Regeling vervallen per 27-12-2021

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Bergen op Zoom

Geldend van 01-08-2011 t/m 26-12-2021

Intitulé

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Bergen op Zoom

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Bergen op Zoom

De raad van de gemeente Bergen op Zoom;

gezien het voorstel van het college van , nr. RVB10-0131;

gelet op het bepaalde in artikel 149 van de gemeentewet;

BESLUIT:

  • 1.

    Vaststellen van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren Gemeente Bergen op Zoom en gelijktijdig intrekken van de Telecommunicatieverordening Gemeente Bergen op Zoom van 27 mei 1999.

  • 2.

    De tarieventabel behorende bij de legesverordening 2011 aan te passen ter uitvoering van de AVOI.

  • 3.

    Artikel 2.11 lid 3 van de APV 2010 aan te passen zodat de woorden “en de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening” wordt vervangen door “en de daarop gebaseerde Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren”.

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Bergen op Zoom

1. Inleidende bepalingen

1.1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. aanmelder

: netwerkaanbieder of degene die door deze gemachtigd is namens haar op te treden, die melding maakt van voorgenomen werkzaamheden;

b. aanvrager

: netwerkaanbieder of degene die door deze gemachtigd is namens haar op te treden, die een instemmingbesluit aanvraagt;

c. Coördinator kabels en leidingen

:De door het college aangestelde persoon belast met de coördinatie van kabel en leiding- werkzaamheden in de openbare ruimte;

d. college

:college van burgemeester en wethouders;

e. elektronisch communicatienetwerk

:elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in artikel 1.1 onder e van de Telecommunicatiewet;

f. gedoogplichtige

:degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.1 lid 1 Telecommunicatiewet of als bedoeld in artikel 1 Belemmeringenwet Privaatrecht;

g. gemeente

:gemeente Bergen op Zoom;

h. instemmingbesluit

:besluit naar aanleiding van een melding of vergunningaanvraag waarin een gemeente / college instemming geeft omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van de werkzaamheden met betrekking tot de aanleg, instandhouding of de opruiming van kabels en leidingen in de openbare grond;

i. kabels en leidingen

:ondergrondse kabels of leidingen (daaronder mede begrepen de daarmee verbonden transformator, schakel, verdeel- en onderstations en andere hulpmiddelen) die dienen of kunnen dienen tot transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen dan wel van energie of informatie;

j. netwerkaanbieder

:aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, een niet openbaar elektronisch communicatienetwerk of een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen;

k. niet openbare kabels en leidingen

:kabels en leidingen die niet worden gebruikt om openbare diensten (waaronder wordt verstaan diensten beschikbaar voor het publiek) aan te bieden, te weten kabels en leidingen voor Defensie, particulieren en bedrijven;

l. nutsvoorzieningen

:voorzieningen van openbaar nut ten behoeve van de distributie van bijvoorbeeld energie, water en warmte;

m. openbare telecommunicatie kabels

:kabels, genoemd in artikel 1.1 onder z van de Telecommunicatiewet ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk;

n. openbare gronden

:openbare gronden, als genoemd in artikel 1.1 onder aa van de Telecommunicatiewet;

o. storing

p. verordening

:Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren;

q. werkzaamheden

1.2. Toepasselijkheid

Deze verordening is van toepassing op het aanleggen, houden, onderhouden, exploiteren, verplaatsen en verwijderen van kabels en leidingen in openbare gronden voor zover de gemeente Bergen op Zoom deze gronden beheert, in bezit heeft dan wel daarover coördinatieverplichtingen heeft conform de Telecommunicatiewet en de Belemmeringenwet Privaatrecht, waarvan de bepalingen onverkort van toepassing zijn op het in deze verordening bepaalde.

1.3. Nadere regels

Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen, hierna te benoemen als ‘uitvoeringsregels’.

2. Het aanvragen en verlenen van een instemmingbesluit

2.1. Instemmingvereiste en melding

  • 2.1.1.

    Het is verboden zonder, of in afwijking van, een voorafgaand door het college verleend instemmingbesluit kabels en leidingen in of op de openbare grond aan te leggen, te (onder)houden, te exploiteren, te verplaatsen of te verwijderen.

  • 2.1.2.

    Voor werkzaamheden van netwerkaanbieders van minder ingrijpende aard waaronder wordt verstaan het realiseren van incidentele (huis-)aansluitingen met een gezamenlijke lengte korter dan 25 meter in of op openbare gronden, is geen instemming van het college noodzakelijk. Deze werkzaamheden moeten vijf werkdagen voor uitvoering schriftelijk of per e-mail (kabelsenleidingen@bergenopzoom.nl) bij het college worden gemeld. Op grond van de belangen genoemd in hoofdstuk 2, artikel 4, lid 1 kan het college bepalen dat de werkzaamheden op een later tijdstip moeten plaatsvinden.

