Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening op de heffing en invordering van leges 2010

Geldend van 30-12-2009 t/m 31-12-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van leges 2010

De raad van de gemeente Bergen;

gelezen het voorstel van het college van 10 november 2009;

gelet op het advies van de algemene raadscommissie van 1 december 2009;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2010(Legesverordening 2010)

legesverordening 2010

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    “dag”: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • c.

    “week”: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • d.

    “maand”: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • e.

    “jaar”: het tijdvak loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • f.

    “kalenderjaar”: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • g.

    APV: de Algemene Plaatselijke Verordening.

  • h.

    EDR: Europese Dienstenrichtlijn.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam “leges” worden rechten geheven ter zake van het genot van, door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven:

  • a.

    van openbare besturen, ambtenaren of instellingen van de diensten door hen in het algemeen belang verzocht, met uitzondering van die genoemd onder hoofdstukken

4 en 5 van de bij deze verordening behorende tarieven tabel;

  • b.

    van schoolbesturen en daarmede gelijk te stellen organisaties ten aanzien van inlichtingen of opgaven uit het bevolkingsregister en uit de registers van de burgerlijke stand;

  • c.

    ter zake van het in behandeling nemen en verrichten van dienstverleningen en van handelingen ter zake van:

    • 1.

      voor de afgifte van bewijzen van onvermogen;

    • 2.

      attestaties de vita tot ontvangst van aan Nederlandse ridderorden verbonden lijfrente, pensioen, wachtgeld of uitkeringen;

    • 3.

      de aan belanghebbende uit te reiken beschikkingen of afschriften daarvan, houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, van enige gemeentelijke functie of dienstverlening jegens de gemeente;

    • 4.

      de aan belanghebbende uit te reiken beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een verzoek om subsidie uit de gemeentekas;

    • 5.

      het ter secretarie persoonlijk afhalen van de in de bij deze verordening behorende tabel onder hoofdstuk 2 omschreven agenda’s en notulen;

    • 6.

      een aanlegvergunning, als bedoeld in artikel 3.3 van de Wet ruimtelijke ordening ten behoeve van het scheuren van grasland;

    • 7.

      voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in onderdeel 17.6. van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvraag een vergunning betreft voor een plaatselijke instelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard en waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers;

    • 8.

      het afgeven van beschikkingen op verzoek- en bezwaarschriften ter zake van plaatselijke belastingen;

    • 9.

      het doen van nasporingen in het gemeente-archief ten behoeve van een wetenschappelijk doel;

    • 10.

      het verstrekken aan publiciteitsmedia van voorstellen aan de raad.

Artikel 5 Tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt;

  • 3. De eventuele kosten van registratie, legalisatie, portikosten en andere rechten worden apart van de verschuldigde leges geheven.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerst lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Teruggaaf

  • 1. Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

  • 2. Voor de toepassing van artikel 28, vierde en vijfde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

Artikel 10 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 11 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1.

    • De “Legesverordening 2009” van 16 december 2008 en de daarbij behorende tarieventabel, laatstelijk gewijzigd bij raadbesluit van 22 september 2009 worden ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als “Legesverordening 2010”.

Tarieventabel

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2010

Indeling tarieventabel

Hoofdstuk 1 Algemeen

Hoofdstuk 2 Bestuursstukken

Hoofdstuk 3 Burgerlijke Stand

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

Hoofdstuk 5 Bouwgerelateerde leges

Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening en gebruiksvergunningen

Hoofdstuk 7 Gemeentearchief

Hoofdstuk 8 Kiezersregister

Hoofdstuk 9 Reisdocumenten

Hoofdstuk 10 Rijbewijzen

Hoofdstuk 11 Wet op de Kansspelen

Hoofdstuk 12 Drank- en Horecawet

Hoofdstuk 13 Winkeltijdenwet

Hoofdstuk 14 Huisvestingswet

Hoofdstuk 15 Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 16 Seksinrichtingen en escortbedrijven

Hoofdstuk 17 Diversen

Hoofdstuk 18 Omgevingsvergunning (Wabo)

Hoofdstuk 1

Algemeen

1.1

Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot verstrekken van:

1.1.1.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een

andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

per pagina

€ 4,25

1.1.2.

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze

tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1.1.2.1.

per pagina op papier van A4-formaat

€ 0,95

1.1.2.2.

per pagina op papier van A3-formaat

€ 1,30

1.1.3.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het

verstrekken van:

1.1.3.1.

een kopie bouwtekening

€ 7,15

1.1.3.2.

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere

wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 16,65

1.1.3.3.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt,

voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

per pagina

€ 4,30

Hoofdstuk 2

Bestuursstukken

2.1.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het

verstrekken van:

2.1.1.

de programmabegroting van de gemeente

€ 25,60

2.1.2.

de productenraming van de gemeente

€ 36,90

2.1.3.

de gemeenterekening (programmabegroting)

€ 44,40

2.2.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten

van een abonnement voor een kalenderjaar:

2.2.1.

op de agenda's met de daarbij behorende voorstellen, notulen en stukken van de

gemeenteraad en de raadscommissies, mits afgehaald op het gemeentehuis, per jaar

€ 27,00

2.2.2.

op de agenda's met de daarbij behorende voorstellen, notulen en stukken, indien per post

bezorgd per jaar van:

één bepaalde raadscommissie

twee of meer raadscommissie

de gemeenteraad

de gemeenteraad en één commissie

de gemeenteraad en alle commissies

€ 40,90

€ 54,25

€ 81,60

€ 122,40

€ 135,75

2.3.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

2.3.1.

een afschrift van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 28,55

2.3.2.

een afschrift van elke andere verordening, voor zover elders in de verordening niet anders geregeld:

-per bladzijde

-met een maximum van

€ 0,95

€ 13,30

Hoofdstuk 3

Burgerlijke Stand

3.1.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap;

3.1.1

met in achtneming van hetgeen is vermeld in 3.1.2.

€ 360,00

3.1.2.

maandag en woensdag van 09.00 tot 9.15 uur in het gemeentehuis

kosteloos

3.3.

Het tarief bedraagt ter zake van het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een daartoe aangewezen trouwlocatie

€ 360,00

3.3.1.

Het tarief bedraagt ter zake van het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op het gemeentehuis

€ 76,50

3.4.

Het tarief bedraagt ter zake van het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje met:

3.4.1.

leren omslag

€ 45,00

3.4.2.

plastic omslag

€ 11,00

3.5.

Het tarief bedraagt ter zake van het verstrekken van een duplicaat trouwboekje of partnerschapsboekje met:

3.5.1.

leren omslag

€ 45,00

3.5.2.

plastic omslag

€ 11,00

3.5.3.

