Regeling vervallen per 26-01-2015

Financiële verordening gemeente Bergen op Zoom 2010

Geldend van 01-01-2011 t/m 25-01-2015

Intitulé

Financiële verordening gemeente Bergen op Zoom 2010

De raad van de gemeente Bergen op Zoom;

gezien het voorstel van het college van , nr. RVB09-0156;

gelet op artikel 212 Gemeentewet

BESLUIT:

  • 1.

    Het intrekken van de verordening op de inrichting van de financiële organisatie, het financiële beheer en de uitgangspunten van het financiële beleid van de gemeente Bergen op Zoom en

  • 2.

    Het vaststellen van de gewijzigde verordening op de inrichting van de financiële organisatie, het financiële beheer en de uitgangspunten van het financiële beleid van de gemeente Bergen op Zoom (verordening 212).

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    afdeling: iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college.

  • b.

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Bergen op Zoom en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

Artikel 2. Programma-indeling

  • 1. De raad stelt bij aanvang van een nieuwe raadsperiode, voorafgaand aan de begroting van het nieuwe jaar, een programma-indeling voor de komende raadsperiode vast.

  • 2. De raad stelt op voorstel van het college per programma relevante indicatoren vast voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid.

  • 3. In de begroting en het jaarverslag wordt per programma relevante of gewijzigde interne regelgeving opgenomen, voorzien van de datum van vaststelling en van de datum waarop deze moet worden geactualiseerd.

  • 4. De raad geeft bij aanvang van een nieuwe raadsperiode aan welke extra paragrafen, naast de wettelijke verplichte paragrafen, moeten worden opgenomen in de begroting en het jaarverslag.

Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1. Bij de begroting wordt een overzicht gegeven van de programmaraming ingedeeld naar producten en bij de jaarstukken wordt een overzicht gegeven van de programmarealisatie ingedeeld naar producten.

  • 2. Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende kredieten het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.

  • 3. In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

  • 4. Het college biedt de raad eenmaal per jaar een beleidskader aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders voor de ontwerp-programmabegroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming. De raad stelt deze nota vast.

Artikel 4. Autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen

  • 1. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma, het overzicht algemene dekkingsmiddelen en de in de begroting opgenomen nieuwe investeringen.

  • 2. Indien het college voorziet dat een geautoriseerd budget of investeringskrediet dreigt te worden overschreden, wordt vooraf aan de raad een voorstel inclusief dekking aangeboden om de extra lasten te autoriseren. Hierbij mag het college de volgende afwijkende bepaling in acht nemen. Indien de overschrijding niet meer betreft dan 5 % van het geautoriseerd budget of investeringsbedrag, met een maximum van € 50.000, wordt door het college in het eerstvolgende rapportagemoment aan de raad een voorstel inclusief dekking ter autorisatie aangeboden.

  • 3. Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet aan de raad voor. Dit is inclusief het dekkingsvoorstel.

Artikel 5. Tussentijdse rapportage

  • 1. Het college informeert de raad door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente over de eerste drie en de eerste negen maanden van het begrotingsjaar.

  • 2. De tussenrapportages bevatten een uiteenzetting van de uitvoering en de bijstelling van het beleid en een overzicht met de bijgestelde ramingen.

  • 3. Door vaststelling van de rapportages autoriseert de raad tevens de wijzigingen van de ramingen.

Artikel 6. Waardering en afschrijving vaste activa

  • 1. Het college biedt de raad eens in de vier jaar een nota investeren en afschrijven aan. De raad stelt de nota vast. In de nota worden bepalingen opgenomen inzake regelgeving voor waardering, activering en afschrijving van vaste activa. Hierbij komen minimaal de volgende onderwerpen terug: de standaard afschrijvingsmethodiek, de standaard afschrijvingstermijnen per activasoort, de waarderingsregels en het drempelbedrag voor te activeren investeringen.

Artikel 7. Reserves en voorzieningen

  • 1. Het beleid ten aanzien reserves en voorzieningen wordt eenmaal per 4 jaar in een nota reserves en voorzieningen neergelegd. De raad stelt deze nota vast. In de nota worden in ieder geval bepalingen opgenomen omtrent de vorming van, de storting in en de onttrekking aan reserves en voorzieningen en het  rentebeleid inzake reserves en voorzieningen.

  • 2. Afwijkingen van het door de raad vastgestelde beleid dienen vooraf ter autorisatie aan de raad te worden voorgelegd met uitzondering van uit landelijke wetgeving voortkomende gevallen. Deze worden in de eerstvolgende rapportage aan de raad ter autorisatie voorgelegd.

Artikel 8. Kostprijsberekening

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2. De omslagrente voor de rentetoerekening aan de activa wordt bepaald door het rentetotaal van de uitstaande leningen en de bij begroting vastgestelde gecalculeerde rente over het eigen vermogen en de voorzieningen.

Artikel 9. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen

  • 1. Het college doet de raad jaarlijks, in het kader van de begroting, een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor belastingen en heffingen.

  • 2. Het college biedt eens in de vier jaar de raad een nota aan met de kaders voor de prijzen voor de verhuur en verkoop van onroerende goederen en in het bijzonder de prijzen voor de uitgifte van gronden en erfpachtcanons. De raad stelt de nota vast.

Artikel 10. Financieringsfunctie

  • 1. Het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarde, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s worden neergelegd in het treasurystatuut.

    De raad stelt eens in de vier jaar het statuut vast.

Artikel 11. Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, contracten en andere stukken die volgen uit het voeren van een gemeentelijke administratie;

  • c.

    het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 12. Interne controle

Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Artikel 13. Financiële organisatie

  • 1. Het college zorgt voor en legt vast:

    • a.

      een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

    • b.

      een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

    • c.

      de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

    • d.

      de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

    • e.

      de te maken afspraken met de afdelingen over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

    • f.

      de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de producten van de productraming en de productrealisatie.

  • 2. De besluiten genoemd in het eerste lid onder letters a, b, d, en e worden ter kennisneming aan de raad aangeboden. De besluiten in het eerste lid onder letters c en f worden ter inzage gelegd.

Artikel 14. Inkoop en aanbesteding

Het college zorgt voor en legt vast de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten.

Artikel 15. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van het begrotingsjaar 2011. De stukken voor dit begrotingsjaar en latere begrotingsjaren voldoen aan de bepalingen van deze verordening.

  • 2. Deze verordening treedt in de plaats van de “Financiële beheersverordening gemeente Bergen op Zoom” vastgesteld door de raad op 21 december 2005.

Artikel 16. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Financiële verordening gemeente Bergen op Zoom 2010”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van

De griffier,

F.P. de Vos

De voorzitter