Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2016

Geldend van 17-12-2015 t/m 31-12-2016

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2016

De raad van de gemeente Bergen;

gelezen het voorstel van het college van Bergen van 27 oktober 2015;

gezien het advies van de Algemene raadscommissie van 19 november 2015;

gelet op het bepaalde in de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet,

b e s l u i t:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2016

(Legesverordening 2016).

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • f.

    ‘het college’: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument; een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • c.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);

  • d.

    van openbare besturen, ambtenaren of instellingen van de diensten door hen in het algemeen belang verzocht, met uitzondering van die genoemd onder Titel 1, hoofdstuk 4, Verstrekkingen uit de basisregistratie personen van de bij deze verordening behorende tarieventabel;

  • e.

    van schoolbesturen en daarmede gelijk te stellen organisaties ten aanzien van inlichtingen of opgaven uit het bevolkingsregister en uit de registers van de burgerlijke stand;

  • f.

    ter zake van het in behandeling nemen en verrichten van dienstverleningen en van handelingen ter zake van:

    • 1.

      het afgeven van een verklaring omtrent inkomen en vermogen (bewijs van onvermogen);

    • 2.

      een bewijs van in leven zijn tot ontvangst van een Nederlandse ridderorde, lijfrente, pensioen, wachtgeld of uitkering;

    • 3.

      de aan belanghebbende uit te reiken beschikkingen of afschriften daarvan, houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, van enige gemeentelijke functie of dienstverlening jegens de gemeente;

    • 4.

      de aan belanghebbende uit te reiken beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een verzoek om subsidie uit de gemeentekas;

    • 5.

      het verstrekken aan de publiciteitsmedia van voorstellen aan de raad.

  • g.

    het houden van collecten, inzamelingsacties alsmede een klein kansspel door liefdadigheidsorganisaties en verenigingen zonder winstoogmerk.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet  bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet .

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990  moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet  is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Vermindering of teruggaaf

  • 1. Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

  • 2. Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990  wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

Artikel 9 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 5.

      hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

    • 6.

      onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 7.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 10 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1. De “legesverordening 2015” van 11 december 2014, alsmede haar bij raadsbesluit laatstelijk vastgestelde wijziging(en), wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten:

    • a.

      die zich voor die datum hebben voorgedaan;

    • b.

      waarop de Wet ruimtelijke ordening  of de Woningwet  zoals deze luidden voor inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht  nog moeten worden toegepast.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2016.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de
raad van de gemeente Bergen op 10 december 2015
de griffier, de voorzitter,

Bijlage Tarieventabel, behorende bij de Verordening leges 2016

Titel 1

Algemene dienstverlening

 

Hoofdstuk 1

Burgerlijke stand

 

 

 

 

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of een omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op:

 

1.1.1.1

maandag en woensdag om 9.00 in het gemeentehuis

Kosteloos

1.1.1.2

overige dagen

€ 391,15

1.1.1.2.1

Indien het voorgenomen huwelijk binnen één maand wordt geannuleerd onder een verschoonbare reden, worden de leges als onder 1.1.1.2 gerestitueerd.

 

1.1.1.2.2

Het tarief bedraagt voor het, op verzoek, benoemen van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand

€ 28,60

1.1.1.2.3

Het tarief bedraagt voor het optreden van een ambtenaar als getuige bij een gratis huwelijk of een geregistreerd partnerschap in het gemeentehuis

€ 15,60

1.1.2

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in het gemeentehuis of een aangewezen locatie:

€ 391,15

1.1.3

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

€ 391,15

1.1.4

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

€ 391,15

1.1.5

Het tarief bedraagt voor:

 

1.1.5.1

het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapboekje met een plastic omslag

€ 15,60

1.1.5.2

het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapboekje met een leren omslag

€ 31,20

1.1.5.3

het kaligrafisch bijschrijven van kind of kinderen

€ 13,00

1.1.5.3.1

De tarieven onder 1.1.5.1, 1.1.5.2 worden verhoogd indien de tekst kalligrafisch is aangebracht met

€ 20,80

1.1.6

Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 21,20

1.1.7

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

€ 12,80

1.1.8

Elke verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 49a van Boek 1, Burgerlijk Wetboek.