De tarieven als bedoeld onder 3.4.1. en 3.4.2. worden verhoogd indien de tekst kalligrafisch is aangebracht met:

€ 20,00

3.5.4.

indien later kind of kinderen worden bijgeschreven

€ 6,00

3.5.5.

Het tarief bedraagt ter zake van het optreden van een ambtenaar als getuige bij een huwelijk of registratie van een partnerschap op het gemeentehuis

€ 13,75

3.8.

Het tarief bedraagt ter zake van het doen van nasporingen in de registers van de Burgerlijke Stand, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 8,35

3.9.

Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift c.q.uittreksel van de Burgerlijke Stand als bedoeld in artikel 2 eerste lid, sub a, b, en d van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand (Stb. 1969, 36) of zoals dit Besluit laatstelijk is vervangen of gewijzigd.

€ 11,30

3.9.1.

Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 2 eerste lid sub c van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand of zoals dit Besluit laatstelijk is vervangen of gewijzigd.

€ 20,40

Hoofdstuk 4

Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

4.1.

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 4.3 en 4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie moet worden geraadpleegd.

4.2.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

4.2.1.

tot het verstrekken van gegevens:

per verstrekking

€ 7,00

4.2.1.1.

tot het verstrekken van gegevens via DigiD:

per verstrekking

€ 5,00

4.2.2.

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

4.2.2.1.

voor 100 verstrekkingen (per verstrekking)

voor 500 verstrekkingen (per verstrekking)

voor 1.000 verstrekkingen (per verstrekking)

€ 4,15

€ 3,80

€ 3.55

4.2.3.

tot het afsluiten van een abonnement op het wekelijks verstrekken van een opgave van verhuizingen binnen de gemeente, vertrekken uit de gemeente en vestigingen in de gemeente

€ 28,80

4.3.

Voor de toepassing van onderdeel 4.4. wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

4.4.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens:

per verstrekking

€ 7,00

4.4.1.

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

4.4.1.1.

voor 100 verstrekkingen (per verstrekking)

voor 500 verstrekkingen (per verstrekking)

voor 1.000 verstrekkingen (per verstrekking)

€ 4,15

€ 3,80

€ 3,55

4.5.

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 10 tweede lid, van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

€ 2,27

4.6.

Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 10,70

4.7.

Het tarief bedraagt ter zake voor de verstrekking van een:

4.7.1.

afschrift persoonslijst

€ 14,30

4.7.2.

verstrekking protocollering

€ 5,60

Hoofdstuk 5

Bouwen en Milieu

Bouwkosten

5.1.

Onder bouwkosten wordt in dit hoofdstuk verstaan de aannemingskosten (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. De voorbedoelde raming van de bouwkosten kan worden getoetst worden aan de gangbare normbedragen. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;.

Bouwvergunningen

5.2.

Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van:

5.2.1.1

een aanvraag tot beoordeling van een schetsplan met betrekking tot de vraag of een, op basis van genoemd schetsplan, uitgewerkt bouwplan een vergunning zou kunnen worden verleend, 50% van het overeenkomstig 5.2.2., onderscheidenlijk 5.2.4. berekende tarief met een minimum van € 106,85;

indien een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning voor een op basis van het schetsplan uitgewerkt bouwplan in behandeling wordt genomen, worden de daarvoor geheven leges met deze leges verrekend.

5.2.1.2.

een aanvraag tot beoordeling van een principeverzoek met betrekking tot de vraag of vrijstelling van het ter plaatse geldende bestemmingsplan verleend kan worden.

Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een bouw-, aanlegvergunning of vrijstelling gebruik voor een op basis van het principeverzoek in behandeling wordt genomen, worden de daarvoor geheven leges met deze leges verrekend;

€ 106,85

5.2.2.

een aanvraag tot het verkrijgen van een lichte bouwvergunning:

bouwkosten tot € 250.000,00

indien de bouwkosten minder bedragen dan € 250.000,00, 1,80 % van de bouwkosten met een minimum van € 94,35;

bouwkosten vanaf € 250.000,00

indien de bouwkosten € 250.000,00 bedragen of meer,

vermeerderd met 1,44% van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 250.000,00 te boven gaan;

€ 4.500,00

5.2.3.

een aanvraag tot het verkrijgen van een reguliere bouwvergunning:

bouwkosten tot € 250.000,00

indien de bouwkosten minder bedragen dan € 250.000,00, 2,27% van de bouwkosten met een minimum van € 106,85;

bouwkosten vanaf € 250.000,00

indien de bouwkosten € 250.000,00 bedragen of meer,

vermeerderd met 1,80% van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 250.000,00 te boven gaan;

€ 5.675,00

5.2.4.

een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning eerste fase, als bedoeld in artikel 56a, tweede lid, van de Woningwet:

bouwkosten tot € 250.000,00

indien de bouwkosten minder bedragen dan € 250.000,00, 1,36 % van de bouwkosten met

met een minimum van € 106,85;

bouwkosten vanaf € 250.000,00

indien de bouwkosten € 250.000,00 bedragen of meer,

vermeerderd met 1,08% van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 250.000,00 te boven gaan;

€ 3.400,00

5.2.5.

een aanvraag tot het verkrijgen van een gewijzigde bouwvergunning eerste fase, als bedoeld in artikel 56a, achtste lid, van de Woningwet:

bouwkosten tot € 250.000,00

indien de bouwkosten minder bedragen dan € 250.000,00, 1,36% van de bouwkosten met een minimum van € 106,85;

bouwkosten vanaf € 250.000,00

indien de bouwkosten € 250.000,00 bedragen of meer,

vermeerderd met 1,08% van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 250.000,00 te boven gaan;

€ 3.400,00

5.2.6.1.

een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning tweede fase, als bedoeld artikel 56a, derde lid, van de Woningwet:

bouwkosten tot € 250.000,00

indien de bouwkosten minder bedragen dan € 250.000,00, 2,27% van de bouwkosten met een minimum van € 106,85;

bouwkosten vanaf € 250.000,00

indien de bouwkosten € 250.000,00 bedragen of meer,

vermeerderd met 1,80% van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 250.000,00 te boven gaan;

€ 5.675,00

5.2.6.2.

De overeenkomstig onderdeel 5.2.6.1. berekende leges worden verminderd met de leges als bedoeld in onderdeel 5.2.4. , met dien verstande dat geen restitutie kan plaatsvinden.

Teruggaaf

5.3.1.

Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning betrekking heeft op het bouwen in afwijking van een eerder ingediend bouwplan, waarvoor reeds een vergunning is verleend, maar waarvan nog geen gebruik gemaakt is, worden de voor de oorspronkelijke vergunning geheven leges verrekend met het bedrag dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld onder 5.2.2., onderscheidenlijk 5.2.3., 5.2.4., 5.2.5. of 5.2.6.1. met dien verstande dat zij niet minder dan € 94,35 bij 5.2.2. en € 106,85 bij 5.2.3., 5.2.4., 5.2.5. of 5.2.6.1 zullen bedragen.

Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is, dat naar de omstandigheden beoordeeld van een nieuw bouwplan sprake is.

5.3.2.1.

Indien binnen 12 maanden na verlening de vergunning schriftelijk wordt ingetrokken en van een verleende bouw-, aanleg- of sloop- vergunning, m.u.v. 5.2.4 en 5.2.5, geen gebruik is gemaakt wordt teruggaaf van 30% van de geheven leges verleend.

5.3.2.2.

Indien binnen twee maanden na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bouw-, aanleg- of sloopvergunning doch voor het verlenen van de vergunning, deze aanvraag wordt ingetrokken, wordt teruggaaf van 70% van de geheven leges verleend.

5.3.2.3.

Indien op een later tijdstip dan in 5.3.2.2. bedoeld na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bouw-, aanleg- of sloopvergunning doch voor het verlenen van de vergunning, deze aanvraag wordt ingetrokken, wordt teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend.

5.3.2.4.

Indien de gevraagde bouw-, aanleg of sloopvergunning niet wordt verleend, wordt teruggaaf van 30% van de geheven leges verleend.

5.3.2.5.

Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwaanvraag betrekking heeft op een eerder ingediend bouwplan, waarvan de bouwaanvraag op verzoek van de aanvrager, 3 maanden voorafgaand aan het indienen, is ingetrokken o.g.v. 5.3.2.2 of 5.3.2.3 worden de voor de oorspronkelijke aanvraag geheven leges verrekend met het bedrag dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld onder 5.2.2., onderscheidenlijk 5.2.3., 5.2.4., 5.2.5. of 5.2.6.1. met dien verstande dat zij niet minder dan € 94,35 bij 5.2.2. en € 106,85 bij 5.2.3., 5.2.4., 5.2.5. of 5.2.6.1 zullen bedragen.

Indien reeds teruggaaf heeft plaatsgevonden als vermeld onder 5.3.2.2 of 5.3.2.3 wordt met onverminderde toepassing van het voorgaande alleen de resterende resp. 30% of 50% verrekend.

5.3.2.6.

Teruggaaf van de leges ter zake van de onder 5.3.2.1. t/m 5.3.2.5. genoemde omstandigheden vindt niet plaats indien de te verlenen teruggaaf minder bedraagt dan

€ 51,00

Overschrijving bouw-/sloopvergunning

5.4.1.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van de bouw- en/of sloopvergunning als bedoeld in artikel 10.3 van de bouwverordening.

€ 32,65

Verhogingen in verband met projectbesluit of wijziging, ontheffing of afwijking bestemmingsplan

5.5.1.

Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 50 derde lid onder a of artikel 50 zesde lid van deWoningwet (ontwerpbestemmingsplan), wordt het overeenkomstig artikel 5.2.2., onderscheidenlijk 5.2.3., 5.2.4. of 5.2.5. berekende bedrag verhoogd met

€ 106,85

5.5.2.

Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 51, vierde lid, van de Woningwet (beschermd dorpsgezicht) wordt het overeenkomstig artikel 5.2.2., onderscheidenlijk 5.2.3., 5.2.4. of 5.2.5. berekende bedrag verhoogd met

€ 106,85

5.5.3.

Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 3.6 lid 1 onder c, 3.38 lid 4, 3.22, 3.23 of 6.12 lid 6 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt het overeenkomstig artikel 5.2.2., onderscheidenlijk 5.2.3., 5.2.4. of 5.2.5. berekende bedrag verhoogd met

€ 214,20

5.5.4.

Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijkeordening, wordt het overeenkomstig artikel 5.2.2., onderscheidenlijk 5.2.3., 5.2.4. of 5.2.5. berekende bedrag verhoogd met

€ 373,55

5.5.5.

Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 3.10, 3.40 (projectbesluit) of 3.8 (herziening bestemmingsplan) van de Wet ruimtelijke ordening, wordt het overeenkomstig artikel 5.2.2., onderscheidenlijk 5.2.3., 5.2.4. of 5.2.5. berekende bedrag,

bouwkosten tot € 45.000,00

indien de bouwkosten minder bedragen dan € 45.000,00, verhoogd met

bouwkosten vanaf € 45.000,00

indien de bouwkosten € 45.000,00 bedragen of meer, vermeerderd met 1,44% van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 45.000,00 te boven gaan.

€ 373,55

5.5.6.

Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 6.12 lid 6 van de Wet ruimtelijke ordening of artikel 50a lid 3 van de Woningwet wordt het overeenkomstig artikel 5.2.2. onderscheidenlijk 5.2.3., 5.2.4. of 5.2.5. berekende bedrag verhoogd met

Deze verhoging vindt geen toepassing indien de met de ontheffing gepaard gaande kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald.

€ 106,85

Verhogingen in verband met toetsing aan welstandscriteria

5.6.1.

Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een lichte bouwvergunning nodig is en toetsing aan de welstandscriteria als bedoeld in artikel 12a van de Woningwet moet plaatsvinden wordt:

5.6.1.1.

indien hierover niet het advies van de welstandscommissie of een gemandateerd lid van de welstandscommissie wordt ingewonnen, wordt het overeenkomstig 5.2.2 berekende bedrag niet verhoogd;

5.6.1.2.

indien hierover het advies van de welstandscommissie wordt ingewonnen, het overeenkomstig 5.2.2. berekende bedrag verhoogt met € 30,00, vermeerderd met 0,15% van de bouwkosten tot een maximum van € 2000,00.

5.6.1.3.

indien hierover het advies van een gemandateerd lid van de welstandscommissie wordt ingewonnen, het overeenkomstig 5.2.2. berekende bedrag verhoogt met € 30,00, vermeerderd met 0,10% van de bouwsom tot een maximum van € 2000,00.

5.6.2.1.

In de op grond van 5.2., met uitzondering van 5.2.1.2. en 5.2.2., te berekenen kosten zijn de kosten van het eerste advies van de welstandcommissie inbegrepen. Indien een bouwplan binnen een beoordelingsfase meer dan eenmaal naar de welstandscommissie moet worden gezonden leiden de extra te maken kosten die hiermee samenhangen tot een verhoging van de te berekenen leges. De extra verhoging per keer dat een bouwplan, zoals bedoeld in 5.2. met uitzondering van 5.2.1.2., extra in de welstandscommissie moet worden ingebracht, bedraagt per keer € 24,00, vermeerderd met 0,12 % van de bouwkosten tot een maximum van € 1.600,00.

