevigd. Elke vestiging behoort een oudercommissie te hebben. Zij adviseren gevraagd en ongevraagd.
3.2 Welke eisen stellen de beleidsregels?
De beleidsregels vormen een concrete uitwerking van de globale kwaliteitseisen uit de Wet. De beleidsregels zijn gebaseerd op een convenant over kwaliteitseisen dat door de branche organisaties voor ouders en ondernemers is opgesteld.
De eisen voor de kinderopvang, peuterspeelzalen, BSO:
-Een kindercentrum dient te beschikken over een pedagogisch beleidsplan waarin 4 competenties (voldoende emotionele veiligheid, voldoende mogelijkheid voor de ontwikkeling van persoonlijke competentie, sociale competenties en de overdracht van
waarden en normen) zijn uitgewerkt.
- -
Groepsgroottes zijn vastgesteld. Het is mogelijk om een open deurenbeleid te voeren met stamgroepen.
- -
De oppervlaktes voor speelruimte en groepsruimte zijn vastgesteld. Voor kinderen tot 1,5 jaar moeten er afzonderlijke slaapruimtes zijn.
- -
De eisen waaraan de verplichte risico-inventarisaties moeten voldoen zijn vastgesteld.
- -
Beroepskrachten moeten beschikken over beroepskwalificaties overeenkomstig de CAO Kinderopvang.
- -
Personen werkzaam bij een kindercentrum moeten in het bezit zijn van een verklaring omtrent gedrag. Dit geldt ook voor de ondernemer en het bestuur.
De eisen voor een gastouderbureau:
- -
Het bureau moet beschikken over een pedagogisch beleidsplan met de bovengenoemde 4 competenties.
- -
De woningen van de gastouders moeten zijn geïnspecteerd door het gastouderbureau aan de hand van een risico-inventarisatie.
- -
Het gastouderbureau moet voorwaarden scheppen voor een kwalitatief goede opvang.
- -
Beroepskrachten van het gastouderbureau moeten beschikken over een beroepskwalificatie conform de CAO Kinderopvang.
- -
Gastouders en medewerkers van het gastouderbureau moeten beschikken over een verklaring omtrent het gedrag.
4.Sanctiemogelijkheden
Als blijkt dat de Wet kinderopvang niet wordt nageleefd, is het mogelijk om sancties op te leggen. Zowel de Wet kinderopvang, de Gemeentewet en het Wetboek van Strafrecht bieden mogelijkheden tot sanctionering.
Hieronder volgt een overzicht van alle sanctiemogelijkheden en de wettelijke basis die het college of de toezichthouder kan gebruiken.
4.1 Waarschuwing
Als de toezichthouder tijdens de inspectie zaken tegenkomt die niet conform de wettelijke eisen zijn, kan zij de ondernemer in de kinderopvang hierop wijzen en hem waarschuwen dat het bij de volgende inspectie wel op orde dient te zijn. Het gaat hier uiteraard niet om zaken die een directe onveilige situatie voor het kind vormen.
4.2 Aanwijzing
Op grond van artikel 1.65, lid 1 Wet kinderopvang is het college bevoegd om een aanwijzing te geven, als het kindercentrum of gastouderbureau zich niet houdt aan de voorschriften die zijn opgenomen in de Wet kinderopvang, afdeling 3, paragrafen 2 en 3. Dit zijn de kwaliteitseisen en bepalingen over de oudercommissie. Een aanwijzing is een beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. In de aanwijzing moet een redelijke termijn zijn opgenomen waarbinnen de geconstateerde overtreding verholpen moet zijn.
4.3 Bevel
Als een toezichthouder oordeelt dat de kwaliteit van de kinderopvang bij een kindercentrum
zodanig tekortschiet, dat het nemen van maatregelen redelijkerwijs geen uitstel kan lijden, dan kan de toezichthouder een schriftelijk bevel geven. Het kindercentrum moet dan binnen de gestelde termijn de overtreding herstellen of oplossen. De toezichthouder is hiertoe bevoegd op grond van artikel 1.65, lid 3 Wet kinderopvang. Het bevel is geldig voor 7 dagen Het college kan de geldigheidsduur nogmaals met 7 dagen verlengen.
De volgende sancties worden ingezet als de drie voorgaande maatregelen geen resultaat hebben bereikt. De onderstaande reacties worden meestal voorafgegaan met een aankondiging, waarop de houder vervolgens nog zijn zienswijze kan indienen.
4.4 Verbod exploitatie voort te zetten
Het college kan op grond van artikel 1.66, lid 1 Wet kinderopvang de ondernemer verbieden de exploitatie van een kindercentrum of gastouderbureau voort te zetten, zolang hij een bevel of een aanwijzing niet opvolgt en het opleggen van een last onder bestuursdwang niet mogelijk is.
4.5 Verbod om in exploitatie te gaan
Het college kan op grond van artikel 1.66, lid 2 Wet kinderopvang de ondernemer verbieden een kindercentrum of gastouderbureau in exploitatie te nemen, als blijkt dat het kindercentrum of gastouderbureau naar verwachting niet, dan wel niet langer aan de voorschriften in hoofdstuk 3, paragraaf 2 van de Wet kinderopvang zal voldoen.
4.6 Verwijdering uit het register
Het verwijderen uit het register is een uiterste middel, het heeft tot gevolg dat de ouders de
tegemoetkoming in de kosten kinderopvang verliezen. Verwijdering uit het register kan op grond van artikel 1.46 Wet Kinderopvang, als uit onderzoek blijkt dat een ondernemer niet aan de kwaliteitseisen voldoet.
4.7 Bestuursdwang
Het gemeente bestuur kan op grond van artikel 125 Gemeentewet bestuursdwang toepassen. Van die bevoegdheid kan het college gebruik maken om regels te handhaven, zoals gesteld in de Wet kinderopvang. Nadat een aanwijzing of bevel niet is nagekomen, kan het college besluiten ter handhaving bestuursdwang op te leggen.
4.8 Dwangsom
In plaats van het opleggen van een last onder bestuursdwang kan het college besluiten een last onder dwangsom op te leggen, op grond van artikel 125 Gemeentewet juncto artikel 5:32, lid 1 Algemene wet bestuursrecht. Een last onderdwangsom wordt niet opgelegd als er acuut gevaar is. Een last onder dwangsom kan worden opgelegd als aan een bevel of aanwijzing niet is voldaan.
4.9 Bestuurlijke boete ondernemer
Een bestuurlijke boete kan worden opgelegd indien een ondernemer een verplichting als bedoeld bij of krachtens afdeling 3 Wet kinderopvang, een aanwijzing of een bevel als bedoeld in artikel 65 of artikel 5:20 Algemene wet bestuursrecht niet nakomt of handelt in strijd met een verbod krachtens artikel 1.66 Wet kinderopvang. De bestuurlijke boete bedraagt volgens artikel 1.72 Wet kinderopvang ten hoogste € 45.000,--
4.10 Strafrechtelijke mogelijkheden
Het Wetboek van Strafrecht geeft mogelijkheden tot sanctie bij onder andere valsheid in
geschriften, opgave van onware gegevens e.d. Van belang is nu om te bepalen bij welke overtredingen, welke sanctie passend is. De VNG heeft hiervoor een afwegingsmodule ontwikkeld, waarbij op ieder gebied binnen de kwaliteitseisen prioriteiten gesteld worden.
5.Werkproces melding en registratie nieuwe locaties kinderopvang
Wanneer een ondernemer van plan is een kinderopvangcentrum of gastouderbureau te starten, geldt een procedure om in het register opgenomen te kunnen worden en van start te kunnen gaan. Deze procedure bestaat uit vier fasen.
Fase 1: Vooronderzoek door houder
Er zijn drie onderwerpen waar een startende houder aandacht aan dient te besteden voordat er een verzoek tot inschrijving in het landelijke registratie gedaan kan worden.
Bestemmingsplan:men dient zelf na te gaan of op grond van het geldende bestemmingsplan een kindercentrum/gastouderbureau op de gewenste locatie kan worden gevestigd. Immers, indien de vestiging in strijd is met de voorschriften van het bestemmingsplan kan dit betekenen dat er handhavend wordt opgetreden.
Omgevingsvergunning:ook is het van belang dat men zich laat informeren over een eventuele aanvraag voor een omgevingsvergunning met betrekking tot de bouw van een nieuwe locatie of bij ingrijpende verbouwingen om een bestaand pand geschikt te maken voor het gebruik.
Gebruiksvergunning: daarnaast geldt dat in principe voor alle locaties een gebruiksvergunning van het college noodzakelijk is (verplichte risico-inventarisatie veiligheid, art. 1.51 van de Wet Kinderopvang).
De betreffende afdelingen van de gemeente (vergunning en brandweer) melden bij de coördinator van het register kinderopvang, als er een aanvraag voor het starten van de kinderopvang wordt gedaan.
Fase 2: Melding
Na het vooronderzoek meldt de houder van een kindercentrum of gastouderbureau zich en ontvangt zo nodig nog het meldingsformulier. Er zijn verschillende meldingsformulieren, deze staan op de website van de gemeente Bergen onder ‘register kinderopvang’.
Bij melding van een nieuw kinderdagcentrum vindt er controle plaats van:
of de noodzakelijke documenten zijn meegestuurd;
of alle gegevens correct en volledig zijn ingevuld;
de omgevingsvergunning (houder levert een kopie in);
de gebruiksvergunning (houder levert een kopie in);
Een kopie van de gegevens wordt verstuurd aan de GGD met het verzoek om een (voor)inspectie uit te voeren.
Fase 3: Inspectie door GGD
Nadat de GGD de melding van de gemeente heeft ontvangen, volgt de inspectie door de GGD. In een vroeg stadium moet duidelijk worden of de aangemelde kinderopvang daadwerkelijk als kinderopvang gedefinieerd kan worden. Dit gebeurt aan de hand van een aantal selectiecriteria. Als de GGD op grond van de eerste inspectie van mening is dat er sprake is van verantwoorde kinderopvang mag de exploitatie worden aangevangen. Drie maanden na aanvang van de exploitatie vindt vervolgens een volledige inspectie plaats door de GGD. Als de GGD van mening is dat niet aan de kwaliteitseisen wordt voldaan, gaat hiervan een melding naar de gemeente die vervolgens overgaat tot handhaving.
Fase 4: inschrijving in het landelijk register kinderopvang
Na de inspectie door de GGD ontvangt de gemeente een rapport van het onderzoek. De gemeente beoordeelt het rapport. Indien akkoord gaat de gemeente over tot inschrijving in het landelijk register kinderopvang en stelt de houder hiervan schriftelijk op de hoogte. Er zijn standaard brieven voor handhaving en voor akkoord exploitatie.
6.Werkproces afhandeling reguliere inspecties
Met de GGD zijn afspraken gemaakt over het afhandelen van de reguliere inspectie. Jaarlijks stuurt de GGD een overzicht met daarin de te inspecteren organisatie, de wijze van inspecteren en de planning. De werkwijze is als volgt:
Processtap |
Opmerkingen |
|
1. |
Inspectie en verslaglegging door GGD op basis van standaard toetsingskader |
Het betreft een landelijk vastgesteld kader en vorm van verslaglegging |
2. |
Ontvangst van het GGD rapport bij gemeente |
|
3. |
Controle inspectierapport door gemeente |
|
4. |
Zo nodig handhavingtraject inzetten |
Volgens handhavingprotocol |
5. |
Indien akkoord, houder schriftelijk op de hoogte stellen |
Standaard beschikking |
6. |
Kopie beschikking naar GGD |
|
7a. |
Inspectierapport, beschikking en mogelijk andere documenten naar archief |
Na invoering van de database in 2011 worden alle documenten digitaal opgeslagen in de database |
7b. |
Bij een negatief rapport treedt fase B in werking uit het afwegingsmodel handhaving kinderopvang van de VNG (dd januari 2011) |
7.Afwegingsmodel handhaving dagopvang
De kwaliteitsaspecten voor dagopvang, zijn ingedeeld naar de volgende domeinen:
- 7.
0 Kinderopvang in de zin van de wet
- 7.
1 Ouders
- 7.
2 Personeel
- 7.
3 Veiligheid en gezondheid
- 7.
4 Accommodatie en inrichting
- 7.
5 Groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio
- 7.
6 Pedagogisch beleid
- 7.
7 Klachten
7.0Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
7.0.1 Kinderopvang in de zin van de wet
Wet kinderopvang (artikel 1.1, eerste lid)
Beleidsregels werkwijze toezichthouder kinderopvang (artikel 4, eerste lid)
constatering
gevolg
verdere sancties mogelijk?
1De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats (art 1.1 lid 1 Wko en art 4 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Indien niet voldaan: geen kinderopvang in de zin van de wet.
Verwijdering uit landelijk register
Eventueel overige overtredingen (hoofdstuk 6 Afwegingsmodel) van toepassing: Economisch delict: niet-geregistreerde opvang
2Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden (art 1.1 lid 1 Wko en art 4 Beleidsregels werkwijze toezichthouder).
