Regeling vervallen per 11-03-2015

Regeling sociaal-culturele bijdrage voor de minima 2013

Geldend van 01-01-2013 t/m 10-03-2015

Intitulé

Regeling sociaal-culturele bijdrage voor de minima 2013

Het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom;

overwegende dat de regeling aanpassing behoeft;

gelet op artikel 2, tweede lid, artikel 3, tweede lid, artikel 5, tweede lid, artikel 6 en artikel 7, derde lid van de Algemene subsidieverordening Bergen op Zoom;

BESLUIT:

de R egeling sociaal-culturele bijdrage voor de minima 201 3 vast te stellen.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening van de gemeente Bergen op Zoom;

  • b.

    bijdrage: de met toepassing van deze uitvoeringsregeling door het college te verlenen subsidie in de verschuldigde kosten van deelname aan sociaal-culturele activiteiten;

  • c.

    aanvrager: de inwoner van de gemeente Bergen op Zoom en als zodanig ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie, die een aanvraag om een bijdrage op grond van deze uitvoeringsregels indient;

  • d.

    norm: de bijstandsnorm als bedoeld in artikel 5, sub c van de Wet werk en bijstand;

  • e.

    lid van een huishouden: een persoon van 18 jaar en ouder.

Artikel 2. Doelgroep

a.De bijdrage kan worden toegekend aan een aanvrager die minstens gedurende de periode van één jaar is aangewezen op een inkomen op of onder 110% van de relevante norm.

b.Als periode onder a wordt in aanmerking genomen het kalenderjaar voorafgaande aan de datum waarop de kosten zijn gemaakt.

Artikel 3. Procedurebepalingen

De bijdrage dient achteraf te worden aangevraagd onder vermelding van de kostensoort, de hoogte van de kosten alsmede de datum waarop de kosten zijn gemaakt.

Een aanvraag kan worden ingediend tot uiterlijk vier weken na het einde van het kalenderjaar waarin de kosten zijn gemaakt.

Artikel 4. Beslistermijn

Uiterlijk binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag wordt een beschikking over de verlening en vaststelling van de bijdrage afgegeven.

Artikel 5. Activiteiten die voor een bijdrage in aanmerking komen

  • 1.

    De bijdrage wordt verstrekt in de kosten van:

    • a.

      lidmaatschap van een jeugd-, sport- of ontspanningsvereniging;

    • b.

      deelneming aan muziek- en/of dansonderwijs;

    • c.

      entree voor zwembad, bibliotheek, theater, concert, museum, bioscoop en/of pretpark;

    • d.

      deelneming aan schoolreisjes, excursies en andere door school georganiseerde activiteiten.

  • 2.

    Indien in het kalenderjaar waarin de kosten als vermeld onder het eerste lid zijn gemaakt, reeds een voorziening op grond van de Verordening bevordering van maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2013 is toegekend, bestaat geen recht op een bijdrage op grond van deze regeling.

Artikel 6. Hoogte van de bijdrage

  • 1.

    In de kosten van muziek- en dansonderwijs aan het Centrum voor de Kunsten Bergen op Zoom wordt een bijdrage verstrekt van maximaal 50%;

    bij kosten lager dan € 300,00 is de bijdrage het bedrag van de werkelijke kosten met een maximum van € 150,00 per lid van een huishouden per kalenderjaar.

  • 2.

    Voor de kosten van sociaal-culturele activiteiten als bedoeld in artikel 5, eerste lid, niet zijnde die als vermeld in het voorgaande lid, is de bijdrage maximaal € 150,00 per lid van een huishouden per kalenderjaar.

  • 3.

    Indien aan een lid van een huishouden in een kalenderjaar een bijdrage is verstrekt ingevolge het eerste lid, kan ten behoeve van dat gezinslid geen bijdrage meer worden verleend ingevolge het tweede lid voor zover hiermee het maximum van € 150,00 wordt overschreden.

  • 4.

    Indien aan een lid van een huishouden in een kalenderjaar een bijdrage is verstrekt ingevolge het tweede lid, kan ten behoeve van dat gezinslid slechts een bijdrage worden verleend ingevolge het eerste lid onder aftrek van de reeds eerder dat jaar verstrekte bijdrage op grond van het tweede lid.

Artikel 7. Verplichtingen

Desgevraagd dienen ter beoordeling van het recht op een bijdrage door de aanvrager de volgende bescheiden te kunnen worden overgelegd:

  • a.

    een bewijsstuk van de kosten als vermeld op het aanvraagformulier, waarvoor de bijdrage wordt gevraagd;

  • b.

    bewijsstukken betreffende de op het aanvraagformulier vermelde inkomsten.

Artikel 8. Slotbepalingen

  • 1.

    De regeling wordt aangehaald als: ”Regeling sociaal-culturele bijdrage voor de minima 2013”.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

  • 3.

    De “Regeling sociaal-culturele bijdrage voor de minima 2012”, vastgesteld bij besluit van 3 januari 2012,

vervalt per 1 januari 2013.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 18 december 2012.

De secretaris, De burgemeester,