5.6.2.2.

In de op grond van 5.2., met uitzondering van 5.2.1.2. en 5.2.2., te berekenen kosten zijn de kosten van het eerste advies van de welstandcommissie inbegrepen. Indien een bouwplan binnen een beoordelingsfase meer dan eenmaal naar het gemandateerde lid van de welstandscommissie moet worden gezonden leiden de extra te maken kosten die hiermee samenhangen tot een verhoging van de te berekenen leges. De extra verhoging per keer dat een bouwplan, zoals bedoeld in 5.2. met uitzondering van 5.2.1.2., extra bij het gemandateerde lid van de welstandscommissie moet worden ingebracht, bedraagt per keer € 24,00, vermeerderd met 0,08 % van de bouwkosten tot een maximum van € 1.600,00.

Verhogingen en/of beoordelingen in verband met bodem en geluid

5.7.1.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van de onderzoeksopzet van een onderzoeksrapport inzake de gesteldheid van de bodem, als bedoeld in paragraaf 1.2.6, onderdeel e, van de bijlage bij het Besluit indieningvereisten aanvraag bouwvergunning en artikel 2.1.5 van de bouwverordening:

indien de aanvraag de resultaten betreft van een historisch onderzoek

indien de aanvraag de resultaten betreft van een verkennend bodemonderzoek

indien de aanvraag de resultaten betreft van een nader bodemonderzoek

€ 79,00

€ 316,00

€ 747,00

5.7.2.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van:

een saneringsplan

een evaluatierapport van een uitgevoerde sanering

€ 474,00

€ 790,00

5.7.3.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport naar de kwaliteit van de grond, als bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit

€ 237,00

5.7.4.

Onverminderd het bepaalde in artikel 5.5.2. t/m 5.5.5. wordt, indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan voor een woning of een andere geluidsgevoelige bestemming waarvoor op grond van de Wet geluidhinder een ontheffing wordt verleend inzake het wegverkeerslawaai voor het onder 5.5.4 en 5.5.5 gestelde op grond van:

een aanwezige 30-km zone;

een woonerf;

een geluidskaart

of waarvan op grond van de Wet geluidshinder de geluidsbelasting op de gevel berekend moet worden en is aangetoond dat de geluidsbelasting op de gevel niet hoger is dan 50 d(B)A, het overeenkomstig artikel 5.2.2, onderscheidenlijk 5.2.3 of 5.2.5 berekende bedrag verhoogd met

€ 79,00

5.7.5.

Onverminderd het bepaald in artikel 5.5.2 t/m 5.5.5 wordt, indien de aanvraag

betrekking heeft op een bouwplan voor een woning of een andere geluidsgevoelige bestemming waarvoor op grond van de Wet geluidshinder de geluidbelasting op de gevel berekend moet worden en is aangetoond dat de geluidsbelasting op de gevel hoger is dan 50 d(B)A en derhalve een verzoek om een hogere waarde moet worden gedaan, het overeenkomstig artikel 5.2.2, onderscheidenlijk 5.2.3 t/m 5.2.5 berekende bedrag verhoogd met

€ 790,00

5.7.6.

Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een beoordeling van een akoestisch rapport nodig is ter onderbouwing van het bepaalde in afdeling 3.1 van het Bouwbesluit wordt het overeenkomstig artikel 5.2.2 en 5.2.6.1 berekende bedrag verhoogd met

€ 632,00

Verhogingen algemeen

5.8.1.

Indien een aanvraag betrekking heeft op een bouwplan dat reeds zonder vergunning is gebouwd, in aanbouw is, dan wel in afwijking van de verleende bouwvergunning is gerealiseerd, wordt het overeenkomstig 5.2.2, onderscheidenlijk 5.2.3, 5.2.4, of 5.2.5 berekende bedrag verhoogd met 1% van de bouwkosten met dien verstande dat zij niet minder dan € 94,35 bij 5.2.2. en € 106,85 bij 5.2.3., 5.2.4., 5.2.5. of 5.2.6.1 zullen bedragen.

5.8.2.

Indien een aanvraag betrekking heeft op een sloopplan dat reeds zonder vergunning is gesloopt, dan wel in afwijking van de verleende sloopvergunning is gesloopt, wordt het overeenkomstig 5.11.1 berekende bedrag verhoogd met € 131,55 respectievelijk wordt het overeenkomstig 5.11.2. berekende bedrag verhoogd met € 106,90.

5.8.3.

Voor zover het voor het verlenen van de dienst noodzakelijk is dat extern advies wordt ingewonnen, wordt zulks voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag of het verzoek aan de aanvrager meegedeeld middels een door of namens het college van burgemeester en wethouders opgestelde begroting . Of een extern advies noodzakelijk is, is ter beoordeling van het college. De leges worden in dat geval verhoogd met de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde externe advieskosten, blijkend uit een begroting die ter zake door de gemeenteambtenaar als bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de gemeentewet is opgesteld.

5.8.4.

In de op grond van 5.2., met uitzondering van 5.2.1.1. en 5.2.1.2., te berekenen kosten zitten de kosten voor de toetsing van de constructieve gegevens inbegrepen. Indien een bouwplan binnen een beoordelingsfase meer dan eenmaal op constructieve gegevens getoetst moet worden leiden de extra te maken kosten die hiermee samenhangen tot een verhoging van de te berekenen leges. De extra verhoging per keer dat een bouwplan zoals bedoeld in 5.2., met uitzondering van 5.2.1.1. en 5.2.1.2., extra op de constructieve gegevens wordt getoetst, bedragen

bouwkosten tot € 400.000,00

indien de bouwkosten minder bedragen dan € 400.000,00, 0,025% van de bouwkosten

met een minimum van € 85,65;

bouwkosten vanaf € 400.000,00

indien de bouwkosten € 400.000,00 bedragen of meer,

vermeerderd met 0,1% van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 400.000,00 te boven gaan tot een maximum van € 4.000,00.

€ 100,00

5.8.5.

Indien een aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor advies ingewonnen wordt bij de agrarische beoordelingscommissie om krachtens wettelijk voorschrift af te handelen wordt het overeenkomstig 5.2.2, onderscheidenlijk 5.2.3, 5.2.4, of 5.2.5 berekende bedrag verhoogd met

indien de aanvraag de resultaten betreft van een standaard advies

indien de aanvraag de resultaten betreft van een nieuwe vestiging of bedrijfsverplaatsing

indien de aanvraag de resultaten betreft van een uitgebreid advies

€ 477,35

€ 583,45

€ 795,85

Aanlegvergunning

5.9.