Indien niet voldaan: geen kinderopvang in de zin van de wet.
Verwijdering uit landelijk register
Eventueel overige overtredingen (hoofdstuk 6 Afwegingsmodel) van toepassing: Economisch delict: niet-geregistreerde opvang
3De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint (art 1.1 lid 1 Wko en art 4 Beleidsregels werkwijze toezichthouder).
Indien niet voldaan: geen kinderopvang in de zin van de wet.
Verwijdering uit landelijk register
Eventueel overige overtredingen (hoofdstuk 6 Afwegingsmodel) van toepassing: Economisch delict: niet-geregistreerde opvang
7.1 Ouders
7.1.1 Reglement oudercommissie
Wet kinderopvang (artikel 1.59)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld (art 1.59 lid 1 Wko).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2500
7.1.1.1 Inhoud reglement oudercommissie
Wet kinderopvang (artikel 1.59)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden (art 1.59 lid 2 sub a Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
2Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden (art 1.59 lid 2 sub b Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
3Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden (art 1.59 lid 2 sub c Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
4Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie (art 1.59 lid 3 Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
5De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie (art 1.59 lid 5 Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
7.1.2 Instellen oudercommissie
Wet kinderopvang (artikel 1.58)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1De houder heeft een oudercommissie ingesteld (art 1.58 lid 1 Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
7.1.2.1 Voorwaarden oudercommissie
Wet kinderopvang (artikel 1.58)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1De houder is geen lid (art 1.58 lid 2 en 3 Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
2Het personeel is geen lid (art 1.58 lid 3 Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
3De leden worden gekozen uit en door de ouders (art 1.58 lid 2 Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
4De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen (art 1.58 lid 4 Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
7.1.2.2 Adviesrecht oudercommissie
Wet kinderopvang (artikelen 1.60)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen (art 1.60 lid 1 Wko).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
750
2De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft (art 1.60 lid 4 Wko).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
750
3Van een gevraagd advies van deoudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet (art 1.60 lid 2 Wko).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
750
4De houder geeft de oudercommissie gelegenheid ook ongevraagd te adviseren over de genoemde onderwerpen (art 1.60 lid 3 Wko).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
750
7.1.3 Informatie
Wet kinderopvang (artikelen 1.54 en 1.63, vierde lid)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen(artikel 3, tweede lid)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1De houder informeert de ouders over het te voeren beleid (art 1.54 Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
2De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen (art 1.54 Wko jo art 3 lid 3 Beleidsregels kwaliteit).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
3De houder legt een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats (art 1.63 lid 4 Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
4De informatie is gedetailleerd genoeg om ouders een adequaat beeld van de praktijk te geven (art 1.54 Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
5De praktijk sluit aan bij de aan de ouders verstrekte informatie (art 1.54 Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
7.2 Personeel
7.2.1 Verklaring omtrent het gedrag
Wet kinderopvang (artikel 1.50, derde, vierde en vijfde lid)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 10)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1Personen werkzaam bij het kindercentrum zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag (art 1.50 lid 3 Wko en art 10 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
3000 per ontbrekende VOG
2De verklaring omtrent het gedrag is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overlegd (art 1.50 lid 4 Wko).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
3000 per ontbrekende of te laat overlegde VOG
3De verklaring omtrent het gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee maanden (art 1.50 lid 4 Wko).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
3000 per te oude VOG
7.2.2 Passende beroepskwalificatie
Wet kinderopvang (artikel 1.50, eerste lid)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 9, eerste lid)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO kinderopvang is opgenomen (art 1.50 lid 1 Wko jo art 9 lid 1 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
3000 per beroeps-kracht die niet voldoet
7.2.3 Voorwaarden en inzet van pedagogisch medewerkers in ontwikkeling (PMIO)
Wet kinderopvang (artikel 1.50, eerste lid)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 9, tweede lid)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1a Alle PMIO’ers beschikken over een diploma op minimaal MBO-3 niveau;
OF
1b Een HAVO of VWO diploma;
OF
1c Een voor de kinderopvang relevant, maar nog niet gelijkgesteld buitenlands diploma én relevante werkervaring.
(art 1.50 lid 1 Wko jo art 9 lid 2 Beleidsregels kwaliteit)
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
3000 per PMIO-er die niet voldoet
2Voor alle PMIO’ers is binnen 2 maanden na aanvang van de arbeidsovereenkomst een persoonlijk ontwikkelplan opgesteld (art 9 lid 2 Beleidsregels kwaliteit jo art 1.50 lid 1 Wko).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
3000 per PMIO-er die niet voldoet
3Alle PMIO’ers worden ingezet conform een actueel persoonlijk ontwikkelplan (art 1.50 lid 1 Wko jo art 9 lid 2Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
3000 per PMIO-er die niet voldoet
7.2.4 Gebruik van de voorgeschreven voertaal
Wet kinderopvang (artikel 1.55)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1a De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt (art 1.55 lid 1 Wko)
OF
1b Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode (art 1.55 lid 2 Wko)
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2500
7.3Veiligheid en gezondheid
7.3.1 Risico-inventarisatie veiligheid
Wet kinderopvang (artikel 1.51)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 8)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud (art 1.51 Wko jo art 8 lid 1 en 6 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
8000 bij geheel ontbreken, 4000 in geval ouder dan 1 jaar
2De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie (art 1.51 Wko jo art 8 lid 1 en 6 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
4000
7.3.1.1 Beleid veiligheid
Wet kinderopvang (artikel 1.51)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 8)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1De risico-inventarisatie beschrijft de veiligheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, (verstikking), verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden (art 1.51 Wko jo art 8 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1500
2Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico’s, alsmede de samenhang tussen de risico’s en de maatregelen (art 1.51 Wko jo art 8 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1500
3Er is een registratie van ongevallen, waarbij per ongeval de aard en plaats van het ongeval, de leeftijd van het kind, de datum van het ongeval en een overzicht van te treffen maatregelen worden vermeld (art 1.51 Wko jo art 8 lid 4 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1500
7.3.1.2 Uitvoering beleid veiligheid
Wet kinderopvang (artikel 1.51)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 8)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk (art 1.51 Wko).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
2Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn (art 1.51 Wko jo art 8 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
3De houder draagt zorg voor uitvoering van het plan van aanpak (art 1.51 Wko).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
4Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico’s en de aanpak daarvan (art 1.51 Wko jo art 8 lid 5 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
5Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak (art 1.51 Wko).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
7.3.2 Risico-inventarisatie gezondheid
Wet kinderopvang (artikel 1.51)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 8)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud (art 1.51 Wko jo art 8 lid 1 en 6 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
8000 bij geheel ontbreken, 4000 in geval ouder dan 1 jaar
2De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie (art 1.51 Wko jo art 8 lid 1 en 6 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
4000
7.3.2.1 Beleid gezondheid
Wet kinderopvang (artikel 1.51)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 8)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1Derisico-inventarisatie beschrijft de gezondheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen (art 1.51 Wko jo art 8 lid 1 en 3 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1500
2Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico’s, alsmede de samenhang tussen de risico’s en de maatregelen (art 1.51 Wko jo art 8 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1500
7.3.2.2 Uitvoering beleid gezondheid
Wet kinderopvang (artikel 1.51)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 8)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk (art 1.51 Wko).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
2Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn (art 1.51 Wko jo art 8 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
3De houder draagt zorg voor uitvoering van plan van aanpak (art 1.51 Wko).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
4Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico’s en de aanpak daarvan (art 1.51 Wko jo art 8 lid 5 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
5Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak (art 1.51 Wko).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
7.3.3 Protocol kindermishandeling
Wet kinderopvang (artikel 1.49, 1.51)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 10a)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1De houder heeft een protocol kindermishandeling welke voldoet aan de beschreven eisen (art 1.49 lid 1 Wko jo art 10a lid 1 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
8000
7.3.3.1 Beleid protocol kindermishandeling
Wet kinderopvang (artikel 1.49, 1.51)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 10a)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1De houder draagt er zorg voor dat beroepskrachten op de hoogte zijn van de inhoud van het protocol kindermishandeling (art 1.49 lid 1 Wko jo art 10a lid 3 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2000
7.3.3.2 Uitvoering beleid protocol kindermishandeling
Wet kinderopvang (art 1.49, 1.51 Wko)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 10a)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1De beroepskrachten kennen de inhoud van het protocol (art 1.49 lid 1 Wko jo art 10a Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
2De beroepskrachten handelen aantoonbaar naar het protocol kindermishandeling (art 1.49 lid 1 Wko jo art 10a Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
7.4 Accommodatie en inrichting
7.4.1 Binnenspeelruimte
Wet kinderopvang (art 1.50)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 5)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte (art 1.50 Wko jo art 5 lid 1 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2000 (per ontbrekende ruimte)
2Er is ten minste 3,5 m2 bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte (art 1.50 Wko jo art 5 lid 1 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
3.0-3.5 m2: 2000
< 3.0 m2: 4000
3De binnenspeelruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen (art 1.50 Wko jo art 5 lid 3 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2000
4De binnenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid (art 1.50 Wko jo art 5 lid 1 en 3 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom (evt bestuursdwang)
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2000
7.4.2 Slaapruimte
Wet kinderopvang (art 1.50)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 6)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar (art 1.50 Wko jo art 6 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2500
2De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen (art 1.50 Wko jo art 6 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2500
7.4.3 Buitenspeelruimte
Wet kinderopvang (art 1.50)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 7, eerste lid)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1Er is ten minste 3 m2bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind (art 1.50 Wko jo art 7 lid 1 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2.5-3.0 m2: 1000
< 2.5 m2: 2000
2De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk (art 1.50 Wko jo art 7 lid 1 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
3De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum (art 1.50 Wko jo art 7 lid 1 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
4De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid (art 1.50 Wko jo art 7 lid 1 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
7.5 Groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio
7.5.1 Opvang in groepen
Wet kinderopvang (art 1.50)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 3, eerste en vierde lid)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1De opvang vindt plaats in stamgroepen (art 1.50 Wko jo art 3 lid 1 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
4000
2a De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar (art 1.50 Wko jo art 3 lid 1 sub a beleidsregels kwaliteit).
OF
2b De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar (art 1.50 Wko jo art 3 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2000 per kind teveel
7.5.2 Vaste beroepskrachten en vaste ruimtes
Wet kinderopvang (art 1.50)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 3, derde en vierde lid)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten (art 1.50 Wko jo art 3 lid 3 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
2Dagelijks is minimaal één van de vaste beroepskrachten werkzaam op de groep van het kind (art 1.50 Wko jo art 3 lid 3 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
3Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week (art 1.50 Wko jo art 3 lid 4 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
7.5.3 Beroepskracht-kind-ratio
Wet kinderopvang (art 1.50)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 3, tweede, derde, zevende en achtste en twaalfde lid)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:
-1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;
-1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;
-1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;
-1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.
