Regeling vervallen per 01-03-2017

Verordening wachtlijstbeheer sociale werkvoorziening

Geldend van 11-02-2010 t/m 28-02-2017 met terugwerkende kracht vanaf 01-10-2009

Intitulé

Verordening wachtlijstbeheer sociale werkvoorziening

De raad van de gemeente Bergen;

gelezen het voorstel van het college van Bergen van 20 oktober 2009;

gezien het advies van de Algemene raadscommissie van 10 november 2009;

gelet op het bepaalde in de Wet Sociale Werkvoorziening, artikel 12;

b e s l u i t:

tot het vaststellen van de Verordening Wachtlijstbeheer

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      bestuur: het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap Regio Noord-Kennemerland;

    • b.

      de wet: de Wet sociale werkvoorziening;

    • c.

      wachtlijst: overzicht van ingezetenen van de gemeenten die conform artikel 11 van de wet geïndiceerd zijn, geen dienstbetrekking hebben als bedoeld in hoofdstuk 2 en 3 van de wet en wel beschikbaar zijn om een dergelijke dienstbetrekking te aanvaarden;

    • d.

      gemeenten: de gemeenten Alkmaar, Bergen nh, Castricum, Graft de Rijp,Heerhugowaard, Heiloo, Langedijk en Schermer;

    • e.

      college: college van burgemeester en wethouder

    • f.

      plaatsingsruimte: beschikbare ruimte om WSW-geïndiceerden in een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2 lid 1 van de wet te plaatsen;

  • 2. De begripsomschrijvingen in de wet zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt.

Artikel 2 Prioritaire groepen via de reguliere Rijksbijdrage

1.Indien sprake is van een wachtlijst hanteert het bestuur voor het plaatsen van WSW-ge-indiceerden die op de wachtlijst staan en in aanmerking komen voor een dienstbetrekkingin het kader van de WSW de volgende volgorde:

  • a.

    maximaal 50% van de op jaarbasis vrijkomende plaatsen wordt gebruikt voor WSW-ge-indiceerden die op de wachtlijst staan. De datum van de indicatiestelling is hierbij bepalend.

  • b.

    na toepassing van sub a wordt maximaal 50% van de resterende plaatsingsruimtegebruikt om voorrang te geven aan de WSW-geïndiceerde die via de inkoop van extraplaatsen als bedoeld in artikel 3 al een dienstbetrekking hebben, maar waarvoor de omzetting naar reguliere bekostiging uit de rijkssubsidie nog moet plaatsvinden.

  • c.

    na toepassing van het gestelde onder sub a en b, de WSW-geïndiceerde die op dewachtlijst staat en (zoveel als mogelijk naar evenredigheid):

  • -

    een uitkering heeft op grond van de Wajong en jonger is dan 23 jaar;

  • -

    een indicatie heeft in het kader van begeleid werken;

  • -

    een WWB uitkering heeft.

Artikel 3 Instroom groepen via extra inkoop

1.De gemeente kan besluiten om buiten de rijkssubsidie extra middelen in te zetten om eendienstbetrekking zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van de wet te realiseren.

Artikel 4 Uitvoering en verantwoording

  • 1. De uitvoering van deze verordening berust bij het bestuur.

  • 2. Het bestuur legt periodiek verantwoording af aan het college over de uitvoering van deze verordening.

Artikel 5 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1. Het bestuur kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in artikel 2 lid 1 indien toepassing ervan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

  • 2. In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het bestuur.

Artikel 6 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening wachtlijstbeheer sociale werkvoorziening”.

  • 2. De verordening treedt in werking met terugwerkende kracht vanaf 1 oktober 2009.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de
raad van de gemeente Bergen op 24 november 2009
de griffier, de voorzitter,

Nota-toelichting

Algemene toelichting

De per 1 januari 2008 gewijzigde Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) geeft gemeenten ruimere mogelijkheden om regie te voeren op de sociale werkvoorziening. Belangrijk element in deze regierol is het wachtlijstbeheer.

In de wet is opgenomen dat in het kader van adequaat wachtlijstbeheer de gemeente moet zorg dragen voor “schone” wachtlijsten en periodiek de feitelijke beschikbaarheid van SW-geïndiceerden op de wachtlijst moet vaststellen.

Gemeenten kunnen er met ingang van het jaar 2008 voor kiezen bepaalde doelgroepen voorrang te verlenen bij instroom in de WSW. De keuze voor een doelgroepen prioritering maakt het gemeenten mogelijk de WSW te laten aansluiten bij het lokale beleid ten aanzien van sociale zaken, werkgelegenheid en welzijn. Deze doelgroepen prioritering dient te worden vastgelegd in een verordening.

