Uitvoeringsregels mantelzorgwonen

Geldend van 30-05-2013 t/m heden

Intitulé

UITVOERINGSREGELS MANTELZORGWONEN

Deel A: WMO Indicatie

Artikel 1: Begripsbepalingen

  • 1. Onder Mantelzorg verstaan wij tijdelijke zorg, voor ten minste 6 maanden tot levenslang, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende (verder: mantelzorgvrager) door personen uit diens directe omgeving (verder: mantelzorger), waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.

  • 2. Onder een Mantelzorgrelatie verstaan wij een relatie tussen de mantelzorger en mantelzorgvrager, waarbij de mantelzorger mantelzorg verleent aan de mantelzorgvrager; de mantelzorgrelatie hoeft niet al te bestaan.

  • 3. Onder Mantelzorgwonen verstaan wij de situatie waarbij de mantelzorger en mantelzorgvrager op hetzelfde perceel wonen.

Artikel 2: Verschil woningaanpassing in het kader van WMO en Mantelzorgwonen

Er is sprake van een woningaanpassing in het kader van de WMO wanneer één of meerdere bewoners van een woning woningaanpassingen nodig hebben om zo zelfstandig mogelijk in en om de eigen woning te kunnen functioneren. Bij dit soort voorzieningen spreken wij van voorzieningen in het kader van de WMO.

Mantelzorgwonen: de mantelzorger en mantelzorgvrager wonen op hetzelfde perceel, waarbij is aangetoond dat deze nabijheid noodzakelijk is voor de mantelzorgrelatie en bijdraagt aan de mogelijkheid van de mantelzorgvrager tot maatschappelijke participatie en het in stand houden van sociale netwerken.

Artikel 3: Toetsingscriteria

  • 1. Voor de vergunning in het kader van mantelzorgwonen geldt het verkrijgen van een indicatiebesluit als voorwaarde.

  • 2. Onder indicatiebesluit verstaan wij een geldig (binnen de geldigheidsduur) besluit

    • a.

      van CIZ (Centrum indicatiestelling zorg) dat gekoppeld is aan zorgzwaartepakket 5t/m 7;

    • b.

      en/ of een meervoudige Wmo indicatie.

  • 3. Onder een meervoudige Wmo indicatie verstaan wij: tenminste een indicatie voor huishoudelijke hulp II aangevuld met een indicatie voor vervoer en/of een woningaanpassing.

  • 4. Het indicatiebesluit moet aantonen dat:

    • a.

      de mantelzorgrelatie wordt aangegaan voor ten minste 6 maanden;

    • b.

      er minimaal 8 uur per week zorg, anders dan hulp bij de huishouding, wordt verleend door de mantelzorger;

  • 5. Daarbij moet worden aangetoond dat:

    • a.

      De nabijheid van wonen op hetzelfde perceel noodzakelijk is voor de mantelzorgrelatie en bijdraagt aan de mogelijkheid van de mantelzorgvrager tot maatschappelijke participatie en het in stand houden van sociale netwerken;

    • b.

      De mantelzorger in staat is om mantelzorg te verlenen, indien hier twijfel over bestaat wordt medisch advies gevraagd bij een onafhankelijk adviesorgaan dat door de gemeente is aangewezen.

Deel B: Planologische voorwaarden

Artikel 1: Vorm

  • 1. Er dient een procedure voor mantelzorgwonen doorlopen te worden indien een bouwplan voor uitbreiding of verbouw van een woning of bijgebouw voorziet in min of meer zelfstandige voorzieningen (keuken, badkamer, toilet). In de procedure gaat het om de fysieke verschijningsvorm en het gebruik.

  • 2. Bij een aanvraag worden de onderstaande mogelijkheden doorgenomen, deze worden in onderstaande voorkeursvolgorde doorgenomen met de aanvrager(s). a. heeft hierbij de voorkeur.

    • a.

      tijdelijke oplossing d.m.v. het plaatsen van een flexibele zorgkamer of een mobiele mantelzorgwoning;

    • b.

      betrekken van een bestaande aan- of uitbouw die geschikt wordt gemaakt voor mantelzorg/eigen woning of realisatie van een nieuwe aan- of uitbouw binnen de erfbebouwingsregeling die geschikt wordt gemaakt voor mantelzorg/eigen woning;

    • c.

      betrekken van een bestaand legaal bijgebouw binnen de erfbebouwingsregeling dat geschikt wordt gemaakt voor mantelzorg/eigen woning;

    • d.

      realisatie nieuw bijgebouw binnen de erfbebouwingsregeling die geschikt wordt gemaakt voor mantelzorg/eigen woning;

  • 3. In afwijking van lid 4 is mantelzorgwonen ook mogelijk in de vorm van bewoning van een recreatiewoning door de mantelzorger, in de directe nabijheid (een straal van 250 meter rond de woning van de mantelzorgvrager) van de hoofdwoning;

Artikel 2: Planologische voorwaarden (in geval van artikel 1.1, a-c)

