Verordening Noodfonds Bergen op Zoom 2006

Geldend van 01-01-2006 t/m heden

Intitulé

Verordening Noodfonds Bergen op Zoom 2006

Verordening Noodfonds Bergen op Zoom 2006.

De raad van de gemeente Bergen op Zoom;

overwegende dat het in het kader van het gemeentelijke minimabeleid nodig is een noodfonds in te stellen;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2005, nr. SMD 05/27;

gelet op de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

B E S L U I T :

De "Verordening Noodfonds Bergen op Zoom 2006" vast te stellen.

"Verordening Noodfonds Bergen op Zoom 2006"

Artikel 1.

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom;

  • b.

    de noodbijdrage: de met toepassing van deze verordening te verlenen geldelijke bijdragen;

  • c.

    de aanvrager: de meerderjarige en minderjarige inwoner, deze laatste voor zover niet in het gezinsverband levend, van de gemeente Bergen op Zoom die een verzoek om een bijdrage op grond van deze verordening indient.

Artikel 2.Noodbijdrage

  • a.

    Inwoners van de gemeente die zijn aangewezen op een inkomen op of beneden het bijstandsniveau en waarvan het vermogen het bescheiden vrij te laten vermogen conform de Wet werk en bijstand (WWB) niet overstijgt, kunnen een noodbijdrage ontvangen.

  • b.

    De noodbijdrage wordt verstrekt in gevallen waarin de aanvrager geen beroep kan doen op een beschikbare en bereikbare voorziening die al door de gemeente wordt aangeboden en indien belanghebbende niets te verwijten valt.

Artikel 3.Bedoeling van de noodbijdrage

De noodbijdrage wordt verstrekt om dreigende noodsituaties te voorkomen dan wel een oplossing te bieden in een bestaande noodsituatie.

Artikel 4.Hoogte van de noodbijdrage

De hoogte van de noodbijdrage wordt afgestemd op de omstandigheden van het individuele geval.

Artikel 5.

Het verstrekken van een noodbijdrage met inachtneming van de bepalingen van deze verordening is een bevoegdheid van de directeur van Stichting Traverse.

Artikel 6.Procedure

Een verzoek om een noodbijdrage dient schriftelijk te worden ingediend bij Traverse met gebruikmaking van een door Traverse ontwikkeld formulier.

Artikel 7.

De noodbijdrage dient in een noodsituatie zo spoedig mogelijk te worden aangevraagd.

De aanvrager dient bij het verzoek zodanige bescheiden te overleggen waarmee de noodsituatie wordt aangetoond.

De directeur van Traverse beoordeelt de overgelegde stukken en kan aanvullende informatie vragen die van belang is voor de hoogte en vaststelling van de noodbijdrage.

Artikel 8.

  • a.

    Indien de aanvraag wordt gehonoreerd, geschiedt de betaling uit het Noodfonds uiterlijk een week na indiening van het verzoek. Om redenen van praktische aard kan een voorschot worden verstrekt.

  • b.

    Als het verzoek wordt afgewezen ontvangt de aanvrager binnen één week na indiening van het verzoek, schriftelijk bericht van deze afwijzing.

Artikel 9.

Indien blijkt dat bij de aanvraag onjuiste gegevens zijn verstrekt of indien bewijsstukken niet worden overgelegd, kan de noodbijdrage worden geweigerd dan wei zal de verleende noodbijdrage of het verleende voorschot geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd.

Artikel 10.Uitvoeringskosten

Het college is bevoegd nadere afspraken met Traverse te maken over de uitvoering alsmede de vergoeding aan Traverse voor het beheer en uitvoering van het Noodfonds.

Artikel 11.Verantwoording

Traverse legt per kwartaal aan het college verantwoording af over de verrichte uitgaven op grond van deze verordening.

Artikel 12.

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de directeur van Traverse.

Artikel 13.

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

Artikel 14.

Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening Noodfonds Bergen op Zoom 2006".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van

De griffier
De burgemeester