€ 22,80

1.1.9

Tot het verkrijgen van een attestatie de vita op grond van de internationale overeenkomst 1998.

€ 12,80

Hoofdstuk 2

Reisdocumenten

 

 

 

 

1.2.

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag, waarbij het document 10 jaar geldig is:

 

1.2.1.1

nationaal paspoort, zakenpaspoort, vluchtelingen-, vreemdelingen-, faciliteitenpaspoort

€ 64,40

1.2.1.2

nederlandse Identiteitskaart

€ 50,40

1.2.1.3

Spoedtoeslag

€ 47,30

1.2.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag, waarbij het document 5 jaar geldig is:

 

1.2.2.1

nationaal paspoort, zakenpaspoort, vluchtelingen-, vreemdelingen-, faciliteitenpaspoort

€ 51,20

1.2.2.2

nederlandse Identiteitskaart

€ 28,45

1.2.2.3

Spoedtoeslag

€ 47,30

 

Hoofdstuk 3

Rijbewijzen

 

 

 

 

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 38,80

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 34,10

Hoofdstuk 4

Verstrekkingen uit de Basisregistratie Personen

 

 

 

 

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de Basisregistratie Personen moet worden geraadpleegd.

 

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 11,60

1.4.2.2

tot het verstrekken van gegevens via DigiD: per verstrekking

€ 5,10

1.4.2.3

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

 

1.4.2.3.1

voor 100 verstrekkingen

€ 848,60

1.4.2.3.2

voor 500 verstrekkingen

€ 3.395,55

1.4.2.3.3

voor 1.000 verstrekkingen

€ 5.093,85

1.4.2.4

tot het afsluiten van een abonnement op het wekelijks verstrekken van een opgave van verhuizingen binnen de gemeente, vertrekken uit de gemeente en vestigingen in de gemeente

€ 35,00

1.4.3

Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de Basisregistratie Personen.

 

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.4.1

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€ 7,65

1.4.4.2

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

 

1.4.4.2.1

voor 100 verstrekkingen

€ 742,55

1.4.4.2.2

voor 500 verstrekkingen

€ 3.395,55

1.4.4.2.3

voor 1.000 verstrekkingen

€ 5.093,85

1.4.5

In afwijking van de voorgaande onderdelen wordt het tarief gehanteerd overeenkomstig artikel 33 Regeling Basisreistratie personen indien de in dit artikel genoemde verzoeken zijn gedaan.

 

1.4.7

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie Personen, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 21,20

1.4.8

Het tarief bedraagt voor het op verzoek verstrekken van gegevens op basis van artikel 17, tweede lid, Besluit BRP juncto artikel 10, tweede lid, Regeling BRP

€ 7,50

Hoofdstuk 5

Verstrekkingen uit het Kiezersregister

 

 

 

 

1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet

€ 13,75

Hoofdstuk 6

Verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens

 

 

 

 

1.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens:

 

1.6.1.1

bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit:

 

1.6.1.1.1

ten hoogste 100 pagina’s, per pagina

€ 0,23

 

met een maximum per bericht van

€ 5,00

1.6.1.1.2

meer dan 100 pagina’s

€ 22,50

1.6.1.2

bij verstrekking anders dan op papier

€ 5,00

1.6.1.3

dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de verwerking, moeilijk toegankelijke gegevensverwerking

€ 22,50

1.6.2

Indien voor hetzelfde bericht op grond van de onderdelen 1.6.1.1, 1.6.1.2 en 1.6.1.3 meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd.

