Regeling vervallen per 05-11-2015

Cultuurnota 2012-2013 gemeente Bergen

Geldend van 12-04-2012 t/m 04-11-2015

Intitulé

Cultuurnota 2012-2013 gemeente Bergen

Voorwoord

Kunst leeft in de gemeente Bergen! Dat blijkt in Egmond aan den Hoef, waar galerie De Kapberg keer op keer de mooiste werken presenteert en waar diverse initiatiefnemers de Schilder George Hitchcock aan de vergetelheid ontrukken. Het blijkt uit de bezoekersaantallen van Kunst en Koningsduin in de duinen bij Egmond. Het blijkt uit het gerenommeerde Holland Music Sessions en uit ons grootste kunstevenement De Kunst10daagse. Het blijkt uit vernieuwende educatieve projecten zoals Tijdgeest en Meester Bach. Het blijkt natuurlijk uit onze ambitie om Nieuw-Kranenburg te realiseren, een centrum van de kunsten met regionale uitstraling en een spilfunctie voor de hele gemeente.

Het aantal initiatieven en activiteiten is te talrijk om op deze plaats allemaal bij name te noemen. Voorop staat dat ik enorm dankbaar ben voor de inspanningen die worden gedaan om in onze prachtige gemeente zo’n ongekend rijk cultuuraanbod neer te zetten. En trots op de enorme creativiteit en inventiviteit waarmee dat gebeurt. In de Cultuurnota 2012-2013 wordt deze waardering vertaald in plannen voor onze eigen inzet en ondersteuning van de kunst en cultuur.

Deze nota is tot stand gekomen in goede samenwerking met mensen van binnen en buiten de gemeentelijke organisatie. Ik wil iedereen die heeft bijgedragen van harte danken.

Janina Luttik-Swart,

Wethouder kunst en cultuur

Inleiding

Waarom een nieuwe cultuurnota

Bergen heeft een ijzersterk imago als plaats waar kunst tot volle wasdom kan komen. Dat imago is te danken aan de kunstenaarskolonie die vanaf 1915 ontstond en die er tot op de dag van vandaag voor heeft gezorgd dat kunstenaars zich graag in en rondom Bergen vestigen. Tegenwoordig wordt de naam van Bergen op het gebied van de kunsten ook gerechtvaardigd door de aanwezigheid van een groot aantal culturele instellingen en een rijk aanbod aan culturele evenementen. Met regelmaat is er sprake van nieuwe en vernieuwende initiatieven zoals het omvangrijke kunsteducatieproject Tijdgeest en het piepjonge Woodlandsfestival. De omvangrijkste nieuwe ontwikkeling is het samengaan van een aantal culturele instellingen in Nieuw-Kranenburg waarvoor een moderne vleugel wordt aangebouwd aan de monumentale villa Kranenburgh. Nieuw-Kranenburg zal een spilfunctie krijgen in het toekomstige culturele aanbod van de gemeente Bergen. Het professionele aanbod aan kunst en cultuur wordt nog aangevuld door een zeer groot aantal gezelschappen waarin amateurs actief zijn op het gebied van de kunsten.

Bij deze weelde aan bedrijvigheid zal een gemeente met de omvang van Bergen zeer helder moeten zijn over de doelstellingen die met het kunst- en cultuurbeleid worden nagestreefd en onder welke voorwaarden culturele initiatieven worden ondersteund. Het budget is beperkt en wordt niet meer aangevuld door provinciale middelen. Er moeten dus duidelijke keuzes worden gemaakt. In voorliggende nota wordt vastgelegd welke beleidskeuzes het gemeentebestuur maakt voor de komende vier jaar en welke instrumenten daarvoor worden ingezet. Daarbij moet de kanttekening worden gemaakt dat onzeker is welke financiële uitdagingen de gemeente in de komende periode te wachten staan. Het is zeer goed denkbaar dat binnen de komende planperiode van vier jaar een bezuinigingstaakstelling zal worden opgelegd die ook het Kunst- en Cultuurbeleid zal treffen.

Voortborduren

Met voorliggende nota wordt een beperkt aantal inhoudelijke koerswijzigingen voorgesteld. De cultuurnota uit 2005: Cultuur is een w erkwoord is met een zeer intensief participatietraject tot stand gekomen en gebleken is dat de voornaamste conclusies uit die tijd onverminderd gelden. Enerzijds moet het kunst- en cultuurbeleid een onderdeel zijn van het lokaal sociaal beleid; het moet bijdragen aan het welzijn en de ontwikkeling van de inwoners van Bergen. Anderzijds moet het bijdragen aan de economische slagkracht van de gemeente. Voor de inhoudelijke doelstellingen wordt in belangrijke mate voortgeborduurd op de vorige cultuurnota. Wel is getracht met de huidige nota meer focus aan te brengen en scherper te verwoorden welke rol de gemeente gaat spelen bij het verwezenlijken van het beleid. Ook worden duidelijker verwoord op welke wijze afspraken worden gemaakt met de gesubsidieerde instellingen en hoe hun verrichtingen worden getoetst.

Leeswijzer

Voor een snelle toegang tot de inhoud van deze nota leest u de paragraaf “De belangrijkste besluiten op een rij op pagina 5, hoofdstuk 5 “Begroting 2012-201 3 en hoofdstuk 7 “Implementatie en planning”.

De cultuurnota heeft zeven hoofdstukken.

  • 1.

    Kunst & cultuur in de gemeente - in dit hoofdstuk wordt een beeld geschetst van de kunst en cultuur in Bergen

  • 2.

    Evaluatie beleidsperiode 2008-2011 er wordt teruggekeken naar de zwakke en sterke punten uit de voorgaande periode

  • 3.

    Uitgangspunten - welke randvoorwaarden voor het nieuwe beleid kunnen worden geformuleerd?

  • 4.

    Beleid 2012-2013 - in dit deel presenteren we de visie op kunst en cultuur en de daaruit voortvloeiende ambities, keuzes en doelstellingen.

  • 5.

    De systematiek - welke systematiek en werkwijze wordt gehanteerd bij de ondersteuning van culturele instellingen door de gemeente?

  • 6.

    Begroting - in dit deel gaan we in op de financiële gevolgen van het opgestelde beleid.

  • 7.

    Implementatie en planning - in dit deel laten we zien welke concrete activiteiten de komende periode worden ondernomen om het beleid in de praktijk te brengen.

Werkwijze

In 2009 werden werkzaamheden gestart voor een nieuwe cultuurnota . Lagroup Leisure & Arts consulting kreeg opdracht een evaluatie van de voorgaande beleidsperiode te doen en de participatie van culturele instellingen bij het tot stand komen van de nota te regisseren. Dertig sleutelfiguren uit en nabij het Bergense culturele veld werden daarvoor door Lagroup geraadpleegd in gesprekken en twee brainstormsessies. De bevindingen van Lagroup zijn ondergebracht in hoofdstuk 1 en 2, de beschrijving van de Bergense situatie en de evaluatie van de voorgaande beleidsperiode.

De eerste concepttekst van de nota werd rondgestuurd aan een groot aantal culturele instellingen met het verzoek een reactie te geven. De zienswijzen die naar aanleiding daarvan zijn ingestuurd én een aantal belangrijke nieuwe ontwikkelingen die zich in de tussentijd hebben voorgedaan hebben ertoe geleid dat de tekst van de definitieve nota grondig is gewijzigd ten opzicht van het eerste concept. Tegelijkertijd met de ter inzage legging ter voorbereiding op het raadsbesluit over de nota wordt de nota opnieuw rondgestuurd aan betrokkenen.

Bijlage 1 bevat een lijst van instellingen en gesprekspartners die bij de totstandkoming van de nota zijn betrokken. Bijlage 2 is een samenvatting van de zienswijzen. In bijlage 3 wordt een overzicht gegeven van de incidentele subsidies in de periode 2009-2011. Bijlage 4, tenslotte, is het memo waarin de vragen worden beantwoord die werden gesteld door raadsleden in de commissievergadering van 12 januari 2012.

De belangrijkste besluiten op een rij

We onderscheiden drie deelgebieden binnen het beleidsveld kunst en cultuur:

1.Cultuurparticipatie- en beleving

Dit gaat over de actieve en passieve deelname van inwoners en bezoekers aan culturele activiteiten. Wij bevorderen die deelname vooral door structurele subsidiering van het meest waardevolle culturele aanbod en incidentele bijdragen aan bijzondere en vernieuwende initiatieven. De nadruk ligt daarbij op professionele beeldende kunst en cultureel erfgoed en op specifieke doelgroepen: jeugd en jongeren, toeristen en recreanten en amateurkunstbeoefenaars.

2.Kunst- en cultuureducatie

Wij ondersteunen de professionele partners van het onderwijs bij het maken van een cultuureducatief programma. Daarnaast ontwikkelen wij in 2012 een gemeentebreed beeldende kunst project samen met het onderwijs en buurtbewoners.

3.Kunst in de openbare ruimte

Wij realiseren in de beleidsperiode 2012-2013, 1 beeld in de openbare ruimte in Egmond en in Schoorl.

Naast deze inhoudelijke keuzes ondernemen wij stappen om het beleidsinstrumentarium te verbeteren. Met de cultuurinstellingen worden heldere prestatieafspraken gemaakt en bij de beoordeling van subsidieaanvragen wordt gebruik gemaakt van gedifferentieerde, onafhankelijke en professionele kennis van de culturele markt. Hiervoor wordt onderzocht of de bestaande Adviescommissie voor Beeldende Kunst kan worden omgevormd tot een adviesorgaan met een bredere taak.

Het totale kunst- en cultuurbudget wordt incidenteel verhoogd met € 30.000 in 2012 en structureel met € 10.000 vanaf 2012. Een toekomstige bezuinigingstaakstelling kan uiteraard weer leiden tot verlaging van het budget.

1-Kunst en cultuur in de gemeente Bergen

Het cultuuraanbod

Kilometers kust, een uitgestrekt gebied met veel natuur (strand, duinen en polders) en recreatie-mogelijkheden, een rijke historie en uiteenlopende kernen, de gemeente Bergen in een notendop. Jaarlijks bezoeken duizenden toeristen de gemeente voor het strand, de rust en de natuur.

In de gemeente vestigden zich kunstenaars om te werken en te wonen. Na jaren te hebben gefungeerd als experimentele kunstenaarskolonie, is Bergen in de 21e eeuw een geliefde woonplek geworden met luxe huizen, een historisch centrum en veel welgestelde, wat oudere inwoners. Egmond en Schoorl, en de andere omliggende kernen, worden gekarakteriseerd door de omvangrijke geschiedenis, het strand en de natuur.

Het culturele leven van de gemeente Bergen staat in bloei. Voor een gemeente van deze omvang is er een zeer divers aanbod van theater, dans, muziek, zang, literatuur, beeldende kunst, musea, film en historie. Ontzettend veel vrijwilligers zetten zich in voor de kunst en cultuur in hun gemeente.

Het ringenmodel van Cor Wijn, uit ‘Gemeentelijk cultuurbeleid – een handleiding’, toegepast op Bergen, laat zien dat de gemeente op meerdere fronten een uitgebreider cultureel aanbod heeft dan gebruikelijk is voor gemeentes met een vergelijkbaar inwonertal.

Veel beeldende kunst, musea en verenigingen

In de verschillende kernen is door de jaren heen een groot en divers aanbod ontstaan van culturele voorzieningen en activiteiten. Dit zijn zowel professionele als amateurinitiatieven en -instellingen. De beeldende kunst is qua discipline het meest vertegenwoordigd. Dat is duidelijk te zien in het aantal (semi)professionele kunstenaars en galeries die in de gemeente zijn gevestigd.

Opvallend is het aantal musea en museale activiteiten in Schoorl, Egmond en met name in Bergen, door de toekomstige vestiging van Nieuw Kranenburg. In de gemeente komen het cultuuraanbod en de cultuureducatie voor jeugd en jongeren minder aan bod; de jeugd en jongeren worden te weinig bereikt. Uit de sector weerklinkt dat Bergen soms weinig is gericht op actieve cultuurbeleving.

De amateurkunsten (actieve participatie) zijn sterk gericht op muziek- en zangverenigingen en koren. Sommige andere vormen van actieve amateurkunstbeoefening blijven in Bergen achter op andere gemeenten.

Op de volgende pagina is een aantal opmerkelijke aspecten van het cultuuraanbod in de gemeente op een rij gezet.

Ringenmodel: binnenste ring: gemeenten tot 30.000 inwoners, middelste ring: gemeenten tussen 30.000 en 90.000 inwoners, buitenste ring: gemeenten boven 90.000 inwoners

Sterkten en zwakten

In de gesprekken die met sleutelfiguren uit het culturele veld zijn gevoerd zijn vele opmerkingen gemaakt over de krachten en de zwaktes van het culturele veld. Hieronder zijn deze in twee categorieën ondergebracht: de aanbodzijde en de vraagzijde.

De aanbodzijde

Over het aanbod van kunst en cultuur in de gemeente Bergen kan kortweg worden gesteld:

Sterkten

  • +

    Breed en omvangrijk aanbod

  • +

    Veel beeldende kunst

  • +

    Grote impuls door de komst van Nieuw Kranenburg

  • +

    Belangrijke nichespelers (muziek en film)

  • +

    Goede culturele evenementen

  • +

    Sterke landelijke reputatie

Zwakten

  • Weinig nieuwe kunst(initiatieven)

  • Smal aanbod in Schoorl en Egmond

  • Beperkte regionale afstemming

  • Beperkte rol voor cultuureducatie

  • Relatief weinig aanbod voor jongeren

  • Geen echte podiumvoorziening

  • Reputatie is rem op vernieuwing

  • Koppeling met natuur is nog beperkt

  • Beperkte integratie toerisme en cultuur

  • Cultural governance: beperkte doorstroming en vernieuwing binnen besturen

Dus: wat moet/kan er anders/beter/meer?