1.De omgevingsvergunning om mantelzorgwonen mogelijk te maken kan worden verleend indien aan de volgende voorwaarden voldaan wordt:

  • a.

    de bereikbaarheid van algemene voorzieningen, nutsvoorzieningen en voor hulpdiensten is gewaarborgd;

  • b.

    er is geen sprake van onevenredige aantasting van de belangen van (agrarische) bedrijven en er wordt geen afbreuk gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bebouwing (agrarische bedrijfsvoering);

  • c.

    de realisering van de tijdelijke woonruimte in een bijgebouw of aanbouw is mogelijk en aanvaardbaar inzake milieuhygiëne en brandveiligheid, hierbij is aangesloten bij het bouwbesluit omtrent recreatiewoningen;

  • d.

    oppervlakte van maximaal 50 m2;

  • e.

    maximaal 3 meter hoog;

  • f.

    er mag geen onevenredige aantasting van de privacy van omwonenden plaats vinden.

Artikel 3: Planologische voorwaarden (in geval artikel 1.1 d Mobiele mantelzorgwoning en flexibele zorgkamer)

  • 1. Onder flexibele zorgkamer wordt verstaan: Een zorgkamer die aan een bestaande woning wordt gekoppeld, al dan niet met behulp van een verbindingssluis. Op die manier wordt de begane grond van een woning groter gemaakt. De zorgkamer bevat een slaapkamer en een ruime sanitaire ruimte. De flexibele zorgkamer is verplaatsbaar en kan binnen enkele dagen zijn geplaatst en in gebruik worden genomen. Oppervlakte maximaal 54m².

  • 2. Onder mobiele mantelzorgwoning wordt verstaan: Een kant-en-klaar verplaatsbaar huis, dat tijdelijk in de tuin van een bestaande woning geplaatst kan worden. Het bevat een halletje, woonkamer met keuken, slaapkamer en badkamer. De woning is zo ontwikkeld dat zo nodig, eenvoudig een hoog niveau van voorzieningen en hulpmiddelen voor mensen met een zorgvraag gerealiseerd kan worden. De woning is van een hoge bouwkundige kwaliteit en heeft een levensduur van tientallen jaren. Dankzij de mantelzorgwoning kunnen bijvoorbeeld ouders bij hun kinderen in de tuin gaan wonen. Als kinderen het ouderlijk huis betrekken kan dat zelfs de eigen (voormalige) tuin van de ouders zijn. Ook voor andere doelgroepen, zoals zelfstandiger wordende gehandicapte kinderen kan de mantelzorgwoning een oplossing zijn. Oppervlakte maximaal 54m².

  • 3. Indien de aanvraag het plaatsen van een flexibele zorgkamer of mobiele mantelzorgwoning betreft moet worden onderzocht in hoeverre het ruimtelijk gezien mogelijk is om vanwege sociaal-medische redenen af te wijken van de "normale" bebouwingsregels. De mogelijkheid daartoe is afhankelijk van:

    • a.

      de grootte van het perceel en/of achtererf;

    • b.

      de aard van de bebouwing;

    • c.

      de mate waarin belangen van derden worden geschaad;

    • d.

      de mate van zekerheid dat na beëindiging van de zorgnoodzaak de bebouwing binnen de "normale" bebouwingsregels kan worden gebracht.

Artikel 4: Einde mantelzorgrelatie

  • 1. De mantelzorgrelatie eindigt bij beëindiging van de zorgbehoefte (als gevolg van verhuizing of overlijden van de mantelzorgvrager) of bij beëindiging van de mantelzorg (de mantelzorger wil of kan de mantelzorg niet langer leveren).

  • 2. Bij einde mantelzorgrelatie zijn de volgende voorwaarden van toepassing:

    • a.

      mantelzorger(s) dienen melding te doen van einde mantelzorgrelatie aan het college;

    • b.

      de oorspronkelijke situatie moet op de 1e van de maand volgende op de 6 maanden na het einde van de mantelzorgrelatie worden hersteld en/of het bijgebouw/bedrijfsgebouw moet conform de bestemming in gebruik worden genomen en moet dusdanig worden ontmanteld dat bewoning niet meer mogelijk is;

    • c.

      in geval er sprake is van een achterblijvende partner en er sprake is van een tijdelijke vergunning dan zal de achterblijvende partner van de mantelzorgvrager een jaar de tijd krijgen om vervangende woonruimte te vinden.

Deel C: Overige voorwaarden

Artikel 5: Financiering realisatie mantelzorgwonen

  • 1. De kosten voor de realisatie van mantelzorgwonen zijn voor rekening van de aanvrager.

  • 2. Indien de aanvrager geen eigen woning achterlaat en een bruto jaarinkomen van onder de € 48.000 heeft (voor de beoordeling wordt het bruto jaarinkomen van zowel mantelzorger(s) als mantelzorgvrager(s)opgeteld) kan deze een aanvraag doen bij de gemeente Bergen voor een vergoeding voor een woningaanpassing in het kader van mantelzorgwonen in een koophuis.

