Verordening van het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom inhoudende Marktreglement Bergen op Zoom 2019 behorende bij de Marktverordening Bergen op Zoom 2016

Geldend van 19-02-2019 t/m heden

Intitulé

Verordening van het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom inhoudende Marktreglement Bergen op Zoom 2019 behorende bij de Marktverordening Bergen op Zoom 2016

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom;

gelet op artikel 160, eerste lid sub h, Gemeentewet, artikel 4 van de Marktverordening Bergen op Zoom 2016, de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen met betrekking tot uitvoering van de marktverordening en een ordelijk verloop van de markt(en);

BESLUIT:

Het ‘Marktreglement Bergen op Zoom 2019’ vast te stellen.

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijving

De in artikel 1 van de Marktverordening Bergen op Zoom 2018 gegeven begripsomschrijvingen zijn van

overeenkomstige toepassing op deze nadere regels. Deze worden als volgt aangevuld:

a. Marktverordening: Marktverordening Bergen op Zoom 2016;

b. Branchevreemd: artikelen die niet op grond van verleende vergunningen voor een markt worden aangeboden op de desbetreffende markt

c. Marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college

d. Marktcoördinator: de ambtelijke contactpersoon voor de marktmeester

Artikel 2 Inrichting van de weekmarkt

1. Het college bepaalt ten aanzien van de markt op donderdag:

a. Afsluiting marktterrein in verband met weekmarkt: van 06.00 uur tot 18.30 uur.

b. Openingstijden voor publiek: van 09.00 uur tot en met 17.00 uur.

c. Opruimen en inladen: vanaf 17.00 uur.

d. locatie: Korenbeursplein-Van der Rijtstraat-Stationsstraat-Wouwsestraat-Zuivelplein.

2. De begrenzing van het onder lid 1 aangewezen marktterrein staat aangegeven in de bij dit marktreglement behorende kaart (bijlage 1).

3. Het aantal standplaatsen voor de weekmarkt op donderdag bedraagt 60 vaste standplaatsen (380 meter).

4. De indeling van de in lid 3 vastgestelde standplaatsen staat aangegeven in de bij dit marktreglement behorende kaart (bijlage 2).

5. In voorkomend geval kan de indeling gewijzigd worden in verband met evenementen (braderie etc) en kunnen binnen het marktterrein plaatsen aangewezen worden voor met die evenementen samenhangende activiteiten.

6. Het college draagt zorg voor goed werkende elektra- en watervoorzieningen.

7. Het college draagt ervoor zorg dat het aangewezen marktterrein sneeuw- en ijsvrij wordt gehouden voor zover dit gezien de omstandigheden redelijkerwijs kan worden gevergd.

Artikel 3 Branches, subbranches en maximum aantal vergunninghouders

Voor de donderdagmarkt geldt de in de volgende tabel opgenomen (sub)branche indeling en maximum aantal vergunninghouders:

BRANCHE

SUBBRANCHE

MAXIMUM AANTAL VERGUNNINGHOUDERS

textiel

bovenkleding volwassenen (heren)

2

bovenkleding volwassenen (dames)

3

onder- en nachtkleding (volwassenen en kinderen)

3

baby en kleuterkleding kinderkleding

2

werkkleding outdoor

1

stoffen t.b.v. het vervaardigen van kleding

2

buitenlandse kleding

1

beenbekleding

1

interieur ( bekleding ) /textiel

2

interieur

1

huishoudtextiel

1

overige textiel

kleinvakartikelen

1

levensmiddelen

aardappelen, groenten en fruit

2

groenten Surinaams, enz.