  • 2.1.3.

    In geval van spoedeisende reparaties als gevolg van storingen/ernstige belemmeringen moet zo mogelijk voorafgaande aan de werkzaamheden een melding aan het college worden gedaan. Deze melding geschiedt via het servicenummer van de gemeente Bergen op Zoom aan de opzichter van dienst. Bij storingen, waarvoor uitstel van het verhelpen van de storing niet mogelijk is en de storing buiten de normale werktijden plaatsvindt, moet de melding bij het college achteraf, uiterlijk binnen ėėn werkdag worden gedaan.

  • 2.1.4.

    Als spoedeisende werkzaamheden moeten worden verricht in het centrumgebied en/of ontsluitingswegen moet aan het college eerst telefonisch om toestemming worden gevraagd. Dit verzoek geschiedt via het servicenummer van de gemeente Bergen op Zoom aan de opzichter van dienst, die vervolgens bij monde van het college de toestemming al dan niet verleent.

2.2. Aanvraag- en meldingsvoorwaarden

  • 2.2.1.

    Het aanvragen van een instemmingbesluit en het melden van minder ingrijpende of spoedeisende werkzaamheden (zoals vermeld in 2.1.2.) moet schriftelijk of digitaal beschikbaar worden gesteld.

  • 2.2.2.

    De aanvrager stelt de gemeente 8 weken vóór de uitvoering van grote werken schriftelijk over het werk en de aanvangsdatum op de hoogte.

    Bij het aanvragen van een instemmingbesluit verstrekt de aanvrager de volgende gegevens:

    • a.

      een uittreksel uit het handelsregister van de kamer van koophandel bij de eerste aanvraag indien de aanvrager daar ingeschreven moet zijn;

    • b.

      een machtiging indien het een aanvraag betreft voor de aanleg, de instandhouding en opruiming van kabels en leidingen in opdracht van een netwerkaanbieder;

    • c.

      naam, adres en telefoonnummer van degene die de kabel of leiding in eigendom heeft, degene die de kabel of leiding beheert en degene die de kabel of leiding exploiteert, alsmede de naam en het telefoonnummer van de contactpersoon die betrokken is bij het voorbereidingstraject;

    • d.

      een recente tekening met duidelijk herkenbare topografie en straatnaamgeving, niet kleiner dan schaal 1:500 voor de bebouwde kom en 1:1000 voor de onbebouwde kom, in vijfvoud.

    • e.

      een opgave van het aantal, de soort en het beoogde gebruik van de kabel of leiding;

    • f.

      welke belanghebbenden en instanties vooraf in kennis worden gesteld (communicatieplan) van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en de aard van de werkzaamheden;

    • g.

      een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

      • -

        de ten behoeve van het werk te nemen verkeersmaatregelen;

      • -

        een opgave van het gewenste tracé inclusief straatnaam, lengte sleuf, aantal lasgaten;

      • -

        een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, alsmede een situering daarvan;

      • -

        een omschrijving van eventuele opbrekingen en of toe te passen soort wegkruisingen;

      • -

        de maatregelen voor de bereikbaarheid van in de openbare gronden aanwezige kabels en leidingen, te weten: brandkranen, afsluiters en rioolputten;

      • -

        het tijdstip van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden;

      • -

        naam, adres en telefoonnummer van de aannemer(s) of onderaannemer(s) die belast is (zijn) met de werkzaamheden en van een Nederlands sprekend contactpersoon aanwezig tijdens de uitvoering van de werkzaamheden.

  • 2.2.3.

    Bij de melding van minder ingrijpende of spoedeisende werkzaamheden moet worden verstrekt:

    • a.

      naam, adres en telefoonnummer van de aanmelder;

    • b.

      een machtiging indien de werkzaamheden worden uitgevoerd in opdracht van een netwerkaanbieder;

    • c.

      naam en adres van de aannemer(s) en onderaannemer(s) die belast zijn met de werkzaamheden;

    • d.

      de dagtekening van de aanvraag;

    • e.

      de lengte van de sleuf die wordt opgebroken;

    • f.

      het oppervlak van het lasgat dat wordt opengebroken.

  • 2.2.4.