(art 1.50 Wko jo art 3 lid 7 Beleidsregels kwaliteit)
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het rekenkundig gemiddelde berekend
(art 1.50 Wko jo art 3 lid 8 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
5000 per ontbrekende beroepskracht
2Indien conform de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is, dan is ondersteuning van deze beroepskracht door een andere volwassene in geval van calamiteiten geregeld (art 1.50 Wko jo art 3 lid 12 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2000
7.5.4 Inzet beroepskrachten in afwijking van de beroepskracht-kind-ratio bij openingstijden van 10 uur of langer
Wet kinderopvang (art 1.50)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 3, tiende, elfde en twaalfde lid)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1Gedurende de genoemde openingstijden kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is (art 1.50 Wko jo art 3 lid 10 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2000
2De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze (art 1.50 Wko jo art 3 lid 10 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2000
3De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten (art 1.50 Wko jo art 3 lid 10 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2000
4Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio (art 1.50 Wko jo art 3 lid 10 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2000
5Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig (art 1.50 Wko jo art 3 lid 11 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2000
7.6 Pedagogisch beleid
7.6.1 Pedagogisch beleidsplan
Wet kinderopvang (art 1.50)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 2)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven (art 1.50 lid 1Wko jo art 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
3000
7.6.1.1 Inhoud pedagogisch beleidsplan
Wet kinderopvang (artikel 1.50)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 2)
Herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt (art 1.50 lid 1 Wko jo art 2 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
750
2Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep (art 1.50 lid 1 Wko jo art 2 lid 2 sub b Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
750
3Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten (art 1.50 lid 1 Wko jo art 2 lid 2 sub c Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
750
4Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen (art 1.50 lid 1 Wko jo art 2 lid 2 sub d Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
750
7.6.1.2 Pedagogische praktijk
Wet kinderopvang (artikel 1.50)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 2)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1De beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan (art 1.50 lid 1 Wko en art 2 lid 4 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
2De beroepskrachten handelen conform het pedagogisch beleidsplan (art 1.50 lid 1 Wko jo art 2 lid 4 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
7.6.2 Emotionele veiligheid
Wet kinderopvang (artikelen 1.49 en 1.50)
Beleidsregels kwaliteitkinderopvang (artikel 2)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1De beroepskracht communiceert met de kinderen (artt 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
2De beroepskracht heeft een respectvolle houding naar de kinderen (artt 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
3Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep (artt 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
4De kinderen worden uitgenodigd tot participatie (artt 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
5Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen(artt 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
6Er is informatieoverdracht tussen ouders en beroepskracht (artt 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
7.6.3 Persoonlijke competentie
Wet kinderopvang (artikelen 1.49 en 1.50)
Beleidsregels kwaliteitkinderopvang (artikel 2)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1De beroepskracht ondersteunt en stimuleert individuele kinderen (artt. 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
2Er is een goede interactie tussen beroepskracht en individuele kinderen (artt. 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
3Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting (artt. 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
4Er is aandacht voor leermomenten. Hierbij is taal en motorisch spel van jonge kinderen belangrijk (artt. 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
7.6.4 Sociale competentie
Wet kinderopvang (artikelen 1.49 en 1.50)
Beleidsregels kwaliteitkinderopvang (artikel 2)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1De beroepskracht ondersteunt de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling (artt. 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
2De beroepskracht ondersteunt de kinderen in het voorkómen en oplossen van conflicten (artt. 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
3De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren (artt. 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
7.6.5 Overdracht van normen en waarden
Wet kinderopvang (artikelen 1.49 en 1.50)
Beleidsregels kwaliteitkinderopvang (artikel 2)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig (artt. 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
2Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk (artt. 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
3Afspraken, regels en omgangsvormen worden aan de kinderen uitgelegd (artt. 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
4Beroepskrachten geven zelf in hun spreken en handelen het goede voorbeeld (artt. 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2000
7.7 Klachten
7.7.1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector
Wet klachtrecht cliënten zorgsector (artikelen 1, 2, 2a, 3c en 4)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1. De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten die voldoet aan de beschreven eisen (art 2 lid 1 Wkcz)
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1500 indien regeling geheel ontbreekt, 500 indien regeling niet aan de eisen voldoet
2. De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van ouders (art 2 lid 1 Wkcz).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
3. De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie werkt met een reglement (art 2 lid 3 Wkcz).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
4. De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie (art 2 lid 5 Wkcz).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
5. De houder leeft geheimhoudingsplicht na (art 4 Wkcz).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
6. De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen worden aangegeven (art 2 lid 7 Wkcz).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
7. De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD (art 2 lid 9 Wkcz).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
7.7.2 Klachtenregeling oudercommissie
Wet kinderopvang (artikel 1.60a)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen (art 1.60a Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1500 indien regeling geheel ontbreekt, 500 indien regeling niet aan de eisen voldoet
2De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van oudercommissie (art 1.60a Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
3De houder zorgt voor naleving van de regeling (art 1.60a Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
4De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen worden aangegeven (art 1.60a Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
5De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD (art 1.60a Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
8.Afwegingsmodel handhaving BSO
De kwaliteitsaspecten voor BSO zijn ingedeeld naar de volgende domeinen:
- 8.
0 Kinderopvang in de zin van de wet kinderopvang
- 8.
1 Ouders
- 8.
2 Personeel
- 8.
3 Veiligheid en gezondheid
- 8.
4 Accommodatie en inrichting
- 8.
5 Groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio
- 8.
6 Pedagogisch beleid
8.7Klachten
8.0 Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
8.0.1 Kinderopvang in de zin van de wet
Wet kinderopvang (artikel 1.1, eerste lid)
Beleidsregels werkwijze toezichthouder kinderopvang (artikel 4, eerste lid)
constatering
gevolg
Verdere sancties mogelijk?
1.De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats (art 1.1 lid 1 Wko en art 4 Beleidsregels werkwijze toezichthouder).
Indien niet voldaan: geen kinderopvang in de zin van de wet.
Verwijdering uit landelijk register
Eventueel overige overtredingen (hoofdstuk 6 Afwegingsmodel) van toepassing: Economisch delict: niet-geregistreerde opvang
2.Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden (art 1.1 lid 1 Wko en art 4 Beleidsregels werkwijze toezichthouder).
Indien niet voldaan: geen kinderopvang in de zin van de wet.
Verwijdering uit landelijk register
Eventueel overige overtredingen (hoofdstuk 6 Afwegingsmodel) van toepassing: Economisch delict: niet-geregistreerde opvang
3.De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint (art 1.1 lid 1 Wko en art 4 Beleidsregels werkwijze toezichthouder).
Indien niet voldaan: geen kinderopvang in de zin van de wet.
Verwijdering uit landelijk register
Eventueel overige overtredingen (hoofdstuk 6 Afwegingsmodel) van toepassing: Economisch delict: niet-geregistreerde opvang
8.1 Ouders
8.1.1 Reglement oudercommissie
Wet kinderopvang (artikel 1.59)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1 De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld (art 1.59 lid 1 Wko).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2500
8.1.1.1 Inhoud reglement oudercommissie
Wet kinderopvang (artikel 1.59)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden (art 1.59 lid 2 sub a Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
2.Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden (art 1.59 lid 2 sub b Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
3.Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden (art 1.59 lid 2 sub c Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
4.Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie (art 1.59 lid 3 Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
5.De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie (art 1.59 lid 5 Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
8.1.2 Instellen oudercommissie
Wet kinderopvang (artikel 1.58)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De houder heeft een oudercommissie ingesteld (art 1.58 lid 1 Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
8.1.2.1 Voorwaarden oudercommissie
Wet kinderopvang (artikel 1.58)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De houder is geen lid (art 1.58 lid 2 en 3 Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
2.Het personeel is geen lid (art 1.58 lid 3 Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
3.De leden worden gekozen uit en door de ouders (art 1.58 lid 2 Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
4.De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen (art 1.58 lid 4 Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
8.1.2.2 Adviesrecht oudercommissie
Wet kinderopvang (artikelen 1.60)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen (art 1.60 lid 1 Wko).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
750
2.De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft (art 1.60 lid 4 Wko).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
750
3.Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet (art 1.60 lid 2 Wko).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
750
4.De houder geeft de oudercommissie gelegenheid ook ongevraagd te adviseren over de genoemde onderwerpen (art 1.60 lid 3 Wko).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
750
8.1.3 Informatie
Wet kinderopvang (artikelen 1.54 en 1.63 vierde lid)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 3, tweede lid)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De houder informeert de ouders over het te voeren beleid (art 1.54 Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
2.De houder informeert de ouders en de kinderen in welke basisgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen (art 3 lid 3 Beleidsregels kwaliteit).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
3.De houder legt een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats (art 1.63 lid 4 Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
4.De informatie is gedetailleerd genoeg om ouders een adequaat beeld van de praktijk te geven (art 1.54 Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
5.De praktijk sluit aan bij de aan de ouders verstrekte informatie (art 1.54 WKo).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
8.2 Personeel
8.2.1 Verklaring omtrent het gedrag
Wet kinderopvang (artikel 1.50 derde, vierde en vijfde lid)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 10)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.Personen werkzaam bij het kindercentrum zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag (art 1.50 lid 3 en art 10 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
3000 per ontbrekende VOG
2.De verklaring omtrent het gedrag is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overlegd (art 1.50 lid 4 WKo).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
3000 per ontbrekende of t elaat overlegde VOG
3.De verklaring omtrent het gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee maanden (art 1.50 lid 4 WKo).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
3000 per te oude VOG
8.2.2 Passende beroepskwalificatie
Wet kinderopvang (artikel 1.50 eerste lid)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 9, eerste lid)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO kinderopvang is opgenomen (art 1.50 lid 1 WKo jo art 9 lid 1 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
3000 per beroeps-kracht die niet voldoet
8.2.3 Voorwaarden en inzet van pedagogisch medewerkers in ontwikkeling (PMIO)
Wet kinderopvang (artikel 1.50 eerste lid)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 9, tweede lid)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1a Alle PMIO’ers beschikken over een diploma op minimaal MBO-3 niveau;
OF
1b Een HAVO of VWO diploma;
OF
1c Een voor de kinderopvang relevant, maar nog niet gelijkgesteld buitenlands diploma én relevante werkervaring.
(art 9 lid 2 Beleidsregels kwaliteit)
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
3000 per PMIO-er die niet voldoet
2.Voor alle PMIO’ers is binnen 2 maanden na aanvang van de arbeidsovereenkomst een persoonlijk ontwikkelplan opgesteld (art 9 lid 2 Beleidsregels kwaliteit jo art 1.50 lid 1 Wko).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
3000 per PMIO-er die niet voldoet
3.Alle PMIO’ers worden ingezet conform een actueel persoonlijk ontwikkelplan (art 9 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
3000 per PMIO-er die niet voldoet
8.2.4 Gebruik van de voorgeschreven voertaal
Wet kinderopvang (artikel 1.55)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1a De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt (art 1.55 lid 1 WKo).
OF
1b Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode (art 1.55 lid 2 WKo).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2500
8.3 Veiligheid en gezondheid
8.3.1 Risico-inventarisatie veiligheid
Wet kinderopvang (artikel 1.51)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud (art 1.51 WKo jo art 8 lid 1 en 6 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
8000 bij geheel ontbreken, 4000 in geval ouder dan 1 jaar
2.De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie (art 1.51 WKo jo art 8 lid 1 en 6 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
4000
8.3.1.1 Beleid veiligheid
Wet kinderopvang (artikel 1.51)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 8)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De risico-inventarisatie beschrijft de veiligheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, (verstikking), verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden (art 1.51 WKo en art 8 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1500
2.Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico’s, alsmede de samenhang tussen de risico’s en de maatregelen (art 1.51 WKo en art 8 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1500
3.Er is een registratie van ongevallen, waarbij per ongeval de aard en plaats van het ongeval, de leeftijd van het kind, de datum van het ongeval en een overzicht van te treffen maatregelen worden vermeld (art 1.51 WKo en art 8 lid 4 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1500
8.3.1.2 Uitvoering beleid veiligheid
Wet kinderopvang (artikel 1.51)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 8)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk (art 1.51 WKo).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
2.Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn (art 1.51 WKo en art 8 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
3.De houder draagt zorg voor uitvoering van het plan van aanpak art 1.51 WKo).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
4.Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico’s en de aanpak daarvan (art 1.51 WKo en art 8 lid 5 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
5.Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak (art 1.51 WKo).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
8.3.2 Risico-inventarisatie gezondheid
Wet kinderopvang (artikel 1.51)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 8)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud (art 1.51 WKo en art 8 lid 1 en 6 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
8000 bij geheel ontbreken, 4000 in geval ouder dan 1 jaar
2.De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie (art 1.51 WKo en art 8 lid 1 en 6 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
4000
8.3.2.1 Beleid gezondheid
Wet kinderopvang (artikel 1.51)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 8)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.Derisico-inventarisatie beschrijft de gezondheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen (art 1.51 WKo en art 8 lid 1 en 3 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1500
2.Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico’s, alsmede de samenhang tussen de risico’s en de maatregelen (art 1.51 WKo en art 8 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1500
8.3.2.2 Uitvoering beleid gezondheid
Wet kinderopvang (artikel 1.51)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 8)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk (art 1.51 WKo).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
2.Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn (art 1.51 WKo en art 8 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
3.De houder draagt zorg voor uitvoering van plan van aanpak (art 1.51 Wko).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
4.Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico’s en de aanpak daarvan (art 1.51 WKo en art 8 lid 5 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
5.Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak (art 1.51 WKo).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
8.3.3 Protocol kindermishandeling
Wet kinderopvang (artikel 1.49, 1.51)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 10a)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De houder heeft een protocol kindermishandeling welke voldoet aan de beschreven eisen (art 1.51 WKo en art 10a lid 1 Beleidsregels kwaliteit)
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
8000
8.3.3.1 Beleid protocol kindermishandeling
Wet kinderopvang (artikel 1.49 en 1.51)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 10a)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De houder draagt er zorg voor dat beroepskrachten op de hoogte zijn van de inhoud van het protocol kindermishandeling (art 1.49 lid 1 WKo en art 10a lid 3 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2000
8.3.3.2 Uitvoering beleid protocol kindermishandeling
Wet kinderopvang (artikel 1.49 en 1.51)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 10a)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De beroepskrachten kennen de inhoud van het protocol (art 1.49 lid 1 WKo en art 10a Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
2.De beroepskrachten handelen aantoonbaar naar het protocol kindermishandeling (art 1.49 lid 1 WKo en art 10a Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
8.4 Accommodatie en inrichting
8.4.1 Binnenspeelruimte
Wet kinderopvang (artikel 1.50)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 5)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1Er is ten minste 3,5 m2 bruto oppervlakte voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes beschikbaar per kind (art 1.50 WKo en art 5 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
3.0-3.5 m2: 2000
< 3.0 m2: 4000
2De binnenspeelruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen (art 1.50 WKo en art 5 lid 3 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2000
3De binnenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid (art 1.50 WKo en art 5 lid 2 en 3 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom (evt bestuursdwang)
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2000
8.4.2 Buitenspeelruimte
Wet kinderopvang (artikel 1.50)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 7, tweede lid)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1Er is ten minste 3 m2bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind (art 1.50 WKo en art 7 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2.5-3.0 m2: 1000
< 2.5 m2: 2000
2De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk (art 1.50 WKo en art 7 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
3De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang (art 1.50 WKo en art 7 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
4De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid (art 1.50 WKo en art 7 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom (evt bestuursdwang)
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
8.4.3 Aanvullende eisen indien de buitenspeelruimte niet-aangrenzend is
Wet kinderopvang (artikel 1.50)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 7, tweede lid)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is in de directe nabijheid van het kindercentrum (art 1.50 WKo en art 7 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
2De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen goed bereikbaar (art 1.50 WKo en art 7 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
3De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen veilig bereikbaar (art 1.50 WKo en art 7 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
8.5 Groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio
8.5.1 Opvang in groepen
Wet kinderopvang (artikel 1.50)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 4, eerste, tweede, vijfde en zesde lid)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1Ieder kind behoort bij een basisgroep (art 1.50 Wko jo art 4 lid 1 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
4000
2a De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt (art 1.50 Wko jo art 4 lid 1 Beleidsregels kwaliteit).