1

geringe eet- en drinkwaren, bestemd om ter plaatse te

consumeren

2

poelierswaren

1

gebraden kippen

1

vis en viswaren

2

brood, koek en banket

1

chocolade, drop en suikerwerken

1

stroopwafels en/of Luikse wafels

1

zuivelproducten

2

traiteur

1

vleeswaren bewerkt en als broodbeleg

1

buitenlandse specialiteiten

2

worstsoorten

1

noten en verduurzaamde zuidvruchten

1

reformartikelen

1

kruiden en specerijen,

1

thee en koffiesoorten

1

rijsttafelartikelen

1

biologische artikelen (met eko-keurmerk)

1

diepvriesproducten

1

schoeisel, lederwaren en reisartikelen

schoeisel

1

tassen, koffers, portefeuilles en portemonnees incl.

riemen

1

lederwaren en lederen kleding

1

horloges en sierraden

Uurwerken

1

bijouterieën, edelstenen en modesjaals

1

bezigheidsartikelen.

speelgoed

1

lectuur en posters

1

wenskaarten en papierwaren

1

hobbyartikelen

1

verzamelobjecten kado

1

geluid en beelddragers

1

telefoon en accessoires

1

computer / benodigdheden.

1

rijwielen en onderdelen

1

gereedschappen en motortechnische onderdelen

1

wol / handwerk

1

verlichting

1

huishoudartikelen

glas, porselein en aardewerk

1

koperwerk, tin e.d.

1

stofzuiger benodigdheden

1

reinigingsartikelen en borstelwerk

1

meubelen en kleinmeubelen

1

Huishoudelijke artikelen

1

flora / tuin en plantartikelen, bloemen

bomen, heesters, perkplanten, moestuinplanten

2

snijbloemen

1

kamer- en tuinplanten

1

overige artikelen

diervoer en benodigdheden

1

drogisterijartikelen en parfumerie

2

Rookartikelen

1

sportartikelen

1

verf behang en of tegels

1

disposables

1

huisdeco binnen / buiten

1

haarmode

1

Artikel 4 Strafrechtelijke sancties

Het college legt geen strafrechtelijke sancties op als bedoeld in artikel 13 van de Marktverordening.

Artikel 5 Bestuurlijke sancties

1. Bij het opleggen van sancties als bedoeld in artikel 10 van de Marktverordening wordt de volgende sanctietabel gehanteerd:

Overtreding

1e actie

1e sanctie

2e sanctie (bij herhaling na 1e sanctie)

3e sanctie

1

Te vroeg innemen standplaats (art. 25)

Schriftelijke waarschuwing

1 marktdag schorsen

2 markdagen schorsen

4 markdagen schorsen

2

Te laat standplaats verlaten (art. 25)

Schriftelijke waarschuwing

1 marktdag schorsen

2 marktdagen schorsen

4 markdagen schorsen

3

Niet innemen standplaats tot sluitingstijd (art. 25)

Schriftelijke waarschuwing

1 marktdag schorsen

2 marktdagen schorsen

4 marktdagen schorsen

4

Niet uitstallen van goederen tot sluitingstijd (art.25)

Schriftelijke waarschuwing

1 marktdag schorsen

2 marktdagen schorsen

4 marktdagen schorsen

5

Niet voldoen aan legitimatieplicht (art. 24)

Schriftelijke waarschuwing

1 marktdag schorsen

2 markdagen schorsen

4 marktdagen schorsen

Niet aanwezig zijn van bedrijfsnaam-aanduiding (art. 24)

Schriftelijke waarschuwing

1 marktdag schorsen

2 markdagen schorsen

4 markdagen schorsen

7

Niet persoonlijk aanwezig zijn van de vergunninghouder (art. 21)

Schriftelijke waarschuwing

1 marktdag schorsen

2 markdagen schorsen

4 marktdagen schorsen

8

Niet afmelden wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden (art. 23)

Schriftelijke waarschuwing

1 marktdag schorsen

2 marktdagen schorsen

4 marktdagen schorsen

9

Uitstallen van goederen buiten de aangewezen standplaats (art. 26)

Schriftelijke waarschuwing

1 marktdag schorsen

2 marktdagen schorsen

4 marktdagen schorsen

10

Verkoop van artikelen in strijd met de vergunning (art. 36)

Schriftelijke waarschuwing

1 marktdag schorsen

2 marktdagen schorsen

4 marktdagen schorsen

11

Niet zorgdragen voor de inzameling en afvoer van het afval (art. 28)