Voor het aanbod van kunst en cultuur in de gemeente Bergen zijn er goede kansen voor:

  • Ø

    Innovatieve kunst (jonge kunstenaars, nieuwe kunstvormen, multidisciplinaire kunstvormen)

  • Ø

    Koppeling met sterkten van de gemeente: de natuur, de historie/erfgoed en ligging aan zee

  • Ø

    Versterken van koppeling tussen kunst, cultuur en educatie en toerisme in de regio

  • Ø

    Meer aanbod voor jeugd en jong volwassenen

  • Ø

    Betere afstemming en samenwerking met Alkmaar en de rest van de regio (bijv. ook PR)

  • Ø

    Meer focus op nationale en internationale uitwisseling

  • Ø

    Meer doorstroming binnen besturen

De vraagzijde

Over de vraag naar kunst en cultuur (zowel passief cultuurbezoek als actieve participatie) in de gemeente Bergen kan kortweg worden gesteld:

Sterkten

  • +

    Breed publiek draagvlak voor kunst en cultuur (met name in de kern Bergen)

  • +

    Grote ‘harde kern’ die zorgt voor veel herhaal- en combinatiebezoek (meerdere activiteiten)

  • +

    Veel actieve vrijwilligers

  • +

    Grote groep (amateur)kunstenaars (met name muziek en koren)

  • +

    (Boven)regionale aantrekkingskracht van bepaalde voorzieningen en evenementen

Zwakten

  • Relatief weinig vraag naar echte vernieuwing

  • Publieksbereik te eenzijdig/smal

  • Geringe groei aantal vrijwilligers

  • Weinig tot geen markt- en publieksonderzoek (weinig kennis van wensen en behoeften van toeristen, jeugd en jongeren)

  • Mentale barrière tussen Bergen en Alkmaar, waardoor bewoners minder snel de buurgemeente bezoeken voor kunst en cultuur.

Dus: wat moet/kan er anders/beter/meer?

Voor de vraag naar kunst en cultuur in de gemeente Bergen zijn er goede kansen voor:

  • Ø

    Verbreding van publieksbereik door, naast nieuw en ander aanbod, focus op innovatieve marketing en samenwerking (bijv. onderwijs)

  • Ø

    Meten is weten: meer aandacht voor en delen van kennis op gebied van marktgegevens

Het kunstbeleid zal in de periode 2012-2013 gericht zijn op het behoud van de sterke kanten en de uitdagingen die de geconstateerde zwaktes stellen.

In algemene termen wordt gekozen voor het stimuleren van vernieuwing, het uitbreiden van de vraag en het aanbod in Schoorl en de Egmonden, het uitbreiden van het aanbod voor jonger publiek en het zoeken naar effectieve opbrengsten door koppeling met de beleidsterreinen onderwijs, toerisme, economie en cultuurhistorie.

2- Evaluatie 2005-2011

Beoordeling nota

Cultuur is een werkwoord is een goede globale visie met heldere doelstellingen en prioriteiten. De nota heeft een brede scope met aandacht voor zowel passieve als actieve participatie, amateurs en professionals en aandacht voor alle disciplines. Er spreekt ambitie uit de nota en de wens om ruimte te bieden aan vernieuwing. Een nadeel van de nota is echter dat de doelstellingen zeer omvangrijk zijn bij de ter beschikking gestelde middelen. Bovendien zijn de prioriteiten onvoldoende concreet en meetbaar gemaakt. In het algemeen staat in de nota niet duidelijk aangegeven hoe de gemeente zich, gedurende de beleidsperiode zal inzetten voor een bepaalde ambitie.

In de praktijk bleken nog een aantal andere zwakke punten:

  • Weinig vrij te besteden middelen (voor nieuwe initiatieven, professionalisering, etc.)

  • Mensen uit het lokale culturele veld kennen en/of gebruiken de nota niet

  • Beleid is volgend en niet sturend, prestatie-afspraken en weging ontbreken

  • Bepaalde doelstellingen hebben geen eigenaar (cultuurmarketing)

  • Indienen van aanvragen voor structurele en incidentele subsidie is bewerkelijk

  • Toetsing van aanvragen is tijdrovend, harde criteria en wegingsfactoren ontbreken en het eindoordeel is afhankelijk van een enkele ambtenaar

Zes beleidsprioriteiten stonden in de afgelopen periode centraal:

  • 1.

    Het verstevigen en verbreden van de positie van de professionele hedendaagse beeldende kunsten. Deze doelstelling is met name verwezenlijkt door de ondersteuning van de Kunstuitleen, het Kunstenaarscentrum Bergen, en evenementen zoals de Schoorlse Kunsten en de Kunst10daagse. Ook de realisatie van Nieuw-Kranenburg betekent een impuls voor de beeldende kunst in Bergen.

  • 2.

    Het stimuleren van cultuurparticipatie en –beleving, meer in het bijzonder onder jeugd en jongeren. Ook dit is gebeurd door het structureel en incidenteel ondersteunen van het culturele aanbod. Nog te weinig zijn activiteiten ondernomen naar aanleiding van een analyse van de vraag: wat hebben inwoners van Bergen, en met name de jeugdigen, nodig om zich betrokken te voelen bij kunst en –cultuur.

  • 3.

    Het intensiveren en stimuleren van kunst- en cultuureducatie voor jong én oud. Hieronder viel de ondersteuning van het muziekonderwijs via een aantal muziekverenigingen en het aanbod op de scholen van het Steunpunt Kunstzinnige vorming. Daarnaast is het succesvolle multimediale project Tijdgeest met steun van de gemeente uitgevoerd (www.)

  • 4.

    Het beheren en ontsluiten van het cultureel vermogen, meer in het bijzonder de gemeentelijke collectie beeldende kunst. De kunstcollectie is geïnventariseerd en in beheer overgedragen aan Nieuw-Kranenburg waarmee het deel is geworden van de kerncollectie vna het museum en meer dan voorheen centraal zal staan in de programmering.

  • 5.

    Het versterken van de kunst en cultuur(historie) binnen het aanbod voor toeristen en recreanten. De cultuurhistorie werd vooral zichtbaar gemaakt binnen de erfgoedmusea van Bergen (het Sterkenhuis) en Egmond. Mede voor toeristen is het rondreizend theater van de Karavaan meerdere malen aangetrokken en zijn diverse andere culturele evenementen met een subsidie ondersteund.

  • 6.

    Het optimaliseren van de cultuurmarketing- en promotie in en rond Bergen. Deze doelstelling is slecht uit de verf gekomen. De verwachting was dat particuliere initiatieven op dit terrein zouden worden ontwikkeld waarvoor de gemeente financiële middelen ter beschikking zou stellen. Deze verwachting is niet uitgekomen.

Naast de bovengenoemde doelstellingen werden in de nota Cultuur is een werkwoord een aantal specifieke wensen en ambities opgenomen met het plan om deze in de periode 2005-2008 te realiseren. Een aantal van deze ambities, zoals het realiseren van een multifunctionele (podium) zaal en expositieruimte, het realiseren van een centrum voor kunst- en cultuureducatie en het opzetten van een regionaal centrum voor beeldende kunst worden gerealiseerd in het toekomstige Nieuw Kranenburg. Nieuw Kranenburg is daarmee ook het belangrijkste resultaat van de afgelopen beleidsperiode.

Niet alle ideeën zijn gedurende de beleidsperiode tot uitvoer gebracht. Zo is het plan voor de een openluchttheater bij een plan gebleven omdat het inzicht groeide dat tijdelijke/ mobiele faciliteiten een betere optie zijn, bijvoorbeeld op het strand en/of tijdens evenementen. Ook een cultuurhistorisch centrum en een jeugdcultuurpas zijn niet gerealiseerd.

De financiering

Eén van de (meetbare) manieren om inzicht te krijgen in de uitvoering van beleid zijn de toegekende subsidies. Welke initiatieven worden gesteund, ofwel welke cultuuruitingen krijgen prioriteit? Gedurende de voorliggende beleidsperiode financiert de gemeente cultuuruitingen op twee manieren: structureel en incidenteel.

Op de volgende pagina is door middel van een taartdiagram weergegeven naar welke disciplines de gelden van de gemeente jaarlijks zijn gegaan. Opvallend is dat een groot deel van de subsidiegelden vastligt. Zo ontvangen de drie vestigingen van de bibliotheek gezamenlijk bijna € 800.000. Er blijft vervolgens een relatief klein bedrag over voor de andere instellingen.

  • De verdeling naar discipline laat zien dat, wanneer de bibliotheek niet wordt meegenomen, totaal ongeveer 80% van de structurele subsidie naar musea en beeldende kunst gaat en 20% naar de podiumkunsten.

  • Er is de laatste jaren een wisselend bedrag beschikbaar geweest voor incidentele financiering, maar nooit meer dan 5% van de totale cultuurbegroting. Zie voor een overzicht van de incidentele subsidies in de jaren 2009-2011 bijlage 3.

  • Wanneer je op basis van de huidige verdeling vooruitkijkt, ontstaat vanaf 2012 – vanaf de opening van Nieuw Kranenburg – een versterkt beeld. Jaarlijks zal de instelling € 500.000 ontvangen. De bibliotheek en Nieuw Kranenburg nemen gezamenlijk ruim 90% in beslag van het totale structurele cultuurbudget.

Disciplinaire verdeling structurele subsidies (2008)

Relatief weinig geld voor podiumkunsten

Binnen de gemeente Bergen is tot nu toe relatief weinig subsidie verstrekt aan de podiumkunsten, enerzijds door de grote omvang van andere disciplines (vooral de musea, beeldende kunst en de bibliotheek) en anderzijds door de keuze om geen professioneel theater te realiseren in Bergen en ook voor popmuziek door te verwijzen naar voorzieningen in buurgemeenten. Met de realisatie van Nieuw Kranenburg (met podium) en incidentele subsidies komt er wel meer ruimte voor podiumkunsten.

Vergelijking met andere gemeenten

Een beknopte benchmark met andere, qua omvang en bevolkingssamenstelling vergelijkbare gemeenten, laat zien dat de andere gemeenten een soortgelijk totaalbedrag per inwoner uitgeven aan kunst en cultuur (benchmark gemiddeld € 36 en Bergen ruim € 38 per inwoner). De bibliotheek is, zoals ook landelijk het geval is, bij de benchmark een grote kostenpost. Op een aantal andere punten wijkt de verdeling van de gelden in Bergen echter af van de benchmark. Zo geeft de gemeente Bergen aanzienlijk minder uit aan cultuureducatie, maar opvallend meer aan exploitatiesubsidies dan de andere gemeenten. De gegevens betreffen het jaar 2009.

Subsidiebeoordeling moet beter

In de vorige nota ontbreken helder vastgelegde beoordelingscriteria en een effectieve beoordelingssystematiek voor subsidieaanvragen en de prestaties die gesubsidieerde instellingen leveren . Een evaluatie van de voorgaande periode is op die gronden dan ook maar in beperkte mate mogelijk.

Een zwakke schakel in de subsidiesystematiek is ook de beoordeling van incidentele subsidies. In principe wordt iedere subsidieaanvraag getoetst aan een vast aantal criteria maar er is vaak onvoldoende tijd beschikbaar om iedere aanvraag uitgebreid op zijn merites te beoordelen. De beoordeling en het advies aan het college worden opgesteld door één persoon wat het gevaar van willekeur met zich meebrengt.

Bij de behandeling van enkele bezwaren die tegen afgewezen subsidieverzoeken zijn ingediend werd door de bezwaarcommissie geconstateerd dat onvoldoende helder is welke procedure voor de beoordeling van subsidieaanvragen wordt gehanteerd en op welke gronden een subsidie wordt afgewezen.

3-Uitgangspunten van nieuw cultuurbeleid.

Cultuurbeleid en culturele sector versterken elkaar

Idealiter versterken het gemeentelijk cultuurbeleid en de daadwerkelijke cultuuractiviteiten, die door het culturele veld in de gemeente worden ontplooid, elkaar. Het een volgt niet uit het ander, maar het beleid en de activiteiten beïnvloeden elkaar. Om dit te bereiken is een goede kennis van het culturele veld noodzakelijk en andersom: bij de instellingen kennis van de doelstellingen die de gemeente met de inzet van middelen wil bereiken.

Nieuw-Kranenburg

Nieuw-Kranenburg is het boegbeeld van het gemeentelijk cultuurbeleid en vervult vanaf de opening een spilfunctie te midden van het culturele aanbod en met name de kunsteducatie binnen de gehele gemeente.

Herijking van het beleid

Het nieuwe beleid dient ervoor om de eerder ingeslagen weg te herijken en aan te scherpen en om het systeem voor het aanvragen, beoordelen en toekennen van subsidies te verbeteren.

Verbinding met andere beleidsterreinen

Het cultuurbeleid moet meer dan voorheen worden uitgewerkt in relatie tot andere beleidsterreinen.

Behoud van structurele subsidiering van het basisaanbod en kunsteducatie

Gestreefd wordt naar behoud van een hoogwaardig cultuuraanbod. Met individuele instellingen worden op basis van de cultuurnota op maat gesneden prestatieafspraken gemaakt. Hierover wordt gerapporteerd aan het college en de raad.

Incidentele subsidiering van bijzondere projecten

Het beschikbare flexibele geld wordt ingezet voor realisatie van bijzondere en vernieuwende projecten. Daarbij wordt gelet op diversiteit en een goede spreiding (geografisch en in de tijd).

Meer aandacht voor amateurkunstinitiatieven

Er wordt een bedrag vrijgehouden om te kunnen inzetten op de initiatieven van amateurverenigingen waarvan de leden actief deelnemen aan kunstuitingen. Er wordt daarbij geen onderscheid gemaakt tussen de disciplines.