OF
2b De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt (art 1.50 Wko jo art 4 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2000 per kind teveel
8.5.2 Beroepskracht-kind-ratio
Wet kinderopvang (artikel 1.50)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 4, derde, vierde, en negende lid)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:
1a - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar (art 1.50 Wko jo art 4 lid 3 Beleidsregels kwaliteit).
.
OF
1b - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar (art 1.50 Wko jo art 4 lid 4 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
5000 per ontbrekende beroepskracht
2Indien conform de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is, dan is ondersteuning van deze beroepskracht door een andere volwassene in geval van calamiteiten geregeld
(art 1.50 Wko jo art 4 lid 9 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2000
8.5.3 Inzet beroepskrachten in afwijking van de beroepskracht-kind-ratio
Wet kinderopvang (artikel 1.50)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 4, derde, vierde, zevende en achtste lid)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen, kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is
(art 1.50 Wko jo art 4 lid 7 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2000
2Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen, kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze
(art 1.50 Wko jo art 4 lid 7 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2000
3De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten
(art 1.50 Wko jo art 4 lid 7 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2000
4Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio.
(art 1.50 Wko jo art 4 lid 7 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2000
5Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig
(art 1.50 Wko jo art 4 lid 8 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2000
8.6 Pedagogisch beleid
8.6.1 Pedagogisch beleidsplan
Wet kinderopvang (artikel 1.50)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 2)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven (art 1.50 Wko jo art 2 lid 1 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
3000
8.6.1.1 Inhoud pedagogisch beleidsplan
Wet kinderopvang (artikel 1.50)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 2 en 4)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt (art 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
750
2.Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep (art 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
750
3.Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun basisgroep verlaten (art 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
750
4. Bij activiteiten in groepen groter dan dertig kinderen besteedt de houder in het pedagogisch beleidsplan aantoonbaar extra aandacht aan de omgang met de basisgroep (art 1.50 Wko jo art 4 lid 6 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
750
5. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen (art 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
750
8.6.1.2 Pedagogische praktijk
Wet kinderopvang (artikel 1.50)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 2)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan (art 1.50 Wko jo art 2 lid 4 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
2.De beroepskrachten handelen conform het pedagogisch beleidsplan (art 1.50 Wko jo art 2 lid 4 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
8.6.2 Emotionele veiligheid
Wet kinderopvang (artikelen 1.49 en 1.50)
Beleidsregels kwaliteitkinderopvang (artikel 2)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De beroepskracht communiceert met de kinderen (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
2.De beroepskracht heeft een respectvolle houding naar de kinderen (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
3.Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep(art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
4.De kinderen worden uitgenodigd tot participatie (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
5.Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
6.Er is informatieoverdracht tussen ouders en beroepskracht (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
8.6.3 Persoonlijke competentie
Wet kinderopvang (artikelen 1.49 en 1.50)
Beleidsregels kwaliteitkinderopvang (artikel 2)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De beroepskracht ondersteunt en stimuleert individuele kinderen (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
2.Er is een goede interactie tussen beroepskracht en individuele kinderen (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
3.Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
4.Er is aandacht voor leermomenten. Hierbij is taal en motorisch spel van jonge kinderen belangrijk (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
8.6.4 Sociale competentie
Wet kinderopvang (artikelen 1.49 en 1.50)
Beleidsregels kwaliteitkinderopvang (artikel 2)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De beroepskracht ondersteunt de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
2.De beroepskracht ondersteunt de kinderen in het voorkómen en oplossen van conflicten (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
3.De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
8.6.5 Overdracht van normen en waarden
Wet kinderopvang (artikelen 1.49 en 1.50)
Beleidsregels kwaliteitkinderopvang (artikel 2)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
2.Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
3.Afspraken, regels en omgangsvormen worden aan de kinderen uitgelegd (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
4.Beroepskrachten geven zelf in hun spreken en handelen het goede voorbeeld (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2000
8.7 Klachten
8.7.1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector
Wet klachtrecht cliënten zorgsector (artikelen 1, 2, 2a, 3c en 4)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten die voldoet aan de beschreven eisen (art 2 lid 1 Wkcz).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1500 indien regeling geheel ontbreekt, 500 indien regeling niet aan de eisen voldoet
2.De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van ouders (art 2 lid 1 Wkcz).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
3.De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie werkt met een reglement (art 2 lid 3 Wkcz)
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
4.De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie (art 2 lid 5 Wkcz).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
5.De houder leeft geheimhoudingsplicht na (art 4 Wkcz).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
6.De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen worden aangegeven (art 2 lid 7 Wkcz).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
7.De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD (art 2 lid 9 Wkcz).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
8.7.2 Klachtenregeling oudercommissie
Wet kinderopvang (artikel 1.60a)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen (artikel 1.60a Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1500 indien regeling geheel ontbreekt, 500 indien regeling niet aan de eisen voldoet
2.De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van oudercommissie (artikel 1.60a Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
3.De houder zorgt voor naleving van de regeling (artikel 1.60a Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
4.De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen worden aangegeven (artikel 1.60a Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
5.De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD (artikel 1.60a Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
9.Afwegingsmodel handhaving Gastouderbureau
De kwaliteitsaspecten voor Gastouderbureau’s zijn ingedeeld naar de volgende domeinen:
- 9.1
Gastouderbureau in de zin van de wet
- 9.2
Ouders
- 9.3
Personeel
- 9.4
Pedagogisch beleid
- 9.5
Klachten
- 9.6
Veiligheid en gezondheid
- 9.7
Kwaliteit gastouderbureau
9.1Gastouderbureau in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
9.1.0Gastouderbureau en handhaving
Wet kinderopvang (Verzamelwet, wordt in de loop van 2011 vastgesteld), wordt later aan Handhavingsbeleid toegevoegd
1Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang tegen de onderneming(en) van de houder.
2De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn onderneming(en) te voorkomen.
9.1.1 Gastouderbureau in de zin van de wet
Wet kinderopvang (artikelen 1.1 en 1.49 derde lid)
constatering
gevolg
Verdere sancties mogelijk?
1a.Het gastouderbureau is een organisatie die gastouderopvang tot stand brengt en begeleidt en door tussenkomst van wie de betaling van ouders aan gastouders geschiedt (art 1.1 jo 1.49 lid 2 Wko).
Indien niet voldaan: geen kinderopvang in de zin van de wet.
Verwijdering uit landelijk register
Eventueel overige overtredingen (hoofdstuk 6 Afwegingsmodel) van toepassing: Economisch delict: niet-geregistreerde opvang
9.1.2 Administratie gastouderbureau
Wet kinderopvang (artikelen 1.1, 1.50 en 1.56)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 12)
Regeling Wet kinderopvang (artikel 11 tm 11 e)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Hersteltermijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Bestuurlijke boete
1De administratie van het gastouderbureau bevat een contract per vraagouder (art 1.56 Wko jo art 11 lid 3 Regeling Wko).
Gemiddeld
Maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000 per ontbrekende overeenkomst
2De administratie van het gastouderbureau bevat kopieën van de verklaringen omtrent gedrag van de gastouders en volwassen huisgenoten (art 1.56 Wko jo art 11 lid 3 Regeling Wko).
Hoog
0-14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1500 per ontbrekende VOG
3De administratie van het gastouderbureau bevat kopieën van de getuigschriften en/of EVC-bewijsstukken en certificaten Eerste Hulp aan kinderen van de gastouders (art 1.56 Wko jo art 11 lid 3 Regeling Wko).
Hoog
0-14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1500 per ontbrekend stuk
4In de administratie van het gastouderbureau is de betaling van de vraagouders aan het gastouderbureau inzichtelijk (art 1.56 Wko jo art 11 lid 3 Regeling Wko).
Gemiddeld
Maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1500 per vraagouder waarbij dit ontbreekt
5In de administratie van het gastouderbureau is de betaling van het gastouderbureau aan de gastouder inzichtelijk (art 1.56 Wko jo art 11 lid 3 Regeling Wko).
Gemiddeld
Maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1500 per gastouder waarbij dit ontbreekt
6De administratie van het gastouderbureau bevat een origineel van de door de gastouder en bemiddelingsmedewerker ondertekende versie van iedere risico-inventarisatie en bijbehorende plan van aanpak (art 1.56 Wko jo art 12 lid 3 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
Maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
4000 per ontbrekend stuk
9.2Ouders
9.2.1 Informatie voor vraagouders
Wet kinderopvang (artikel 1.56 lid 4 en 1.63 lid 4)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikelen 11 en 13)
Regeling Wet kinderopvang (artikel 11)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Hersteltermijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Bestuurlijke boete
1Het gastouderbureau laat in de schriftelijke overeenkomst met de vraagouder duidelijk zien welk deel van het betaalde bedrag naar het gastouderbureau gaat (uitvoeringskosten) en welk deel van het betaalde bedrag naar de gastouder gaat (art 1.56 lid 4 Wko jo art 11b Regeling Wko)
Gemiddeld
Maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000 per onjuiste overeenkomst
2De houder informeert de vraagouders over het te voeren beleid (art 1.56 Wko)
Laag
Maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
3Het gastouderbureau draagt zorg voor een goede bereikbaarheid van het gastouderbureau voor de vraagouder en informeert de vraagouders hierover (art 1.56 Wko jo art 13 lid 4 Beleidsregels kwaliteit)
Laag
Maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
4De informatie is gedetailleerd genoeg om vraagouders een adequaat beeld van de praktijk te geven (art 1.56 Wko).
Laag
Maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
5De praktijk sluit aan bij de aan de vraagouders verstrekte informatie (art 1.56 Wko)
Laag
Maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
6De houder legt een afschrift van het inspectierapport op een voor vraagouders, gastouders en personeel toegankelijke plaats (artikel 1.63 lid 4 Wko)
Laag
Maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
9.2.2 Reglement oudercommissie
Wet kinderopvang (artikel 1.59)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Hersteltermijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Bestuurlijke boete
0De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld (art 1.59 Wko).
Gemiddeld
Maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2500
9.2.2.1 Inhoud reglement oudercommissie
Wet kinderopvang (artikel 1.59)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Hersteltermijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Bestuurlijke boete
1Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden (art 1.59 Wko).
Laag
Maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
2Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden (art 1.59 Wko).
Laag
Maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
3Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden (art 1.59 Wko).
Laag
Maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
4Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie (art 1.59 Wko).
Laag
Maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
5De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie (art 1.59 Wko).
Laag
Maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
9.2.3 Instellen oudercommissie
Wet kinderopvang (artikel 1.58)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Hersteltermijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Bestuurlijke boete
1De houder heeft een oudercommissie ingesteld (art 1.58 Wko).
Laag
Maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
9.2.3.1 Voorwaarden oudercommissie
Wet kinderopvang (artikel 1.58)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Hersteltermijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Bestuurlijke boete
1De houder is geen lid (art 1.58 Wko).
Laag
Maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
1Het personeel is geen lid (art 1.58 Wko).
Laag
Maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
2De leden worden gekozen uit en door de vraagouders (art 1.58 Wko).
Laag
Maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
3De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen (art 1.58 Wko).
Laag
Maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
9.2.3.2 Adviesrecht oudercommissie
Wet kinderopvang (artikel 1.60)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Hersteltermijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Bestuurlijke boete
1De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen (art 1.60 Wko).