 

1.6.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens

€ 4,50

Hoofdstuk 7

Bestuursstukken

 

 

 

 

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.7.1.1

een afschrift van de gemeentebegroting

€ 27,60

1.7.1.2

een afschrift van de gemeenterekening

€ 27,60

1.7.1.3

een afschrift van de productraming

€ 27,60

1.7.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.7.2.1

tot het verstrekken van:

 

1.7.2.1.1

een afschrift van de Algemeen Plaatselijke Verordening

€ 21,20

1.7.2.1.2

een afschrift van elke andere verordening

€ 21,20

1.7.2.2

tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar:

 

1.7.2.2.1

op de agenda’s met de daarbij behorende voorstellen, notulen en stukken van de gemeenteraad en algemene raadscommissie, mits afgehaald op het gemeentehuis, per bladzijde

€ 0,40

1.7.2.2.2

op de agenda’s met de daarbij behorende voorstellen, notulen en stukken, indien per post bezorgd per jaar van:

 

1.7.2.2.2.1

één raadscommissie

€ 42,40

1.7.2.2.2.2

twee of meer raadscommissies

€ 38,20

1.7.2.2.2.3

de gemeenteraad en één raadscommissie

€ 137,95

1.7.2.2.2.4

de gemeenteraad en alle raadscommissies

€ 248,00

Hoofdstuk 8

Vastgoedinformatie

 

 

 

 

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.8.1.1

tot het verstrekken van een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan:

 

1.8.1.1.1

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€ 0,40

1.8.1.1.2

in formaat A4 of kleiner kleur, per bladzijde

€ 0,55

1.8.1.1.3

in formaat A3

€ 0,45

1.8.1.1.4

in formaat A3 kleur

€ 0,65

1.8.1.1.5

in formaat groter dan A3

€ 8,30

1.8.1.1.6

in formaat groter dan A3 kleur

€ 10,40

1.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

 

1.8.2.1

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen

€ 21,20

1.8.2.2

de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet

€ 21,20

1.8.2.3

de inschrijving in het register bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Monumentenwet 1988

€ 21,20

1.8.2.4

het openbare register van beschermde monumenten bedoeld in artikel 20 van de Monumentenwet 1988

€ 21,20

1.8.2.5

het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen

€ 21,20

1.8.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:

 

1.8.3.1

het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres

€ 0,10

1.8.3.2

het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie

€ 0,10

1.8.3.3

het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat

€ 0,10

1.8.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een huisnummerbesluit:

€ 270,10

 

 

 

Hoofdstuk 9

Overige publiekszaken

 

 

 

 

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.9.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag

€ 41,35

1.9.2

tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn

€ 11,60

1.9.3

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 11,60

 

 

 

Hoofdstuk 10

Gemeentearchief

 

 

 

 

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 18,00

1.10.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 

1.10.2.1

een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina

€ 0,40

1.10.2.2

een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk

€ 0,40

 

 

 

Hoofdstuk 11

Huisvestingswet

 

 

 

 

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.11.1

tot het verkrijgen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet

€ 115,50

Hoofdstuk 12

Leegstandswet

 

 

 

 

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.12.1

tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 115,50

1.12.2

tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van de Leegstandwet

€ 115,50

Hoofdstuk 13

Gereserveerd

 

Hoofdstuk 14

Standplaatsvergunning

 

 

 

 

1.14

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

1.14.1

een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5.18 en 5.19 van de APV;

 

 

voor een dag

€ 35,40

 

voor een week

€ 54,10

 

voor een maand

€ 107,15

 

voor een half jaar

€ 178,95

 

voor een jaar

€ 358,95

Hoofdstuk 15

Winkeltijdenwet

 

 

 

 

1.15

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.15.1

tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet

€ 84,90

1.15.2

tot het wijzigen van een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing

€ 46,80

Hoofdstuk 16

Kansspelen

 

 

 

 

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

1.16.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één speelautomaat

€ 56,50

1.16.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer

 

 

speelautomaten, voor de eerste speelautomaat

€ 56,50

 

plus voor iedere volgende speelautomaat

€ 34,00

1.16.1.3

voor één speelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

€ 226,50

1.16.1.4

voor twee of meer speelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de

 

