Regeling vervallen per 01-01-2020

Mandaatregeling personeel 2018 (werkorganisatie)

Geldend van 11-04-2018 t/m 31-12-2019

Intitulé

Mandaatregeling personeel 2018 (werkorganisatie)

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Bergen op Zoom, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;                                               

overwegende dat met het oog op efficiency en een betere dienstverlening het wenselijk is daarvoor in aanmerking komende bevoegdheden van het college op te dragen aan haar ondergeschikte ambtenaren of aan anderen;

mede overwegende dat het functioneren van de organisatie berust op vier rollen, te weten die van de

- gemeentesecretaris/algemeen directeur

- directeur

- concernmanagers en

- teammanagers

gelet op artikel 160 van de Gemeentewet, artikel 16 van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en hoofdstuk 10

van de Algemene wet bestuursrecht;

mede gelet op:

-- de Budgethouderregeling gemeente Bergen op Zoom 2018 en

-- de Arbeidsvoorwaardenregeling, de Regeling burgerlijke stand en de Arbeidsvoorwaardenregeling buitengewoon

ambtenaren burgerlijke stand;

gezien het advies van de Ondernemingsraad d.d. , kenmerk OR/ ….

      

                                         b e s l u i t :

             

met betrekking tot personele aangelegenheden de volgende “Mandaatregeling personeel 2018” vast te stellen:

Artikel 1 Begripsbepalingen

a. medewerker:

de ambtenaar in de zin van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Bergen op Zoom, hierna AVR, of Regeling burgerlijke stand,

2. ingehuurd personeel op basis van detachering en pay-roll, uitzendkrachten en zzp-ers.

b. algemeen verbindende voorschriften: de AVR, waartoe ook het functieboek van de gemeente wordt

gerekend, de Ambtenarenwet, de wetten rond arbeid, waaronder de Arbeidsomstandighedenwet, en

de fiscale en sociaal verzekeringstechnische wetgeving met betrekking tot werknemers, voor zover

daarin niet is voorzien door de AVR.

Artikel 2 Geen mandatering

Het college mandateert niet:

het vaststellen van de concern- en financiële kaders en -budgetten;

de rechtspositionele besluiten ten aanzien van de gemeentesecretaris/algemeen directeur;

ontslag artikel 8:8 juncto 8:14 van de AVR (ontslag van een GO- of OR-lid).

Artikel 3 Geen gebruik van mandaat

Van mandaat mag geen gebruik worden gemaakt, indien:

a. het bestuurlijk/politiek gevoelige zaken betreft;

b. het besluit leidt tot afwijking van of aanvulling op het dan toe gevoerde beleid;

c. het besluit niet past binnen de daartoe bestemde budgetten of uit het besluit niet voorziene financiële consequenties kunnen voortvloeien;

d. de betrokken portefeuillehouder, de burgemeester of gemeentesecretaris/algemeen directeur dit kenbaar heeft

gemaakt;

e. er persoonlijke betrokkenheid van de gemandateerde bij het te nemen besluit bestaat.

Artikel 4 Mandaat tot het vaststellen van uitvoeringsregels met betrekking tot beleid

In afwijking op artikel 3 onder b wordt aan de gemeentesecretaris/algemeen directeur mandaat verleend ten aanzien van het vaststellen van uitvoeringsregels met betrekking tot beleid van het personeel

Artikel 5 Mandaat aan gemeentesecretaris/algemeen directeur

De gemeentesecretaris/ algemeen directeur wordt mandaat verleend voor:

Organisatorisch

het vaststellen en herzien van inrichting van de organisatie;

op basis van het besluit onder lid 1 verdelen van de personele budgetten;

vaststellen van de beschrijving en waardering van benodigde normfuncties ex artikelen 3:1:(functies en

functiewaardering) en volgende van de AVR;

Rechtspositioneel

benoeming en ontslag van de directeur;

alle verdere rechtspositionele besluiten ten aanzien van de directeur;

het vaststellen van een beoordeling van concernmanagers;

toewijzen normfunctie ex artikelen 3:1 (functies en functiewaardering) en volgende van de AVR;

plaatsing van medewerkers in de organisatie;

het opleggen van disciplinaire straffen;

boventallig verklaren van een medewerker ex artikelen 8:3 (organisatiewijziging) van de AVR;

het verlenen van ontslag aan medewerkers ex artikelen 8:3 van de AVR;

(organisatiewijziging), 8:6 (ongeschiktheid anders ziekte of gebreken) en 8:8 (ontslag indien geen andere

ontslaggrond en uitgezonderd dit ontslag een (gewezen) GO- of OR-lid betreft), 8:13 (ontslag als disciplinaire

straf) van de AVR;

12. toekennen van een gratificatie ten hoogste van het netto maandsalaris

13. toepassen van hardheidsbepalingen.

Artikel 6 Mandaat aan de directeur

De directeur wordt mandaat verleend voor:

1. benoeming en ontslag van de concernmanager;

2. alle verdere rechtspositionele besluiten ten aanzien van de concernmanager;

3. het vaststellen van een beoordeling van teammanagers;

4. het toekennen van een functionerings- of arbeidstoelage ex artikel 3:8 en 3:9 van de AVR;

5.toekennen vaneen gratificatie ten hoogste 50% van het netto maandsalaris.

Artikel 7 Mandaat aan concernmanager mens en organisatie

De concernmanager mens en organisatie wordt mandaat verleend voor:

1.alle rechtspositionele besluiten ten aanzien van medewerkers voor zover die niet zijn gemandateerd aan

de gemeentesecretaris/algemeen directeur of directeur;

2. toekennen van een gratificatie ten hoogste van € 500,00 netto;

3. het aangaan van trainee- en stage-overeenkomsten;

4. het toekennen van een machtiging voor eHerkenning, vanaf niveau 3(autorisatie om digitaal in te loggen op

webdiensten).

Artikel 8 Mandaat aan teammanager

Aan de teammanager (waaronder tevens de manager Concernstaf) worden gemandateerd de volgende bevoegdheden:

1.het vaststellen van afspraken (werkresultaat en ontwikkeling) met medewerkers in het kader van de

Gesprekkencyclus;

2. het goedkeuren van declaraties in het kader van het bedrijfsvervoerplan;

3.het verlenen van vakantie- en zorgverlof;

4.vaststellen van het plan van aanpak ingevolge de Wet verbetering poortwachter;

5.spoedcontrole bedrijfsarts.

Artikel 9 Mandaat aan teammanager publieksdiensten

Aan de teammanager publieksdiensten worden gemandateerd de rechtspositionele besluiten aangaande de honorair en bezoldigde buitengewoon ambtenaar in de Regeling burgerlijke stand.

Artikel 10 Mandaat en volmachten teammanager P&O

1. De teammanager P&O wordt mandaat en privaatrechtelijk volmacht verleend ten aanzien van:

a beslissingen verband houdende met de personeels- en salarisadministratie voortvloeiende uit regelgeving van

instellingen en organen ten aanzien van de gemeente als werkgever;

b het toekennen van de jaarlijkse bijdrage aan de personeelsvereniging

2. Aan de teammanager P&O worden in het kader van een arbeidsrechtelijke procedure ingevolge

de Algemene wet bestuursrecht gemandateerd:

a het beslissen over verlenging van de beslistermijn van een beschikking (art. 4:14);

b het bevestigen van de ontvangst van een bezwaar- of beroepschrift (art. 6:14);

c het doorzenden van een bezwaar- of beroepschrift aan het bevoegde orgaan alsmede het doen van

mededelingen aan de indiener ervan inzake het doorzenden (art. 6:15);

d het doen van mededelingen aan de indiener van bezwaar- of beroepschrift en andere belanghebbenden inzake

het horen (art. 7:2 en 7:16);

e het doen van mededelingen inzake de verdaging van de beslissing op een bezwaar- of beroepschrift (art. 7:10

en 7:24);

f het vragen van uitstel voor het indienen van een verweerschrift bij (hoger) beroep;

g het inzenden van processtukken bij (hoger) beroep.

Artikel 11 Mandatering instellen bezwaar en beroep

Het instellen van bezwaar en beroep tegen beslissingen van organen of instellingen bedoeld in artikel 11, lid 1, letter a, van deze mandaatregeling is gemandateerd aan de teammanager P&O.

Artikel 12 Managementrapportage

De concernmanagers mens en organisatie stellen jaarlijks een rapportage op ten behoeve van de directie en college over de door hen in mandaat genomen personele besluiten.

Artikel 13 Ondertekening

Daar waar door het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester een bevoegdheid is verleend tot het nemen van een besluit, wordt tevens de bevoegdheid tot ondertekening verleend, voor zover dit niet wettelijk is uitgesloten. In de ondertekening dient tot uitdrukking te worden gebracht dat het besluit is genomen krachtens mandaat. Hierbij wordt de volgende formulering aangehouden: Het college van burgemeester en wethouders, namens het college en dan de functie en naam van de gemandateerde.

Artikel 14 Afwezigheid gemandateerde

Ingeval van afwezigheid van de gemandateerde geldt, dat de mandaatbevoegdheid wordt uitgeoefend door:

de directeur bij afwezigheid van de gemeentesecretaris/algemeen directeur en;

ingeval van afwezigheid van de teammanager: de concernmanager mens en organisatie.

Artikel 15 Slot- en overgangsbepalingen

1. Deze regeling kan worden aangehaald als “Mandaatregeling personeel 2018” en treedt in werking met ingang

van de dag na bekendmaking;

2. Het besluit van 26 augustus 2008, nummer BW08-00784, vastgestelde mandaatregeling wordt per in lid gemelde

datum ingetrokken.

Ondertekening

Bergen op Zoom,

Het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom,

Dhr. Th.J.M. Wingens MPA, secretaris, Dhr. Dr. F.A. Petter, burgemeester