Ateliers

Initiatieven van werkende kunstenaars met betrekking tot het realiseren van ateliers worden, indien mogelijk, ondersteund. Speciale aandacht gaat uit naar het beschikbaar stellen van tijdelijke atelierruimte in leegstaande gebouwen.

Heldere opzet van de wijze van aanvragen en beoordelen.

Het aanvragen van subsidie wordt eenvoudiger en voor de beoordeling wordt externe advisering aangetrokken in de vorm van een advies commissie.

4- Kunst en –cultuurbeleid 2012-2013

Visie op kunst en cultuur gemeente Bergen

Kunst brengt mensen samen en overbrugt de verschillen tussen groepen in de samenleving. Door kunst kunnen individuen ontdekken wie zij zijn. Kunst is een bron van trots en het gevoel ergens bij te horen. De sociale cohesie wordt versterkt door de vele verbanden waarin amateurkunstbeoefenaars met elkaar musiceren, dansen en schilderen. Het is van belang dat de gemeente waardering uitdraagt en waar mogelijk ondersteuning biedt voor de inspanningen van diegenen die deze activiteiten mogelijk maken. Iets soortgelijks geldt voor de talrijke vrijwilligersgroepen die werkzaam zijn bij de musea en de evenementen.

Naast de maatschappelijke waarde heeft de kunst- en cultuursector ook een zeer grote economische waarde voor Bergen. Voor een gemeente die haar economische kracht voor een belangrijk deel uit het toerisme haalt is een gevarieerd cultureel aanbod een rijk bezit.

Kortom kunst en cultuur verdienen het door de lokale overheid te worden ondersteund. Dat moet op een goede manier gebeuren met veel aandacht voor kwaliteit. Bij de beoordeling van activiteiten en instellingen moet voldoende deskundigheid kunnen worden ingebracht en minder worden overgelaten aan het toeval (met het gevaar van willekeur). Dat kan door de een adviescommissie mee te laten beslissen over de ondersteuning van instellingen.

Het kunst en cultuurbeleid heeft raakvlakken met vele andere beleidsvelden zoals onderwijs en jeugdbeleid, economisch beleid en toeristisch beleid. Meer dan in de afgelopen beleidsperiode zal actief gezocht worden naar mogelijkheden om verbindingen aan te brengen tussen deze aandachtsgebieden zodat naar buiten toe een duidelijker beeld ontstaat van wat de gemeente met haar kunst- en cultuurbeleid voorstaat. Een voorbeeld hiervan is de mogelijkheid voor scholen om middels de systematiek van de onderwijssubsidies aanspraak te kunnen maken op middelen voor cultuureducatie.

De missie van de gemeente luidt:

Gemeente Bergen ziet het als haar taak om een gevarieerd en kwalitatief kunst- en cultuuraanbod te ondersteunen dat voor alle inwoners en bezoekers van Bergen mogelijkheden biedt om passief dan wel actief te participeren in kunst en cultuur.

Niet alle in de gemeente aanwezige kunst en cultuur kan en hoeft door de gemeente te worden gesubsidieerd. De gemeente is een voorstander van de zelfredzaamheid van (amateur)kunst- en cultuurinstellingen. Zij ziet het als haar taak om bijzondere en attractieve kunst en cultuur te bieden die anders niet getoond kan worden aan de inwoners van de gemeente.

In de nieuwe cultuurnota worden een aantal van de beleidsprioriteiten uit de vorige cultuurnota (cultuurparticipatie, kunsteducatie, focus op erfgoed, jongeren en beeldende kunst) aangevuld met nieuwe speerpunten (focus op amateurkunstbeoefenaars, kunst in de openbare ruimte) en ondergebracht in 3 deelgebieden:

  • 1.

    Cultuurparticipatie en –beleving

  • 2.

    Kunst- en cultuureducatie

  • 3.

    Kunst in de openbare ruimte

Belangrijke inzet wordt daarnaast gedaan voor de verbetering van de subsidiesystematiek.

Cultuurparticipatie en –beleving

Doelstelling

Het stimuleren van de actieve en passieve deelname aan cultuur door bewoners en bezoekers van Bergen. Drie specifieke doelgroepen en twee thema’s krijgen daarbij extra aandacht:

  • ·

    jeugd en jong volwassenen

  • ·

    toeristen en bezoekers

  • ·

    beoefenaars van amateurkunst

  • ·

    hedendaagse beeldende kunst

  • ·

    cultureel erfgoed

Motivatie

De actieve en passieve deelname aan culturele activiteiten is een belangrijke maatschappelijke en economische motor voor de gemeente Bergen. De keuze voor specifieke doelgroepen en thema’s maken het mogelijk om focus aan te brengen in het gemeentelijk beleid en voorkomt al te grote versnippering van middelen. Voor jeugd en jong volwassenen wordt gekozen omdat zij ondersteuning nodig hebben bij hun creatieve ontwikkeling. Voor toeristen en bezoekers omdat zij een belangrijke economische bijdrage aan Bergen leveren. Voor hedendaagse beeldende kunst omdat beeldende kunst de bron van Bergens faam is geweest en we graag willen dat Bergen er bekend om blijft. Cultureel erfgoed is eveneens een grote kracht van de gemeente en er is een morele plicht om daar netjes mee om te springen. Tot slot wordt gekozen voor amateurkunst omdat die zeer belangrijk is voor de sociale cohesie in de dorpen.

Rolverdeling

Gezien de zeer vele culturele initiatieven die door inwoners van Bergen worden genomen en het grote aantal vrijwilligers dat daarbij is betrokken kan veilig gesteld worden dat de bevolking van Bergen de kunst een warm hart toedraagt. De culturele instellingen hebben ieder hun eigen doelstellingen en dragen met verve hun verantwoordelijkheden. De gemeente moet met zorg met deze rijkdom omspringen en inspanningen verrichten om ervoor te zorgen dat het aanbod aan culturele activiteiten gevarieerd, vernieuwend en van voldoende kwaliteit blijft. Zij kan dat doen door subsidiegelden kritisch in te zetten en instellingen die een structurele bijdrage ontvangen te houden aan specifieke afspraken over de inzet van middelen. Bij de beoordeling van activiteiten en instellingen moet voldoende deskundigheid kunnen worden ingebracht.

Wat gaan we doen

1.Structurele subsidiering van het basisaanbod

Tot het basisaanbod aan culturele voorzieningen in de gemeente Bergen behoren:

  • ·

    De bibliotheek

  • ·

    De (erfgoed)musea: Nieuw-Kranenburg (Kranenburgh en Sterkenhuis) en het museum van Egmond

  • ·

    Het muziekaanbod van de International Holland Music Sessions

  • ·

    Filmhuis Cinebergen

  • ·

    De kunst10daagse

  • ·

    Cultuureducatie op de scholen voor basis- en voortgezet onderwijs (zie volgende paragraaf)

  • ·

    Muziekonderwijs (zie volgende paragraaf)

Deze instellingen krijgen voor de toekomstige vierjarige beleidsperiode een subsidie die jaarlijks wordt geïndexeerd voor wat betreft de personeel- en huisvestingskosten. Het gaat stuk voor stuk om professionele instellingen die in de afgelopen periode blijk hebben gegeven van een stabiel en hoog kwalitatief aanbod. Deze instellingen zijn verplicht een bijdrage te leveren aan het cultuureducatieve aanbod voor de scholen in Bergen. Daarnaast moeten zij aantonen een speciale inzet te plegen voor de specifieke doelgroepen en thema’s waar de gemeente prioriteit aan geeft.

Onderzocht wordt in hoeverre een aantal kleinere organisaties die nu een structurele subsidie ontvangen kunnen gaan behoren tot het basisaanbod (aanbod Slotkapel Egmond, SCHOK). Na 4 jaar worden de structurele subsidies opnieuw door de adviescommissie geëvalueerd en beoordeeld en wordt besloten of en op welke wijze de gemeentelijke ondersteuning wordt voortgezet.

2.Incidentele subsidiering van bijzondere projecten

Bijzondere projecten van hoge kwaliteit kunnen aanspraak maken op een subsidie. Daarbij wordt vooraf geen thematische beperking aangegeven om een zo groot mogelijke ruimte te creëren voor vernieuwende initiatieven.

De kwaliteit wordt ondermeer afgemeten aan : de mate waarin verbinding wordt gezocht tussen de dorpen en gemeenschappen en doelgroepen en de mate waarin de aanvraag getuigd van cultureel ondernemerschap. Meer uitgebreide informatie over de beoordeling volgt in hoofdstuk 6: de Subsidiesystematiek.

3.Speciaal budget voor initiatieven van amateurgezelschappen

Bij deze activiteiten staat het bevorderen van de sociale cohesie centraal. Als dat plaatsvindt tussen de dorpen van Bergen onderling en tussen publieksgroepen in leeftijd en afkomst is dat een extra aanbeveling bij de beoordeling van een subsidieaanvraag.

Voor deze aanvragen geldt een milde aanpak omdat niet altijd voldoende know-how aanwezig is voor het doen van een volledige en goede subsidieaanvraag. De criteria voor de subsidiebeoordeling gelden wel maar worden met meer coulance toegepast. Het budget voor deze initiatieven heeft een plafond van € 10.000.

4.Onderzoek naar de aanwezigheid en de behoeften van jongeren

Omdat gebleken is dat het culturele aanbod voor jongeren gering is, is een onderzoek naar hun behoeften op zijn plaats. Het Woodlandsfestival dat in de zomer van 2011 voor het eerst werd georganiseerd kan een welkome aanvulling op het basisaanbod worden.

5.Beschikbaar stellen van atelier ruimte

Beleid wordt ontwikkeld om het mogelijk te maken dat gebouwen van de gemeente die tijdelijk leeg komen te staan als atelierruimte worden aangeboden aan kunstenaars. Hierover worden werkafspraken gemaakt met de leegstandbeheerder HOD.

Waar mogelijk worden initiatieven van kunstenaars om ateliers te realiseren ondersteund afhankelijk van ontwikkelingsmogelijkheden en private belangstelling.

6. Kunstproject 2012

Zie hiervoor de volgende paragraaf.

Kunst- en cultuureducatie

Doelstelling

Intensiveren en stimuleren van kunst- en cultuureducatie voor schoolgaande jeugd en jongeren.

Motivatie

Culturele activiteiten op school prikkelen de verbeelding van kinderen en stimuleren hen tot het ontwikkelen van hun eigen creativiteit. Voor veel leerlingen die moeite hebben met de vakken taal en rekenen is de kennismaking met en deelname aan culturele activiteiten een verademing en een eyeopener. Voor een gemeente waar de culturele sector van vitaal belang is, moet talentontwikkeling een peiler zijn van het kunst- en cultuurbeleid. En, net als bij sportbeoefening, is er een brede basis van amateurs nodig om toppers te kweken.

Rolverdeling

Scholen hebben de wettelijke taak om leerlingen bij te brengen dat zij beelden, taal, muziek, spel en beweging kunnen gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om ermee te communiceren. Ook moeten leerlingen leren op het eigen werk en dat van anderen te reflecteren. Scholen krijgen bij het maken en uitvoeren van hun cultuurbeleid ondersteuning van de provincie en de gemeente omdat de middelen die scholen van het Rijk voor cultuurbeleid ontvangen ontoereikend zijn. Culturele instellingen dragen bij aan de kunsteducatie door in hun programmering speciale activiteiten voor de jeugd op te nemen. Bij een enkele instelling (bijvoorbeeld Stichting Tijdgeest) is kunsteducatie het primaire doel.

Wat gaan we doen

1.Kunstmenu wordt Cultuur Primair

Het Kunstmenu was voor het primair onderwijs en bestond tot voor kort uit een jaarlijkse set aan voorstellingen, bezoeken aan tentoonstellingen en andere activiteiten waardoor leerlingen gedurende hun schoolperiode met alle mogelijke kunstdisciplines in aanraking komen.

Het Kunstmenu werd georganiseerd door het Steunpunt Kunstzinnige Vorming (SKV)met financiële bijdragen van de provincie, gemeente en de scholen zelf. De provincie bouwt de ondersteuning vanaf 2011 af en vraagt de gemeentes deze rol over te nemen. Inmiddels bestaat het SKV niet meer. In regionaal verband zijn gedurende 2011 gesprekken gevoerd over regionale samenwerking om de leemte die is ontstaan te vullen. Door de grote variatie in de wijze waarop kunsteducatie op lokaal niveau is vormgegeven en door gebrek aan financiële middelen heeft dat nog niet geleid tot een concreet plan.

De meest pragmatische oplossing voor het behouden van een cultureel aanbod op de basisscholen in Bergen is aan te sluiten bij het Alkmaarse model van Cultuur Primair. Cultuur Primair wordt uitgevoerd door Artiance en bestaat uit een aantal cultuurmenu’s waaruit de scholen kunnen kiezen en waarvoor de lokale culturele instellingen de activiteiten aanleveren. Nadeel van deze werkwijze is dat er niet meer sprake is van onafhankelijke en professionele advisering over het realiseren van de educatieve doelstelling. Voordeel is wel dat culturele instellingen meer worden betrokken bij het educatieve aanbod en een bijdrage leveren in de vorm van een bedrag per leerling die daadwerkelijk van het aanbod gebruik maakt. Voordeel is ook dat Bergense cultuurinstellingen de gelegenheid krijgen zich te presenteren aan leerlingen van gemeentes in de omgeving en andersom. Voor de gemeente zijn de kosten van Cultuur Primair gelijk aan die van het Kunstmenu. In goed overleg met de basisscholen in Bergen maken we in het schooljaar 2011-2012 en 2012-2013 gebruik van Cultuur Primair. Gedurende deze periode wordt onderzocht in hoeverre Nieuw-Kranenburg deze rol kan overnemen met inbegrip van een meer inhoudelijke educatieve advisering.