Gemiddeld
Maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
2De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft (art 1.60 Wko)
Gemiddeld
Maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
3Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet (art 1.60 Wko)
Gemiddeld
Maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
4De houder geeft de oudercommissie gelegenheid ook ongevraagd te adviseren over de genoemde onderwerpen (art 1.60 Wko)
Gemiddeld
Maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
9.3 Personeel
9.3.1 Verklaring omtrent het gedrag
Wet kinderopvang (artikelen 1.56 derde lid en 1.50)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 13)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Hersteltermijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Bestuurlijke boete
1.Personen werkzaam bij het gastouderbureau zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag (art 1.56 lid 3 jo 1.50 Wko).
Hoog
0-14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
3000 per ontbrekende VOG
2.De verklaring omtrent het gedrag is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het gastouderbureau overlegd (art 1.56 lid 3 jo 1.50 Wko).
Hoog
0-14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
3000 per ontbrekende of te laat overlegde VOG
3a De verklaring omtrent het gedrag is bij aanvraag om opname in het landelijk register niet ouder dan twee maanden.
OF
3b De verklaring omtrent het gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee maanden
(art 1.56 lid 3 jo 1.50 Wko).
Hoog
0-14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
3000 per te oude VOG
9.3.2 Beroepskwalificatie bemiddelingsmedewerkers
Wet kinderopvang (artikel 1.56)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikelen 13 en 14)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Hersteltermijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Bestuurlijke boete
1Alle bemiddelingsmedewerkers werkzaam bij het gastouderbureau beschikken over relevante pedagogische opleiding op MBO-niveau (art 1.56 Wko jo art 13 lid 2 en 14 Beleidsregels kwaliteit)
Hoog
0-14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
3000 per bemiddelingsmedewerker die niet voldoet
9.3.3 Personeelsformatie per gastouder
Wet kinderopvang (artikel 1.56)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 13)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Hersteltermijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Bestuurlijke boete
1Het gastouderbureau draagt er zorg voor dat er per aangesloten gastouder op jaarbasis tenminste 16 uur wordt besteed aan begeleiding en bemiddeling (art 1.56 Wko jo artikel 13 lid 3 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
0-14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
3000 per gastouder met < 16 uur
9.4 Pedagogisch beleid
9.4.1 Pedagogisch beleidsplan
Wet kinderopvang (artikel 1.56)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 11)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Hersteltermijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Bestuurlijke boete
1De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat gastouderbureau kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven (art 1.56 Wko jo art 11 lid 1 beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
Maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
3000
9.4.1.1 Inhoud pedagogisch beleidsplan
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikelen 11, 15c en 15d)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Hersteltermijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Bestuurlijke boete
1In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt (art 1.56 Wko jo art 11 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
Maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
750
2Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de leeftijdsopbouw en aantallen van de kinderen die door een gastouder worden opgevangen (art 1.56 Wko jo art 11 lid 2 beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
Maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
750
3Het pedagogisch plan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de eisen die aan het opvangadres worden gesteld (art 1.56 Wko jo art 11 lid 1 beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
Maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
750
9.4.1.2 Pedagogische praktijk
Wet kinderopvang (artikelen 1.49 en 1.56)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 11 en art 15b sub c)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Hersteltermijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Bestuurlijke boete
1De houder informeert de gastouders over de inhoud van het pedagogisch beleidsplan waardoor zij ernaar kunnen handelen (art 1.49 en 1.56 Wko jo art 15b sub c Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
Maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
2De houder ziet er op toe dat gastouders handelen conform het pedagogisch beleidsplan (art 1.49 en 1.56 Wko jo art 15b sub c Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
Maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
3De houder begeleidt gastouders, zodat zij handelen conform het pedagogisch beleidsplan (art 1.49 en 1.56 Wko jo art 15b sub c Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
Maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
9.5 Klachten
9.5.1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector
Wet klachtrecht cliënten zorgsector (artikelen 1, 2, 2a, 3c en 4)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Hersteltermijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Bestuurlijke boete
1.De regeling voor de behandeling van klachten voorziet erin dat er wordt voldaan aan de beschreven eisen (art 2 lid 1 Wkcz).
Laag
Maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1500 indien deze ontbreekt; 500 indien deze niet voldoet
2.De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van vraagouders (art 2 lid 1 Wkcz).
Laag
Maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
3.Een houder ziet erop toe dat de klachtencommissie werkt met een reglement (art 2 lid 3 Wkcz)
Laag
Maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
4.De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie (art 2 lid 5 Wkcz).
Laag
Maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
5.De houder leeft geheimhoudingsplicht na (art 4 Wkcz).
Laag
Maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
6.De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin een minimaal aantal zaken wordt aangegeven (art 2 lid 7 Wkcz).
Laag
Maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
7.De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD (art 2 lid 9 Wkcz).
Laag
Maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
9.5.2 Klachtenregeling oudercommissie
Wet kinderopvang (artikel 1.60a)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Hersteltermijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Bestuurlijke boete
1.De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen (art 1.60a Wko)
Laag
Maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1500 indien deze ontbreekt;
500 indien deze niet voldoet aan de eisen
2.De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van oudercommissie (art 1.60a Wko).
Laag
Maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
3.De houder zorgt voor naleving van de regeling (art 1.60a Wko).
Laag
Maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
4.De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin een minimaal aantal zaken wordt aangegeven (art 1.60a Wko).
Laag
Maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
5.De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD (art 1.60a Wko).
Laag
Maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
9.6 Veiligheid en gezondheid
9.6.1 Risico-inventarisatie veiligheid
Wet kinderopvang (artikelen 1.49 tweede lid en 1.56)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 8 en 12)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Hersteltermijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Bestuurlijke boete
1.De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder door een bemiddelingsmedewerker van het bureau op het opvangadres in elke voor de op te vangen kinderen toegankelijke ruimte de veiligheidsrisico’s in een risico-inventarisatie vastgelegd worden (art 1.49 lid 2 Wko jo art 12 lid 2 Beleidsregels kwaliteit)
Hoog
0-14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
8000 indien deze ontbreekt
2.De houder draagt zorg voor een inventarisatie van de veiligheidsrisico’s door een bemiddelingsmedewerker van het bureau vóór aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaatsvindt (art 1.49 lid 2 Wko jo art 12 lid 2 Beleidsregels kwaliteit)
Hoog
0-14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
4000
3.De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie de veiligheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verstikking, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden beschrijft (art 1.49 lid 2 Wko jo art 12 lid 6 jo art 8 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
0-14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1500
4.De houder draagt er zorg voor dat de gastouder en huisgenoten op de hoogte zijn van de uitkomsten van de risico-inventarisatie veiligheid en het daaruit voortvloeiende plan van aanpak (art 1.49 lid 2 Wko)
Hoog
0-14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1500
5.De houder draagt er zorg voor dat de veiligheidsrisico’s worden gereduceerd door in het plan van aanpak preventieve maatregelen te beschrijven die effectief en adequaat zijn (art 1.49 lid 2 Wko jo art 12 lid 4 Beleidsregels kwaliteit)
Hoog
0-14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1500
9.6.2 Risico-inventarisatie gezondheid
Wet kinderopvang (artikelen 1.49 tweede lid en 1.56)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 8 en 12)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Hersteltermijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Bestuurlijke boete
1De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder door een bemiddelingsmedewerker van het bureau op het opvangadres in elke voor de op te vangen kinderen toegankelijke ruimte de gezondheidsrisico’s in een risico-inventarisatie vastgelegd worden (art 1.49 lid 2 Wko jo art 12 lid 2 Beleidsregels kwaliteit)
Hoog
0-14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
8000 indien deze ontbreekt
2De houder draagt zorg voor een inventarisatie van de gezondheidsrisico’s door een bemiddelingsmedewerker van het bureau vóór aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaatsvindt (art 1.49 lid 2 Wko jo art 12 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
0-14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
4000
3De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie de gezondheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen beschrijft (art 1.49 lid 2 Wko jo art 12 lid 2 jo art 8 lid 3 Beleidsregels kwaliteit)
Hoog
0-14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1500
4De houder draagt er zorg voor dat de gastouder en huisgenoten op de hoogte zijn van de uitkomsten van de risico-inventarisatie gezondheid en het daaruit voortvloeiende plan van aanpak (art 1.49 lid 2 Wko)
Hoog
0-14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1500
5De houder draagt er zorg voor dat de gezondheidsrisico’s worden gereduceerd door in het plan van aanpak preventieve maatregelen te beschrijven die effectief en adequaat zijn. (art 1.49 lid 2 Wko jo art 12 lid 4 Beleidsregels kwaliteit)
Hoog
0-14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1500
9.6.3 Protocol kindermishandeling
Wet kinderopvang (artikel 1.56)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 10a en 15a)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Hersteltermijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Bestuurlijke boete
1De houder heeft een protocol kindermishandeling welke voldoet aan de beschreven eisen (art 1.56 Wko en art 10a en 15a Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
0-14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
8000
9.6.3.1 Beleid protocol kindermishandeling
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 15a)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Hersteltermijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Bestuurlijke boete
1De houder draagt er zorg voor dat de gastouder op de hoogte is van de inhoud van het protocol kindermishandeling(art 1.56 Wko en art 10a en 15a Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
0-14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2000
9.7 Kwaliteit gastouderbureau
9.7.1 Kwaliteitscriteria
Wet kinderopvang (artikelen 1.1 lid 1 en 1.56 eerste lid)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikelen 13, 14, 15 en 15d)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Hersteltermijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Bestuurlijke boete
1De houder draagt er zorg voor dat per gastouder beoordeeld wordt hoeveel kinderen bij de betreffende gastouder verantwoord opgevangen kunnen worden (art 1.56 Wko jo art 13 lid 1 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
0-14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2000 per kind teveel
2De houder draagt zorg voor een intakegesprek met de gastouder (art 1.56 Wko jo art 15 lid 1 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
0-14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1250
3De houder draagt zorg voor een intakegesprek met de vraagouder (art 1.56 Wko jo art 15 lid 5 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
0-14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1250
4De houder draagt zorg voor een koppelingsgesprek voor elke nieuwe koppeling tussen vraag- en gastouder in de woning waar de opvang plaats vindt (art 1.56 Wko jo art 15 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
0-14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1250
5De houder draagt er zorg voor dat ieder opvangadres minstens twee maal per jaar wordt bezocht, waarbij het jaarlijkse voortgangsgesprek met de gastouder een onderdeel is van één van deze bezoeken (art 1.56 Wko jo art 15 lid 6 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
0-14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1250 per ontbrekend bezoek
6De houder evalueert jaarlijks mondeling de gastouderopvang met de vraagouders en legt deze schriftelijk vast (art 1.56 Wko jo art 15 lid 4 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
0-14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1250
7Een ondertekend origineel verslag van het evaluatiegesprek is aanwezig in het dossier op het gastouderbureau en een kopie is verstrekt aan de vraagouder (art 1.56 Wko jo art 15 lid 4 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
0-14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1250
10.Afwegingsmodel handhaving gastouderopvang
De kwaliteitsaspecten voor voorzieningen voor gastouderopvang zijn ingedeeld naar de volgende domeinen:
- 10.1
Gastouderopvang in de zin van de wet
- 10.2
Gastouder
- 10.3
Accommodatie en inrichting
- 10.4
Pedagogisch beleid
- 10.5
Aantal kinderen
- 10.6
Veiligheid en gezondheid
- 10.1
Gastouderopvang in de zin van de wet
10.1.0 Gastouderopvang en handhaving |
||
Wet kinderopvang (Verzamelwet, wordt in de loop van 2011 vastgesteld), wordt later aan Handhavingsbeleid toegevoegd |
||
1 Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang tegen de gastouder. |
||
2 De gastouder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in de opvangsituatie te voorkomen. |
10.1.1 Gastouderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen |
||
Wet kinderopvang (artikel 1.1 eerste lid) Beleidsregels werkwijze toezichthouder kinderopvang (art 4 eerste lid) |
||
Constatering |
gevolg |
|
1 De opvang vindt plaats door tussenkomst van een geregistreerd gastouderbureau (art 1.1 Wko jo art 4 lid 1 Beleidsregels werkwijze). |