 

eerste speelautomaat

€ 226,50

 

plus voor iedere volgende speelautomaat

€ 136,00

1.16.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 33,00

1.16.3

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Verordening speelautomatenhallen gemeente Bergen 2003

€ 438,60

1.16.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in (artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening)

€ 438,60

1.16.5

Indien bij de behandeling van de aanvragen tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 1.16.3 van deze tarieventabel een BIBOB advies wordt ingewonnen worden de daar genoemde tarieven verhoogd met:

€ 700,00

Hoofdstuk 17

Gereserveerd

 

Hoofdstuk 18

Kabels- en leidingen

 

 

 

 

1.18.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit, als bedoeld in de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden:

 

1.18.1.1

indien het betreft tracés vanaf 25 tot 250 m¹

€ 230,95

1.18.1.2

indien het betreft tracés vanaf 250 tot 1000 m¹

€ 355,45

1.18.1.3

indien het betreft tracés vanaf 1000 tot 2500 m¹

€ 500,25

1.18.1.4

Het tarief ingevolge artikel 1.18.1 wordt, indien het betreft tracés vanaf 2500 m¹, berekend aan de hand van de begroting.

 

1.18.1.5

Indien een begroting als bedoeld in 1.18.1.4 is uitgebracht, wordt een aanvraag pas in behandeling genomen nadat de uitgebrachte begroting is geaccordeerd.

 

1.18.2

Het tarief bedraagt:

 

1.18.2.1

indien het betreft het in behandeling nemen van een graafmelding tot 25 m¹:

€ 77,20

1.18.3

Indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente en de netbeheerder of de gemeente, andere beheerders van openbare gronden en de netbeheerder, wordt het in 1.18.1.2 tot en met 1.18.1.4 genoemde bedrag per overleg verhoogd met:

€ 293,65

1.18.4

Indien met betrekking tot een aanvraag onderzoek naar de status van de kabel en/of leiding plaatsvindt, wordt het in 1.18.1.2 tot en met 1.18.1.4 genoemde tarief verhoogd met de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de netbeheerder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

1.18.5

Indien een begroting als bedoeld in 1.18.4 is uitgebracht, wordt een aanvraag pas in behandeling genomen nadat de uitgebrachte begroting is geaccordeerd.

 

Hoofdstuk 19

Verkeer en vervoer

 

 

 

 

1.19

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.19.1

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 84,70

1.19.1.1

in afwijking van artikel 1.19.1 wordt bij een gelijktijdige aanvraag, door hetzelfde orgaan, van vijf of meer ontheffingen het tarief per ontheffing gesteld op

€ 15,75

1.19.2

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen (bijzondere transporten)

€ 84,70

1.19.3

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 35,70

1.19.4

voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het inrichten van een individuele gehandicaptenparkeerplaats, voor zover deze aanvraag tot een positief besluit leidt

€ 197,55

1.19.4.1

Indien de aanvraag onder 1.19.4 niet leidt tot verlening, zijn geen leges verschuldigd.

 

1.19.5

Voor het zonder een verschoonbare reden niet nakomen van een afspraak bij de keurende instantie, in het kader van de aanvraag als genoemd onder 1.19.3, zijn de werkelijke kosten verschuldigd zoals deze door de keurende instantie aan de gemeente in rekening zijn gebracht.

 

Hoofdstuk 20

Diversen

 

 

 

 

1.20.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.20.1.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 7,40

1.20.1.2

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

1.20.1.2.1

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€ 0,40

1.20.1.2.2

in formaat A4 of kleiner kleur, per bladzijde

€ 0,55

1.20.1.2.3

in formaat A3

€ 0,45

1.20.1.2.4

in formaat A3 kleur

€ 0,65

1.20.1.2.5

in formaat groter dan A3

€ 8,30

1.20.1.2.6

in formaat groter dan A3 kleur

€ 10,40

1.20.1.3

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 84,90

1.20.1.4

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 4,75

1.20.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:72 van de Algemeen plaatselijke verordening (vuurwerk)

€ 212,20

1.20.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen of wijzigen van een stand- of ligplaatsvergunning voor woonwagens en ligschepen

€ 252,80

1.20.4

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag tussentijds wijzigen van een nog af te geven vergunning of ontheffing:

€ 25,50

1.20.5

Het tarief bedraagt voor het intrekken van een nog af te geven vergunning of ontheffing:

€ 25,50

1.20.6

Voor de behandeling van een verklaring van optie of een verzoek tot naturalisatie als bedoeld in artikel 1 van het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002, zijn van toepassing de tarieven zoals die zijn opgenomen in het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002.