Onder aanlegkosten wordt in dit artikel verstaan:

alle kosten (exclusief omzetbelasting) direct verband houdende met het werk, geen bouwwerk zijnde , of uit te voeren werkzaamheden.

5.9.1.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot

en van een vergunning als bedoeld in artikel 3.3, aanhef en onder a of artikel 3.38 lid 3, aanhef en onder a, van de Wet ruimtelijke ordening (aanlegvergunningen),

aanlegkosten tot € 22.500,00

indien de aanlegkosten minder bedragen dan € 22.500,00

aanlegkosten vanaf € 22.500,00

indien de aanlegkosten € 22.500,00 bedragen of meer,

vermeerderd met 0,515% van de aanlegkosten

€ 297,50

€ 297,50

5.9.2.

Indien de aanvraag betrekking heeft op werken of werkzaamheden waarvoor een aanlegver- vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 3.6 lid 1 onder a of c, 3.22,

3.23 of 3.38 lid 4, 3.10 of 3.40 (projectbesluit) of 3.8 (herziening bestemmingsplan) van de Wet ruimtelijke ordening, wordt het overeenkomstig in 5.9.1 berekende bedrag verhoogd met

€ 390,90

5.9.3.

Indien de aanvraag betrekking heeft op werken of werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 6.12, lid 6 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt het overeenkomstig in 5.9.1 berekende bedrag verhoogd met

Deze verhoging vindt geen toepassing indien de met de ontheffing gepaard gaande kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn

of worden verhaald.

€ 104,75

5.9.4.

Indien de aanvraag betrekking heeft op het aanleggen van oppervlakte verharding tot 50 m2 of het rooien en vellen van hout gewassen die niet hoger zijn dan 3 m is artikel 5.9.1. niet van toepassing en geldt een standaardtarief van

€ 69,10

Bestemmingsplan wijziging/ontheffing/afwijking en ontheffing verbodsbepaling exploitatieplan

5.10.1.

Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van ontheffing als bedoeld in artikel 3.6, lid 1 onder c, 3.22, 3.23 of 3.38, lid 4e Wet ruimtelijke ordening, waarbij geen sprake is van een bouwplan waarvoor een vergunning is vereist als bedoeld in 5.2.2, onderscheidenlijk 5.2.3, 5.2.5 of 5.2.6 en geen sprake is van

werken of werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning vereist is als bedoeld in 5.9

€ 356,50

5.10.2.

Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder a of tot het verkrijgen van een projectbesluit als bedoeld artikel 1, lid 1 onder f of 3.8 (herziening bestemmingsplan) van

de Wet ruimtelijke ordening, waarbij geen sprake is van een bouwplan waarvoor een

bouwvergunning is vereist als bedoeld in 5.2.2, onderscheidenlijk 5.2.3, 5.2.5 of 5.2.6.1 en geen sprake is van werken of werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning vereist is als bedoeld in 5.9.

€ 474,80

5.10.3.

Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van ontheffing van het verbod om bepaalde werken of werkzaamheden uit te voeren als bedoeld in artikel 6.12 lid 6 van de Wet ruimtelijke ordening, waarbij geen sprake is van een bouwplan waarvoor een vergunning is vereist als bedoeld in 5.2.2, onderscheidenlijk 5.2.3, 5.2.5 of 5.2.6 en geen sprake is van werken of werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning vereist is als bedoeld in 5.9

Deze verhoging vindt geen toepassing indien de met de ontheffing gepaard gaande kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald.

€ 106,85

Sloopvergunning

5.1.1.1.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een sloopvergunning als bedoeld in artikel 8.1.1 van de bouwverordening en/of artikel 37 van de Monumentenwet 1988;

€ 131,55

5.11.2.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een sloopvergunning als bedoeld in artikel 8.1.4. van de bouwverordening ;

€ 106,90

Overig

5.12.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

5.12.1.

het ter inzage leggen of verstrekken van uittreksels of afschriften van plannen, kaarten of tekeningen, voor elk kwartier dat met deze werkzaamheden is gemoeid

€ 6,25

5.12.2.

het verstrekken van fotokopieën van bestemmingsplannen per pagina op papier van

A4-formaat

€ 1,65

5.12.3.

het verstrekken van fotokopieën van bestemmingsplannen per pagina op papier van

A4-formaat in kleur

€ 3,70

5.12.4.

voor een exemplaar in kleuren van elk op zichzelf staand bestemmingsplan van de gemeente indien voorradig al dan niet met bijbehorende voorschriften

€ 544,65

5.12.5.

voor een ongekleurd exemplaar van elk op zichzelf staand bestemmingsplan van de gemeente indien voorradig al dan niet met bijbehorende voorschriften

€ 65,55

5.12.6.

de Bouwverordening, inclusief de toelichting op de bouwverordening, de Woningwet en inclusief de toelichting op de Bouwverordening

€ 106,90

5.12.7.

het verkrijgen van een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking, met uitzondering van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 11 jo artikel 12 van de Monumentenwet 1988, voor zover daarvoor niet elders in dit hoofdstuk een tarief is opgenomen

€ 106,90

5.12.8.

een afschrift van de welstandsnota

€ 106,90

5.12.9.

fotokopieën van de welstandsnota, per pagina op A4-formaat

€ 0,95

Hoofdstuk 6

Brandbeveiligingsverordening en gebruiksvergunningen

6.1.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

6.1.1.

een gebruiksvergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een bouwwerk, als bedoeld in artikel 2.11.1. van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerk,en, voor een

bouwwerk, ingedeeld conform de brandveiligheidsconcepten uitgegeven door het Ministerie van Binnenlandse Zaken (1e druk)

Dit tarief wordt verhoogd met een bedrag per 100m2 dat de gebruiksoppervlakte als bedoeld in het normblad NEN 2580 van het bouwwerk groter is dan 500m2. Deze verhoging bedraagt

voor: a. onderwijsgebouwen per 100 m2

b.gezondheidszorggebouwen, logiesgebouwen, bijzondere woongebouwen en alle overige gebouwen per 100 m2

Bij gebouwen met een gecombineerde gebruiksfunctie wordt de toeslag per m2 bepaald door de gebruiksfunctie met het grootste gebruiksoppervlak.

