Regeling vervallen per 09-05-2017

Beleidsregels pgb Bergen nh 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 08-05-2017

Intitulé

Beleidsregels pgb Bergen nh 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de Bergen nh,

besluit vast te stellen de volgende beleidsregels:

Beleidsregels pgb Bergen nh 2015

Artikel 1. Begripsbepaling

  • 1. Aanvrager pgb: In deze beleidsregels gebruiken we de term ‘ aanvrager pgb’. Dit betreft voor jeugd ‘de jeugdige en zijn ouders’ & voor wmo ‘de cliënt’ die het pgb aanvraagt.

  • 2. Plan van Aanpak pgb: een door de aanvrager pgb op te stellen plan waarin in ieder geval wordt aangegeven welke hulp hij/zij denkt nodig te hebben, bij welke aanbieder, tegen welk tarief en met welk beoogd resultaat.

  • 3. Verklaring Omtrent Kwaliteit: een getekende verklaring van een aanbieder van jeugdhulp waarin de aanbieder aangeeft te voldoen aan de in de jeugdwet gestelde kwaliteitseisen aan aanbieders van jeugdhulp.

Artikel 2. Plan van Aanpak pgb

  • 1. Het college vraagt de aanvrager pgb een plan van aanpak pgb op te stellen.

  • 2. Wanneer de aanvrager pgb hulp ontvangt bij de aanvraag en het beheer van het pgb van iemand uit het sociale netwerk of een curator, bewindvoerder, mentor, gemachtigde, gecertificeerde instelling of aanbieder van gesloten jeugdhulp, dient deze persoon het plan van aanpak pgb mede te ondertekenen.

Artikel 3. Bekwaamheid

  • 1. Op grond van de artikel 8.1.1. lid 2a van de jeugdwet / artikel 2.3.6. lid 2a van de wet Maatschappelijke Ondersteuning weigert het college een pgb indien de aanvrager van het pgb niet in staat wordt geacht de aan het pgb verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren.

  • 2. De aanvrager pgb wordt als niet bekwaam beschouwd indien aan de aanvrager in de afgelopen drie jaar een pgb is verleend waarbij niet is voldaan aan de voorwaarden van het pgb.

  • 3. Het college toetst in het gesprek als bedoeld in artikel 4 van het besluit jeugdhulp / artikel 2.4 van het besluit Maatschappelijke Ondersteuning de bekwaamheid van de aanvrager pgb aan de hand van de volgende vragen:

    • a.

      De aanvrager pgb weet wat het pgb inhoudt en weet wat zijn rechten en plichten zijn.

    • b.

      De aanvrager pgb heeft inzicht in het soort hulp en ondersteuning dat nodig is in relatie tot de beperkingen.

    • c.

      De aanvrager pgb kan vooraf een plan maken en een begroting en is in staat de financiën zodanig te bewaken dat hij uitkomt met het pgb.

    • d.

      De aanvrager pgb heeft inzicht in het hulpaanbod en weet de weg daarnaartoe.

    • e.

      De aanvrager pgb kan de juiste hulp selecteren en is in staat de nodige afspraken, planningen en werkinstructies te maken.

    • f.

      De aanvrager pgb is in staat overleg te voeren met instanties zoals de gemeente of de Sociale Verzekeringsbank.

Artikel 4. Motivatie

1.Op grond van artikel 8.1.1. lid 2b van de jeugdwet & artikel 2.3.6. lid 2b van de wet Maatschappelijke Ondersteuning vraagt het college de aanvrager pgb te motiveren waarom hij de voorziening in de vorm een pgb geleverd wenst te krijgen. Met de argumentatie moet duidelijk worden dat de aanvrager zich voldoende heeft georiënteerd op het aanbod in natura. Niet het oordeel van het college is leidend in deze, maar het oordeel van de aanvrager. Het college kan deze motivatie niet beoordelen.

Artikel 5. Kwaliteit

  • 1. Het college stelt op grond van artikel 8.1.1. lid 2c van de jeugdwet en artikel 2.3.6 lid 2c. van de wet Maatschappelijke Ondersteuning eisen ten aanzien van de kwaliteit van professionele aanbieders van jeugdhulp & maatschappelijke ondersteuning.

  • 2. Voor Wmo geldt dat naar het oordeel van het college de kwaliteit van de ondersteuning die de aanvrager pgb wil betrekken, gewaarborgd is als de professionele aanbieder van hulp & ondersteuning voldoet aan de kwaliteitseisen zoals gesteld in de wet Maatschappelijke Ondersteuning.

  • 3. De aanvrager pgb is volgens de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 zelf primair verantwoordelijk voor de kwaliteit van de geleverde ondersteuning.

  • 4. Het college toetst op basis van het plan van aanpak pgb van een aanvrager pgb vooraf of de ondersteuning voldoet aan de wettelijke kwaliteitseisen en evalueert dit periodiek.

