Mandaatlijst door het college van burgemeester en wethouders directeur OMWB

Geldend van 31-08-2018 t/m heden

Intitulé

Mandaatlijst door het college van burgemeester en wethouders directeur OMWB

Mandaatlijst directeur Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant

Algemene bepalingen

Grenzen aan mandaat

1. Bij de verlening van mandaat houdt het college van burgemeester en wethouders (hierna: het college) in zijn algemeenheid rekening met de volgende uitgangspunten:

a. er moet sprake zijn van efficiëntie en tijdwinst;

b. besluiten dienen binnen daartoe bestemde dienstverlenings- dan wel uitvoeringsovereenkomsten en budgetten te vallen;

2. Van mandaat mag geen gebruik worden gemaakt, indien:

a. Is aangegeven dat het college vanwege de bestuurlijk/politieke gevoeligheid zelf over de zaak wil beslissen;

b. het besluit niet past binnen de dienstverlenings- dan wel uitvoeringsovereenkomsten of uit het besluit niet voorziene financiële consequenties kunnen voortvloeien;

c. de betrokken portefeuillehouder, de burgemeester of algemeen directeur dit kenbaar heeft gemaakt;

d. er persoonlijke betrokkenheid van de gemandateerde bij het te nemen besluit bestaat;

e. artikel 169, vierde lid van de Gemeentewet van toepassing is of indien de gemandateerde enige twijfel heeft of dit het geval is.

Reikwijdte mandaatverstrekking

Indien het college mandaat verleent ten aanzien van de uitvoering van een bevoegdheid, geschiedt deze verlening in de ruimste zin van het woord. Naast het nemen van besluiten in positieve of negatieve zin wordt hieronder dan ook mede verstaan:

- het nemen van alle voorbereidingsbesluiten en het verrichten van alle voorbereidingshandelingen;

- het intrekken van besluiten;

- het uitreiken van bewijs van ontvangst aanvragen etc.;

- het vaststellen van formulieren voor het indienen van aanvragen etc.

- verdagen en/of uitstellen;

- verzoeken om aanvullende informatie;

- het voeren van correspondentie, die direct te maken heeft met de opgedragen taken;

- het verstrekken van inlichtingen over vastgesteld beleid;

- het stellen van nadere voorwaarden;

- het beslissen op verzoeken om schadevergoeding (zelfstandige en onzelfstandige schadebesluiten);

- het bekend maken van besluiten/beschikkingen, daar waar de verplichting daartoe in de wetgeving is opgenomen;

- het toezenden van besluiten/beschikkingen aan instanties, daar waar de verplichting

daartoe in de wetgeving is opgenomen;

en alle andere besluiten die genomen moeten worden en alle andere handelingen die moeten

worden verricht binnen het kader van de uitvoering van de verleende bevoegdheid.

Ondertekening

Daar waar door het college een bevoegdheid is verleend tot het nemen van een besluit, wordt tevens de bevoegdheid tot ondertekening verleend, voor zover dit niet wettelijk is uitgesloten.

In de ondertekening dient tot uitdrukking te worden gebracht, dat het besluit is genomen krachtens

mandaat. Hierbij wordt de volgende formulering aangehouden: “Het college van burgemeester en wethouders, namens het college, en dan de functie en naam van de gemandateerde”.

Ondermandaat

Ondermandaat is toegestaan. Ondermandatering geschiedt bij schriftelijk besluit.

Ondermandaten worden ter kennis van het college gebracht. De voorschriften die voor het mandaat gelden zijn onverminderd van toepassing op het ondermandaat. Daarnaast kunnen aan een ondermandaat extra voorschriften worden verbonden.

Afwezigheid gemandateerde

1. Ingeval van afwezigheid van de gemandateerde worden de verleende bevoegdheden uitgeoefend door hun plaatsvervangers of waarnemers.

2. Indien een bevoegdheid is uitgeoefend door een plaatsvervanger of waarnemer, dient dit in de

ondertekening tot uitdrukking te worden gebracht door gebruikmaking van de woorden

“plaatsvervangend” of “waarnemend’’, gevolgd door functie en eigen naam.

Lijst met besluiten/ feitelijke- of voorbereidingshandelingen waarvoor specifiek mandaat verleend wordt

Algemeen

Het toezenden van stukken in het kader van een rechtszaak aan de betrokken instanties/personen.

Het stellen van bezwaarschriften in handen van de adviescommissie voor de bezwaarschriften.

Het met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) nemen van een besluit tot het niet in behandeling nemen van een aanvraag.

Het beslissen over verlengingen van de beslistermijn van een beschikking op grond van artikel 4:14 Awb.

Het bevestigen van de ontvangst van een bezwaarschrift op grond van art. 6:14 Awb.

Het doorzenden van een bezwaar- of beroepschrift aan het bevoegde orgaan alsmede het doen van mededelingen aan de indiener van het bezwaar- of beroepschrift inzake die doorzending op grond van art. 6:15 lid 1 en 2 Awb.

Het doen van mededelingen aan de indiener van een bezwaarschrift en andere belanghebbenden inzake het horen op grond van art. 7:2 lid 2.

Het doen van mededelingen inzake de verdaging van de beslissing op een bezwaarschrift op grond van art. 7:10 lid 3 Awb.

Het vragen van uitstel voor het indienen van een verweerschrift.

Het indienen van een verweerschrift.

Het heroverwegen van een primaire besluit op grond van artikel 7:11 van de Awb.

De toezending van afschriften van besluiten van bestuursorganen aan derden (ter kennisneming, waaronder als bedoeld in artikel 6:19, derde lid Awb).

Het toezenden van officiële en andere publicaties aan dag / weekbladen en de Nederlandse Staatscourant.

Hetzij het vragen van inlichtingen, hetzij het desgevraagd of eigener beweging verstrekken van inlichtingen van informatieve aard inzake aangelegenheden betreffende de onderwerpen waarvoor mandaat is verleend.

Het nemen van besluiten in het kader van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen (par. 4.1.3.2 Awb).

Het bij beschikking vaststellen van een verplichting tot betaling van een bestuurlijke geldschuld op grond van artikel 4:86 Awb.

Het aanvragen van subsidie.

Het schriftelijk besluiten op verzoeken zoals bedoeld in de Wet openbaarheid van bestuur om afschriften van documenten te verstrekken dan wel in te zien voor zover het milieuaangelegenheden betreft waarvoor mandaat verleend is.

Het beslissen op bezwaarschriften tegen bij mandaat genomen besluiten, indien en voor zover het advies van de adviescommissie voor de bezwaarschriften wordt gevolgd en niet gehandeld wordt in strijd met het bepaalde in artikel 10:3, lid 3, van de Awb.

Het aanwijzen van personen die op zitting bij bezwarencommissie, rechtbank, Raad van State als procesvertegenwoordiger optreden.

Het doorlopend machtigen van medewerkers of externe adviseurs om burgemeester en wethouders te vertegenwoordigen en alle proceshandelingen te verrichten in bestuursrechtelijke procedures inzake de in deze mandaatlijst opgenomen besluiten.

Het gestelde onder de nummers 1, 2, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12 en 19 geldt niet voor de toepassing van bevoegdheden in relatie tot handhaving.

Algemene Plaatselijke Verordening

De bevoegdheid om te besluiten op een verzoek om ontheffing van het verbod om in de open lucht vuur aan te leggen, te stoken of te hebben ingevolge artikel 5.34 van de Algemene Plaatselijke Verordening.

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Het doen van alle voorbereidingshandelingen en procedurele handelingen, als sturen en ondertekenen van ontvangstbevestigingen, verzuim- en verdagingsbrieven, verzorgen van publicaties, het ter inzage leggen van stukken en beantwoorden van zienswijzen, die noodzakelijk zijn voor het nemen van besluiten aangaande aanvragen en intrekking van omgevingsvergunningen alsmede het ambtshalve intrekking van een omgevingsvergunning.

Het ondertekenen van een bewijs van ontvangst van aanvragen voor vergunningen en ontheffingen zoals bedoeld in artikel 3.1 lid 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

Het ondertekenen van het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 3.1 van de Wabo.

Het beslissen om het indienen van schriftelijke stukken behorende bij een aanvraag toe te staan (artikel 4.3 lid 2 Bor).

Het beslissen tot aanhouding aanvraag en het ondertekenen van de mededeling daarvan (artikel 3.3 t/m 3.6 Wabo).

Het verlengen van de beslistermijn op een aanvraag om omgevingsvergunning (artikel 3.9 lid 2 en 3.12 lid 8 Wabo).

Beslissen over de wijziging van een omgevingsvergunning 1e fase (artikel 2.5 lid 6 Wabo).Het op een andere naam overschrijven van de omgevingsvergunning (artikel 2.25 Wabo – overdragen vergunningen en overdragen mededeling).

Het aanvragen van advies als bedoeld in de artikel 2.26 van de Wabo.

Het aanvragen van en adviseren over aanvragen om verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 2.27 van de Wabo.

Het beslissen op een aanvraag om omgevingsvergunning voor de activiteit milieu ex artikel 2.1, lid 1, onder e Wabo;

1° het oprichten,

2° het veranderen of veranderen van de werking of;

3° het in werking hebben van een inrichting of mijnbouwwerk.

Het beslissen op een aanvraag voor een andere activiteit die behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder i van de Wabo.

Het verlenen van een omgevingsvergunning ex artikel 2.27 en 2.28 van de Wabo indien en voor zover de vereiste verklaring van geen bedenkingen is afgegeven.

Het weigeren, wijzigen en intrekken van een omgevingsvergunning (ex artikel 2.29 tot en met artikel 2.33a Wabo), alsmede het nemen van beslissingen tot het niet-ontvankelijk verklaren van aanvragen omgevingsvergunning.

Het ambtshalve of op verzoek wijzigen of intrekken van een omgevingsvergunning voor de activiteit milieu als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e Wabo juncto artikel 2.31 tot en met artikel 2.33a Wabo.

Wet milieubeheer (Wm)

Het schrijven van een (rappel)brief om een melding ex. Artikel 8.41 Wm in te dienen c.q. aan te vullen, zoals het overleggen van rapporten (akoestisch, bodemonderzoek, geur).

Brief akkoordbevinding en publicatie melding AMvB Wet milieubeheer 8.41 Wm.

Het doen van alle voorbereidingshandelingen en procedurele handelingen die noodzakelijk zijn voor de afhandelingen van meldingen Activiteitenbesluit.

Het schriftelijk reageren op ingekomen reacties naar aanleiding van een gepubliceerde melding ex artikel 8.41 Wm.

Besluiten tot het stellen van maatwerkvoorschriften op basis van AMvB zoals bedoeld in art. 8.42 e.v. Wm.

Het schriftelijk reageren op een verzoek om een andere maatregel te treffen dan de voorgeschreven verplichte maatregel op grond van artikel 8.40a en volgende van de Wm.

Het beslissen op aanvragen om ontheffing zoals bedoeld in artikel 10.63 eerste lid Wm inzake het buiten een inrichting verbranden van afvalstoffen.

Besluit bodemkwaliteit

Het op ontvankelijkheid toetsen, beoordelen en registreren van ontvangen meldingen op basis van het Besluit bodemkwaliteit met betrekking tot weg- en grondwerken en met betrekking tot werken die een relatie hebben met de Woningwet.

Het beoordelen van informatie omtrent bouwstoffen behorende bij bouwaanvragen in het kader van het Besluit bodemkwaliteit.

Het toetsen of de overige bouwstoffen (voor bouwwerken) maar ook grond (grondverzet bij bouwwerken op ophoging c.q. bouwrijp maken) voldoen aan de eisen van het Besluit bodemkwaliteit met betrekking tot grond- en wegwerken en met betrekking tot werken die een relatie hebben met de Woningwet.

Wet geluidhinder

Het aanbieden van geluidwerende maatregelen aan de eigenaar/bewoner van een woning of geluigevoelig object in het kader van sanering van wegverkeer- of spoorweglawaai, overeenkomstig de in hoofdstuk 6 van het Besluit geluidhinder vastgestelde procedure.

Besluiten inzake het definitief afvoeren van een woning of geluidgevoelig object van de saneringslijst indien de eigenaar/bewoner geen medewerking heeft verleend aan het treffen van maatregelen aan de gevel of indien de woning of het geluidgevoelig object niet in aanmerking komt voor sanering.

Besluiten en het geven van opdracht tot het treffen van geluidwerende maatregelen, die ten laste komen van het Rijk, binnen zones langs (spoor)wegen met het oog op het beperken van de geluidsbelasting van woningen.

Besluiten betreffende de Wet geluidhinder die verband houden met sanering van woningen of geluidgevoelige objecten vanwege wegverkeer- of spoorweglawaai.

Het aanbieden van geluidwerende maatregelen aan de eigenaar/bewoner van een woning of geluidgevoelig object in het kader van sanering van wegverkeer- of spoorweglawaai, overeenkomstig de in hoofdstuk 6 van het Besluit geluidhinder vastgestelde procedure.

Besluiten inzake het definitief afvoeren van een woning of geluidgevoelig object van de saneringslijst indien de eigenaar/bewoner geen medewerking heeft verleend aan het treffen van maatregelen aan de gevel of indien de woning of het geluidgevoelig object niet in aanmerking komt voor sanering.

Het treffen van geluidwerende maatregelen, die ten laste komen van het Rijk, binnen zones langs (spoor)wegen met het oog op het beperken van de geluidsbelasting van woningen.

Asbest

Toezenden of uitreiken ontvangstbevestiging van de sloopmelding indien de melding betrekking heeft op de verwijdering van asbest op grond van het Bouwbesluit.

Toezenden brief niet acceptatie sloopmelding (melding voldoet niet aan indieningsvereisten artikel 1.26 lid 6 van het Bouwbesluit). Betreft:

beoordeling melding onder andere het asbestinventarisatierapport;

ontvangstbevestiging;

verzenden brief.

Besluiten inzake het stellen (artikel 1.29 lid 1 Bouwbesluit) en het wijzigen (artikel 1.30 Bouwbesluit) van nadere voorwaarden na een sloopmelding indien de sloopmelding betrekking heeft op de verwijdering van asbest op grond van het Bouwbesluit.

Allen gericht op de naleving van het gestelde in het Bouwbesluit, de Woningwet alsmede de daarbij behorende uitvoeringsbesluiten, circulaires en regelingen wat betreft asbestsanering.

Handhaving algemeen

Het aanwijzen van medewerkers belast met het houden van toezicht op de naleving van hetgeen bij of krachtens de volgende wet- en regelgeving is bepaald: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet milieubeheer, de Wet geluidhinder, de Wet bodembescherming, de Woningwet en de Algemene Plaatselijke Verordening.

De hierna volgende mandaten hebben alle betrekking op de onder nummer 59 genoemde wet en regelgeving.

Het uitoefenen van toezicht en handhaving.

Ondertekening en verzending van alle correspondentiebrieven in het kader van toezicht en handhaving, niet zijnde een besluit als bedoeld in artikel 1:3 van de Awb.

Het beslissen over het verlengen van de begunstigingstermijn van een handhavingsbesluit.

Het intrekken van een handhavingsbesluit (na constatering dat voldaan is aan de lastgeving of er een andersluidend besluit genomen dient te worden).

Het afwijzen van een verzoek om over te gaan tot handhaving.

Het nemen van een invorderingsbeschikking als bedoeld in artikel 5:37 Awb.

Het vaststellen van de hoogte van de kosten bestuursdwang als bedoeld in artikel 5:25 Awb.

Het uitdoen van brieven en waarschuwingen in het kader van de afhandeling van milieuklachten.

Het aanmanen als bedoel in artikel 4:112 Awb.

Het nemen van een handhavingsbesluit als bedoeld in afdeling 5.3.1 en afdeling 5.3.2 Awb.

Het door de hiervoor genoemde toezichthouder, met toepassing van de bevoegdheid van artikel 5:31 Awb:

opdracht geven tot uitvoering van een asbestinventarisatie;

nemen van maatregelen ter uitvoering van bestuursdwang, inhoudende het staken van bouwen, gebruiken of slopen of het treffen van voorzieningen, met inbegrip van het slopen van een bouwwerk, gericht op het tegengaan of beëindigen van gevaar voor de gezondheid of de veiligheid (artikel 5:17 Wabo).

Ondertekening

Het college van burgemeester en wethouders, 23 augustus 2018

De secretaris de burgemeester

Dhr. Th.J.M. Wingens MPA Dhr. dr. F.A. Petter