Regeling vervallen per 25-04-2017

Financiële verordening gemeente Bergen op Zoom 2015

Geldend van 12-12-2014 t/m 24-04-2017 met terugwerkende kracht vanaf 13-11-2014

Intitulé

Financiële verordening gemeente Bergen op Zoom 2015

De raad van de gemeente Bergen op Zoom;

gezien het voorstel van het college van 28 oktober 2014, nr. RVB14-0092;

gelet op artikel 212 Gemeentewet;

BESLUIT:

  • 1.

    De financiële verordening gemeente Bergen op Zoom 2010 in te trekken met ingang van de datum waarop de onder 2. genoemde verordening in werking treedt.

  • 2.

    De navolgende financiële verordening gemeente Bergen op Zoom 2015 vast te stellen:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. afdeling: iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college.

b. administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Bergen op Zoom en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

c.prioriteit: het niveau direct onder programmaniveau waarin de lasten en baten weergegeven worden. Het budgetrecht van de raad is op dit niveau geregeld.

Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording

Artikel 2. Programma-indeling

  • 1. De raad stelt bij aanvang van een nieuwe raadsperiode, voorafgaand aan de begroting van het nieuwe jaar, een programma-indeling voor de komende raadsperiode vast.

  • 2. De raad stelt bij aanvang van iedere raadsperiode op basis van de door het college aan de programma's toegewezen producten de onderverdeling van de programma's in prioriteiten af.

  • 3. De raad stelt op voorstel van het college per programma relevante indicatoren vast voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid.

  • 4. In de begroting en het jaarverslag wordt per programma relevante of gewijzigde interne regelgeving opgenomen, voorzien van de datum van vaststelling en van de datum waarop deze moet worden geactualiseerd.

  • 5. De raad geeft bij aanvang van een nieuwe raadsperiode aan welke extra paragrafen, naast de wettelijke verplichte paragrafen, moeten worden opgenomen in de begroting en het jaarverslag.

Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1. Bij begroting en jaarrekening wordt onder elk van de programma's lasten en baten per prioriteit weergegeven.

  • 2. Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende kredieten het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.

  • 3. In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

  • 4. Bij de uiteenzetting van de financiële positie in begroting wordt in aanvulling op het bepaalde in artikel 20 en artikel 21 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten inzicht gegeven in de ontwikkeling van de schuldpositie als gevolg van de begroting, de meerjarenraming en de investeringen.

Artikel 4. Kaders begroting

  • 1. Het college biedt de raad eenmaal per jaar een beleidskader aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders voor de ontwerp-programmabegroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming. De raad stelt deze nota vast.

Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen

  • 1. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per prioriteit, het overzicht algemene dekkingsmiddelen en de in de begroting opgenomen nieuwe investeringen.

  • 2. Indien het college voorziet dat een geautoriseerd budget of investeringskrediet dreigt te worden overschreden, wordt vooraf aan de raad een voorstel inclusief dekking aangeboden om de extra lasten te autoriseren. Hierbij mag het college de volgende afwijkende bepaling in acht nemen. Voor overschrijdingen tot een maximum van € 100.000, worden door het college in de eerstvolgende tussenrapportage (Art. 6) aan de raad een voorstel inclusief dekking ter autorisatie aangeboden.

  • 3. Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.

  • 4. Voor een investering waarvan het investeringskrediet niet met het vaststellen van de begroting is geautoriseerd, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel met een voorstel voor het vaststellen van een investeringskrediet aan de raad voor. Bij investeringen groter dan € 1,0 mln. informeert het college de raad in het voorstel over het effect van de investering op de schuldpositie van de gemeente.

Artikel 6. Tussentijdse rapportage

  • 1. Het college informeert de raad opminimaal 2 momenten in het jaar door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente.

  • 2. De tussenrapportages bevatten een uiteenzetting van de uitvoering en de bijstelling van het beleid en een overzicht met de bijgestelde ramingen.

  • 3. Door vaststelling van de rapportages autoriseert de raad tevens de wijzigingen van de ramingen.

Hoofdstuk 3. Financieel beleid

Artikel 7. Waardering en afschrijving vaste activa

  • 1. Het college biedt de raad eens in de vier jaar een nota investeren en afschrijven aan. De raad stelt de nota vast. In de nota worden bepalingen opgenomen inzake regelgeving voor waardering, activering en afschrijving van vaste activa. Hierbij komen minimaal de volgende onderwerpen terug: de standaard afschrijvingsmethodiek, de standaard afschrijvingstermijnen per activasoort, de waarderingsregels en het drempelbedrag voor te activeren investeringen.

Artikel 8. Reserves en voorzieningen

  • 1. Het beleid ten aanzien reserves en voorzieningen wordt eenmaal per 4 jaar in een nota reserves en voorzieningen neergelegd. De raad stelt deze nota vast. In de nota worden in ieder geval bepalingen opgenomen omtrent de vorming van, de storting in en de onttrekking aan reserves en voorzieningen en het rentebeleid inzake reserves en voorzieningen.

  • 2. Afwijkingen van het door de raad vastgestelde beleid dienen vooraf ter autorisatie aan de raad te worden voorgelegd met uitzondering van uit landelijke wetgeving voortkomende gevallen. Deze worden in de eerstvolgende tussenrapportage aan de raad ter autorisatie voorgelegd.

Artikel 9. Financieringsfunctie

  • 1. Het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarde,de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's worden neergelegd in het treasurystatuut. De raad stelt eens in de vier jaar het treasurystatuut vast.

Hoofdstuk 4. De paragrafen

Artikel 10. Paragrafen

  • 1. In de begroting en jaarrekening worden minimaal de verplichte paragrafen opgenomen. De verplichte paragrafen zijn:

    a. Lokale heffingen;

    b. Risico’s en weerstand;

    c. Financiering;

    d. Onderhoud kapitaalgoederen;

    e. Verbonden partijen;

    f. Grondbeleid;

    g. Bedrijfsvoering.

  • 2. In deze paragrafen wordt een toelichting gegeven en verantwoording afgelegd over het gevoerde financiële beleid. Het college gaat hierbij in op tenminste de verplichte onderdelen op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording voor provincies en gemeenten.

  • 5. Financiële organisatie en financieel beheer

Artikel 11 . Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:

a. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;

b. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, contracten en andere stukken die volgen uit het voeren van een gemeentelijke administratie;

c. het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

d. het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;

e. het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

f. de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 12. Interne controle

Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Artikel 13. Financiële organisatie

  • 1.

    Het college zorgt voor en legt vast:

    a. een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

    b. een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

    c. de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

    d. de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

    e. de te maken afspraken met de afdelingen over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

    f. de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de producten van de productraming en de productrealisatie;

    • g.

      beleid en interne regels voor inkoop en aanbesteding;

    • h.

      beleid en interne regels voor steun- en subsidieverlening;

    • i.

      beleid en interne regels voorkomen mis- en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

6. Slotbepalingen

Artikel 14. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking per 13 november 2014 en wordt aangehaald als: Financiële verordening Bergen op Zoom 2015. De stukken voor dit begrotingsjaar en latere begrotingsjaren voldoen aan de bepalingen van deze verordening.

  • 2. De Financiële verordening Bergen op Zoom 2010 wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt en op de begroting, jaarrekening en jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar dat samenvalt met het jaar waarin deze verordening in werking treedt.

Artikel 15. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam "Financiële verordening gemeente Bergen op Zoom 2015."

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van

De griffier,

De voorzitter,

C.J.M. Terstappen