 

Titel 2

Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

 

Hoofdstuk 1

Begripsomschrijvingen

 

 

 

 

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

 

2.1.1.1

aanlegkosten:

 

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

2.1.1.2

bouwkosten:

 

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

2.1.1.3

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

Hoofdstuk 2

Vooroverleg

 

 

 

 

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vooroverleg (inclusief vergunningvrij) in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is:

€ 592,00

2.2.1

Het tarief onder 2.2 is nader bepaald voor:

 

2.2.1.1

verklaring vergunningsvrij, 15% van het vastgestelde tarief onder 2.2

€ 88,80

2.2.1.2

afwijken bestemmingsplan, 20% van het vastgestelde tarief onder 2.2

€ 118,40

2.2.1.3

welstand, 40% van het vastgestelde tarief onder 2.2

€ 236,80

2.2.1.4

monument, 25% van het vastgestelde tarief onder 2.2

€ 148,00

2.2.1.5

Het tarief bedraagt bij een advies agrarische beoordelingscommissie:

€ 620,00

Hoofdstuk 3

Omgevingsvergunning

 

 

 

 

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

2.3.1

Bouwactiviteiten

 

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.1.1.1

als de bouwkosten minder dan € 250.000 bedragen:

3,18%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 200,00

2.3.1.1.2

als de bouwkosten € 250.000 of meer bedragen:

2,75%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 7.500,00

2.3.1.2

Extra welstandstoets

 

 

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 en 2.2.1.3 bedragen de kosten, indien tijdens de beoordeling een herhaalde welstandstoets noodzakelijk is, per herhaling:

€ 50,00

2.3.1.3

Verplicht advies agrarische commissie

 

 

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:

€ 620,00

2.3.1.4

Achteraf ingediende aanvraag

 

 

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 en 2.3.4 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit:

10,00%

 

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, met een minimum van:

€ 255,00

2.3.1.5

Beoordeling aanvullende gegevens

 

 

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen:

€ 161,25

2.3.2

Aanlegactiviteiten

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 369,35

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:

 

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

0,75%

 

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag, met een minimum van;

€ 369,35

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

0,75%

 

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag, met een minimum van;

€ 369,35

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

4,00%

 

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

 

2.3.3.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

0,75%

 

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

 

2.3.3.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

4,00%

 

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

 

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

0,75%

 

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

 

2.3.3.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

0,75%

 

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

 

2.3.3.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

0,75%

 

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

 

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.4.1

indien de aanvraag valt onder het toepassingsbereik van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo (binnenplanse afwijking):

€ 369,35

2.3.4.2

indien de aanvraag valt onder het toepassingsbereik van artikel artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo (buitenplanse kleine afwijking):

€ 369,35

2.3.4.3

indien de aanvraag valt onder het toepassingsbereik van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo (buitenplanse afwijking) zonder verklaring van bedenkingen, maximaal:

€ 5.000,00

2.3.4.3.1

indien de aanvraag valt onder het toepassingsbereik van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo (buitenplanse afwijking) met verklaring van bedenkingen, maximaal:

€ 10.000,00

2.3.4.4

indien de aanvraag valt onder het toepassingsbereik van artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo (tijdelijke afwijking):

€ 369,35

2.3.4.5

indien de aanvraag valt onder het toepassingsbereik van artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo (afwijking van exploitatieplan), maximaal:

€ 5.000,00

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 369,35

2.3.4.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 369,35

2.3.4.8

indien de aanvraag valt onder het toepassingsbereik van artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 369,35