2.Subsidiëring van aanvullende projecten op de scholen

Scholen horen te weten op welke wijze hun leerlingen het beste kunstzinnig gevormd kunnen worden. Dikwijls trekken zij daarvoor externe expertise aan. Om scholen te stimuleren een kunsteducatieplan van hoog niveau te maken wordt het voor hen mogelijk een subsidie aan te vragen. Voor de inzet van dit subsidie-instrument wordt aangesloten bij de criteria die gelden voor de onderwijssubsidies op het gebied van taalonderwijs en onderwijs in sociaal-emotionele vaardigheden.

3.Regionale samenwerking voor aanbod aan het voortgezet onderwijs

De provinciale bezuiniging treft ook het aanbod op het voorgezet onderwijs (Rondje cultuur). Hiervoor is regionale samenwerking een must omdat veel leerlingen over de grenzen van hun eigen gemeente naar school gaan. De gemeenten in Noord Kennemerland zijn op bestuurlijk en ambtelijk niveau en met ondersteuning van de provincie, in overleg over een oplossing. Uiteraard moet daarvoor in overleg worden getreden met de scholen voor voortgezet onderwijs in de regio.

4.Kunstproject

In het collegeprogramma is het voornemen opgenomen om een gemeentebreed kunstproject te realiseren waarbij door intensieve samenwerking tussen lokale kunstenaars, buurten én het onderwijs, tijdelijk kunst in de openbare ruimte wordt geplaatst. Op 5 tot 9 verschillende plekken overal in de gemeente gaan kunstenaars in gesprek met buurtbewoners en scholieren en wordt aan de hand daarvan een beeld gevormd. Binnen de scholen gaan de leerlingen ook zelf aan de slag onder begeleiding van de kunstenaars. Middelbare scholieren kunnen deelnemen door de PR te verzorgen en verslag te leggen van het project met behulp van digitale media. Langs de beelden wordt een route uitgezet die alle kernen van Bergen met elkaar verbindt. Voor het project wordt een professionele partner aangetrokken en worden middelen betrokken uit de reserve voor kunst in de openbare ruimte.

5.Ontwikkeling educatief programma Nieuw-Kranenburg

Subsidievoorwaarde voor Nieuw-Kranenburg is de ontwikkeling van een gedegen educatief programma dat moet worden ingebracht in Cultuur-Primair. Op de middellange termijn kan Nieuw-Kranenburg een spilfunctie gaan vervullen voor het cultuureducatieve aanbod in de gemeente door kunstenaars en gezelschappen letterlijk en figuurlijk een podium te bieden en daarmee voor hen inpassing in Cultuur Primair of andere programma’s mogelijk te maken.

6.Cultuurcoach

Vanaf schooljaar 2012-2013 wordt in samenwerking met het primair onderwijs gewerkt met een cultuurcoach. Docenten geven onder schooltijd, na schooltijd en in vakanties kunst- en cultuurlessen in en rond de school bijvoorbeeld bij instellingen voor kinderopvang. Hierbij kunt u denken aan muzieklessen, zangkoren, theater en dansprojecten en beeldende activiteiten. Deze docenten worden door het rijk en de gemeente samen gesubsidieerd.

7.Muziekonderwijs

De gemeente ondersteunt het muziekonderwijs binnen haar grenzen door een bijdrage voor jeugdleden van een aantal muziekgezelschappen. Dit heeft het voordeel dat het een relatief goedkope oplossing is voor het ontbreken van een gemeentelijke muziekschool. Het nadeel is dat de keuze voor het bespelen van een type instrument beperkt is en dat niet zeker is dat de middelen terecht komen bij de kinderen die dat het meest nodig hebben. Ondersteuning van het muziekonderwijs (binnen verenigingen) gebeurt ook middels het jeugdcultuurfonds voor kinderen van ouders met een laag inkomen. In de komende beleidsperiode wordt onderzocht of ondersteuning van het muziekonderwijs kan worden uitgebreid naar andere aanbieders dan de verenigingen. In afwachting hiervan wordt de bijdrage aan de muziekverenigingen op de zelfde hoogte gehandhaafd.

Kunst in de openbare ruimte

Doelstelling

De beeldkwaliteit en leefbaarheid van de openbare ruimte verrijken en inwoners in hun eigen leefomgeving laten kennismaken met kunst.

Motivatie

De aankoop en plaatsing van kunst in de openbare ruime past bij het imago van Bergen als kunst- en cultuurgemeente. Door het plaatsen van hoogwaardige kunst wordt ook in de openbare ruimte een bijdrage geleverd aan het culturele aanbod van de gemeente. Gekozen wordt voor nieuwe beelden in Egmond of Schoorl omdat in deze gebieden ruim minder kunst in de openbare ruimte aanwezig is dan in Bergen.

Rollen

De procedure voor het uitschrijven van een opdracht en het plaatsen van kunst in de openbare ruimte wordt omschreven in de nota Ruimte in Beeld. Daarbij is in hoge mate rekening gehouden met de wijze waarop het publiek en omwonenden bij de plaatsing worden betrokken. De Adviescommisie voor Beeldende kunst heeft een belangrijke rol bij de beoordeling van ontwerpen. Met enige regelmaat worden particuliere initiatieven genomen voor het plaatsen van een beeld op openbare grond. Per geval wordt bekeken in hoeverre en op welke wijze de gemeente kan meewerken aan deze initiatieven. In ieder geval wordt de adviescommissie ook altijd betrokken bij zo’n initiatief.

Wat gaan we doen

1.P laatsen van Kunst in Schoorl

Onderzocht wordt of in relatie tot het gereedkomen van de N9 in Schoorl een kunstwerk geplaatst kan worden langs de nieuwe weg of in het verkeersluwe deel.

2.Plaatsen van kunst in Egmond

Bij het tot stand brengen van de structuurvisie voor Egmond aan den Hoef (project Lamoraal) wordt in een vroeg stadium rekening gehouden met de eventuele plaatsing van een kunstwerk.

Onderzoek cultuurmarketing

Het optimaliseren van de cultuurmarketing- en promotie in en rond Bergen blijft als meer instrumentele doelstelling bestaan binnen deze nota. Echter, het formuleren van specifiek beleid met een meer actieve rol van de gemeente dan voorheen, vergt meer voorbereiding. Voorwaarden zijn aansluiting bij een integrale en gemeentebrede visie op het promotiebeleid van de gemeente en een bijpassend budget. In 2012 wordt in samenspraak met de afdeling communicatie en de beleidsadviseurs toerisme en economische zaken onderzocht op welke wijze deze doelstelling handen en voeten kan krijgen.

Uitgelicht

Een aantal bij het basisaanbod genoemde instellingen vergt nadere toelichting:

Openbare bibliotheek

Ondanks veranderend leesgedrag en de opkomst van digitale media is de openbare bibliotheek nog steeds de best bezochte culturele voorziening in Nederland. Ook de bibliotheek Bergen vervult met 3 vestigingen in de kernen Bergen, Egmond en Schoorl een belangrijke rol in de lokale samenleving. Op jaarbasis komen ruim 162.000 bezoekers in de bibliotheek.

De resultaten van de dienstverlening van de bibliotheek laten per jaar een ontwikkeling zien die overeen komt met de landelijke trend: het aantal uitleningen en ingeschreven leners neemt af, het aantal bezoekers blijft gelijk of neemt toe en de digitale dienstverlening vormt een groter aandeel in het totale diensten en productenpakket. Met name de ontwikkelingen rond landelijke digitale ontsluiting van de collectie, het e-book en de sociale media laten zien dat zich een verschuiving in de behoefte van de bevolking voordoet.

In de huidige vorm is het voor de bibliotheek moeilijk om een antwoord te vinden op deze moderne trends. Door de beperkte formatie, een te kleine backoffice en structureel hoge kosten is er weinig ruimte voor vernieuwing en staat de kwaliteit van de dienstverlening onder druk. Om die reden is in 2011 besloten een fusie aan te gaan met de bibliotheek Kennemerwaard en daarmee de slagkracht van de organisatie te vergroten.

Naast het doen slagen van deze fusie en het vinden van een antwoord op de moderne trends staat de bibliotheek voor de uitdaging een oplossing te vinden voor de jaarlijkse begrotingstekorten. Het openhouden van drie vestigingen met een gelijk aanbod en niveau van dienstverlening legt een zware druk op de personele inzet van de bibliotheek en heeft geleid tot financiële tekorten vanaf 2009;

In de handreiking die de VNG over het bibliotheekbeleid in april presenteerde, wordt gesteld dat gemeenten niet ontkomen aan een besluit over transformatie van de bibliotheek als antwoord op deze trends. Als niets wordt gedaan en alleen de subsidie wordt bevroren leidt dat tot ernstige verschraling van het aanbod en tot verdere uitholling van de levensvatbaarheid van de bibliotheek.

Begin 2012 wordt een bibliotheekvisie met de koerswijzigingen voor de periode 2012-2013 voorgelegd aan de raad. Uitgangspunt is handhaving van het huidige subsidieniveau.

Cinebergen

Cinebergen vertoont 4 kwaliteitsfilms per week en voert daarnaast geregeld educatieve projecten uit met het primair en het voortgezet onderwijs. Het filmtheater levert ook een bijdrage aan grote evenementen in Bergen zoals de Kunst10daagse. Het filmtheater ontvangt een groeiend aantal bezoekers (naar verwachting 20.000 in 2011) en heeft plannen om een tweede zaal te realiseren. Dit succes past in een landelijk beeld: niet alleen in Bergen, ook landelijk zijn filmtheaters in de afgelopen jaren zeer succesvol gebleken en is het marktaandeel van deze theaters gegroeid van 3,8 naar 6,6 %.

Film is een kunstvorm die zeer veel mensen aanspreekt en in alle lagen en geledingen van de bevolking: jong en oud, arm en rijk en mensen met een verschillend opleidingsniveau. Cinebergen is om die reden een waardevolle aanvulling van het cultuuraanbod binnen de gemeente. Hiervoor is in de afgelopen periode erkenning geweest door de subsidie te verhogen van € 2.500 naar € 8.000 per jaar en zijn er incidentele bijdragen voor het gebouw en de inrichting geweest.

Het filmtheater werkt met een betaalde coördinator en 85 vrijwilligers. De werkdruk bij de professionele kracht en een aantal spilpersonen is groot waardoor de organisatie kwetsbaar is. Verdere professionalisering is nodig om het filmtheater ook op de langere termijn levensvatbaar te houden.

Een andere uitdaging voor Cinebergen is de vervanging van apparatuur om klaar te zijn voor het moment (binnen korte tijd) dat films alleen nog digitaal aan de filmtheaters worden aangeboden. De Stichting Digitalisering Nederlandse Cinema heeft een landelijk plan opgesteld om filmtheaters bij deze transitie te ondersteunen. De benodigde investering is gemiddeld € 55.000 per bioscoopdoek. Het plan gaat uit van een gezamenlijke financiering door de filmdistributeurs, het rijk, de gemeenten en de filmtheaters zelf.

In 2010 heeft het Film Instituut Nederland in samenwerking met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een handreiking opgesteld waarin een norm voor de subsidiering van filmtheaters wordt gesteld. Bij gemeenten tussen 30.000 tot 90.000 inwoners is de norm € 1,00 per inwoner. Om enerzijds recht te doen aan het behoud van het waardevolle aanbod van Cinebergen en anderzijds aan het beperkte budget en de mogelijkheid om ook andere kunstdisciplines te ondersteunen, conformeren wij ons aan de landelijke norm voor gemeenten tot 30.000 inwoners: € 0,50 per inwoner wat leidt tot een subsidie van € 15.000 per jaar. Met Cinebergen worden afspraken gemaakt over de inzet van de subsidieverhoging voor de benodigde investering in digitale apparatuur.

International Holland Music Sessions

The International Holland Music Sessions begeleidt jonge, getalenteerde musici en helpt hen op weg naar het internationale concertpodium. The International Holland Music Sessions maakt gebruik van een omvangrijk internationaal netwerk om deze muzikale talenten te ontdekken en organiseert ieder jaar een internationale Summer Academy in Bergen. Masterclasses en individuele coaching staan hierbij centraal.

Internationaal beroemde musici en muziekpedagogen, verbonden aan topinstituten over de hele wereld, geven intensieve begeleiding aan een nieuwe generatie solisten. Ook worden jonge musici geselecteerd die de mogelijkheid krijgen een eerste stap te zetten op weg naar het internationale concertpodium. Door de kwaliteit en de internationale reputatie van de pedagogen staat de Summer Academy wereldwijd op de kaart. De meest getalenteerde musici krijgen uiteindelijk toegang tot de New Masters on Tour-series in Het Concertgebouw en Theater Odeon in Nederland en vervolgens in Europa en Rusland.

De succesvolle formule van The International Holland Music Sessions wordt wereldwijd geroemd en zet dus ook Bergen internationaal op de kaart. In 2011 zijn er 130 deelnemers in leeftijd variërend van en afkomstig uit 40 landen. De IHMS werkt met een beperkt aantal betaalde krachten en een groot aantal vrijwilligers waaronder de gastgezinnen waar de muziekstudenten verblijven. De 35 concerten van de IHMS vinden plaats in de Ruïnekerk. De IHMS heeft haar activiteiten uitgebreid naar andere podia in Noord Holland om voldoende middelen te genereren om de masterclasses te kunnen blijven verzorgen. Niettemin verkeert de organisatie door het wegvallen van sponsoren, het hoge BTW tarief, en toegenomen kosten in een dusdanige financiële situatie dat handhaving van de gemeentelijke subsidie (€ 15.000) in de periode 2012-2013 nodig blijft.