€ 528,35

€ 13,25

€ 27,55

6.1.2.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 2.11.6. van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerk

€ 75,50

6.2.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

6.2.1. (EDR)

het verstrekken van een gebruiksvergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2.1.1. van de brandbeveiligingsverordening

Dit tarief wordt verhoogd met een bedrag van

per 300 m2 of gedeelte daarvan, dat de gebruiksoppervlakte als bedoeld in het normblad NEN 2580 van de inrichting groter is dan 300 m2.

€ 151,15

€ 75,50

6.2.2.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 2.1.1. lid 3 van de brandbeveiligingsverordening

€ 75,50

6.3.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot een ontheffing van het verbod vuur te stoken of te hebben in de inrichting als bedoeld in artikel 2.3.5. tweede

lid van de brandbeveiligingsverordening.

€ 75,50

6.4.

een aanvraag tot het verstrekken van een exemplaar van de Brandbeveiligingsverordening

€ 28,30

Hoofdstuk 7

Gemeentearchief

7.1.

Het tarief van het op verzoek opsporen van documenten uit het gemeentearchief, voor ieder daaraan besteed kwartier bedraagt

€ 8,40

7.2.

Het tarief van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een fotokopie van een in het gemeentearchief berustende stuk, per pagina bedraagt stuk, per pagina

€ 0,65

Hoofdstuk 8

Kiezersregister

8.1.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het

verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer, bedoeld in artikel D4 van de Kieswet (Stb. 1989, 423)

€ 4,15

Hoofdstuk 9

Reisdocumenten

9.1.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

9.1.1.

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 50,90

9.1.2.

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan

een nationaal paspoort als bedoeld in 9.1.1. (zakenpaspoort)

€ 56,90

9.1.3.

tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers van 9 september 1976 (Stb. 468) als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort)

€ 50,90

9.1.4.

tot het bijschrijven van een kind in een reisdocument als bedoeld in 9.1.1., 9.1.2. en 9.1.3.

direct bij de aanvraag van dit nieuwe reisdocument

€ 8,95

9.1.5

tot het bijschrijven van een kind middels een bijschrijvingsticker in een reeds uitgegeven reisdocument als bedoeld in 9.1.1., 9.1.2. en 9.1.3.

€ 20,90

9.1.6.

tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart in de leeftijd van veertien jaar en ouder (NIK)

€ 42,85

9.1.6.1

tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart aan personen in de leeftijd tot veertien jaar (NIK jeugd)

€ 8,95

9.1.7.

tot het afgeven van een reisdocument, indien aan de aanvrager reeds eerder een

reisdocument werd verstrekt, welk document bij de aanvraag - anders dan door overmacht –

niet compleet kan worden overlegd:

wordt de verschuldigde leges verhoogd met

€ 20,00

9.2.1.

de tarieven als genoemd in de onderdelen 9.1.1., 9.1.2. en 9.1.3. alsmede in 9.1.6 worden bij spoedlevering vermeerderd met een bedrag van

€ 41,00

9.2.2.

het tarief als genoemd in 9.2.1. wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw reisdocument als bedoeld in 9.1.1., 9.1.2. en 9.1.3. en het bijschrijven van één of meer

kinderen als bedoeld in 9.1.4. slechts één keer per reisdocument berekend

9.2.3.

het tarief als genoemd in 9.1.5. wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag per bijschrijvingsticker van

€ 19,50

Hoofdstuk 10

Rijbewijzen

10.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 42,40

10.2.

tot het afgeven van een rijbewijs, indien aan de aanvrager reeds eerder een rijbewijs werd verstrekt, welk document bij de aanvraag anders dan door overmacht, niet compleet kan

worden overlegd, worden de ter zake verschuldigde leges verhoogd met

€ 20,00

10.3.

Het tarief als genoemd in 10.1 wordt bij spoedlevering vermeerderd met een bedrag van

€ 33,25

Hoofdstuk 11

Wet op de kansspelen

11.1.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning ingevolge artikel 30b van de Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 483)

11.1.1.

voor een periode van twaalf maanden voor één speelautomaat

€ 56,50

11.1.2.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer speelautomaten,

voor de eerste speelautomaat

voor iedere volgende speelautomaat

€ 56,50

€ 34,00

11.1.3.

voor een periode korter dan twaalf maanden wordt berekend het tijdsevenredig deel van de in 11.1.1 en 11.1.2 genoemde bedragen

11.2.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 14,70

11.3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de kansspelen (prijsvraagvergunning)

€ 14,70

11.4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Verordening speelautomatenhallen gemeente Bergen 2003

€ 300,00

11.5.

Indien bij de behandeling van de aanvragen tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 11.4 van deze tarieventabel een BIBOB advies wordt ingewonnen worden de daar genoemde tarieven verhoogd met:

€ 500,00

Hoofdstuk 12

Drank- en Horecawet (EDR)

12.1.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Drank- en Horecawet (Stb. 1964, 386)

€ 265,50

12.2.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet

€ 25,00

12.3.

Ter zake het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing voor het

verstrekken van zwak alcoholhoudende drank voor gebruik tijdens een bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 19,70

12.4

Indien bij de behandeling van de aanvragen tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in de artikelen 12.1 t/m 12.3 van deze tarieventabel een BIBOB advies wordt ingewonnen worden de daar genoemde tarieven verhoogd met:

€ 500,00

Hoofdstuk 13

Winkeltijdenwet

13.1.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

13.1.1.

voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet (Stb. 1996, 182), of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet (Stb. 1996, 183)

€ 8,10

13.1.2.

tot het verlenen van toestemming om een in de vorige onderdelen bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

€ 8,10

13.1.3.

tot het intrekken of wijzigen van een in de vorige onderdelen bedoelde ontheffing

€ 8,10

Hoofdstuk 14

Huisvestingswet

14.1.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

14.1.1

tot het verkrijgen van een vergunning tot gehele of gedeeltelijke onttrekking van woonruimte

aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel a. van de Huisvestingswet

€ 97,30

14.1.2.

tot het verkrijgen van een vergunning tot samenvoeging van woonruimte met andere

woonruimte als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel b, van de Huisvestingswet

€ 31,20

14.1.3.

tot het verkrijgen van een vergunning tot omzetting van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, van de Huisvestingwet

€ 31,20

14.1.4. (EDR)

tot het verkrijgen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 33 van de

Huisvestingwet

€ 31,20

Hoofdstuk 15

Verkeer en vervoer

15.1.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

15.1.1.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (Stb. 459) voor zover noodzakelijk en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere transporten

€ 35,50

15.1.2.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 anders dan bedoeld in onderdeel 15.1.1.

