Besluit tijdelijke proef reguleren mengvormen winkel/horeca

Geldend van 01-03-2016 t/m heden

Intitulé

Besluit tijdelijke proef reguleren mengvormen winkel/horeca

In dit besluit worden de door de burgemeester in overeenstemming met het college van burgemeester en wethouders vastgestelde kaders voor een proef reguleren mengvormen winkel/horeca uiteengezet. Achtereenvolgens zullen behandeld worden:

  • 1.

    Achtergrond en doel;

  • 2.

    Kaders proef;

  • 3.

    Voorwaarden en beperkingen voor deelnemers.

1. Achtergrond en Doel

In diverse gemeenten, waaronder de onze, blijkt bij verschillende ondernemers de wens te leven om in een winkel ook iets te drinken of te eten te kunnen aanbieden, of in een horecagelegenheid iets te kunnen verkopen, waarbij de tweede activiteit ondergeschikt blijft aan de eerste. Daarmee wordt de winkel of horecagelegenheid aantrekkelijker, is de gedachte. In sommige gemeenten leeft deze wens vooral in de binnenstad, bij andere is daarvan (nog) niet gebleken. Ook in onze gemeente blijkt deze wens aanwezig te zijn.

De bestaande regels van de Drank- en Horecawet (DHW) laten dit maar beperkt toe. Sinds 1 januari 2013 is het toezicht op de naleving en de handhaving van de wet aan de burgemeesters opgedragen. Deze stap is ingegeven door het uitgangspunt dat zij dat beter kunnen doen dan de centrale overheid, omdat zij de lokale omstandigheden kennen.

Bij een aantal burgemeester is in G4 – en G32 verband de gedachte gerezen dat het wenselijk is, in een aantal gemeenten een proef van beperkte duur te organiseren met mengvormen van winkels en horeca, binnen duidelijke kaders en onder duidelijke voorwaarden en beperkingen. Ook Actal (het Adviescollege Toetsing Regeldruk ), meent in zijn advies over transsectoraal ondernemendat er goede redenen zijn om ondernemers ruimte te bieden om buiten de traditionele grenzen van de verschillende soorten ondernemingen te treden. Het hoofddoel van de DHW is het tegengaan van de nadelige gevolgen van alcoholgebruik, met bijzondere aandacht voor de bescherming van jongeren. Er is reden om te veronderstellen dat dit hoofddoel niet in gevaar komt door een kleine versoepeling van de regels van de wet. Met een proef in verschillende gemeenten kan worden nagegaan of de gedachte dat beperkte mengvormen van winkel- en horeca-activiteiten aantrekkelijk zijn, klopt, het niet tot onwenselijke concurrentievervalsing leidt en geen afbreuk doet aan het hoofddoel van de wet.

Dat spreekt mij, en ook het college van burgmeester en wethouders aan. Daarom heb ik besloten ook in onze gemeente de mogelijkheid te bieden om aan de proef mee te doen.

Het gaat om situaties warbij de traditionele scheidslijn niet goed meer aansluit bij de manier waarop het publiek tegenwoordig graag winkelt en uitgaat. In juridische zin gaat het daarbij om lichte, vaak onbewuste overtredingen van de DHW waartegen toch al niet weinig handhavend wordt opgetreden. Men kan denken aan zaken als het schenken van een glas champagne bij het passen van een trouwjurk in ene bruidsmodezaak of van een glas wijn bij een boekpresentatie ineen boekwinkel (categorie b, zie verder onder 2 voor de uitwerking van verschillen de categorieën), het organiseren van een proeverij in een slijterij (categorie a), de verkoop van een fles olijfolie of een kookboek in een restaurant (categorie a) of de verkoop van een exotische fles wijn in een fairtrade cadeauwinkel (categorie b). Deze zaken zijn in enkele buurlanden al gangbaar en succesvol, zonder dat er merkbare nadelige neveneffecten op lijken te treden.

Er zijn horecaondernemers en winkeliers die proberen aan te sluiten bij de geschetste ontwikkelingen, maar zij lopen daarbij nu tegen wettelijke grenzen aan. Alle genoemde situaties leveren formeel namelijk strijd op met één of meer van de 3, 12, 13, 14, 15, 18, 24 of 25 van de DHW. Dit leidt soms tot onbegrip en onvrede, zowel bij ondernemers als bij klanten. Tevens kampen gemeenten met een schaarse toezicht- en handhavingscapaciteit. De proef richt zich op situaties war het onwenselijk en disproportioneel is om de schaarse handhavingscapaciteit in te zetten. Daarnaast wordt onderzocht of de volksgezondheid en/of de openbare orde en veiligheid in het geding zijn. Al met al is er voldoende aanleiding om een proef met mengvormen van winkels en horeca te organiseren. Hierbij worden de uitgangspunten gevolgd die hiervoor in landelijk verband door gemeenten zijn geformuleerd, na overleg met diverse belangen- en brancheorganisaties. Ook met het advies van Actal is rekening gehouden.