Kunst10daagse

De Kunst10daagse is jaarlijks terugkerend evenement waarbij meer dan 200 kunstenaars exposeren op evenzoveel locaties in Bergen. Traditioneel vindt deze festiviteit plaats gedurende de laatste 10 dagen van de maand oktober en is daarmee een echt cultureel herfstfestival. De Kunst10daagse is breed geprogrammeerd met een artistiek en toegankelijk palet aan beeldende kunst; zowel schilderkunst als beeldhouwwerk, fotografie, etsen en keramiek. Daarnaast worden er op meerdere locaties in Bergen muziek- en toneelvoorstellingen opgevoerd.

De Kunst10daagse is ontstaan als initiatief van Bergense ondernemers met het doel het toeristenseizoen te verlengen. Inmiddels trekt het evenement enkele tienduizenden bezoekers per jaar naar Bergen. Ook de betrokkenheid van de eigen bevolking bij het evenement is groot. De laatste twee jaren heeft de organisatie sterk ingezet op het vergroten van de professionaliteit.

De kunst10daagse geeft aan een laagdrempelig evenement te willen zijn zonder dat die laagdrempeligheid ten koste gaat van de kwaliteit. Een belemmerende factor is het gebrek aan grote en geschikte expositieruimten in Bergen. Met de komst van Nieuw-Kranenburg komt daar verandering in. Ook kan gedacht worden aan het toestaan van tijdelijke expositielocaties in evenementen tenten.

In vergelijking tot andere instellingen ontvangt de Kunst10daagse vanaf 2005 jaarlijks een bescheiden structurele subsidie van € 4.500. Deze subsidie is echter vrijwel ieder jaar aangevuld met een extra bijdrage variërend van € 5.000 tot € 10.000. Ook de Kunst10daagse heeft te maken met wegvallende sponsors en gestegen kosten. Voor de periode 2012 tot en met 2013 ontvangt de Kunst10daagse een jaarlijkse subsidie van € 10.000.

Nieuw-Kranenburg

In 2013 opent Nieuw Kranenburg haar deuren. Nieuw Kranenburg is ontstaan uit een gezamenlijk initiatief van Museum Kranenburgh, het SBK, het Sterkenhuis, het NHKC en het KCB om de culturele krachten te bundelen in een vernieuwd gebouw. Dit betekent dat verschillende culturele organisaties zich onder 1 dak zullen huisvesten en zich presenteren vanuit de overkoepelende organisatie Nieuw Kranenburg.

Dit heeft er ook toe geleid dat de kunst- en cultuurhistorische collecties afkomstig van de verschillende culturele organisaties en de gemeente ook zijn samengevoegd in een aparte collectiestichting behorende bij de organisatie van Nieuw Kranenburg.

De verschillende organisaties vinden een thuis in de villa waar voorheen museum Kranenburgh was gevestigd en welk is uitgebreid met nieuwbouw. Hierdoor is Nieuw Kranenburg met meer ruimte voor tentoonstellingen en exposities, een auditorium, een museumwinkel en museumcafé , ruimte voor kunstenaarsverenigingen en een aparte ruimte voor cultuureducatie uitgerust voor de toekomst.

Naast een culturele programmering van tentoonstellingen, concerten, andere culturele activiteiten zal Nieuw Kranenburg zich ook richten op kunst- en cultuureducatie en op natuur.

Nieuw Kranenburg zal een impuls geven aan het culturele leven van Bergen door een spilfunctie hierin te vervullen. Samenwerking met andere culturele organisaties en initiatieven is hierin belangrijk.

Naast het ontwikkelen van een eigen cultuureducatief programma zal Nieuw Kranenburg op het gebied van kunst- en cultuureducatie ook een cultuurbrede rol vervullen door de combinatiefunctionarissen voor cultuur te huisvesten en te begeleiden in hun taak voor heel Bergen.

Nieuw Kranenburg ontvangt vanaf het jaar van opening jaarlijks

€ 500.000 subsidie. Deze subsidie komt voor een deel voort uit de bundeling van de voormalige subsidies van de verschillende organisaties die nu binnen Nieuw Kranenburg zijn vertegenwoordigd , en deels is het nieuw budget om het geheel van Nieuw Kranenburg naar een meer professioneel en hedendaags niveau te brengen. De subsidie vormt de helft van de begroting van Nieuw Kranenburg. De overige inkomsten bestaan uit opbrengsten van de verschillende culturele activiteiten, inkomsten vanuit de museumwinkel en het museumcafé, en sponsoring.

5- Begroting 2012-2013

In totaal is voor het cultuurbeleid in 2012 € 1.478.500 beschikbaar.

Voor het kunstproject met buurtbewoners en scholen wordt éénmalig een bedrag van € 30.000 ontrokken aan de reserve voor het plaatsen van kunst in de openbare ruimte. Voor de jaren 2012 tot en met 2013 is het budget € 1.448.500.

Om meer ruimte te creëren voor het ondersteunen van het kunstbeleid wordt de jaarlijkse toevoeging aan de reserve voor beeldende kunst in de openbare ruimte verlaagd met € 5.000 naar € 10.000. Het verschil wordt toegevoegd aan het budget voor kunstbeleid. Met deze middelen wordt het mogelijk de structurele subsidiering van de Kunst10daagse iets te verruimen. Vanaf 2013 vervalt ook de overgangssubsidie aan de KCB zodat het budget voor incidentele subsidiering weer op peil kan worden gebracht.

Het subsidieplafond voor incidentele subsidies bedraagt gemiddeld € 40.000,00. Dit bedrag wordt jaarlijks door de raad vastgesteld en is voor 2012 € 32.500.

Begroting per instelling/deelterrein incidenteel

Opmerkingen bij de volgende tabel:

De opzet van de begroting uit 2005 was om vier deelterreinen te hanteren bij de verdeling van incidentele subsidies. In de loop der tijd is deze verdeling losgelaten omdat bleek dat er daarmee te weinig ruimte was om flexibel op aanvragen te reageren. Binnen het deelterrein cultuurhistorie en musea bleek aanvankelijk bijvoorbeeld weinig vraag naar ondersteuning te zijn. Deze middelen zijn ingezet op het onderdeel kunsteducatie. In de komende beleidsperiode wordt geen onderverdeling gemaakt en vallen de incidentele subsidies allen onder de noemer: culturele festivals en evenementen. Ook de subsidieaanvragen die scholen kunnen doen voor hun educatieve programma vallen onder deze noemer. Een uitzondering is een bedrag van maximaal € 10.000 voor het stimuleren van initiatieven door amateurkunstenaars.

De begroting voor 2013 toont bedragen exclusief indexering van de huisvesting- en personeelskosten.

In de tabel is nog niet opgenomen de gemeentelijke bijdrage voor cultuurcoaches (combinatiefunctie)van € 80.000,00 waarover in november 2011 besloten is.

Begroting per instelling /deelterrein incidenteel

2005

2011

2012

2013

begroot

werkelijk

begroot

begroot

Subsidiering basisaanbod

Artiance en CJP (SKV)

15.575

18.368

15.000

15.000

Muziekverenigingen

37.500

31.720

35.000

35.000

Kunst10daagse

4.500

11.600

10.000

10.000

Schoorlse Kunsten*

5.000

5.000

5.000

5.000

Bibliotheek

699.006

790.964

791.000

791.000

(Nieuw-)Kranenburg(h)

159.278

302.881

500.000

500.000

Kunstuitleen

5.200

-

-

-

Kunstenaarscentrum

15.600

10.000

10.000

-

Progr. Slotkapel, Egmond

0

4.538

4.500

4.500

Museum Egmond

3.500

3.500

3.500

3.500

Het Sterkenhuis

10.000

-

-

-

Int. Holland Music Ses.

12.500

15.000

15.000

15.000

Cinebergen

-

8.000

15.000

15.000

subtotaal

967.659

1.201.571

1.404.000

1.394.000

Incidentele subsidiering

Kunstproject buurten

-

-

30.000

-

cult. festivals, evenem.

25.000

30.000

32.500

42.500

kunst- en cultuureduc.

15.000

-

-

-

cultuurhist.en musea

10.000

-

-

-

amateurinitiatieven

-

-

10.000

10.000

subtotaal

50.000

30.000

72.500

52.500

totaal

1.032.659

1.231.571

1.477.000

1.446.500

Dit bedrag is inclusief een incidentele bijdrage van € 7.000. De subsidie van deze organisaties valt vanaf 2011 onder de subsidie van Nieuw-Kranenburg. Bij de KCB vindt nog extra subsidiering in de overgangperiode 2011-2012 plaats.

Bestemmingsreserve beeldende kunst in de openbare ruimte

De jaarlijkse toevoeging aan de reserve (€ 15.000) wordt verlaagd naar € 10.000. Voor het plaatsen van kunst in de openbare ruimte is daarmee in 2013 € 40.000 (richtbedrag) beschikbaar. Uitgangspunt is dat voor het realiseren van deze plannen ook subsidies en sponsoren uit andere bronnen worden gezocht.

saldo 31 dec 2010

vermeerdering 2011

€ 58.608

€ 15.000

saldo 31 dec 2011

vermeerdering 2012

onttrekking 2012

€ 73.608

€ 10.000

€ 30.000

saldo 31 dec 2012

vermeerdering 2013

onttrekking 2013

€ 53.608

€ 10.000

€ 40.000

saldo 31 dec 2013

vermeerdering 2014

onttrekking 2014

€ 23.608

€ 10.000

€ 0

saldo 31 dec 2014

vermeerdering 2015

onttrekking 2015

€ 33.608

€ 10.000

€ 40.000

6- Subsidiesystematiek

De aanpak

Voor de behandeling en beoordeling van subsidies geldt de algemene subsidieverordening van de gemeente Bergen. Daarnaast worden in dit hoofdstuk een aantal specifieke regels vastgelegd.

Het subsidiesysteem werkt op hoofdlijnen als volgt:

  • Er wordt onderscheid gemaakt in structurele en incidentele subsidiëring.

  • Elke instelling dient een basistoets te doorstaan, plus daarbij een specifieke toetsing met weging(sfactoren).

  • Er worden op maat gesneden subsidiebeschikkingen en beoordelingen gemaakt (vs. ‘one size fits all’).

  • Meer sturing door gebruik van budgetafspraken voor grote instellingen (bibliotheek en Nieuw Kranenburg).

  • Na 3 jaar wordt geëvalueerd waarna opnieuw (naar aanleiding van hernieuwde aanvragen voor 4 jaar) een beoordelingsronde voor structurele subsidies volgt.

Cultuurcommissie

Om het nieuwe beleid naar behoren uit te voeren, wordt – naast de ambtelijke inspanning – een adviescommissie kunst en cultuur ingezet. Onderzocht wordt of dit de bestaande adviescommissie voor beeldende kunst kan zijn.

In de huidige werkwijze van de gemeente is de beleidsmedewerker Kunst en Cultuur degene die de structurele en incidentele aanvragen inhoudelijk beoordeelt en al dan niet definitief toekent, na deze aan het college te hebben voorgelegd. De afdeling Burgers en Bedrijven verzorgt de administratieve afhandeling van subsidies en controleert de rechtmatigheid.

Door de inhoudelijke beoordeling bij 1 persoon onder te brengen is de beschikbare kennis voor het beoordelen van de subsidieaanvragen beperkt. De kwaliteit van de beoordeling en toetsing van subsidieaanvragen zal sterk verbeteren en minder blootstaan aan het gevaar van willekeur door de inzet van een aantal onafhankelijke en deskundige adviseurs binnen een commissie. Een dergelijke adviescommissie kan de incidentele subsidietoekenningen vier keer per jaar behandelen en vervolgens voorleggen aan het college. Op deze wijze is de toetsing objectiever en beter gefundeerd door praktijkervaring. In het kort:

  • De commissie heeft een adviserende functie richting de gemeente

  • De commissie beoordeelt structurele aanvragen één keer per 4 jaar

  • De commissie beoordeelt incidentele aanvragen op 4 momenten in het jaar.

  • De commissie brengt een advies uit op basis van de ingediende plannen

  • De beleidsmedewerker van de gemeente fungeert als coördinator van de commissie

  • Gedurende het eerste half jaar van 2012 wordt de precieze werkwijze van de commissie bepaald.

Taken:

  • Het (in de toekomst) selecteren en beoordelen van de vierjarige structurele instellingen (het basisaanbod).

  • Het selecteren en beoordelen van incidentele aanvragen en het uitbrengen van een advies hierover aan de gemeente

  • Het evalueren van de meerjarig gefinancierde instellingen.

Structurele subsidies

De instellingen die behoren tot het culturele basisaanbod vragen voor de gehele beleidsperiode van 4 jaar subsidie aan. Bij toekenning worden heldere afspraken gemaakt over de wijze van verantwoorden (jaarlijks inhoudelijk en financieel) en de te verwachten prestaties. Na het eerste jaar kan jaarlijks worden volstaan met een werkplan.

Na 3 jaar wordt het gevoerde beleid geëvalueerd en worden voorbereidingen getroffen voor de nieuwe beleidsperiode. De instellingen kunnen opnieuw voor een periode van 4 jaar subsidie aanvragen.

Het komt vaak voor dat subsidieaanvragen worden gedaan voor jaarlijks terugkerende activiteiten die daarmee feitelijk behoren tot het reguliere aanbod van de gemeente (Jazz en Sail, Breaking the Waves festival). In het geval deze aanvragen jaarlijks terugkeren worden de aanvragen voorgelegd aan de adviescommissie met de vraag of ze dienen te worden opgenomen in het basisaanbod dat door de gemeente structureel wordt ondersteund. De adviescommissie brengt hierover advies uit aan het college. Bij een negatief advies worden deze activiteiten maximaal 2 maal binnen de beleidsperiode van 4 jaar gehonoreerd om te voorkomen dat een te grote subsidieafhankelijkheid ontstaat.