€ 26,75

15.1.3.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 7.1. van het Voertuigenreglement (Stb. 1994, 450)

€ 35,50

15.1.4.

tot het verkrijgen van een gehandicapten parkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake wegverkeer

€ 32,25

15.1.5.

voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het inrichten van een individuele gehandicaptenparkeerplaats

€ 171,25

Hoofdstuk 16

Seksinrichtingen en escortbedrijven (EDR)

16.1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

16.1.1.

een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening, anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 16.1.4.:

€ 100,00

16.1.2.

voor een seksinrichting

€ 400,00

16.1.3.

voor een escortbedrijf

€ 200,00

16.1.4.

wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3:15 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 100,00

16.1.5.

voor een seksinrichting

€ 250,00

16.1.6.

voor een escortbedrijf

€ 125,00

16.1.7.

Indien bij de behandeling van de aanvragen tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in de artikelen 16.1.1 t/m 16.1.6. van deze tarieventabel een BIBOB advies wordt ingewonnen worden de daar genoemde tarieven verhoogd met:

€ 500,00

Hoofdstuk 17

Diversen

17.1.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

17.1.1.

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag

€ 30,05

17.1.2.

tot het verkrijgen van een attestatie de vita

€ 7,00

17.1.3.

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 7,00

17.2.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens:

17.2.1.

indien het afschrift bestaat uit ten hoogste 49 pagina’s

€ 7,00

17.2.2.

indien het afschrift bestaat uit 50 tot 100 pagina’s

€ 34,45

17.2.3.

indien het afschrift bestaat uit meer dan 100 pagina’s

€ 50,30

17.3.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

17.3.1.

tot het verkrijgen van een standplaatsvergunning op particuliere grond:

voor een dag

€ 11,50

17.3.2.

voor een week

€ 25,30

17.3.3.

voor een maand

€ 33,65

17.3.4.

voor een half jaar

€ 84,35

17.3.5.

voor een jaar

€ 90,60

17.4.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een standplaatsvergunning op gemeente grond

€ 15,55

17.5.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

17.5.1.

om een vergunning voor het gebruiken van een onroerende-zaak voor het maken van handelsreclame

€ 70,70

17.5.2.

om een vergunning voor het plaatsen van reclameborden en/of het ophangen van spandoeken

€ 22,85

17.5.3.

voor het plaatsen van een aankondiging op de gemeentelijke evenementenborden

€ 22,85

17.5.4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot wijziging van het sluitingsuur wanneer deze geldig is gedurende:

één dag

één maand

één kalenderkwartaal, half kalenderjaar of één kalenderjaar

€ 16,45

€ 27,35

€ 73,65

17.5.5. (EDR)

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor elk voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening, afdeling 7 (evenementen):

voor een vergunning geldig voor één dag

voor een vergunning geldig voor twee dagen

voor een vergunning geldig voor drie dagen

voor een vergunning geldig voor vier dagen

voor een vergunning geldig voor vijf dagen

voor een vergunning geldig voor zes dagen

voor een vergunning geldig voor één week

voor een vergunning geldig voor één maand

voor een vergunning geldig voor één jaar

€ 16,75

€ 19,90

€ 22,85

€ 25,30

€ 31,10

€ 37,00

€ 39,50

€ 68,10

€ 226,80

€ 600,00

17.5.5.2. (EDR)

voor een vergunning tot het ten gehore brengen van muziek en/of het gesproken woord door middel van een geluidswagen, per dag

€ 15,50

17.5.5.3. (EDR)

een kennisgeving voor een incidentele festiviteit (art. 4.3. APV - geluidsnormen)

€ 16,10

17.5.5.4. (EDR)

In afwijking van het bepaalde in artikel 17.5.1. bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor het houden van evenementen met meer dan één activiteit

€ 282,90

17.5.5.5. (EDR)

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

17.5.5.5.1. (EDR)

een vergunning voor het organiseren van een evenement niet vallende onder 17.5.1. van dit hoofdstuk

€ 70,90

17.5.6. (EDR)

tot het verkrijgen van een vergunning/ontheffing ten behoeve van het gebruik van het strand voor evenementen, manifestaties etc.:

17.5.6.1. (EDR)

voor een dag

€ 147,70

17.5.6.2. (EDR)

voor een week

€ 594,35

17.5.7. (EDR)

tot het verkrijgen van een vergunning op grond van de Luchtvaartwet

€ 40,30

17.5.8.

tot het verkrijgen van een ontheffing van enigerlei bepaling of het verlenen van een vergunning voor zover niet hiervoor genoemd

€ 16,10

17.6. (EDR)

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een kermisvergunning

€ 16,10

17.7.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het houden van een vaartuig c.q. boot op het strand voor passagiersvervoer en/of beroepsmatige activiteiten

€ 69,60

17.8.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen of wijzigen van een stand- of ligplaatsvergunning voor woonwagens en ligschepen

€ 50,25

17.9.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het afleveren van vuurwerk als bedoeld in artikel 2:72 van de A.P.V.

€ 16,10

17.9.1.

Het tarief bedraagt voor een ontheffing voor het bezigen van klein vuurwerk als bedoeld in artikel 2:73, vierde lid van de A.P.V.

€ 16,10

17.10.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor het aanleggen van een uitrit/uitwegvergunning, het veranderen van een bestaande uitweg naar de weg en voor het hebben van een uitweg waarbij gebruik wordt gemaakt van de weg

€ 69,25

17.11.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

17.11.1.

naturalisatie, in Nederland

€ 567,00

17.11.2.

een verzoek tot naturalisatie van de meerderjarige vreemdeling die staatloos is of houder van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 of 33 van de Vreemdelingenwet 2000 in Nederland of een vergelijkbare verblijfsvergunning heeft in de Nederlandse Antillen of Aruba naturalisatie, enkelvoudig verzoek, laag tarief

€ 517,00

17.11.3.

naturalisatie, gemeenschappelijk verzoek

€ 719,00

17.11.4.

Het tarief voor een gemeenschappelijk verzoek als bedoeld in 17.12.3 bedraagt, indien tenminste één van de aanvragers een vreemdeling betreft als bedoeld in 17.12.2

€ 669,00

17.11.5.

Naturalisatie, per kind (meenaturaliserend)

€ 85,00

17.11.6.

enkelvoudige optie Nederland en buiten het Koninkrijk

€ 148,00

17.11.7.

gemeenschappelijke optie Nederland en buiten het Koninkrijk

€ 253,00

17.12.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot verkrijgen van een kap/rooivergunning

€ 23,05

17.13.1.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.2., derde lid, van de Telecommunicatiewet

€ 282,85

17.13.1.1.

indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, per strekkende meter sleuf vermeerderd met

en per lasgat vermeerderd met

€ 5,65

€ 14,10

17.13.1.2.

indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, per strekkende meter sleuf vermeerderd met

en per lasgat vermeerderd met

€ 4,10

€ 11,50

17.13.2.