    Indien de werkzaamheden betrekking hebben op kabels van elektronische communicatienetwerken moeten bij de aanvraag ook de volgende gegevens worden verstrekt:

    • g.

      een kopie van de door de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA) afgegeven registratie, eenmalige verstrekking is voldoende;

    • h.

      aanvullend op het uitvoeringsplan wordt daarin ook opgenomen:

      • -

        een opgave van het aantal kabels dat direct in gebruik wordt genomen en een opgave van het aantal kabels dat niet direct in gebruik wordt genomen;

      • -

        de doorsnede van de kabel of kabelgoot;

      • -

        de lengte en breedte van de kabelsleuf.

  • 2.2.5.

    Het college kan verlangen dat de bovenvermelde gegevens digitaal worden verstrekt.

  • 2.2.6.

    Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige(n) dan de gemeente, wordt uiterlijk vier weken na ontvangst van de aanvraag, als genoemd in het eerste lid, het college schriftelijk in kennis gesteld van de uitkomsten van het (voor) overleg tussen de aanvrager en de andere gedoogplichtige(n).

  • 2.2.7.

    Voor het in behandeling nemen van het instemmingbesluit is leges verschuldigd conform de Legesverordening van de gemeente. Aanvragers voor de aanleg van kabels en leidingen voor nutsvoorzieningen zijn hiervan uitgezonderd.

2.3. Termijnen

  • 2.3.1.

    Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag. Betreft het een aanvraag waarbij meerdere gedoogplichtigen zijn betrokken dan beslist het college binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag en bijbehorende instemmingen (schriftelijk en ondertekend) van de gedoogplichtigen.

  • 2.3.2.

    De hierboven vermelde termijnen kunnen eenmaal met acht weken worden verlengd.

  • 2.3.3.

    Indien het college van de bevoegdheid tot verlenging gebruik wenst te maken bevestigt zij dit voor afloop van de in lid 1 genoemde termijn door toezending van een gemotiveerd schriftelijk bericht aan de aanvrager.

2.4. Voorschriften

  • 2.4.1.

    Het college kan aan het instemmingbesluit voorschriften en beperkingen verbinden onder andere in het belang van:

    • a.

      openbare orde;

    • b.

      het waarborgen van de veiligheid van burgers;

    • c.

      het voorkomen of beperken van schade of overlast;

    • d.

      het veilig en doelmatig gebruik van openbare gronden;

    • e.

      het doelmatig beheer en onderhoud van openbare gronden

    • f.

      de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving;

    • g.

      archeologische bevindingen;

    • h.

      de bescherming van groenvoorzieningen;

    • i.

      de verkeersveiligheid en/of een goede doorstroming van het verkeer;

    • j.

      evenementen.

  • 2.4.2.

    Het college kan met inachtneming van lid 1 bepalen dat de realisatie van werkzaamheden op een later tijdstip dient plaats te vinden.

  • 2.4.3.

    De werkzaamheden geschieden conform de door het college vastgestelde uitvoeringsregels.

2.5. Medegebruik

  • 2.5.1.

    Ter bescherming van de belangen opgenomen onder ( 2.4.1. ) kan het college aan het instemmingbesluit voorschriften verbinden over het medegebruik van bestaande voorzieningen.

  • 2.5.2.

    De aanvrager/aanmelder is verplicht om bij de aanleg van kabels en leidingen in openbare gronden zoveel mogelijk medegebruik te maken van bestaande voorzieningen.

  • 2.5.3.

    Indien de aanvrager/aanmelder een aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van de bestaande voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten, of kabel- en leidingentunnels, is deze verplicht – tenzij niet op een redelijke manier tot overeenstemming kan worden gekomen - om voor de aanleg of uitbreiding van zijn netwerk van deze voorzieningen gebruik te maken.

  • 2.5.4.

    Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels en leidingen, dient de aanvrager/aanmelder een alternatief tracé te kiezen, of andere netwerkaanbieders een billijk verzoek tot medegebruik van kabels en leidingen te doen, mede op grond van artikel 5.12 Telecommunicatiewet.

3 Overige bepalingen

3.1. Verplaatsen

  • 3.1.1.

    Op verplaatsingen van openbare telecommunicatiekabels op verzoek van de gemeente zijn de wettelijke regels van toepassing.

  • 3.1.2

    Voor Netwerkaanbieders van nutsvoorzieningen is in privaatrechtelijke overeenkomsten afspraken gemaakt in zake het verplaatsen van kabels en leidingen.

  • 3.1.3.

    In andere gevallen dan bedoeld in lid 1 en 2 gaat de beheerder over tot verplaatsing van de kabels en leidingen op verzoek van de Gemeente Bergen op Zoom, dit geschiedt op kosten van de eigenaar.

  • 3.1.4.