Incidentele subsidies

Gedurende het hele jaar kunnen instellingen een aanvraag indienen voor incidentele subsidiëring. Er wordt gekeken naar de wijze waarop een aanvraag inzet op de speerpunten zoals beschreven op pagina 14 tot en met 17. Om te zorgen dat het budget niet direct gedurende de eerste maanden van elk jaar wordt vergeven, wordt een verdeling per kwartaal opgezet.

Ter voorbereiding van de behandeling in de adviescommissie wordt een basistoets uitgevoerd en worden eventueel aanvullende gegevens opgevraagd.

Bij subsidies van € 2.000 of meer wordt van de ontvangende instelling een inhoudelijke en financieel verslag gevraagd aan te leveren binnen drie maanden na afloop van de gesubsidieerde activiteit. Iedere twee jaar wordt een korte evaluatie van de besteding van het budget voor incidentele subsidies opgesteld en aangeboden aan de raad.

Basistoets: f ormele toetsing op basis van vaste criteria

Los van het onderscheid tussen structurele en incidentele subsidies, worden alle subsidieaanvragen in het kader van de cultuurnota getoetst aan de hand van een aantal basale vragen. Dit om te voorkomen dat subsidies onterecht worden ontvangen en/of besteed.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen ‘harde’ en ‘zachte’ criteria. Onder ‘harde’ criteria worden alle formele, juridische en/of meetbare argumenten verstaan om een aanvraag al dan niet af te wijzen. Onder ‘zachte’ criteria vallen kwalitatieve eisen die vanuit de politiek en/of het publiek worden gesteld aan aanvragen/-ers.

De basistoets vindt plaats direct na ontvangst van een aanvraag en wordt uitgevoerd door de verantwoordelijke ambtenaar. Bij twijfel over het eindoordeel, of over de toepassing van bepaalde criteria, doet de ambtenaar een beroep op de leden van de adviescommissie.

In bepaalde gevallen kan worden afgeweken van de lijst met criteria, bijvoorbeeld in het geval van een aanvraag in het kader van het budget voor amateurkunstbeoefening wordt gedaan. Afwijkende initiatieven wordt hiermee een kans geboden bijvoorbeeld omdat bepaalde criteria (tijdelijk) minder relevant zijn of nog niet van de aanvrager kunnen worden geëist. Ook hier beslist de Adviescommissie.

Hard e criteria ten behoeve van basistoets

Onderstaande vragen moeten met ja of nee beantwoord kunnen worden om te kunnen gelden als aanbeveling:

  • q

    Is de aanvraag voorzien van een duidelijke projectomschrijving, begroting en PR plan? (ja)

  • q

    Is er sprake van een financiële betrokkenheid/bijdrage van de subsidieverzoeker of van derden? (ja) Deze betrokkenheid moet minimaal 50% zijn. Het college kan hierop alleen in bijzondere omstandigheden een uitzondering maken.

  • q

    Behelzen de kosten de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen, het verwerven van (gedeeltes van) gebouwen, terreinen en/of het restaureren, renoveren of verbouwen van ruimten, gebouwen en bouwwerken? (nee)

  • q

    Wordt een garantstelling gevraagd voor kosten voorkomend uit tegenvallende bezoekers- dan wel deelnemers-aantallen? (nee)

  • q

    Ondersteunt het project uitsluitend individuele kunstenaars? (nee)

  • q

    Ontvangt de aanvrager al subsidie van de gemeente? (nee)

  • q

    Heeft het project of de activiteit al plaatsgevonden? (nee)

  • q

    Is de subsidie aangevraagd drie maanden of langer voorafgaand aan de activiteit/de start van het project? (ja)

Zachte criteria ten behoeve van basistoets

Onderstaande vragen moeten merendeels met ja beantwoord kunnen worden:

  • q

    Draagt het project/de activiteit bij aan de prioriteiten, zoals uitgewerkt op pagina 14 tot en met 17?

  • q

    Is het project van aantoonbare kwaliteit, zoals bijvoorbeeld kan blijken uit de opleiding en beroepservaring van de betrokkenen en recensies in de pers?

  • q

    Zijn de activiteiten gebaseerd op een vraag van, publieksonderzoek onder of gesprekken met specifiek beoogde doelgroepen?

  • q

    Dragen de activiteiten bij aan het ontstaan van duurzame netwerken of samenwerkingsverbanden?

  • q

    Getuigen de activiteiten van cultureel ondernemerschap, (bijvoorbeeld door het gebruik van originele marketinginstrumenten)?

Eigen vermogen toets

In artikel 29 lid 3 van de Algemene Subsidieverordening van de gemeente Bergen is bepaald dat “indien het vrij besteedbaar eigen vermogen hoger is dan 10% van de totale lasten van de vastgestelde jaarrekening, van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de subsidieaanvraag wordt behandeld, dan dient de organisatie het meerdere aan te wenden als bijdrage om de activiteiten uit te kunnen voeren. Deze regeling heeft er in het verleden wel toe geleid dat culturele organisaties met een hoog eigen vermogen dat werd veroorzaakt door het bezit van kapitaalgoederen zoals een pand of een museale collectie werden buitengesloten van subsidie. Binnen het bestek van deze nota worden de kapitaalgoederen van culturele instellingen (die niet ten behoeve van activiteiten te gelde kunnen worden gemaakt) uitgesloten van de vermogenstoets.

In de huidige economische omstandigheden slagen de meeste culturele instellingen er niet in vermogen te vormen. Dat is echter wel wenselijk gezien de sterk variabele inkomsten waarmee deze organisaties werken. Binnen het bestek van deze nota kan het college besluiten een hoger percentage aan eigen vermogen toe te staan of een culturele instelling geheel vrij te stellen van de eigen vermogen toets.

7- Implementatie en Planning

Visie en voortgang bibliotheekbeleid

In december 2011 wordt een bibliotheekvisie voorgelegd aan de raad aan de hand waarvan het bibliotheekbeleid verder moet worden uitgewerkt. Besluiten over de vorm en inhoud van de 3 vestigingen.

1 e - 3 e kwartaal 2012

Afstemming en uitwerking Cultuur Primair en Rondje Cultuur

Overleg met scholen over kunsteducatie periode 2012-2013; uitleg over subsidiemogelijkheden. Uitwerking en subsidiering Cultuur Primair voor schooljaar 2012-2013

1 e kwartaal 2012

Toekennen en evalueren incidentele subsidie s

Informeren van amateurverenigingen over de nieuwe subsidiemogelijkheden. De adviescommissie beoordeelt de aanvragen en brengt advies uit aan de gemeente vanaf 2013.

Doorlopend 2012-2015

Beeldende kunstproject

Beeldende kunstproject met het onderwijs en buurtbewoners. Opvragen offertes, opdrachtverlening, communicatie, uitvoering.

1 e -4 e kwartaal 2012

Onderzoek en aanstelling advies commissie kunst

Onderzoek naar de mogelijkheid tot uitbreiding van de taken van de al bestaande adviescommissie voor beeldende kunst, vaststelling nieuw reglement (werkwijze en taken) .

2 e - 4 e kwartaal 201 2

Educatief programma Nieuw-Kranenburg

Stimuleren van en toezien op de ontwikkeling van een educatief programma voor Nieuw-Kranenburg, ontwikkeling spilfunctie in cultuureducatie voor het onderwijs.

2012

Toekennen structurele subsidies

Presentatie van de nieuwe systematiek aan de instellingen en toewijzing van de vierjarige subsidies met ingang van 1 januari 2013. De instellingen ontvangen een subsidiebeschikking op maat. Jaarlijkse evaluatie op basis van de verslaglegging door de instellingen.

4e kwartaal 2012 , 2013 , 2014, 2015

Opstellen en uitvoeren werkafspraken HOD

Met de leegstandsbeheerder worden afspraken gemaakt over de wijze waarop kunstenaars in aanmerking komen voor tijdelijke atelierruimte in leegstaande panden.

2013

Operationalisatie doelstelling cultuurpromotie

Rapportage aan het college over de wijze waarop de promotie van Bergen door middel van het aanbod aan Kunst en Cultuur kan worden vormgegeven.

201 3

Evaluatie muziekonderwijs

Evaluatie wijze van subsidiëren, rapportage aan college, eventueel voorstellen voor omvorming of nieuw beleid.

2013

Realisatie Kunst in de openbare ruimte

In Schoorl en Egmond, uitschrijven openbare opdracht, organiseren burgerparticipatie, keuze, uitvoering, onthulling.

2013 en 2015

Evaluatie incidentele subsidies

In samenwerking met de adviescommissie kunst wordt de incidentele subsidiering van tweejaarlijkse periodes geëvalueerd. Hiervan wordt kort verslag gedaan aan de raad.

4e kwartaal 201 3 en 2015

Onderzoek aanwezigheid en behoeften jongeren

Ontwikkeling en uitvoering (al dan niet uitbesteed)

201 4

Afstemming/ samenwerking toerisme, onderwijs

Onderzocht wordt op welke punten meer samenhang en samenwerking met andere beleidsvelden (toerisme , economische zaken, onderwijs,

cultuurhistorie, WMO) kan worden gevonden. Hierover wordt aan het college gerapporteerd.

201 4

E valuatie vierjarige subsidie s

In samenwerking met de adviescommissie kunst worden de vierjarig gesubsidieerde instellingen geëvalueerd en wordt bekeken hoe het kunst- en cultuurbeleid moet worden aangepast. De evaluatie word toegestuurd aan de raad.

4e kwartaal 201 4, 1 e kwartaal 2015

Bijlage 1

Het concept Cultuurnota 2010-2013, Cultuur vanuit een breder perspectief, is voor een reactie toegezonden aan:

(de instellingen die een schriftelijke reactie hebben verzonden zijn vet gedrukt)

Bibliotheek Bergen

Filmtheater Cinebergen

Stichting behoud Slotkapel

Stichting Welzijn Bergen

Stichting Kunst10daagse

Kunstuitleen Bergen

Kunstenaarscentrum Bergen

Stichting Muziek in de Ruïnekerk

Stichting Schoorlse Kunsten

International Holland Music Sessions

Het Sterkenhuis

Bestuur en directie Museum Kranenburgh

Nieuw-Kranenburg

Bestuur Museum van Egmond

VVV Bergen

Stichting Bachcantate

Werkgroep Bergen Hedendaagse Muziek

Adviescommissie beeldende Kunst

NHKC

Stichting Tijdgeest

Breaking the Waves

Stichting kunstgetij

Galerie de Kapberg

Theater aan Zee

Samba Salad

SKV Noord Kennemerland (nu Artiance)

Poezie in de Branding

Kunst en cultuiur Noord Holland

Stichting Roland Holstfonds

Jongeren adviesraad

Seniorenraad Bergen

Gehandicaptenraad

WMO raad

Stuurgroep Toerisme en recreatie

Samenwerkingsverband Wijkverenigingen Bergen

Wijkvereniging Aagtdorp

Dorpsraad Bergen aan Zee

Stichting Bergen aan Zee

Bestuur Dorpsvereniging Groet

Woonbelangenvereniging Van Reenenpark e.o.

Bewonersvereniging Schoorl Centrum

Buurtcom. "de Erven Boendermaker" Tuindorp

Bewonersgroep Camperduin

Bewonersgroep Catrijp

Wijkvereniging Koninginneweg i.o.

Bewonersvereniging Bergen Centrum

Pas op Kunst

Stichting Geestgrond

Jazz en Sail

Bewonersvereniging Saenegheest

Vereniging Dorpsbelangen Egmond Binnen

Vereniging de 9 Nessen

Ver. Dorpsbelangen Egmond, Parel, aan Zee

Scholen voor basis- en voortgezet onderwijs (Adelbertusschool)

Vrije kunst ‘83

Bijlage 2

Zienswijzen bij de Cultuurnota 2010-2013, Cultuur vanuit een breder perspectief

IvV 26 juni 2011

In juni 2010 is de concept nota Kunst en Cultuur verstuurd aan een aantal betrokken personen en instellingen (zie voor een lijst met geadresseerden bijlage 1). Er zijn 12 reacties binnengekomen. Hieronder volgt een overzicht van de inhoud van de reacties waarbij voorgestelde tekstcorrecties of feitelijke onjuistheden in de tekst buiten beschouwing worden gelaten. Uiteraard wordt de tekst naar aanleiding van die opmerkingen aangepast.

Ambitie

Vier inzenders vinden dat de gemeente met de nota te weinig helder is over wat men wil bereiken en te weinig ambitie toont. De Stichting Kunstgetij vindt dat het cultuurbeleid moet leiden tot meer cohesie, bijvoorbeeld tussen de dorpen onderling en tussen publieksgroepen in leeftijd en afkomst. Daarnaast zou getracht moeten worden een breder publiek te bereiken en zou er meer diepgang en kwaliteit in de bestaande culturele activiteiten moeten worden gebracht. Cinebergen sluit zich hierbij aan met de opmerking dat het aanbod meer diversiteit en meer dynamiek behoeft.

Voor de Kunst10daagse betreft het gebrek aan ambitie de geringe bijdrage van de gemeente aan de algemene beeldvorming over Bergen nationaal én internationaal. Bergen moet ambitieus zijn in de kerncompetenties natuur, cultuur en toerisme en moet op die terreinen willen behoren tot de top van Nederland. De Kunst10daagse voorziet dat veel bezoekers van Bergen op termijn andere bestemmingen gaan zoeken indien er op dit terrein niet meer activiteiten door de gemeente worden

ondernomen. Ook de Stichting Kunstgetij vindt dat de gemeente meer moet doen aan de promotie van Bergen bijvoorbeeld door meer overzicht te bieden en samenwerking op dit terrein te stimuleren.