Binnen de Gemeenschappelijke Regeling is uitgesproken dat de deelnemende gemeenten gezamenlijk een verordening wachtlijstbeheer gaan invoeren. Het beheer van de wachtlijst wordt vervolgens, conform de in deze verordening opgenomen regelgeving, overgedragen aan het Dagelijks Bestuur van de Gemeenschappelijke regeling.

Hoewel de gemeente Bergen, bij monde van de portefeuillehouder Sociale Zaken en conform de door uw raad tijdens de raadsvergadering van 21 april 2009 aangenomen motie, heeft aangedrongen om bij het opstellen van de verordening wachtlijstbeheer geen voorrangsbeleid op te nemen voor uitkeringsgerechtigden, is er binnen de Gemeenschappelijke Regeling anders besloten.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2.

Jaarlijks wordt in de werkbegroting van WNK de verwachte plaatsingsruimte berekend. Op basis van deze berekening wordt 50% van de berekende plaatsingsruimte ingezet volgens de in dit artikel beschreven doelgroepen prioritering. De andere helft (50%) van de plaatsingsruimte wordt bestemd voor de mensen die langer dan 12 maanden op de wachtlijst staan. Deze mensen worden op basis van de first in first out (fifo) systematiek geplaatst.

Uit het oogpunt van uitvoerbaarheid in de 3 doelgroepen wordt gekeken naar de best beschikbare kandidaat. In de loop van 2009/2010 wordt de methode geëvalueerd. Als dan blijkt dat een bepaalde doelgroep niet of nauwelijks aan bod is geweest zal het jaar daarna meer aandacht moeten worden besteed aan deze doelgroep.

Daarenboven komt, indien in het lopende jaar blijkt dat de mutatie natuurlijk verloop groter is dan verwacht, de daaruit vrijgekomen ruimte beschikbaar is voor de categorie wachtlijst korter dan 12 maanden. Is de mutatie natuurlijk verloop kleiner, dan gaat dit ten laste van de categorie wachtlijst langer dan 12 maanden.

Deze systematiek wordt op deze wijze toegepast, omdat, indien de jaarlijkse ontwikkeling op de wachtlijst kleiner is dan de beschikbare ruimte, de resterende capaciteit ook wordt ingezet voor mensen die langer dan 12 maanden op de wachtlijst staan, maar ook om voldoende middelen beschikbaar te hebben voor de doelgroepen prioritering.

Voor het overgangsjaar 2009 worden tussen het bestuur en de gemeenten nadere afspraken gemaakt over de voor dit jaar resterende periode van verwachte plaatsingsruimte, na inwerkingtreding van deze verordening.

De doelgroepenprioritering

De volgende doelgroepenprioritering wordt gehanteerd (zoveel als mogelijk naar evenredigheid):

  • 1.

    Wajongers < 23 jaar

  • 2.

    Personen met een indicatie begeleid werken en

  • 3.

    Personen met een WWB uitkering.

Ad 1.

Ondanks het feit dat het UWV voor deze cliënten re-integratieverantwoordelijkheid heeft, wordt er voor gekozen om geïndiceerden met een Wajong-uitkering voorrang te geven bij instroom in de WSW. Een groeiende groep “Wajongers” valt tussen wal en schip na afronding van hun opleiding.

Ad 2.

Het streefdoel van de WSW is de nadruk te leggen op ‘de beweging van binnen naar buiten’. In dat verband wordt ervoor gekozen zoveel mogelijk voorrang te verlenen aan geïndiceerden met een begeleid werken indicatie. De beslissing voorrang te geven aan geïndiceerden met de indicatie begeleid werken kan de gemeenten tevens een hogere rijksbijdrage opleveren. Per gerealiseerde voltijds begeleid werkenplaats is hiervoor vanaf 2008 een bonus van maximaal € 3.000 op jaarbasis beschikbaar.

Ad 3.

Gemeenten hebben belang bij het plaatsen van personen behorend tot deze doelgroep, gelet op de uitkeringsrelatie.

Artikel 3

Met ingang van 2007 wordt het gemeenten ook toegestaan om WWB gelden uit het werkdeel in te zetten ten einde de instroom vanaf de wachtlijst van SW-geïndiceerden te bevorderen. Het gaat dan wel om personen die op de wachtlijst staan, een WSW-indicatie hebben, en daarnaast ook onder de gemeentelijke doelgroep vallen (WWB, IOAW, IOAZ en niet-uitkeringsgerechtigden). Het gaat ook om plaatsingen die gerealiseerd worden boven de taakstelling van enig jaar. Achterliggende gedachte is dat de werknemersvaardigheden van de geïndiceerden er door langere inactiviteit op achteruit kunnen gaan. Gemeenten kunnen derhalve met middelen uit het werkdeel een voortraject financieren om dit te voorkomen.

Artikel 4.

Over de verantwoording van de uitvoering van het wachtlijstbeheer worden nadere afspraken gemaakt tussen bestuur en gemeenten.

Artikelen 5 en 6

Geen nadere toelichting.