Indien niet voldaan: geen gastouderopvang in de zin van de wet. |
Verwijdering uit landelijk register |
2 De opvang vindt plaats door een gastouder welke niet de ouder van de op te vangen kinderen is noch de partner van de vraagouder (art 1.1 Wko jo art 4 lid 1 Beleidsregels werkwijze). |
Indien niet voldaan: geen gastouderopvang in de zin van de wet. |
Verwijdering uit landelijk register |
3 De gastouder exploiteert maximaal één voorziening voor gastouderopvang (art 1.1 Wko jo art 4 lid 1 Beleidsregels werkwijze). |
Indien niet voldaan: geen gastoudervang in de zin van de wet. |
Verwijdering uit landelijk register |
4 De opvang vindt plaats op het woonadres van de gastouder of van één van de vraagouders (art 1.1 Wko jo art 4 lid 1 Beleidsregels werkwijze). |
Indien niet voldaan: geen gastouderopvang in de zin van de wet. |
Verwijdering uit landelijk register |
5 De gastouder is niet inwonend bij de vraagouder (art 1.1 Wko jo art 4 lid 1 Beleidsregels werkwijze). |
Indien niet voldaan: geen gastouderopvang in de zin van de wet. |
Verwijdering uit landelijk register |
10.2 Gastouder
10.2.1 Verklaring omtrent het gedrag |
|||||||
Wet kinderopvang (artikel 1.56b, derde, vierde en vijfde lid) |
|||||||
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
|
1 De gastouder is in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag (art 1.56b lid 3 Wko). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
|
2 Bij opvang in de woning van de gastouder zijn alle huisgenoten vanaf 18 jaar in het bezit zijn van een verklaring omtrent het gedrag (art 1.56b lid 3 Wko). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
|
3 De verklaring omtrent het gedrag is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het gastouderbureau overlegd (art 1.56b lid 4 Wko). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
|
4 De verklaring omtrent het gedrag is bij aanvraag om opname in het landelijk register niet ouder dan twee maanden. OF De verklaring omtrent het gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee maanden (art 1.56b lid 4 Wko). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
10.2.2 Onder toezicht |
|||||||
Wet kinderopvang (artikel 1.1 eerste lid) |
|||||||
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
|
1 De gastouder heeft geen kinderen die (tijdelijk) onder toezicht staan (art 1.1 lid 1 Wko). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
|
2 De gastouder is niet (tijdelijk) ontheven of ontzet uit het ouderlijke gezag (art 1.1 lid 1 Wko). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
10.2.3 Deskundigheidseisen |
|||||||
Wet kinderopvang (artikel 1.56b, eerste lid) Besluit deskundigheidseisen gastouders kinderopvang (artikel 3 en 4) Regeling Wet kinderopvang (art 10 t/m 10c) |
|||||||
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
|
1 De gastouder beschikt over een getuigschrift conform de ministeriële regeling. OF De gastouder beschikt over een EVC-bewijsstuk waaruit blijkt dat de gastouder voldoet aan alle competenties van de bij ministeriële regeling aangewezen MBO-2 opleiding(en). (art 1.56b Wko jo art 10-10b Regeling Wko) |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
|
2 (deze formulering is aangepast aan de laatste toevoegingen en wijkt daarmee af van letterlijke tekst modelrapport) De gastouder beschikt over: ·* een geregistreerd certificaat Eerste Hulp aan kinderen van het Oranje Kruis; ·OF ·* een geregistreerd certificaat Spoedeisende Hulpverlening bij Slachtoffers (SEHSO) of Spoedeisende Hulpverlening bij Kinderen (SEHBK) van NedCert; ·OF ·* een geregistreerd certificaat Acute Zorg bij kinderen van Nikta; ·OF ·* een geregistreerd certificaat Acute Zorgverlener Module Kind en Omgeving van Nikta ·OF ·* een geregistreerd certificaat Eerstehulpverlener van Nikta. (art 1.56b Wko jo art 10c Regeling Wko) |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
10.2.4 Overige eisen |
|||||||
Wet kinderopvang (artikel 1.1 eerste lid en 1.56b) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 15a onder a) |
|||||||
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
|
1 De gastouder is 18 jaar of ouder (artikel 1.1 lid 1 Wko). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
|
2 De gastouder is telefonisch bereikbaar (artikel 1.56b Wko jo 15a sub a Beleidsregels kwaliteit) |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
10.2.5 Gebruik van de voorgeschreven voertaal |
|||||||
Wet kinderopvang (artikel 1.55) |
|||||||
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
|
1 De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt (art 1.55 Wko). OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, daar de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode (art 1.55 Wko). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
10.3 Accomodatie en inrichting
10.3.1 Woning |
|||||||
Wet kinderopvang (art 1.56b) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 15c) |
|||||||
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
|
1 De woning waar gastouderopvang plaats vindt is te allen tijde rookvrij (art 1.56b Wko en art 15c lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
|
2 De woning waar gastouderopvang plaats vindt beschikt over voldoende binnenspeelruimte voor kinderen, afgestemd op het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen (art 1.56b Wko en art 15c lid 1 sub 1 Beleidsregels kwaliteit) |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
|
3 De woning waar gastouderopvang plaats vindt beschikt over voldoende buitenspeelmogelijkheden voor kinderen, afgestemd op het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen (art 1.56b Wko en art 15c lid 1 onder 2 Beleidsregels kwaliteit) |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
|
4 De woning waar gastouderopvang plaats vindt dient voorzien te zijn van voldoende en werkende rookmelders (art 1.56b Wko en art 15c lid 1 onder 3 Beleidsregels kwaliteit) |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
10.3.2 Slaapruimte |
|||||||
Wet kinderopvang (art 1.56b) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 15c) |
|||||||
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
|
1 Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar (art 1.56b Wko en art 15c lid 1 onder 1 Beleidsregels kwaliteit) |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
|
2 De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen (art 1.56b Wko en art 15c lid 1 onder 1 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
10.4 Pedagogisch beleid
10.4.1 Pedagogische praktijk |
|||||||
Wet kinderopvang (artikel 1.56b) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 15b) |
|||||||
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
|
1 De gastouder kent de inhoud van het pedagogisch beleidsplan (art 1.56b Wko en art 15b sub c Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
|
2 De gastouder handelt conform het pedagogisch beleidsplan(artikel 1.56b en art 15b onder c Beleidsregels kwaliteit) |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
10.4.2 Emotionele en sociale veiligheid, persoonlijke competenties, overdracht normen en waarden |
|||||||
Wet kinderopvang (artikel 1.56b) Beleidsregels kwaliteitkinderopvang (artikel 11 en 15b onder c) |
|||||||
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
|
1 De gastouder draagt zorg voor het waarborgen van sociaal emotionele veiligheid (art 1.56b Wko en art 11 en 15b sub c Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
|
2 De gastouder biedt de opvangkinderen de mogelijkheid om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen (art 1.56b Wko en art 11 en 15b sub c Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
|
3 De gastouder biedt de opvangkinderen de mogelijkheid om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen (art 1.56b Wko en art 11 en 15b sub c Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
|
4 De gastouder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden (art 1.56b Wko en art 11 en 15b sub c Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
10.5 Aantal kinderen
10.5.1 Aantal kinderen |
|||||||
Wet kinderopvang (artikel 1.56b) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 15d) |
|||||||
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
|
1 Bij een gastouder worden maximaal twee kinderen van 0 jaar gelijktijdig opgevangen (art 1.56b Wko en art 15d lid 3) |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
|
2 Bij een gastouder worden maximaal vier kinderen van 0 en 1 jaar gelijktijdig opgevangen (art 1.56b Wko en art 15d lid 3) |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
|
3 Bij een gastouder worden maximaal vijf kinderen gelijktijdig opgevangen, als de kinderen (op te vangen én eigen kinderen) allemaal jonger zijn dan 4 jaar (art 1.56b Wko en art 15d lid 3) OF Bij een gastouder worden maximaal zes kinderen gelijktijdig opgevangen, als de op te vangen kinderen in de leeftijd van 0 tot 13 jaar zijn. Eigen kinderen tot 10 jaar worden meegerekend (art 1.56b Wko en art 15d lid 3) |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
10.5.2 Achterwacht |
|||||||
Wet kinderopvang (artikel 1.56b) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 15b onder b) |
|||||||
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
|
1 Indien er drie of meer kinderen op het opvangadres aanwezig zijn, dan is ondersteuning van de gastouder door een andere volwassene in geval van calamiteiten geregeld (artikel 1.56b Wko en art 15b onder b). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
|
2 De achterwacht is telefonisch bereikbaar tijdens de opvangtijden (artikel 1.56b Wko en art 15b onder b). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
|
3 De achterwacht is in geval van calamiteiten binnen 15 minuten op het opvangadres aanwezig (artikel 1.56b Wko en art 15b onder b). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
10.6 Veiligheid en gezondheid
10.6.1 Risico-inventarisatie veiligheid |
|||||||
Wet kinderopvang (artikel 1.49 en 1.56b) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 12 en 15e) |
|||||||
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
|
1 De gastouder heeft op het opvangadres een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud (art 1.56b Wko en art 15e lid 1 Beleidsregels kwaliteit) |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
|
2 De gastouder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie (art 1.56b Wko en art 15e lid 1 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
10.6.1.1 Beleid veiligheid |
|||||||
Wet kinderopvang (artikel 1.49 en 1.56b) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 8, 12 en 15e) |
|||||||
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
|
1 Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico’s, alsmede de samenhang tussen de risico’s en de maatregelen ((art 1.56b Wko en art 15e lid 1 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
|
2 Er is een registratie van ongevallen, waarbij per ongeval de aard en plaats van het ongeval, de leeftijd van het kind, de datum van het ongeval en een overzicht van te treffen maatregelen worden vermeld (art 1.56b Wko en art 15e lid 5 Beleidsregels kwaliteit) |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
10.6.1.2 Uitvoering beleid veiligheid |
|||||||
Wet kinderopvang (artikel 1.49 en 1.56b) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 12 en 15e) |
|||||||
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
|
1 De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk (art 1.56b Wko). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
|
2 Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn (art 1.56b Wko). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
|
3 De gastouder is op de hoogte van de risico’s en handelt conform het plan van aanpak (art 1.56b Wko en art 15b sub c Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
|
4 De gastouder informeert de volwassen huisgenoten over de risico’s en de daarbij behorende maatregelen uit het plan van aanpak (art 1.56b Wko). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
10.6.2 Risico-inventarisatie gezondheid |
|||||||
Wet kinderopvang (artikel 1.49 en 1.56b) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 12 en 15e) |
|||||||
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
|
1 De gastouder heeft op het opvangadres een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud (art 1.56b Wko en art 15e lid 1 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
|
2 De gastouder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie (art 1.56b Wko en art 15e lid 1 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
10.6.2.1 Beleid gezondheid |
|||||||
Wet kinderopvang (artikel 1.49 en 1.56b) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 12 en 15e) |
|||||||
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
|
1 Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico’s, alsmede de samenhang tussen de risico’s en de maatregelen (art 1.56b Wko en art 15e lid 1 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
10.6.2.2 Uitvoering beleid gezondheid |
|||||||
Wet kinderopvang (artikel 1.49 en 1.56b) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 12, 15 b en 15e) |
|||||||
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
|
1 De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk (art 1.56b Wko). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
|
2 Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn (art 1.56b Wko). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
|
3 De gastouder is op de hoogte van de risico’s en handelt conform het plan van aanpak (art 1.56b Wko en art 15b sub c Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
|
4 De gastouder informeert de volwassen huisgenoten over de risico’s en de daarbij behorende maatregelen uit het plan van aanpak (art 1.56b Wko). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
10.6.3 Protocol kindermishandeling |
|||||||
Wet kinderopvang (artikel 1.49 en 1.56b) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 15a) |
|||||||
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
|
1 Op het opvangadres is een protocol kindermishandeling van het gastouderbureau aanwezig (art 1.49 Wko en art 10a Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
10.6.3.1 Uitvoering beleid protocol kindermishandeling |
|||||||
Wet kinderopvang (artikel 1.49 en 1.56b) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 15a) |
|||||||
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
|
1 De gastouder kent de inhoud van het protocol (art 1.49 en 1.56b Wko en art 10a Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
|
2 De gastouder handelt aantoonbaar naar het protocol (art 1.49 en 1.56b Wko en art 10a Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
11.Afwegingsmodel handhaving peuterspeelzaal
De kwaliteitsaspecten voor de peuterspeelzaal zijn ingedeeld naar de volgende domeinen:
- 11.
1 Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
- 11.
2 Ouders
- 11.
3 Personeel
- 11.
4 Veiligheid en gezondheid
- 11.
5 Groepsgrootte en beroepskracht/vrijwilliger-kind-ratio
- 11.
6 Pedagogisch beleid
- 11.
7 Klachten
Voor het boetebeleid (de bestraffende sanctie) geldt dat dit alleen van toepassing is op niet-gesubsidieerde instellingen (art 2.27 Wko). 11.1 Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
11.1.1Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.1)
Beleidsregels werkwijze toezichthouder kinderopvang (artikel 4, eerste lid)
Constatering
gevolg
1Gedurende het verblijf in de peuterspeelzaal wordt verzorging en opvoeding geboden en wordt een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen.
Indien niet voldaan: geen peuterspeelzaal in de zin van de wet.
Verwijdering uit landelijk register
2Het verblijf in de peuterspeelzaal is uitsluitend bestemd voor kinderen in de leeftijd van twee jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs.
Indien niet voldaan: geen peuterspeelzaal in de zin van de wet.