    De beheerder geeft zo spoedig mogelijk, echter uiterlijk binnen zestien weken na ontvangst van het schriftelijke verzoek, gevolg aan het verzoek tot verplaatsing.

3.2. Eigendom en gedoogplicht

  • 3.2.1.

    Indien de kabel of leiding wordt overgedragen aan een nieuwe netwerkaanbieder gaan de rechten en plichten die betrekking hebben op de kabel of leiding van de oude netwerkaanbieder over op de nieuwe netwerkaanbieder.

  • 3.2.2.

    De wettelijke bepalingen over de geldigheidsduur van de gedoogplicht van kabels en leidingen ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk (artikel 5.2 lid 8 en 9 Telecommunicatiewet) zijn van overeenkomstige toepassing op alle netwerken vallend onder deze verordening, inhoudende dat wanneer aangelegde kabels en leidingen gedurende een aangesloten periode van tien jaar geen deel uitmaken van een netwerk en/of niet in gebruik zijn deze kosteloos door de netwerkaanbieder moeten worden verwijderd op verzoek van de gemeente.

3.3. Niet-openbare kabels en leidingen

  • 3.3.1.

    Bij werkzaamheden aan niet openbare kabels en leidingen in openbare wegen en wateren is het bepaalde in deze verordening van toepassing.

  • 3.3.2.

    Met betrekking tot verzoeken voor het verleggen van niet-openbare kabels en leidingen geldt dat deze op verzoek van de gemeente, op kosten van de eigenaar, uitgevoerd moeten worden.

3.4. Overleg

  • 3.4.1.

    De gemeente organiseert periodiek een overleg, waarvoor in elk geval de bij de gemeente bekende netwerkaanbieders worden uitgenodigd.

  • 3.4.2.

    In dit overleg worden de plannen van de gemeente en van de diverse netwerkaanbieders besproken en eventueel afgestemd in het kader van de bepalingen van deze verordening.

  • 3.4.3.

    Aan dit overleg kunnen geen rechten worden ontleend.

  • 3.4.4.

    Partijen die aan dit overleg wensen deel te nemen zullen hiertoe zelf het initiatief nemen.

4 Handhavings-, straf- en toezichtbepalingen

4.1. Naleving voorschriften

  • 4.1.1.

    Indien de aanvrager zich niet houdt aan het bepaalde in deze verordening en/of de voorschriften uit het instemmingbesluit, dan kan het college een instemmingbesluit intrekken en de openbare grond in oorspronkelijke toestand laten herstellen voor rekening van de aanvrager.

  • 4.1.2.

    Indien de werkzaamheden niet op de overeengekomen data worden gestart respectievelijk uitgevoerd vervalt het instemmingbesluit tenzij aantoonbaar sprake is van overmacht zulks ter beoordeling van de gemeente.

4.2. Overtreding

Indien het college vaststelt dat deze verordening en/of de voorschriften van het instemmingbesluit niet correct worden nagekomen, kan het college besluiten gebruik te maken van de bestuursrechtelijke instrumenten zoals bestuursdwang, last onder dwangsom en een bestuurlijke boete, alle conform de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht.

4.3. Strafbepaling

Overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften of beperkingen wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie (per 1 januari 2008 EUR 3700,--) en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

4.4. Bevoegdheid college

Het college is bevoegd de werkzaamheden stil te leggen, indien er wordt gewerkt;

  • a.

    zonder voorafgaande melding, als bedoeld in artikel 4 van deze verordening;

  • b.

    in afwijking van het instemmingbesluit c.q. deze verordening;

  • c.

    in strijd met de uitvoeringsregels;

  • d.

    zonder instemmingbesluit.

4.5. Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen.

5. Overgangs- en slotbepalingen

5.1. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking. Gelijktijdig wordt de huidige Telecommunicatieverordening Gemeente Bergen op Zoom van 27 mei 1999 ingetrokken en komen de oude voorschriften “aanleggen, hebben en onderhouden, verwijderen van kabels en leidingen in gemeentegrond” te vervallen.

5.2. Overgangsbepalingen

De aanwezigheid van kabels en/of leidingen in of op openbare gronden, voor zover deze zijn aangelegd met toepassing van de Telecommunicatieverordening van de Gemeente Bergen op Zoom en/of op basis van andere aantoonbare gelegaliseerde afspraken, zoals die hebben gegolden tot de inwerkingtreding van deze verordening eveneens beheerst door de regels daarvan.

5.3. Benaming

Deze verordening wordt aangehaald als: “Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren” en afgekort aangeduid met “AVOI”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 26 mei 2011

De griffier,

De voorzitter,