  • 3. De gemeente kan de aanpassing subsidiëren tot een maximaal bedrag van € 62.500,-.

  • 4. Er is een reserve Mantelzorgwonen beschikbaar gesteld van € 125.00,- voor subsidiëring.

  • 5. Indien honorering van alle aanvragen, die voor subsidie in aanmerking komen, zou leiden tot een overschrijding van het subsidieplafond, rangschikt het college de aanvragen op een prioriteitenlijst, welke wordt goedgekeurd door een raadsbesluit.

  • 6. De aanvragen worden door het college gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst, zolang de reserve niet is uitgeput.

Artikel 6: Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in gevallen waarin de toepassing van de uitvoeringsregels mantelzorgwonen naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze uitvoeringsregels.

DEEL D INTERNE PROCEDURE

Nr.

Actie

Verantwoordelijkheid

1.

Vraag van de burger komt binnen bij het zorgloket. Ook als een vergunningsaanvraag in het kader van Mantelzorgwonen binnenkomt bij een andere afdeling, zonder dat er een indicatie is, moet de burger worden doorverwezen naar het zorgloket.

Zorgloket

2.

Gesprek met de aanvrager door zorgloket:

a.Inhoudelijk toetsen op indicatiecriteria (mantel)zorg

b.In het gesprek de voorkeursvolgorde bespreken, artikel 1.2

Zorgloket

3.

Indien de aanvrager aan de voorwaarden uit de uitvoeringsregels deel A voldoet dan ontvangt de burger een indicatiebesluit en kan de aanvrager de omgevingsvergunning aanvragen via de afdeling Burgers en Bedrijven, Vergunningen.

Zorgloket

4.

Aanvraag voor vergunning komt binnen.

De wettelijk termijn voor het afhandelen van de aanvraag voor de omgevingsvergunning gaat in.

Burgers en Bedrijven, Vergunningen.

5.

De aanvraag wordt als eerste getoetst op volledigheid, zitten alle gegevens bij de aanvraag. De indieningsvereisten zijn opgenomen in de Ministeriële regeling omgevingsrecht.

Burgers en Bedrijven, Vergunningen.

6.

Vervolgens wordt de aanvraag getoetst aan het bestemmingsplan (en overige regelingen die van toepassing zijn) voor gebruik (mag ik de grond of het bouwwerk gebruiken voor wonen?) en voor bouwen (hoe mag mijn mantelzorgwoning eruit zien?). De omgevingsvergunning om Mantelzorgwonen te realiseren wordt verleend in de volgende situaties:

a.De aanvraag past binnen het bestemmingsplan (in een aantal bestemmingsplannen is Mantelzorgwonen al opgenomen, maar nog niet in alle gevallen)

b.De aanvraag past niet in het bestemmingsplan, maar de aanvraag past wel in deze twee situaties:

i)Afwijkingsmogelijkheid in het bestemmingsplan (de aanvraag voldoet aan de criteria die daarvoor gelden)

ii)Afwijkingsmogelijkheid buiten het bestemmingsplan (de aanvraag voldoet volgens aan bijlage 2 van artikel 4 van het Besluit omgevingsrecht).

Burgers en Bedrijven, Vergunningen.

7.

Past de aanvraag niet in bovenstaande situaties, dan kan toch afgeweken worden van het bestemmingsplan indien mantelzorgwonen niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening (artikel 2.12, eerste lid, onder a, ten derde Wabo). De aanvraag betreft dan een uitgebreide procedure, die door afdeling Ontwikkeling, Vormgevers wordt behandeld.

Ontwikkeling, Vormgevers

8.

De burger krijgt bericht over de aanvraag en ontvangt na verlening de vergunning.

Burgers en Bedrijven, Vergunningen

of

Ontwikkeling, Vormgevers

9.

Indien er een vergunning wordt verleend dan moet dit intern worden gecommuniceerd naar:

a.Handhaving en Toezicht

b.WMO

Burgers en Bedrijven, Vergunningen

Of

Ontwikkeling, Vormgevers

10.

a.De adressen van de burgers die een omgevingsvergunning in het kader van mantelzorgwonen hebben ontvangen worden doorgegeven aan het team Publieksdiensten en backoffice.

Burgers en Bedrijven, Vergunningen

Of

Ontwikkeling, Vormgevers

b.Op het moment dat de mantelzorgrelatie ophoudt te bestaan op het betreffende adres door ofwel overlijden ofwel verhuizing van de mantelzorgvrager geeft het team Publieksdiensten en backoffice dit door aan het team Zorgplusloket en dit team geeft het door aan het team Toezicht en Handhaving.

Team Publieksdiensten en Back Office

Team handhaving en Toezicht

Zorgloket

11.

De projectgroep Mantelzorgwonen vormt een monitorgroep. Deze groep zal halfjaarlijks samen komen om de risico’s zoals beschreven in het collegeadvies te monitoren.

Beleidsmedewerker Volkshuisvesting