Het doel van de proef is na te gaan of de belangen van ondernemers en klanten blijken te worden gediend als tijdelijk meer ruimte wordt geboden om op maatschappelijk verantwoorde wijze in te spelen op de genoemde ontwikkelingen. Ook kunnen we dan nagaan of er geen ongewenste neveneffecten optreden. Daarmee wordt tevens informatie verzameld voor de evaluatie van de DHW in 2017. Als dat verantwoord is gebleken, zal de wetgever wellicht besluiten de ondernemers in de toekomst wettelijk de ruimte te geven om hun bedrijfsactiviteiten vorm te geven overeenkomstig de mogelijkheden van de proef. Daarom zal gemonitord worden hoe het aantal uitgiftepunten in onze gemeente en de scheidslijn tussen hoofdactiviteit en nevenactiviteit zich ontwikkelen, en wat hiervan de gevolgen zijn.

2.Kaders proef

Om de uiteindelijke verwezenlijking van het hoofddoel van de DHW niet te doorkruisen en de bescherming van jongeren niet uit het oog te verliezen, en ook om aan de redelijke wensen van ondernemers tegemoet te komen zonder dat hierbij voor een bepaalde groep oneerlijke concurrentievoordelen worden gecreëerd, en ten slotte om ten behoeve van de evaluatie van de DHW in 2017 een representatief beeld te kunnen schetsen van de uitkomsten van de proef, zullen voor de proef de volgende kaders gelden.

  • ·

    De proef heeft een looptijd van twaalf maanden, te weten van 1 maart 2016 tot en met 28 februari 2017;

  • ·

    Er dienen minstens 10 en ten hoogstens 20 ondernemers deel te nemen;

  • ·

    De proef kent twee categorieën:

  • ·

    Categorie a: Deelnemers in het bezit van een vergunning krachtens artikel 3 DHW die ofwel in afwijking van artikel 13, tweede lid en artikel 14, eerste lid, van de DHW een slijterij ook in gebruik mogen hebben voor het klanten op georganiseerde wijze laten proeven van alcoholhoudende drank die daar per fles e.d. wordt verkocht; ofwel in afwijking van artikel 13, eerste lid, artikel 14, tweede lid, en artikel 15, eerste lid, van de DHW een horecalokaliteit ook in gebruik mogen hebben voor het uitoefenen van de kleinhandel;

  • ·

    Categorie b: Deelnemers niet in het bezit van een vergunning krachtens artikel 3 DHW die ofwel in afwijking van artikel 3 en artikel 12, eerste lid, en voor zover van toepassing, artikel 24 en 25, eerste lid, van de DHW in een winkel alcoholhoudend drank voor gebruik ter plaatse mogen verstrekken; ofwel in afwijking van artikel 3, artikel 18, eerste lid, en voor zover van toepassing artikel 25 eerste lid, van de DHW in een winkel anders dan om niet (‘tegen betaling’) alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse mogen verstrekken aan particulieren.

Voor beide categorieën geldt de voorwaarde dart alle voorwaarden en beperkingen van de proef strikt worden nageleefd.

3.Voorwaarden en beperkingen voor deelnemers

Deelname aan de proef vindt plaats onder de volgende algemene voorwaarden en beperkingen.

  • ·

    De deelnemer is, op zijn verzoek, door de burgemeester schriftelijk toegelaten tot de proef.

  • ·

    Voor horecaondernemers: strikte naleving van de DHW-regels die buiten de proef vallen.

  • ·

    De handelingen die een deelnemer enkel tijdens de proef zij toegestaan, blijven duidelijk ondergeschikt aan zijn bestaande hoofdactiviteit.

  • ·

    Bij de verkoop en het schenken van alcoholhoudende drank in het kader van de proef dient iemand aanwezig te zijn die in het bedrijf dienst pleegt te doen en die beschikt over een verklaring sociale hygiëne of die de Instructie Verantwoord Alcoholschenken (IVA) heeft gevolgd. Diens naam wordt bij de aanmelding voor de proef opgegeven.

  • ·

    Er worden niet meer dan twee glazen alcoholhoudende drank per persoon geschonken.

  • ·

    Er wordt geen alcoholhoudende drank verkocht of geschonken aan personen van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 8 jaar hebben bereikt, en evenmin als de drank kennelijk bestemd is voor iemand onder de 18.

  • ·

    Er wordt geen alcoholhoudende drank verkocht of geschonken aan iemand van wie duidelijk is dat hij reeds onder invloed van alcohol of van een verdovend middel is.

  • ·

    Het schenken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse is deelnemers in beide categorieën, voor zover van toepassing, enkel toegestaan gedurende de normale, toegestane openingstijden van de winkel.

Bij de toelating tot de proef kunnen aan individuele deelnemers bijzondere voorwaarden en beperkingen worden gesteld als daar reden voor is.

De toelating van een deelnemer kan worden ingetrokken bij overtreding van een algemene of bijzondere voorwaarde of beperking. In dat geval zal handhavend worden opgetreden tegen de onderliggende overtreding.

Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit tijdelijke proef reguleren mengvormen winkel/horeca gemeente Bergen op Zoom.

Vastgesteld door de burgemeester van Bergen op Zoom op 23 februari 2016

De burgemeester van Bergen op Zoom,

Dhr. dr. F.A. Petter.