Verwijdering uit landelijk register
11.2 Ouders
11.2.1Informatie
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 2.11 en 2.21 vierde lid)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikelen 19 en 20 tweede lid)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De houder informeert de ouders over het te voeren beleid (art. 2.11 Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
2.De houder informeert de ouders en de kinderen tot welke peuterspeelzaalgroep het kind behoort en welke beroepskrachten op welke dag voor welke groep verantwoordelijk zijn en welke vrijwilligers op deze dag aanwezig zijn (art 2.11 Wko en art 19 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
3.De houder legt een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats (art 2.21 lid 4 Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
4.De informatie is gedetailleerd genoeg om ouders een adequaat beeld van de praktijk te geven (art 2.11 Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
5. De praktijk sluit aan bij de aan de ouders verstrekte informatie.
(art 2.11 Wko)
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
Items 2.2 t/m 2.3.2 zijn alléén van toepassing op niet-gesubsidieerde peuterspeelzalen
11.2.2 Reglement oudercommissie,
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.16 en 2.17)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld (art 2.16 lid 1 Wko)
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2500
11.2.1.1 Inhoud reglement oudercommissie
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.16)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1 Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden (art 2.16 lid 2 sub a Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
2.Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden (art 2.16 lid 2 sub b Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
3.Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden (art 2.16 lid 2 sub c Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
4. Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie (art 2.16 lid 3 Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
5 De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie (art 2.16 lid 5 Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
11.2.3 Instellen oudercommissie
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.15 eerste lid)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De houder heeft een oudercommissie ingesteld (art. 2.15 lid 1 Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
11.2.3.1 Voorwaarden oudercommissie
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.15, tweede, derde en vierde lid)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De houder is geen lid (art 2.15 lid 2 en 3 Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
2.Het personeel is geen lid (art 2.15 lid 3 Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
3.De leden worden gekozen uit en door de ouders (art 2.15 lid 2 Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
4.De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen (art 2.15 lid 4 Wko).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
11.2.3.2 Adviesrecht oudercommissie
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.17)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen (art. 2.17 lid 1 Wko).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
750
2.De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft (art. 2.17 lid 4 Wko).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
750
3.Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet (art. 2.17 lid 2 Wko).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
750
4.De houder geeft de oudercommissie gelegenheid ook ongevraagd te adviseren over de genoemde onderwerpen(art. 2.17 lid 3 Wko).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
750
11.3 Personeel
11.3.1 Verklaring omtrent het gedrag
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.6, derde, vierde en vijfde lid)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 21)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.Personen werkzaam bij de peuterspeelzaal zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag (art 2.6 lid 3 Wko en art 21 lid 1 Beleidsregels kwaliteit)
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
3000 per ontbrekende VOG
2.De verklaring omtrent het gedrag is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overlegd (art 2.6 lid 4 Wko)
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
3000 per ontbrekende of te laat overlegde VOG
3.De verklaring omtrent het gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee maanden (art 2.6 lid 4 Wko).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
3000 per te oude VOG
11.3.2 Passende beroepskwalificatie
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.6 eerste lid)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 9 eerste lid en artikel 24)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de CAO Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening (art 2.6 lid 1 Wko en art 20 lid 1 Beleidsregels kwaliteit)
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
3000 per beroeps-kracht die niet voldoet
11.3.3 Gebruik van de voorgeschreven voertaal
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.12)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1a De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt (art 2.12 lid 1 Wko).
OF
1b Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode (art 2.12 lid 2 Wko).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2500
11.3.4 Vrijwilligersbeleid
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (art 2.6)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 23)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1De houder heeft een vrijwilligersbeleid, wat tot uitdrukking komt in een beleidsplan (art 2.6 lid 1 Wko en art 23 lid 1 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
3000
11.3.4.1 Inhoud vrijwilligersbeleid
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (art 2.6)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 23)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1In het vrijwilligersbeleid staan minimumeisen waar een in de peuterspeelzaal werkzame vrijwilliger aan dient te voldoen (art 2.6 lid 1 Wko en art 23 lid 1 sub a Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
3000
2In het vrijwilligersbeleid staan afspraken die de houder met vrijwilligers maakt (art 2.6 lid 1 Wko en art 23 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
3000
3In het vrijwilligersbeleid staan de taakomschrijvingen waarin wordt omschreven welke bijdrage aan het werk in de peuterspeelzaal van de vrijwilligers wordt verwacht en op welke wijze dit samenhangt met het pedagogisch beleid (art 2.6 lid 1 Wko en art 23 lid 1 sub c Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
3000
11.3.4.2 Aansprakelijkheidsverzekering
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (art 2.6)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 23)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1De houder draagt er zorg voor dat alle vrijwilligers werkzaam bij de peuterspeelzaal voor wettelijke aansprakelijkheid verzekerd zijn (art 2.6 lid 1 Wko en art 23 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
0-14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
4000
11.4 Veiligheid en gezondheid
11.4.1 Risico-inventarisatie veiligheid
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.9)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 8 en 18)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud (art 2.9 Wko en art 18 jo art 8 lid 1 en 6 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
8000 bij geheel ontbreken, 4000 in geval ouder dan 1 jaar
2.De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie (art 2.9 Wko en art 18 jo art 8 lid 1 en 6 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
4000
11.4.1.1 Beleid veiligheid
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.9)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 8 en 18)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De risico-inventarisatie beschrijft de veiligheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, (verstikking), verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden (art 2.9 Wko en art 18 jo art 8 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1500
2.Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico’s, alsmede de samenhang tussen de risico’s en de maatregelen (art 2.9 Wko en art 18 jo art 8 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1500
3.Er is een registratie van ongevallen, waarbij per ongeval de aard en plaats van het ongeval, de leeftijd van het kind, de datum van het ongeval en een overzicht van te treffen maatregelen worden vermeld (art 2.9 Wko en art 18 jo art 8 lid 4 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1500
11.4.1.2 Uitvoering beleid veiligheid
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.9)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 18)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk (art 2.9 Wko)
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
2.Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn (art 2.9 Wko en art 18 jo art 8 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
3.De houder draagt zorg voor uitvoering van het plan van aanpak (art 2.9 Wko)
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
4.Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico’s en de aanpak daarvan ((art 2.9 Wko en art 18 jo art 8 lid 5 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
5.Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak (art 2.9 Wko)
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
11.4.2 Risico-inventarisatie gezondheid
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.9)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud (art 2.9 Wko en art 18 jo art 8 lid 1 en 6 Beleidsregels kwaliteit)
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
8000 bij geheel ontbreken, 4000 in geval ouder dan 1 jaar
2.De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie(art 2.9 Wko en art 18 jo art 8 lid 1 en 6 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
4000
11.4.2.1 Beleid gezondheid
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.9)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 18)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.Derisico-inventarisatie beschrijft de gezondheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen (art 2.9 Wko en art 18 jo art 8 lid 1 en 3 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1500
2.Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico’s, alsmede de samenhang tussen de risico’s en de maatregelen (art 2.9 Wko en art 18 jo art 8 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1500
11.4.2.2 Uitvoering beleid gezondheid
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.9)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 18)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk (art. 2.9 Wko)
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
2.Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn (art 2.9 Wko en art 18 jo art 8 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
3.De houder draagt zorg voor uitvoering van plan van aanpak (art 2.9 Wko)
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
4.Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico’s en de aanpak daarvan (art 2.9 Wko en art 18 jo art 8 lid 5 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
5.Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak (art 2.9 Wko)
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
11.4.3 Protocol kindermishandeling
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.5 en 2.9)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 10a en 22)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De houder heeft een protocol kindermishandeling welke voldoet aan de beschreven eisen (art.2.5 Wko en art 22 jo 10a lid 1 Beleidsregels kwaliteit)
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
8000
11.4.3.1 Beleid protocol kindermishandeling
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.5 en 2.9)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 22)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De houder draagt er zorg voor dat beroepskrachten op de hoogte zijn van de inhoud van het protocol kindermishandeling (art 2.5 Wko en art 22 jo art 10a lid 3 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2000
11.4.3.2 Uitvoering beleid protocol kindermishandeling
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.5 en 2.9)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 22)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De beroepskrachten kennen de inhoud van het protocol (art 2.5 Wko en art 22 jo art 10a Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
2.De beroepskrachten handelen aantoonbaar naar het protocol kindermishandeling (art 2.5 Wko en art 22 jo art 10a Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
11.5 Groepsgrootte en beroepskracht/vrijwilliger-kind-ratio
11.5.1 Opvang in groepen
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.6)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 19)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De opvang vindt plaats in groepen (art 2.6 Wko en art 19 lid 1 Beleidsregels kwaliteit)
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
4000
2.De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen (art 2.6 Wko en art 19 lid 1 Beleidsregels kwaliteit).
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2000 per kind teveel
11.5.2 Vaste beroepskrachten
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.6)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 19, derde lid)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten (art 2.6 Wko en art 19 lid 3 Beleidsregels kwaliteit)
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
2.Dagelijks is minimaal één van de vaste beroepskrachten werkzaam op de groep van het kind (art 2.6 Wko en art 19 lid 3 Beleidsregels kwaliteit)
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
11.5.3 Beroepskracht/vrijwilliger-kind-ratio
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.6)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 17 en artikel 19 lid 4, 5 en 6)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt:
- in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht;
- in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht.
(art 2.6 Wko en art 19 lid 5 Beleidsregels kwaliteit)
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
5000 per ontbrekende beroepskracht
2Indien conform de beroepskracht / vrijwilliger-kind-ratio slechts één beroepskracht in een peuterspeelzaal aanwezig is, dan is ondersteuning van deze beroepskracht door een andere volwassene in geval van calamiteiten geregeld (art 2.6 Wko en art 17 Beleidsregels kwaliteit)
Hoog
maximaal 14 dagen
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2000
11.6 Pedagogisch beleid
11.6.1 Pedagogisch beleidsplan
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 2.5, 2.6 en 2.9)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 16)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor die peuterspeelzaal kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven (art 2.6 Wko en art 16 lid 1 Beleidsregels kwaliteit)
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
3000
11.6.1.1 Inhoud pedagogisch beleidsplan
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 2.5, 2.6 en 2.9)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 16)
Herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt (art 2.6 Wko en art 16 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit)
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
750
2Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de peuterspeelzaalgroep (art 2.6 Wko en art 16 lid 2 sub b Beleidsregels kwaliteit)
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
750
3Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de (spel)activiteiten waarbij kinderen hun peuterspeelzaalgroep danwel de peuterspeelzaalgroepsruimte verlaten (art 2.6 Wko en art 16 lid 2 sub c Beleidsregels kwaliteit)
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
750
4Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten bij hun werkzaamheden met kinderen worden ondersteund door andere niet structureel ingezette personen (art 2.6 Wko en art 16 lid 2 sub d Beleidsregels kwaliteit)
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
750
5Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe de achterwacht geregeld is in het geval er slechts één beroepskracht in een peuterspeelzaal aanwezig is (art 2.6 Wko en art 16 lid 2 sub e Beleidsregels kwaliteit)
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
750
6Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden (art 2.6 Wko en art 16 lid 2 sub f Beleidsregels kwaliteit)
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
750
7Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal toegerust worden voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden (art 2.6 Wko en art 16 lid 2 sub g Beleidsregels kwaliteit)
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
750
11.6.1.2 Pedagogische praktijk
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 2.5 en 2.6)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 16)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De beroepskrachten en vrijwilligers kennen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan (art 2.6 Wko en art 16 lid 3 Beleidsregels kwaliteit)
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
2.De beroepskrachten en vrijwilligers handelen conform het pedagogisch beleidsplan (art 2.6 Wko en art 16 lid 3 Beleidsregels kwaliteit)
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
11.6.2 Emotionele veiligheid
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 2.5, 2.6 en 2.9)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 16)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1 De beroepskracht en/of vrijwilliger communiceert met de kinderen (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit)
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
2De beroepskracht en/of vrijwilliger heeft een respectvolle houding naar de kinderen (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit)
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
3Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit)
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
4De kinderen worden uitgenodigd tot participatie (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit)
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
5Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit)
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
6Er is informatieoverdracht tussen ouders en beroepskracht (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit)
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
11.6.3 Persoonlijke competentie
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 2.5, 2.6 en 2.9)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 16)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De beroepskracht en/of vrijwilliger ondersteunt en stimuleert individuele kinderen (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
2.Er is een goede interactie tussen beroepskracht en/of vrijwilliger en individuele kinderen (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 Beleidsregels kwaliteit)
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
3.Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 Beleidsregels kwaliteit)
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
4.Er is aandacht voor leermomenten. Hierbij is taal en motorisch spel van jonge kinderen belangrijk (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 Beleidsregels kwaliteit)
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
11.6.4 Sociale competentie
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 2.5, 2.6 en 2.9)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 16)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1.De beroepskracht en/of vrijwilliger ondersteunt de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 Beleidsregels kwaliteit)
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
2.De beroepskracht en/of vrijwilliger ondersteunt de kinderen in het voorkómen en oplossen van conflicten (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 Beleidsregels kwaliteit)
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
3.De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 Beleidsregels kwaliteit)
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
11.6.5 Overdracht van normen en waarden
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 2.5, 2.6 en 2.9)
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 16)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 Beleidsregels kwaliteit)
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
2Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 Beleidsregels kwaliteit)
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
3Afspraken, regels en omgangsvormen worden aan de kinderen uitgelegd (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 Beleidsregels kwaliteit)
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1000
4Beroepskrachten en/of vrijwilligers geven zelf in hun spreken en handelen het goede voorbeeld (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 Beleidsregels kwaliteit)
Gemiddeld
maximaal 2 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
2000
11.7 Klachten
11.7.1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector
Wet klachtrecht cliënten zorgsector (artikelen 1, 2, 2a en 3c)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten die voldoet aan de beschreven eisen (art 2 lid 1 Wkcz).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1500 indien regeling geheel ontbreekt, 500 indien regeling niet aan de eisen voldoet
2De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van ouders (art 2 lid 1 Wkcz).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
3De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie werkt met een reglement (art 2 lid 3 Wkcz).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
4De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie (art 2 lid 5 Wkcz).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
5De houder leeft geheimhoudingsplicht na (art 4 Wkcz).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
6De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen worden aangegeven (art 2 lid 7 Wkcz).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
7De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD (art 2 lid 9 Wkcz).