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 676,25

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening Gemeente Bergen 2012 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 10, tweede lid, van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

 

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:

€ 286,10

2.3.6.1.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 286,10

2.3.6.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of gemeentelijke verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

€ 286,10

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 208,05

2.3.8

Aanleggen of veranderen weg

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 317,30

2.3.9

Uitweg/inrit

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 102,00

2.3.10

Kappen

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 25,00

2.3.11

Opslag van roerende zaken

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

 

2.3.11.1

indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:

€ 392,25

2.3.11.2

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:

€ 392,25

2.3.12

Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

 

2.3.12.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:

€ 135,25

2.3.12.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:

€ 135,25

2.3.13

Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief:

€ 135,25

2.3.14

Andere activiteiten

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

 

2.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 265,30

2.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.14.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:

€ 265,30

2.3.14.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

werkelijke kosten

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

2.3.16

Beoordeling bodemrapport

 

 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

 

2.3.16.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 850,00

2.3.16.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

€ 850,00

2.3.17

Advies

 

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.17.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

2.3.18

Verklaring van geen bedenkingen

 

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 

2.3.18.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 265,30

2.3.18.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.18.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Hoofdstuk 4

Vermindering

 

 

 

 

2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

 

2.4.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vier activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering bedraagt:

 

2.4.2.1

bij 5 tot 10 activiteiten:

5,00%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

2.4.2.2

bij 10 tot 15 activiteiten:

10,00%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

2.4.2.3

bij 15 of meer activiteiten:

15,00%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

 

Hoofdstuk 5

Teruggaaf

 

 

 

 

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten en afwijken bestemmingsplan

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.4, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

2.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan

75,00%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

2.5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 8 weken na het in behandeling nemen ervan

50,00%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

 

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 8 weken na het in behandeling nemen ervan

25,00%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

2.5.1.3

In afwijking van artikel 2.5.1 wordt teruggaaf verleend voor elk onderdeel van de aanvraag dat wordt ingetrokken met inachtneming van artikel 2.5.1.1 en 2.5.1.2

 

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

 

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25,00%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

25,00%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

2.5.3.2

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor uitrit en inritactiviteiten

 

2.5.3.2.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit uitrit- inritactiviteiten als bedoeld in de onderdeel 2.3.9 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

25,00%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

2.5.3.3

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

2.5.4

Minimumbedrag voor teruggaaf

 

 

Een bedrag minder dan € 51,00 wordt niet teruggegeven.

 

2.5.5

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

 

 

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.1.2 , 2.3.1.3, 2.3.1.5, 2.3.16, 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.

 

2.5.6

Vergunningsvrij

 

2.5.6.1

Indien een aanvraag voor een omgevingsvergunning na toetsing als vergunningsvrij wordt beoordeeld en een daartoe strekkende verklaring wordt afgegeven, worden de verschuldigde leges, met inachtneming van de artikelen 2.3.1.1 , 2.3.2, 2.3.4, 2.3.6 en 2.3.7, nader bepaald op:

€ 88,95

2.5.6.2

Indien een aanvraag voor een omgevingsvergunning na toetsing als vergunningsvrij wordt beoordeeld en een daartoe strekkende verklaring wordt afgegeven waarbij een afwijking van het bestemmingsplan aan de orde is, worden de verschuldigde leges, met inachtneming van de artikelen 2.3.3.1 en 2.3.3.2, nader bepaald op:

€ 280,40

2.5.7

Vooroverleg

 

2.5.7.1

Indien een aanvraag voor een vooroverleg wordt ingetrokken, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

2.5.7.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan

75,00%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

2.5.7.3

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 8 weken na het in behandeling nemen ervan

50,00%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

2.5.7.4

Een bedrag minder dan € 51,00 wordt niet teruggegeven.