  • 5. Voor jeugdhulp geldt dat het college de kwaliteit van de jeugdhulp die de aanvrager pgb wil betrekken, gewaarborgd acht als de professionele aanbieder van jeugdhulp voldoet aan de kwaliteitseisen zoals gesteld in de jeugdwet.

  • 6. Het college is verantwoordelijk om te controleren of jeugdhulpvoorzieningen voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen. Naast toetsing op basis van het plan van aanpak pgb als bedoeld in lid 4, dient waar het jeugdigen betreft aan het plan van aanpak pgb een ondertekende verklaring omtrent kwaliteit van de beoogde jeugdhulpaanbieder te worden toegevoegd.

Artikel 6. Richtlijn bovengebruikelijke zorg

In het sociaal domein zijn we gewend om te kijken naar de eigen kracht en wat het netwerk kan oplossen. Voor sommige cliënten kan dit een flinke belasting voor het netwerk betekenen. Er zijn ook mensen die hun baan opzeggen of minder werken om ondersteuning te bieden aan het familielid. Hulpverlening binnen het netwerk is per definitie niet afdwingbaar, maar we vinden het ook niet normaal dat elke vorm van ondersteuning door het netwerk leidt tot financiële vergoeding vanuit een pgb. Daar waar een cliënt dus aangeeft dat het netwerk niet kan ondersteunen, maar vervolgens wel de hulpverlening uit het netwerk betrekt vinden we dat we richtlijnen moeten geven om opnieuw het gesprek aan te kunnen gaan. Ook vinden we dat we mogelijkheid moeten hebben financiële compensatie te bieden indien de hulpverlener uit het netwerk minder is gaan werken om ondersteuning te bieden aan de cliënt. In sommige gevallen kan dit leiden tot ongelijke situaties. Hierom zijn de volgende richtlijnen opgenomen:

  • 1.

    Het college beschouwt het als normaal dat binnen een huishouden zeven uur per week onbetaalde hulp wordt geleverd bovenop het protocol gebruikelijke zorg.

  • 2.

    Het college beschouwt we het als normaal dat binnen het sociale netwerk maar buiten het huishouden vier uur per week onbetaalde hulp wordt geleverd.

  • 3.

    Het gaat in lid 1 en 2 nadrukkelijk om een richtlijn waarvan gemotiveerd kan worden afgeweken indien een situatie daarom vraagt.

Artikel 7. Berekening hoogte pgb

  • 1. Het pgb wordt vastgesteld per kwartaal. Dit betekent dat vanaf de startdatum het aantal dagen tot aan de eerste van het nieuwe kwartaal wordt uitgerekend.

    Het kwartaalbudget wordt dan gedeeld door het aantal dagen dat er nog over is van het kwartaal. Ook bij stoppen van het budget wordt gerekend over het aantal dagen van het kwartaal dat de indicatie geldig was.

  • 2. Voor huishoudelijke hulp, persoonlijke verzorging en begeleiding gelden in principe geen diplomavereisten. In specifieke gevallen (bijvoorbeeld bij overname van regie of ernstige gedragsproblematiek) zal specifieke deskundigheid noodzakelijk zijn. Dit kan gevolgen hebben voor het tarief dat noodzakelijk is om adequate jeugdhulp of maatschappelijke ondersteuning in te kopen. Indien de aanvrager kan aantonen dat het niet mogelijk is de benodigde deskundigheid in te kopen met het voorgestelde pgb, kan aan de hand van het plan van aanpak pgb van de aanvrager pgb het pgb tot maximaal 100% van zorg in natura worden verhoogd. Dit geldt alleen bij een pgb voor professionals.

Artikel 8. Eigen bijdrage & ouderbijdrage

Ten behoeve van het innen van de eigen bijdrage (Wmo) en – indien van toepassing – de ouderbijdrage (jeugd) wordt aan het CAK het vastgestelde pgb-tarief doorgegeven.

Artikel 9. Duur indicatie & evaluatie

  • 1. Een indicatie voor een pgb wordt afgegeven voor ten hoogste 3 jaar. Deze termijn is gekozen omdat de regelgeving in beweging is en er geen definitief beleid voorhanden is. De hoogte van het pgb wordt jaarlijks aangepast en in een beschikking meegedeeld.

  • 2. De startdatum van een indicatie voor een pgb kan niet voor de besluitdatum liggen.

  • 3. Na de eerste drie en zes maanden wordt tussentijds geëvalueerd.

  • 4. Daarna wordt jaarlijks geëvalueerd.

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    • Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2015.

  • 2. Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels pgb gemeente Bergen nh 2015.

Ondertekening

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders in zijn vergadering van 16 december 2014
de secretaris, de burgemeester,
H.G.T. Brouwer drs. H. Hafkamp