Het in 17.14.1. genoemde bedrag wordt:

17.13.2.1.

indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met

€ 565,60

17.13.2.2.

indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

17.13.2.3.

indien een begroting als bedoeld in 17.14.2.2. is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

17.13.2.4.

Het tarief bedoeld in onderdeel 17.14.1. wordt verminderd met de van de melder verkregen of te verkrijgen privaatrechtelijke vergoeding voor beheerskosten in verband met de werkzaamheden, met dien verstande dat de uitkomst van de vermindering niet minder dan nihil kan bedragen.

Hoofdstuk 18 Omgevingsvergunning

18.1 Algemeen

Artikel 1

Dit hoofdstuk treedt in werking indien aan hetgeen onder 18.2 is vermeld is voldaan.

2 Inwerkingtreding

  • 18.

    2 1 De hieronder opgenomen artikelen treden in de plaats van de betrokken artikelen in de voorgaande hoofdstukken 1 tot en met 17 met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Staatsblad 2008, 496) en de Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Kamerstukken 31953) met dien verstande dat zij van toepassing blijven op belastbare feiten welke zich voor die datum hebben voorgedaan, alsmede belastbare feiten waarop de wettelijke voorschriften zoals deze luiden voor inwerkingtreding van deze wetten nog moeten worden toegepast.

18.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

18.3.1

Bouwactiviteiten

18.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

18.3.1.1.1

indien de bouwkosten minder dan € 250.000 bedragen, 2,27% van de bouwkosten met een minimum van € 106,85:

18.3.1.1.2

indien de bouwkosten € 250.000 bedragen of meer

€ 5.675,00

vermeerderd met 1,80% van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 250.000 te boven gaan;

Extra welstandstoets

18.3.1.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 18.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is:

€ 100,00

Verplicht advies agrarische commissie

18.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 18.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:

€ 100,00

Achteraf ingediende aanvraag

18.3.1.4

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 18.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:

50%

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

Beoordeling aanvullende gegevens

18.3.1.5

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 18.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen:

€ 100,00

18.3.2

Aanlegactiviteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief indien de aanlegkosten minder bedragen dan € 22.500,00:

€ 297,50

Indien de aanlegkosten € 22.500,00 of meer bedragen

€ 297,50

Vermeerderd met 0,515% van de aanlegkosten

18.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 18.3.1:

18.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

30%

van het op grond van onderdeel 18.3.1.1 verschuldigde bedrag;

18.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

30%

van het op grond van onderdeel 18.3.1.1 verschuldigde bedrag;

18.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

30%

van het op grond van onderdeel 18.3.1.1 verschuldigde bedrag;

18.3.3.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

30%

van het op grond van onderdeel 18.3.1.1 verschuldigde bedrag;

18.3.3.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

30%

van het op grond van onderdeel 18.3.1.1 verschuldigde bedrag;

18.3.3.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

30%

van het op grond van onderdeel 18.3.1.1 verschuldigde bedrag;

18.3.3.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

30%

van het op grond van onderdeel 18.3.1.1 verschuldigde bedrag;

18.3.3.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

30%

van het op grond van onderdeel 18.3.1.1 verschuldigde bedrag.

18.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

18.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 150,00

18.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 150,00

18.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 150,00

18.3.4.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

€ 150,00

18.3.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 150,00

18.3.4.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 300,00;

18.3.4.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 600,00;

18.3.4.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 200,00

18.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 528,35

18.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

18.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke verordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

18.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:

€ 200,00;

18.3.6.1.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 200,00

18.3.6.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

€ 200,00

18.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

18.3.7.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief:

18.3.7.1.1

in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo:

€ 200,00

18.3.7.1.2

in gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo,

€ 131,55

18.3.7.2

Asbesthoudende materialen

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 18.3.7.1.2 bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is:

€ 200,00

Aanleggen of veranderen weg

18.3.8

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 69,10

18.3.9

Uitweg/inrit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 69,25

18.3.10

Kappen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening, een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 23,50

18.3.11

Opslag van roerende zaken

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

18.3.11.1

indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:

€ 200,00;

18.3.11.2

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:

€ 200,00

18.3.12

Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

18.3.12.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:

€ 200,00

18.3.12.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998

€ 200,00

18.3.13

Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief

€ 200,00

18.3.14

Andere activiteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

18.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 200,00;

18.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

18.3.14.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:

€ 200,00;

18.3.14.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft bedraagt het tarief:

€ 300,00;

18.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

18.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

18.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

18.3.16

Beoordeling bodemrapport

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

18.3.16.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 316,00

18.3.16.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

€ 79,00

18.3.16.3

Voor de beoordeling van een nader bodemonderzoek

€ 747,00

18.3.17

Advies

18.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

18.3.17.2

Indien een begroting als bedoeld in 18.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

18.3.18

Verklaring van geen bedenkingen

18.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

18.3.18.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 100,00

18.3.18.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

18.3.18.2

Indien een begroting als bedoeld in 18.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

4 Vermindering

18.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

18.4.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 18.3.17 en 18.3.18. De vermindering bedraagt:

18.4.2.1

bij 5 tot 10 activiteiten:

5%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

18.4.2.2

bij 10 tot 15 activiteiten:

10%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

18.4.2.3

bij 15 of meer activiteiten:

15%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

Teruggaaf

18.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 18.3.1, 18.3.2, 18.3.6 en 18.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

18.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 2 maanden na het in behandeling nemen ervan

70%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

18.5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken na een termijn van 2 maanden na het in behandeling nemen ervan doch voor het verlenen van de vergunning ,wordt

50%

teruggaaf van de geheven leges verleend;

18.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 18.3.1, 18.3.2, 18.3.6 en 18.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

30%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

18.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

18.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 18.3.1, 18.3.2, 18.3.6 of 18.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

30%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

18.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

18.5.4

Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan € 51,00 wordt niet teruggegeven.

18.5.5

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 18.3.17 en 18.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.

Intrekking omgevingsvergunning

18.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 18.5.2 van toepassing is:

€ 50,00

Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

18.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 100,00

8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

18.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 100,00

18.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 100,00

9 Sloopmelding

18.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding als bedoeld in artikel 8.2.1 van de Bouwverordening

€ 50,00

10 In deze titel niet benoemde beschikking

18.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 16,65

Behoort bij raadsbesluit van 15 december 2009 tot vaststelling van de “legesverordening 2010”.

de griffier, de voorzitter,

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bergen op
15 december 2009.
de griffier, de voorzitter,