 

Hoofdstuk 6

Intrekking omgevingsvergunning

 

 

 

 

2.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:

€ 202,85

Hoofdstuk 7

Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

 

 

 

 

2.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 202,85

Hoofdstuk 8

Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

 

 

 

 

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening, maximaal:

€ 10.000,00

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening, maximaal:

€ 5.000,00

Hoofdstuk 9

Gereserveerd

 

 

 

 

Hoofdstuk 10

In deze titel niet benoemde beschikking

 

 

 

 

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 118,60

Titel 3

Titel 3 Dienstverlening vallend onder de Europese dienstrichtlijn

 

Hoofdstuk 1

Horeca

 

 

 

 

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 307,00

3.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet

€ 21,20

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 86,70

3.1.4

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het plaatsen van een terras

€ 344,45

3.1.5

Het tarief bedraagt voor het wijzigen van de leidinggevende(n) op de Drank- en Horecavergunning

€ 88,00

3.1.6

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning openbare inrichting zonder vrijstelling

€ 307,00

3.1.7

vervallen

3.1.8

Indien bij de behandeling van de aanvragen tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in de artikelen 3.1.1 t/m 3.1.5 van deze tarieventabel een BIBOB advies wordt ingewonnen worden de daar genoemde tarieven verhoogd met:

€ 700,00

Hoofdstuk 2

Organiseren evenementen of markten

 

 

 

 

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning)indien het betreft:

 

3.2.1.1

een risico-evenement (A)

€ 528,10

3.2.1.2

een aandacht-evenement (B)

€ 371,40

3.2.1.3

een regulier-evenement (C), eerste aanvraag

€ 153,00

3.2.1.3.1

een regulier-evenement (C), tweede aanvraag en meer

€ 88,00

3.2.1.4

een kennisgeving voor een incidentele festiviteit (art. 4.3. APV - geluidsnormen)

€ 21,20

3.2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het organiseren van een terugkerende markt of braderie, per dag

€ 15,90

3.2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot wijziging van het sluitingsuur wanneer deze geldig is gedurende een dag

€ 21,20

3.2.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

3.2.4.1

tot het verkrijgen van een vergunning om een onroerende-zaak te gebruiken voor het maken van reclame

€ 84,90

3.2.4.2

tot het verkrijgen van een vergunning voor het plaatsen van banners en reclameborden en/of het ophangen van spandoeken

€ 63,70

3.2.4.3

tot het verkrijgen van een ontheffing om met een motorvoertuig het strand te betreden

€ 20,40

3.2.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning dan wel ontheffing, voor zover in dit hoofdstuk niet genoemd

€ 84,90

Hoofdstuk 3

Prostitutiebedrijven

 

 

 

 

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

3.3.1

een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening, anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3.3.2:

 

3.3.1.1

voor een seksinrichting

€ 463,65

3.3.1.2

voor een escortbedrijf

€ 463,65

3.3.2

wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3.15, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening:

 

3.3.2.1

voor een seksinrichting

€ 232,35

3.3.2.2

voor een escortbedrijf

€ 232,35

3.3.3

Indien bij de behandeling van de aanvragen tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in de artikelen 3.3.1 t/m 3.3.2.2 van deze tarieventabel een BIBOB advies wordt ingewonnen worden de daar genoemde tarieven verhoogd met:

€ 700,00

Hoofdstuk 4

Gereserveerd

 

Hoofdstuk 5

Gereserveerd

 

Hoofdstuk 6

Brandbeveiligingsverordening

 

 

 

 

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

 

3.6.1

Het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening

€ 199,45

3.6.1.1

per 300 m2 of gedeelte daarvan, dat de gebruiksoppervlakte als bedoeld in het normblad NEN 2580 van de inrichting groter is dan 300 m2, wordt het tarief verhoogd met een bedrag van

€ 66,85

3.6.2

het wijzigen van een gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 2, derde lid van de Brandbeveiligingsverordening

€ 66,85

 

 

 

Hoofdstuk 7

In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

 

 

 

3.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 293,90

 

Behorende bij raadsbesluit van 10 december 2015 tot vaststelling van de

Legesverordening 2016.

 

 

de griffier, de voorzitter,