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
11.7.2 Klachtenregeling oudercommissie
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.18)
herstellende sanctie
bestraffende sanctie
Prioriteit
Herstelter-mijn
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
bestuurlijke boete
1De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 2.17, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen (art 2.18 Wko)
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
1500 indien regeling geheel ontbreekt, 500 indien regeling niet aan de eisen voldoet
2De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van oudercommissie (art 2.18 Wko)
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
3De houder zorgt voor naleving van de regeling (art 2.18 Wko)
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
4De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen worden aangegeven (art 2.18 Wko)
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
5De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD (art 2.18 Wko)
Laag
maximaal 6 maanden
Aanwijzing
Last onder dwangsom
Exploitatie-verbod
Verwijdering uit landelijk register
500
12.Afwegingsmodel handhaving overige overtredingen
Overige overtredingen |
|
Overtreding |
Boete |
art. 5:20 Awb, tegenwerken ambtenaar |
7500 |
art. 1.45 Wko of 2.2 Wko starten zonder aanvraag (Wet economische delicten) |
20.000 |
art. 1.47 lid 1 WKo, wijzigingen niet onverwijld melden |
2000 |
art. 1.65 WKo of 2.23 Wko, overtreding aanwijzing/bevel |
Zie de genoemde bedragen bij de desbetreffende bevelen/aanwijzingen in het afwegingsmodel handhaving kinderopvang |
art. 1.66 Wko of 2.24 Wko overtreden exploitatieverbod |
20.000 |
niet nakomen van een afspraak als bedoeld in artikel 167 Wet op het primair onderwijs |
5.000 |
Bijlage 1. Uitwerking handhavingsinstrumenten
Het college ziet toe op naleving van de Wet kinderopvang. Hiertoe heeft het college ambtenaren van de GGD als toezichthouder aangewezen. Het college kan op basis van bevindingen van de toezichthouder ingrijpen. Hiertoe heeft de gemeente een aantal instrumenten tot zijn beschikking.
1. Aanwijzing
Het college is bevoegd schriftelijk een aanwijzing te geven indien een kindercentrum of een gastouderbureau zich niet houdt aan de voorschriften die zijn opgenomen in de Wet kinderopvang.
Wettelijke basis: artikel 1.65, eerste lid Wet kinderopvang
Grond: het niet voldoen aan de voorschriften van afdeling 3, paragrafen 2 en
3 van de Wet kinderopvang
Vorm: schriftelijk besluit
Bevoegd: het college
Object: kindercentrum of gastouderbureau
In de beschikking tot aanwijzing vermeldt het college:
- -
de wettelijke basis waarop de aanwijzing berust;
- -
een beschrijving van de geconstateerde overtredingen, op welke punten niet of onvoldoende wordt voldaan aan de voorschriften;
- -
een beschrijving van de te nemen maatregelen in verband met de geconstateerde overtredingen;
- -
de termijn waarbinnen de maatregelen genomen moeten zijn, eventule aankondiging van een (onverwachte) herinspectie;
- -
de wijze waarop een eventuele zienswijze is beoordeeld;
- -
de mogelijkheid van bezwaar en beroep;
- -
de waarschuwing dat de aanwijzing kan worden afgedwongen met het opleggen van een last onder bestuursdwang / dwangsom (o.b.v. art. 125 Gemeentewet en afdeling 5.3.1 en 5.3.2 Algemene wet bestuursrecht) of kan leiden tot een bestuurlijke boete (o.b.v. art. 1.72, eerste lid Wet kinderopvang).
2. Bevel
Als de toezichthouder oordeelt dat de kwaliteit van de kinderopvang bij een kindercentrum of een gastouderbureau zodanig tekortschiet, dat het nemen van maatregelen redelijkerwijs geen uitstel kan lijden, kan de toezichthouder een schriftelijk bevel geven.
Wettelijke basis: artikel 1.65, derde lid Wet kinderopvang
Grond: indien de kwaliteit van de kinderopvang bij een kindercentrum zodanig tekortschiet dat het nemen van maatregelen redelijkerwijs geen uitstel kan lijden. Een aanwijzing kan in een dergelijke situatie niet worden afgewacht.
Vorm: schriftelijk besluit
Geldigheidsduur: zeven dagen
Bevoegd: toezichthouder GGD, verlenging door het college
Object: kindercentrum
In het bevel beschrijft de toezichthouder:
- -
de wettelijke basis waarop het bevel berust;
- -
de geconstateerde overtredingen, op welke punten niet of onvoldoende wordt voldaan aan de voorschriften;
- -
de maatregelen die genomen moeten worden in verband met de geconstateerde overtredingen;
- -
de termijn waarbinnen de maatregelen genomen moeten zijn en hoe dit vervolgens wordt gecontroleerd;
- -
de wijze waarop een eventuele zienswijze is beoordeeld;
- -
de mogelijkheid van bezwaar en beroep;
- -
de waarschuwing dat de aanwijzing kan worden afgedwongen met bestuursdwang, dwangsom (o.b.v. art. 125 Gemeentewet) of kan leiden tot een bestuurlijke boete (o.b.v. art. 1.72, eerste lid Wet kinderopvang).
3. Verbod exploitatie voort te zetten
Het college kan de houder verbieden de exploitatie van een kindercentrum of gastouderbureau voort te zetten, zolang bij een bevel of een aanwijzing niet opvolgt en het toepassen van bestuursdwang niet mogelijk is.
Wettelijke basis: artikel 1.66, eerste lid Wet kinderopvang
Grond: zolang de houder een bevel of aanwijzing niet opvolgt en het toepassen van bestuursdwang (praktisch) niet mogelijk is
Vorm: schriftelijk besluit
Bevoegd: het college
Object: kindercentrum of gastouderbureau
In het exploitatieverbod beschrijft het college:
- -
de wettelijke basis waarop het verbod berust;
- -
de gegeven en niet opgevolgde aanwijzingen en bevelen;
- -
de mogelijkheden voor de houder om het exploitatieverbod te laten opheffen;
- -
de termijn waarbinnen de exploitatie gestaakt moet worden;
- -
de wijze waarop een eventuele zienswijze is beoordeeld;
- -
de mogelijkheid van bezwaar en beroep;
- -
de waarschuwing dat het verbod kan worden afgedwongen met het opleggen van een last onder bestuursdwang / dwangsom (o.b.v. art. 125 Gemeentewet) of kan leiden tot een bestuurlijke boete (o.b.v. art. 1.72, eerste lid Wet kinderopvang).
4. Verbod om in exploitatie te gaan
Het college kan de houder verbieden een kindercentrum of gastouderbureau in exploitatie te nemen, als blijkt dat het kindercentrum of het gastouderbureau naar verwachting niet dan wel niet langer aan de voorschriften zal voldoen.
Wettelijke basis: artikel 1.66, tweede lid Wet Kinderopvang
Grond: niet voldoen bij of krachtens afdeling 3, paragraaf 2 van de Wet kinderopvang gestelde voorschriften.
Vorm: schriftelijk besluit
Bevoegd: het college
Object: kindercentrum of gastouderbureau
In het exploitatieverbod beschrijft het college:
- -
de wettelijke basis waarop het verbod berust;
- -
de wijze waarop een eventuele zienswijze is beoordeeld;
- -
de geconstateerde tekortkomingen op welke punten niet wordt voldaan aan de voorschriften;
- -
de mogelijkheid van bezwaar en beroep;
- -
de waarschuwing dat het verbod kan worden afgedwongen met het opleggen van een last onder bestuursdwang / dwangsom (o.b.v. art. 125 Gemeentewet) of kan leiden tot een bestuurlijke boete (o.b.v. art. 1.72, eerste lid Wet Kinderopvang).
5. Verwijdering uit het register
Het college mag de gegevens van een kindercentrum of gastouderbureau uit het register verwijderen, als uit onderzoek blijkt dat de houder niet aan de kwaliteitseisen voldoet.
Wettelijke basis: artikel 46 Wet kinderopvang
Grond: indien op basis van een onderzoek – als bedoeld in artikel 1.62 van de Wet kinderopvang - is gebleken dat de houder naar verwachting niet dan wel niet langer voldoet aan de bij of krachtens afdeling 3, paragrafen 2 en 3 van de wet gegeven voorschriften
Vorm: schriftelijk besluit; extra verplichting in de regeling om publicatie in een lokaal verspreid dag-, nieuw- of huis-aan-huisblad
Bevoegd: het college, op basis van rapport van de toezichthouder
Object: kindercentrum of gastouderbureau
Op grond van artikel 4:8 Awb moet de houder in de gelegenheid worden gesteld zijn zienswijze bekend te maken voordat de registratie wordt verwijderd. De houder mag dit mondeling of schriftelijk doen, artikel 4:9 Awb. In bepaalde gevallen mag worden afgeweken van de verplichting tot zienswijze geven, zoals in het geval van spoed. Gelet op de impact van een dergelijke beslissing ligt het voor de hand dit besluit zeer zorgvuldig voor te bereiden. Verwijdering op termijn is ook mogelijk.
In het besluit vermeldt het college:
- -
de wettelijke basis waarop het besluit berust;
- -
de termijn waarop verwijdering plaatsvindt;
- -
de mogelijkheid van bezwaar en beroep.
6. Bestuursdwang
Nadat de aanwijzing of het bevel niet ten uitvoer is gelegd, kan het college besluiten ter handhaving een last onder bestuursdwang op te leggen. Bestuursdwang is de herstelsanctie, inhoudende een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding, en de verplichting om te dulden
dat het bestuursorgaan de last door feitelijk handelen ten uitvoer legt, indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd.
Wettelijke basis: artikel 125 Gemeentewet
Grond: het niet opvolgen van een bevel of aanwijzing als bedoeld in artikel 1.65 van de Wet Kinderopvang
Vorm: schriftelijk besluit
Bevoegd: het college
Object: kindercentrum of gastouderbureau
7. Dwangsom
In plaats van bestuursdwang kan het college besluiten een last onder dwangsom op te leggen. Een last onder dwangsom wordt niet opgelegd als er acuut gevaar is. Dan is het beter om te kiezen bijvoorbeeld voor bestuursdwang. Een last onder dwangsom is een herstelsanctie: de
overtreding moet ‘hersteld’ worden. Gebeurt dit niet of niet tijdig dan moet een geldsom worden betaald.
Wettelijke basis: artikel 125 Gemeentewet juncto artikel 5:32, eerste lid van de Awb
Grond: het niet opvolgen van een bevel of aanwijzing als bedoeld in artikel 1.65
van de Wet Kinderopvang
Vorm: schriftelijk besluit
Bevoegd: het college
Object: kindercentrum of gastouderbureau
8. Bestuurlijke boete houder
Een bestuurlijke boete kan worden opgelegd indien een houder een verplichting, een aanwijzing of een bevel niet nakomt of handelt in strijd met een verbod. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 45.000,--. Ook kan een bestuurlijke boete tot max. € 5.000,-- worden opgelegd als een houder niet alle inlichtingen verstrekt aan het college die voor de aanspraak van een ouder op de tegemoetkoming van de gemeente van belang zijn.
Wettelijke basis: artikel 1.72 Wet kinderopvang
Grond: het niet nakomen van een verplichting als bedoeld bij of krachtens afdeling 3, een aanwijzing of bevel als bedoeld in artikel 1.65 van de
Wet of artikel 5:20 van de Awb dan wel bij handelen in strijd met het verbod van artikel 1.66;
Vorm: schriftelijk besluit
Bevoegd: het college
Object: houder van een kindercentrum of gastouderbureau
Bijzonder: geen mandaat voor opleggen boete mogelijk aan de opsteller rapport.
De hoogte van de boete moet worden afgestemd op de ernst van de overtreding, de mate waarin de overtreding de persoon verweten kan
worden en de omstandigheden waarin die persoon verkeert.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl