Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening rekenkamercommissie gemeente Bergen 2010

Geldend van 31-12-2010 t/m 31-12-2015

Intitulé

Verordening rekenkamercommissie gemeente Bergen 2010

De raad van de gemeente Bergen;

gelezen het advies van de Commissie van Onderzoek van 14 september 2010,

gelet op de verordening op de Rekenkamercommissie gemeente Bergen 2007

gelet op het bepaalde in de artikelen 81a tm k, 182 en 185 van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

de Verordening rekenkamercommissie gemeente Bergen 2007 in te trekken,

vast te stellen de volgende:

Verordening rekenkamercommissie gemeente Bergen 2010

Verordening rekenkamercommissie gemeente Bergen 2010

Paragraaf 1 - Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Gemeentewet;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • c.

    raad: de gemeenteraad van Bergen (NH);

  • d.

    commissie: de rekenkamercommissie die door de raad is ingesteld;

  • e.

    commissie van onderzoek: de commissie van onderzoek ingesteld door de raad;

  • f.

    doeltreffendheid: de mate waarin met de geleverde prestaties de gestelde doelen of beoogde maatschappelijke effecten worden bereikt;

  • g.

    doelmatigheid: het streven om met een zo gering mogelijke inzet van middelen een optimaal resultaat te bereiken;

  • h.

    rechtmatigheid: het voldoen aan wettelijke kaders en regelgeving;

  • i.

    extern lid: een lid van de rekenkamercommissie dat op basis van artikel 3 tweede lid van deze verordening door de raad van buiten de kring van zijn leden is aangewezen;

  • j.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie.

Paragraaf 2 – Taak, samenstelling en lidmaatschap rekenkamercommissie

Artikel 2 Taak rekenkamercommissie

  • 1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2. De rekenkamercommissie voert onderzoek uit naar:

    • -

      de maatschappelijke effecten van het gemeentelijk beleid;

    • -

      de doeltreffendheid en doelmatigheid van het door de gemeente gevoerde beleid, van het gemeentelijke beheer en van de gemeentelijke organisatie;

    • -

      de doeltreffendheid en doelmatigheid van instellingen waarvan de activiteiten geheel of merendeels door de gemeente worden bekostigd.

Artikel 3 Samenstelling rekenkamercommissie

  • 1. De rekenkamercommissie bestaat uit drie externe leden, te weten een voorzitter en twee leden.

  • 2. De rechtspositieregeling van de gemeente is niet van toepassing op de externe leden van de rekenkamercommissie.

  • 3. De raad benoemt de drie leden van de rekenkamercommissie.

  • 4. De leden worden door de raad benoemd voor een periode van zes jaar.

  • 5. De rekenkamercommissie kiest uit haar midden een voorzitter

  • 6. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende externe lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste externe lid in jaren.

Artikel 4 Eed

Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van de rekenkamercommissie in een vergadering van de raad, in handen van de voorzitter, de volgende eed (verklaring en belofte) af:

“Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de rekenkamercommissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gunst heb gegeven of beloofd.

Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of belofte heb aangenomen of zal aannemen.

Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de rekenkamercommissie naar eer en geweten zal vervullen.

Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!”

(“Dat verklaar en beloof ik!”)

Artikel 5 Besluitvorming in de rekenkamercommissie

  • 1. In vergaderingen van de rekenkamercommissie wordt besloten bij meerderheid van stemmen, waarbij ieder lid één stem heeft.

  • 2. Besluiten kunnen alleen worden genomen als alle leden van de rekenkamercommissie aanwezig zijn.

Artikel 6 Einde van het lidmaatschap

  • 1. Het lidmaatschap van een extern lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

    • c.

      wanneer het bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 2. De externe leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij gedurende langere tijd door ziekte of gebreken ongeschikt zijn hun functie te vervullen.

  • 3. Een extern lid van de Rekenkamercommissie wordt door de raad ontslagen indien hij, naar het oordeel van de raad, ernstig nadeel toebrengt aan het in hem gestelde vertrouwen

Artikel 7 Incompatibiliteiten en verboden handelingen

  • 1. Een lid van de rekenkamercommissie is niet tevens lid van de raad of van een commissie van de gemeente Bergen.

  • 2. Het is de externe leden van de rekenkamercommissie verboden de handelingen te verrichten als bedoeld in artikel 15 van de Gemeentewet. De raad kan, gehoord de rekenkamercommissie, een lid van de rekenkamercommissie dat heeft gehandeld in strijd met dit verbod, ontslaan.

  • 3. De externe leden van de rekenkamercommissie overleggen aan de raad jaarlijks een lijst met daarin opgenomen de nevenfuncties die zij op dat moment vervullen.

Artikel 8 Vergoeding voor werkzaamheden externe leden van de rekenkamercommissie

  • 1. De externe leden van de rekenkamercommissie ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden.

  • 2. De vergoeding als bedoeld in het eerste lid bedraagt € 250,= per dagdeel.

  • 3. De vergoedingen als bedoeld in het eerste lid komen ten laste van het budget van de rekenkamercommissie als bedoeld in artikel 15 van deze verordening.

Paragraaf 3. De werkwijze van de rekenkamercommissie

Artikel 9 Reglement van orde

  • 1. De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en werkzaamheden vast.

  • 2. De rekenkamercommissie zendt het reglement ter kennisneming aan de raad en maakt het bekend op de in artikel 139, tweede lid, Gemeentewet bedoelde wijze.

Artikel 10 Onderwerpen voor en beslissing tot het uitvoeren van onderzoek

    • 1.

      Suggesties tot het verrichten van een onderzoek kunnen worden gedaan door de:

      • a.

        rekenkamercommissie;

      • b.

        commissie van onderzoek;

      • c.

        raad.

    • 2.

      De rekenkamercommissie kiest de onderwerpen voor haar onderzoek, formuleert de probleemstelling, de onderzoeksvragen en stelt de onderzoeksopzet vast.

    • 3.

      De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de rekenkamercommissie ter kennisneming aangeboden aan de gemeenteraad.

Artikel 11 Criteria voor onderzoeken

    • 1.

      De volgende criteria kunnen door de rekenkamercommissie worden gehanteerd bij de selectie van de te onderzoeken onderwerpen:

      • a.

        moet betrekking hebben op de doelmatigheid of doeltreffendheid van het beleid;

      • b.

        er moet sprake zijn van een substantieel belang;

      • c.

        het moet door de gemeente te beïnvloeden beleid betreffen;

      • d.

        er moet sprake zijn van enige evenwichtige spreiding over de gemeentelijke

        beleidsterreinen in de opvolgende onderzoeken;

    • e.

      de resultaten moeten communiceerbaar zijn naar de bevolking.

    • 2.

      De rekenkamercommissie kan de te onderzoeken onderwerpen op basis van deze criteria beargumenteren.

    • 3.

      Als de raad of de commissie van onderzoek besluit tot een verzoek om een onderzoek aan de rekenkamercommissie, dan beargumenteert de raad c.q. de commissie van onderzoek het verzoek op basis van deze criteria.

    • 4.

      De rekenkamercommissie verantwoordt achteraf de keuze van de onderwerpen.

Artikel 12 Uitvoering van het onderzoek en rapportage

  • a: de rekenkamercommissie is verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

    b: de rekenkamercommissie motiveert in de onderzoeksopzet wie het onderzoek gaat uitvoeren, lid (leden) van de rekenkamercommissie, danwel onderzoeksmedewerker(s) zijnde geen lid van de commissie en het al dan niet inschakelen van externe deskundigen

    • 2.

      De rekenkamercommissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

    • 3.

      De rekenkamercommissie is bevoegd om van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De rekenkamercommissie kan de bevoegdheid tot het inwinnen van inlichtingen mandateren aan de secretaris van de commissie en de overige medewerkers die de commissie bij de uitvoering van haar taak terzijde staan. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.

    • 4.

      De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De leden van de rekenkamercommissie en degenen die ten behoeve van de rekenkamercommissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hun hoedanigheid van lid, respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen.

    • 5.

      De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

    • 6.

      De rekenkamercommissie stelt betrokken ambtenaren in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn van tenminste twee weken, hun zienswijze op het feitenonderzoek aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

    • 7.

      Na de ambtelijke hoor en wederhoor ten aanzien van de feiten formuleert de rekenkamercommissie haar conclusies en aanbevelingen in een nota.

    • 8.

      De rekenkamercommissie stelt het bestuur in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn van tenminste twee weken, hun zienswijze op het onderzoek en de nota aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken.

    • 9.

      Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen zo spoedig mogelijk, via de commissie van onderzoek aan de raad aangeboden. Hierbij worden de ambtelijke en bestuurlijke reacties gevoegd. De raad bespreekt de onderzoeksresultaten op basis van het rapport en de nota met conclusies en aanbevelingen. De raad stelt de eindconclusies vast en kan de aanbevelingen overnemen.

    • 10.

      De voorzitter van de rekenkamercommissie heeft tweemaal per jaar overleg met de commissie van onderzoek.

Paragraaf 4 - De ondersteuning van de rekenkamercommissie

Artikel 13 Ambtelijk secretaris

  • 1. Een medewerker van de griffie is secretaris van de commissie.

  • 2. De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taak terzijde.

  • 3. De secretaris kan als onderzoeksmedewerker zoals bedoeld in artikel 14 van deze verordening worden aangewezen.

  • 4. De secretaris legt met betrekking tot zijn taakuitvoering rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie.

Artikel 14 Onderzoeksmedewerker(s)

  • 1. Onderzoeksmedewerkers kunnen, indien de rekenkamercommissie hen daartoe de bevoegdheid toekent als bedoeld in artikel 12, derde lid, van deze verordening, alle informatie verzamelen die de rekenkamercommissie in het belang van het onderzoek nodig acht; zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de rekenkamercommissie.

  • 2. De rekenkamercommissie is ook bevoegd om ten laste van het budget als bedoeld in artikel 15 externe deskundigen in te schakelen. Het in het voorgaande lid gestelde is op de externe deskundigen van overeenkomstige toepassing.

Paragraaf 5 - De kosten van de rekenkamercommissie

Artikel 15 Budget

  • 1.

    De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

  • a.

    de vergoedingen toegekend aan de externe leden van de rekenkamercommissie;

  • b.

    de ambtelijk secretaris;

    • c.

      onderzoeksmedewerker(s);

    • d.

      externe deskundigen die door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

    • e.

      de kosten van werving en selectie van de leden;

    • f.

      de mogelijke overige uitgaven die de rekenkamercommissie nodig oordeelt voor de uitvoering van haar taak.

Paragraaf 6 - Slotbepalingen

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 31 december 2010.

Artikel 17 Bekendmaking

Deze verordening wordt bekendgemaakt door plaatsing van de verordening op de website van de gemeente Bergen.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening rekenkamercommissie gemeente Bergen 2010”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare
raadsvergadering van 9 december 2010,
de griffier, de voorzitter,