De speerpunten

Drie inzenders geven aan het eens te zijn met de 5 speerpunten. De Stichting Kunstgetij sluit zich aan bij de keuze van de gemeente om zich te beperken tot een focus op hedendaagse beeldende kunst in plaats van op een veelheid aan disciplines. Dit is opmerkelijk omdat deze Stichting zich met name met podiumkunsten bezig houdt. De werkgroep Poëzie in de Branding vindt een focus op beeldende kunst juist niet wenselijk en noemt de beperking “schadelijk voor het totale palet”.

Cinebergen sluit zich aan bij de wens om de focus meer op jongeren te richten. De Adelbertusschool onderschrijft de focus op kunsteducatie.

Vrije Kunst ’83 mist in de nota de aandacht voor de amateurkunstbeoefenaars. Deze organisatie stelt voor een zesde speerpunt toe te voegen: activering, stimulering en faciliteren van een bloeiend verenigingsleven omdat de verenigingen het werkelijke hart van het culturele leven vormen. Vrije Kunst ’83 mist ook in de voorbereiding van de nota de deelname van amateurkunstinstellingen. De WMO raad breekt eveneens een lans voor een betere zichtbaarheid en betere ondersteuning van de culturele activiteiten die binnen het verenigingsleven tot stand komen.

Ook de Stichting Kunstgetij stelt voor een zesde speerpunt toe te voegen genaamd: verbinding, verbreding en verdieping (zie bovenstaande paragraaf).

Een aantal respondenten heeft er moeite mee dat de eigen instelling slechts zijdelings wordt genoemd. De Kunst10daagse meent dat meer aandacht voor de verdiensten van hun evenement én een evenement als de Holland Music Sessions op zijn plaats was geweest. Het steekt hen dat de IHMS niet specifiek in de nota wordt genoemd. Ook de directie van IHMS heeft hierover verbazing uitgesproken. De gemeente zou de activiteit moeten koesteren. De reactie van de bibliotheek omvat een tekstvoorstel waarmee een meer compleet beeld wordt gegeven van de rol die de instelling bij het cultuurbeleid nastreeft.

Budget

De meeste reacties betreffen het budget voor culturele activiteiten. De meeste instellingen stellen dat er meer geld in het algemeen én specifiek voor de eigen organisatie beschikbaar moet komen. De teneur van de opmerkingen is dat een gemeente als Bergen met een dusdanig sterk kunstimago er niet aan ontkomt het kunstbeleid serieus te nemen en er voldoende (meer) middelen voor beschikbaar te stellen.

Twee instellingen pleiten voor een betere verdeling van het geld. Zij vinden het onterecht dat de bibliotheek en (Nieuw-)Kranenburg(h) het grootste deel van het budget verbruiken.

De Kunst10daagse stelt dat culturele activiteiten en met name de Kunst10daagse meer subsidie verdienen omdat het groot economisch voordeel oplevert voor Bergen en via de belastingen ook voor de gemeente.

De stichting Kunstgetij vindt het budget voor incidentele initiatieven te mager en vindt ook de beschikbare ambtelijke capaciteit te beperkt. Wat hen betreft zou de gemeente ook een partner en vliegwiel moeten zijn voor een gezamenlijke zoektocht naar financiering.

Link met toeristisch en erfgoed/monumentenbeleid

De Stichting Bergen aan Zee verwacht weinig heil van een koppeling van het cultuurbeleid met het toeristisch beleid van de gemeente omdat dit wat hen betreft te eenzijdig gericht is op het vergroten van de economische bedrijvigheid en te weinig met bescherming van het erfgoed. De Stichting spreekt de wens uit dat nieuwe planontwikkelingen aan normen en waarden voor het behoud van cultureel erfgoed worden getoetst.

De IHMS vindt de koppeling van het toeristisch beleid met het cultuurbeleid wel van belang. Zij stelt dat er te weinig besef is bij de gemeente van de toeristische relevantie van het culturele aanbod.

Adviescommissie beeldende kunst

Twee instellingen vinden het niet raadzaam de Adviescommissie Beeldende Kunst om te vormen tot een commissie die ook andere initiatieven en subsidieaanvragen beoordeelt. De angst is dat de leden van de commissie een te eenzijdige deskundigheid hebben om een goed oordeel te kunnen hebben.

Bijlage 3

Incidentele subsidiering per beleidsdoelstelling 2009-2011

2009

2010

2011

Cultuurparticipatie en -beleving, focus op jongeren

De Potsierlijke Passanten

€ 2.270,00

geen aanvraag

geen aanvraag

Breaking the Waves

€ 6.600,00

€ 0,00

€ 5.000,00

Woodlandsfestival

geen aanvraag

geen aanvraag

€ 7.000,00

kunst- en cultuureducatie voor schoolgaande jeugd en jongeren

St. Tijdgeest

€ 1.540,00

€ 7.600,00

€ 10.500,00

Meester Bach/Bachcantate

€ 1.250,00

€ 1.000,00

€ 1.000,00

Stichting vrije school basisonderwijs

geen aanvraag

geen aanvraag

€ 500,00

Lespraktijk Ellen Verburg

geen aanvraag

geen aanvraag

€ 500,00

Professionele hedendaagse beeldende kunsten

Kunst en Koningsduin/zomerdag in het duin (KCB)

€ 1.000,00

€ 3.000,00

€ 0,00

Rabobank Cultuurprijs regio Alkmaar

geen aanvraag

€ 3.200,00

geen aanvraag

Aanbod voor bewoners, toeristen en recreanten

St. Muziek in de Ruïnekerk

€ 500,00

€ 500,00

€ 0,00

Werkgroep Poëzie in de Branding

€ 500,00

€ 500,00

€ 250,00

Jazz en Sail

€ 1.500,00

geen aanvraag

geen aanvraag

Project Geestgronden

€ 10.000,00

geen aanvraag

geen aanvraag

Karavaan

€ 0,00

€ 0,00

€ 8.000,00

Cultureel erfgoed

Historische Vereniging Bergen NH

€ 500,00

geen aanvraag

€ 0,00

Standbeeld Lamoraal

geen aanvraag

€ 1.500,00

€ 0,00

Stichting Kunst en Cultuur Egmond

geen aanvraag

geen aanvraag

€ 500,00

Stichting Historisch Egmond

geen aanvraag

geen aanvraag

€ 2.750,00

Amateurkunstbeoefening

Schoorl's Gemengd Koor

€ 500,00

€ 0,00

geen aanvraag

Theatergroep Horizon

€ 500,00

geen aanvraag

geen aanvraag

Koorvereniging Bergen

€ 250,00

geen aanvraag

geen aanvraag

Vereniging Schoorlse Bigband

€ 250,00

geen aanvraag

geen aanvraag

Musicalvereniging de Hanswijckers

€ 500,00

geen aanvraag

geen aanvraag

Duinrandjesvereniging de Noord

€ 250,00

geen aanvraag

geen aanvraag

Totaal

€ 27.910,00

€ 17.300,00

€ 36.000,00

Bijlage 4

MEMO van college aan de raad

datum: 21 februari 2012

aan: Gemeenteraad

van: College

onderwerp:vragen bij de

Portefeuillehouder:

Inlichtingen bij:

Aanleiding

De memo wordt opgesteld als antwoord op een toezegging in van door

Kernboodschap

De beantwoording betreft vragen op schrift gesteld door de fracties van het CDA, VVD, Gemeentebelangen en Groen Links en de mondelinge vragen gesteld door de fracties van PvdA en D66 in de commissievergadering van 12 januari 2012.

Bijlagen

1.Lijst van personen geraadpleegd door LAgroup

2.Het ringenmodel van Cor Wijn

Vragen

CDA

1.Waarom richt het college zich niet eerst op de discussie over de bezuinigingen? Is het wel correct de nota te laten lopen over de termijn van de huidige gemeenteraad heen?

De houdbaarheidsdatum van de vorige nota is al geruime tijd verstreken (2008) en instellingen voor kunst en cultuur hebben behoefte aan duidelijkheid over de koers in de toekomst. Het college is zich bewust van de bezuinigingsdiscussie die gaat komen maar heeft niet besloten om lopende zaken daarom “in de wacht te zetten”. De nota moet vooral gezien worden als een inhoudelijke richtinggever waarbij het budget kan variëren en uiteraard jaarlijks door de raad wordt vastgesteld. Het college stelt desondanks voor de nota voor slechts de helft van de oorspronkelijke planperiode (2012 en 2013) vast te stellen.

Het is gebruikelijk een beleidsnota voor een periode van een aantal jaren vast te stellen om de burger te verzekeren van continuïteit in het bestuur. Daarbij hoeft niet noodzakelijkerwijs de raadsperiode leidend te zijn.

2.Met welke criteria en door wie wordt bepaald welk cultureel aanbod het meest waardevol en vernieuwend is.

De criteria zijn opgesomd op pagina 27 en 28 van de nota. In de nota wordt het voorstel gedaan een onafhankelijke adviescommissie een rol te geven bij de beoordeling. Op dit moment gebeurt de beoordeling binnen de afdeling Ontwikkeling.

3.(en 10) Kunst in de openbare ruimte. Is het niet eenvoudiger en minder kostbaar om met behulp van enige deskundigen gewoon aankopen te doen door het bestuderen van “aanbod”?

Met het oog op de commotie die is ontstaan rondom de plaatsing van de Poort is in 2005 de nota Ruimte in Beeld door de raad vastgesteld. Hierin zijn de procedures voor het aankopen van kunst en het waarborgen van draagvlak onder de bevolking opgenomen. De nota gaat uit van opdrachtverlening. Opdrachtverlening is een mooie gelegenheid om ook jonge en onbekende kunstenaars (zonder een “voorraad” aanbod) een kans te bieden deel te nemen. Bovendien wordt een beeld dan ontworpen in relatie tot de omgeving waar het wordt geplaatst.

4.Waarom wordt een principiële discussie over de bibliotheek aan de raad onthouden?

Op 8 maart staat de bibliotheekvisie op de agenda van de raad.

5.Is het college het met ons eens dat als je interesse bij de jeugd wilt bewerkstellingen, dat je juist meer geld moet uitgeven aan educatie?

Ja, en dat gebeurt ook door de combinatiefunctie cultuur (€ 80.000). Zie ook de beantwoording van vraag 9 CDA en vraag 1 PvdA. Ook het amateurkunstbudget kan worden ingezet voor activiteiten van jongeren.

6.Welke kwaliteit heeft de adviescommissie die subsidieaanvragen beoordeelt?

Als uw raad besluit een commissie inderdaad een rol te geven bij de beoordeling zal een regeling worden opgesteld waarin waarborgen voor de kwaliteit en de samenstelling van de commissie zijn opgenomen. De raad stelt deze regeling vast.

7.Gaat het college zich bij het aanbod voor jongeren alleen richten op het Woodlandsfestival?

Nee, het onderzoek is bedoeld om inzicht te krijgen in alle zinvolle initiatieven.

8.Wat houden de werkafspraken in met de HOD.

Dit heeft met name betrekking op de selectie van geschikte kandidaten.

9.Welke extra ondersteuning gaat de gemeente uittrekken voor scholieren?

Combinatiefunctie € 80.000

Overig educatief aanbod voor de jeugd:

Cultuur-primair en CJP € 15.000

Muziekverenigingen € 35.000

Verder: educatief programma binnen gesubsidieerde instellingen en projecten: bibliotheek, musea, Cinebergen. Zie ook vraag 1 PvdA.

10.Opmerkingen over kunstaankopen. Zie 3.

11.Is er aandacht voor de hoge accountantsverklaringskosten bij relatief lage subsidies?

Een accountantverklaring is verplicht bij een subsidie vanaf € 50.000,00.

12.Hoe is te verklaren dat slechts 12 instellingen op de nota hebben gereageerd?

Deze score (zowel als de opkomst bij de brainstormsessies) wijst op een goede betrokkenheid van de instellingen (vergelijk sportnota 2 reacties).

Gemeentebelangen

1.Zijn er al reële plannen met betrekking tot de aankoop van twee nieuwe kunstwerken voor Schoorl en Egmond?

Nee.

2.Bestaat de 1% regeling nog en op welke wijze is daar in de afgelopen 3 jaar gebruik van gemaakt?

In 2001 is een percentageregeling met bijbehorende bestemmingsreserve in het leven geroepen ten behoeve van het plaatsen van kunst in de openbare ruimte. In de jaren erna is echter gebleken dat deze regeling niet het gewenste resultaat had. De gedachte achter de regeling: bij elk bouwproject wordt automatisch een bedrag ten hoogte van 1% van de bouwkosten in de reserve gestort ten behoeve van het plaatsen van beeldende kunst, bleek onrechtmatig en daardoor onuitvoerbaar. In plaats van de regeling is vervolgens in 2008 besloten in plaats van de 1% regeling, jaarlijks een bedrag van € 15.000 in de bestemmingsreserve te storten. De 1% regeling bestaat dus niet meer. In de afgelopen 3 jaar is er geen gebruik van de reserve gemaakt.

3.Hoeveel zit er momenteel in de pot “reserve voor het plaatsen van kunst in de openbare ruimte?”

Zie pagina 25 van de nota: € 73.608,-

4.Hoe is het gesteld met het onderhoud van de kunstwerken in de openbare ruimte, mede in verband met de periodieke “technische” controle van “De Poort”?

De technische controle aan “De Poort” heeft onlangs plaatsgevonden, rapportage is nog niet beschikbaar. De overige kunstwerken zijn in 2009 allemaal schoongemaakt en worden in 2012 opnieuw nagezien door een gespecialiseerd bedrijf. Verder onderhoud naar aanleiding van meldingen door burgers. In 2011 zijn de bronzen kunstwerken beveiligd tegen diefstal.

5.Is er al zicht op de bezuinigingen/kostenbesparingen voor de bibliotheken als gevolg van de fusie met Kennemerwaard en zo ja kan daar een schatting van worden gegeven?

De kostenbesparing leidt er toe dat het begrotingstekort van de bibliotheek minder groot wordt (een bedrag van € 50.000,00 in 2013). Er is dus niet sprake van een opbrengst door bezuiniging.

6.Wat betekent de “verminderde uitgave” van de Stichting Nieuw-Kranenburg in 2012 (door de latere opening) voor de met de instelling afgesproken budgetfinanciering.

De “besparing” op de kosten vanwege het uitstel van de opening zal gering zijn. Doordat het museum niet open kan derft het inkomsten. Een budget van € 60.000 wordt in 2012 met zekerheid toegekend (bovenop de € 400.000 van 2011) doordat de zorg voor de collectie al aan Nieuw-Kranenburg is overgedragen en depotruimte moet worden gehuurd vanwege het wegvallen van opslagruimte in Elkshove. Ook heeft Nieuw-Kranenburg te maken met ontwikkelingskosten.

7.Vloeien de in beide voorgaande punten genoemde eventuele bezuinigingen terug naar de algemene middelen, of zijn ze beschikbaar voor andere onderdelen van de cultuurbegroting?

Naar alle waarschijnlijkheid is dit niet aan de orde.

Groen Links

1.In de nota is niet altijd duidelijk of gesproken wordt over de kern Bergen of over de gehele gemeente. Op wat voor manier gaat u ons inzicht geven betreffende het aanbod in de kernen

In het raadsbesluit wordt “de gemeente” toegevoegd. In de nota wordt in vrijwel alle gevallen met Bergen de gemeente Bergen bedoeld. De toevoeging “de gemeente” wordt in verband met de leesbaarheid niet overal gedaan. Daar waar de kern Bergen wordt bedoeld blijkt dat uit de context zoals passages over de kunstenaarskolonie uit de vorige eeuw en de activiteiten van de kunst10daagse in de kern Bergen.

In hoofdstuk 1 wordt het aanbod in algemene termen beschreven. Het aanbod is te omvangrijk en te veranderlijk om compleet in de nota te worden opgenomen. De gemeentegids geeft een goed beeld.

2.In de nota is vaak niet duidelijk of er gesproken wordt over amateur of professioneel, actief of receptief.

Daar waar dit onderscheid van belang is wordt het ook aangegeven (zoals bij de specifieke regeling voor amateurkunstbeoefenaars, p. 16). De tekst wordt hierop nog een keer kritisch gescreend.

3.Op wat voor manier gaat u deze notitie gebruiken als beleidinstrument?

Door de beschreven plannen uit te voeren; zie hoofdstuk 7 Implementatie en Planning. Belangrijk element hierin is de subsidiesystematiek zoals beschreven in hoofdstuk 6.

4.Wat is uw mening om de doelgroep ouderen mee te nemen in de ontwikkeling van uw programma.

Het culturele aanbod in de gemeente Bergen spreekt over het algemeen ouderen aan en wordt ook door hen het meest bezocht. Een specifieke stimulans vanuit de gemeente is hierop dus niet nodig. Recent is er landelijk aandacht gevraagd voor het gebruik van kunstbeoefening in de zorginstellingen voor ouderen. Initiatieven in die richting worden verwelkomt en kunnen incidenteel worden ondersteund.

5.1% regeling: zie hiervoor beantwoording vraag 2 van Gemeentebelangen.

6.Ringenmodel is niet te lezen.

Bijlage 2 is een beter leesbare print van het ringenmodel. De illustratie zal in de definitieve nota worden aangepast.

7.Op wat voor manier zijn de sterkte-zwakte analyses tot stand gekomen.

De analyse is gebaseerd op de vraaggesprekken die door LAgroup met een aantal sleutelfiguren zijn gehouden. De meningen die zijn genoteerd zijn dus niet noodzakelijkerwijs die van het college.

8. Wat is de oorzaak van het niet realiseren van de jeugdcultuurpas?

Bij het formuleren van dit voornemen is onvoldoende rekening gehouden met de al bestaande cultuurpas: namelijk het CJP. Voor de jeugd gelden bij de instellingen over het algemeen al aangepaste tarieven.

9.Op wat voor manier moeten wij het taartdiagram op pagina 11 lezen als de bibliotheek niet wordt meegerekend?

Als het aandeel van de bibliotheken (72%) uit de diagram wordt gehaald wordt het beeld als volgt (28% blijf over):

Podiumkunsten 5/28= 18% door LAgroup afgerond naar 20%;

Musea 17/28= 61%

Beeldende Kunst 6/28= 21% samen met de musea door LAgroup afgerond naar 80%.

10.Hoe staat u tegenover het opnemen van iemand met ervaring op het gebied van het reguliere onderwijs én cultuureducatie?

Positief.

11.Wat zijn de criteria voor het basisaanbod anders dan dat de instellingen gereageerd hebben op de conceptnota?

Het basisaanbod is op geen enkele wijze afhankelijk geweest van een reactie van de instellingen. Het gaat om instellingen die naar het oordeel van het college blijk hebben gegeven van professionaliteit en een stabiel en hoog kwalitatief cultuuraanbod (zie verder pagina 16 van de nota).

VVD

1.Wie waren de sleutelfiguren die door LAgroup werden geraadpleegd (VVD)?

Zie bijlage 1.

2.Verklaar de mentale barrière tussen Bergen en Alkmaar, p. 9.

Deze opmerking is gemaakt in een vraaggesprek van LAgroup. De meningen die zijn genoteerd zijn niet noodzakelijkerwijs die van het college.

Zie ook vraag 7 Groen Links.

3.Wij hebben wat moeite met de term flexibel geld.

De formulering wordt aangepast.

4.Wij kunnen ons als gemeente in deze onzekere tijden niet vastleggen voor de komende 4 jaar.

Zie voor een reactie de beantwoording van vraag 1 van het CDA.

5.Onderzoek ondersteuning muziekonderwijs. Aan welke andere mogelijkheden wordt gedacht anders dan verenigingen?

Het ondersteunen van de traditionele muziekverenigingen beperkt de muzieksoort en instrumentkeuze. Er kan ook gedacht worden aan een regeling die ouders in staat stelt hun kinderen bij een zelfstandig werkende muziekdocent in te schrijven.

6.Wij gaan niet akkoord met een verhoging van de subsidie van Cinebergen van € 2.500 naar € 8.000 per jaar.

Het gaat om een verhoging van € 8.000 naar € 15.000 per jaar. Zonder ondersteuning loopt het filmhuis gevaar te moeten worden gesloten omdat de kosten van nieuwe digitale apparatuur niet door de organisatie zijn op te brengen. De laatste jaren is het bezoek aan filmhuizen, ook in Bergen, sterk gestegen. De populariteit is niet (meer) voorbehouden aan een selecte groep.

7.Met welk bedrag kan de subsidie aan NK worden verminderd voor 2012 en op welke wijze worden wij hier als raad van op de hoogte gesteld.

Zie de beantwoording van vraag 6 van Gemeentebelangen. Bij het in de nota genoemde subsidiebedrag voor 2012 is onterecht rekening gehouden met indexatie van de huisvestings- en personeelkosten. Het bedrag wordt aangepast naar € 500.000.

8.Wat is de samenstelling van de adviescommissie kunst en cultuur en gaan de leden presentiegelden ontvangen?

Zie de beantwoording van vraag 6 van het CDA. Het is gebruikelijk dat de leden presentiegeld ontvangen.

9.Op welke wijze gaat u onttrekking aan de bestemmingsreserve ten behoeve van het kunstproject in 2012 realiseren?

Dit besluit is al toegelicht en genomen bij de begrotingsbehandeling van 2012.

10.Zijn er al cultuurcoaches voor de jeugd aangesteld?

Ja, de werkzaamheden zijn voor schooljaar 2012-2013 uitbesteed aan Artiance die een aanbod voor de scholen samenstellen.

D’66

1.Waarom voert het college niet eerst de bezuinigingsdiscussie?

Zie de beantwoording van vraag 1 van het CDA.

Wat is de bedoeling van incidenteel verhogen van het budget met € 30.000 (p.6)?

Voor het uitvoeren van een beeldende kunstproject (tijdelijke kunst in de openbare ruimte) met bewoners, het onderwijs en kunstenaars wordt éénmalig een bedrag uit de reserve voor beeldende kunst in de openbare ruimte gehaald. Zie ook beantwoording vraag 9 van de VVD.

2.Waarom is een extern bureau ingehuurd voor de nota?

De voorbereidingen van de nota werden gestart in 2010. Op dat moment was er op de afdeling Ontwikkeling te weinig capaciteit aanwezig om de werkzaamheden te verrichten.

3.Welke criteria gelden voor het toekennen van subsidies aan amateurkunstgezelschappen?

Voorop bij deze regeling staat de bijdrage die de activiteiten leveren aan de sociale cohesie in de gemeente. In principe gelden verder de criteria zoals die ook gelden voor andere instellingen (zie pagina 27 en 28) maar zij worden minder streng toegepast om rekening te houden met het vrijwilligerskarakter van de betrokken organisaties. Verder kan het gaan om alle vormen van kunstuiting (disciplines) en om alle doelgroepen.

4.Cultuureducatie: hoe gaat het college om met de bezuiniging van de Provincie?

In schooljaar 2012-2013 wordt, met behulp van de laatste middelen van de Provincie, nog een soortgelijk aanbod aan de scholen gedaan als het vroegere Kunstmenu, nu uitgevoerd door Artiance. Met de scholen en de cultuurinstellingen zal in dat jaar het gesprek worden aangegaan over de voortzetting met een gezamenlijke inzet van middelen. Het Alkmaarse model van Cultuur Primair (van Artiance) heeft niet geleid tot een stijging van de gemeentelijke bijdrage.

5.Hoe is de stand van zaken met de bibliotheek (fusie)?

De bibliotheek van Bergen is sinds 1 januari deel van de bibliotheek Kennemerwaard. Dit besluit was een collegebevoegdheid. In maart komt de bibliotheekvisie in de raad. Deze visie laat een strikt beleid van 3 vestigingen in Bergen los, maar stelt de bibliotheek in de gelegenheid op zoek te gaan naar allianties met ander partijen om maatwerk te bieden en zoveel mogelijk burgers met haar diensten te bereiken.

PvdA

1.Hoe gaat het college zorgen voor meer aanbod voor de jeugd.

De combinatiefunctie cultuur is een belangrijke extra investering. Daarnaast wordt met het aannemen van de nota iedere instelling die een structurele subsidie van de gemeente ontvangt verplicht een aanbod voor jeugd en jongeren te verzorgen. Met de instellingen worden afspraken gemaakt over de wijze waarop dat wordt gerealiseerd. In de meeste gevallen is er overigens al sprake van een jeugdaanbod.

Bij goedkeuring van de nota wordt een beeldende kunst project gestart waarbij basisscholen en wellicht ook het voortgezet onderwijs worden betrokken.

Het erfgoed en cultuureducatieproject Tijdgeest loopt nog 2 jaren door. Daarna komt het gehele lespakket in beheer van het basisonderwijs in Bergen om te hergebruiken.

In 2012 wordt opnieuw het festival Woodlands georganiseerd.

Jaarlijks wordt € 30.000 uitgetrokken voor het realiseren van natuur- en milieu-educatie.

Tot slot wordt in de nota een onderzoek aangekondigd dat meer inzicht moet geven in de wensen en ambities van jongeren op het gebied van Kunst en Cultuur en de wijze waarop de gemeente daarbij aan kan sluiten.

Zie ook vraag 9 CDA.

2.Waarom verdwijnt het specifieke budget voor cultuurhistorie en cultuureducatie.

Op deze onderwerpen wordt nog steeds ingezet en er worden ook regelmatig subsidieaanvragen rondom deze thema’s gedaan. Deze initiatieven kunnen nog steeds worden ondersteund. Alle incidentele subsidies zijn onder één noemer gebracht om grotere flexibiliteit bij de inzet van de middelen mogelijk te maken. Het budget voor amateurkunst wordt wel apart gehouden.

3.Waarom is alleen de Adelbertusschool vermeld in de lijst van instellingen die de nota hebben ontvangen?

Alle scholen hebben de nota ontvangen. Alleen de Adelbertusschool heeft een reactie gestuurd. De lijst zal worden aangepast.

`

Gemeente Bergen

Cultuurnota 2012-2013

Inhoud

Voorwoord 3

Inleiding 4

Waarom een nieuwe cultuurnota?

Voortborduren

Leeswijzer

Werkwijze

De belangrijkste besluiten op een rij

1. Kunst en cultuur in de gemeente Bergen 6

Het cultuuraanbod

Veel beeldende kunst, musea en verenigingen

Sterkten en zwakten

2. Evaluatie 2005-2011 9

Beoordeling nota

De financiering

Vergelijking andere gemeenten

Subsidiebeoordeling moet beter

3. Uitgangspunten van het nieuwe cultuurbeleid 13

4. Kunst- en cultuurbeleid 2012-2013 14

Visie op kunst en cultuur in Bergen

Cultuurparticipatie en –beleving

Kunst- en cultuureducatie

Kunst in de openbare ruimte

Uitgelicht

Onderzoek Cultuurmarketing

5. Begroting 2012-2013 23

Begroting per instelling/deelterrein incidenteel

Bestemmingsreserve beeldende kunst in de openbare ruimte

6. Subsidiesystematiek 25

De aanpak

Cultuurcommissie

Structurele subsidies

Incidentele subsidies

Eigen vermogen toets

7. Implementatie en planning 29

Bijlagen 31

1. Lijst van instellingen en gesprekspartners die bij de totstandkoming van de nota zijn betrokken en een overzicht van de ingediende zienswijzen.

2. Samenvatting van de zienswijzen

3. Overzicht incidentele subsidies per beleidsonderdeel 2009-2011

4. Memo beantwoording vragen van de gemeenteraad