Schriftelijke waarschuwing

1 marktdag schorsen

2 marktdagen schorsen

4 marktdagen schorsen

12

Niet zorgdragen voor het schoon opleveren van de standplaats (art. 28)

Schriftelijke waarschuwing

1 marktdag schorsen

2 marktdagen schorsen

4 marktdagen schorsen

13

Niet voldoen van het marktgeld op de daarvoor vastgestelde termijnen

Schriftelijke waarschuwing

1 marktdag schorsen

2 marktdagen schorsen

Intrekken vergunning

14

Wangedrag jegens de marktmeester*

-

2 marktdagen schorsen

4 marktdagen schorsen

Intrekken vergunning

15

Wangedrag jegens derden

-

2 marktdagen schorsen

4 marktdagen schorsen

Intrekken vergunning

16

Bedrog

-

4 marktdagen schorsen

Intrekken vergunning

17

Niet opvolgen van aanwijzingen van de markmeester (art. 37)

Schriftelijke waarschuwing

1 marktdag schorsen

2 marktdagen schorsen

4 marktdagen schorsen

2. Bij het opleggen van sancties als bedoeld in artikel 11 van de Marktverordening wordt de volgende sanctietabel gehanteerd.

PRIVATE

Overtreding

1e actie

1e sanctie

2e sanctie (bij herhaling na 1e sanctie)

3e sanctie

1

Te laat standplaats verlaten (art. 25)

Schriftelijke waarschuwing

Uitsluiten voor verloting standplaats voor 1 marktdag

Uitsluiten voor verloting standplaats voor 2 marktdagen

Uitsluiten voor verloting standplaats voor 4 marktdagen

2

Niet innemen standplaats tot sluitingstijd (art. 25)

Schriftelijke waarschuwing

Uitsluiten voor verloting standplaats voor 1 marktdag

Uitsluiten voor verloting standplaats voor 2 marktdagen

Uitsluiten voor verloting standplaats voor 4 marktdagen

3

Niet uitstallen van goederen tot sluitingstijd (art. 25)

Schriftelijke waarschuwing

Uitsluiten voor verloting standplaats voor 1 marktdag

Uitsluiten voor verloting standplaats voor 2 marktdagen

Uitsluiten voor verloting standplaats voor 4 marktdagen

4

Niet voldoen aan legitimatieplicht (art. 24)

Schriftelijke waarschuwing

Uitsluiten voor verloting standplaats voor 1 marktdag

Uitsluiten voor verloting standplaats voor 2 marktdagen

Uitsluiten voor verloting standplaats voor 4 marktdagen

5

Niet persoonlijk aanwezig zijn van de dagplaatshouder

(art. 21 )

Schriftelijke waarschuwing

Uitsluiten voor verloting standplaats voor 1 marktdag

Uitsluiten voor verloting standplaats voor 2 marktdagen

Uitsluiten voor verloting standplaats voor 4 marktdagen

6

Uitstallen van goederen buiten de aangewezen standplaats (art.26)

Schriftelijke waarschuwing

Uitsluiten voor verloting standplaats voor 1 marktdag

Uitsluiten voor verloting standplaats voor 2 marktdagen

Uitsluiten voor verloting standplaats voor 4 marktdagen

7

Verkoop van artikelen in strijd met de verloting (art. 13)

Schriftelijke waarschuwing

Uitsluiten voor verloting standplaats voor 1 marktdag

Uitsluiten voor verloting standplaats voor 2 marktdagen

Uitsluiten voor verloting standplaats voor 4 marktdagen

8

Niet zorgdragen voor de inzameling en afvoer van het afval (art. 28)

Schriftelijke waarschuwing

Uitsluiten voor verloting standplaats voor 1 marktdag

Uitsluiten voor verloting standplaats voor 2 marktdagen

Uitsluiten voor verloting standplaats voor 4 marktdagen

9

Niet zorgdragen voor het schoon opleveren van de standplaats (art. 28)

Schriftelijke waarschuwing

Uitsluiten voor verloting standplaats voor 1 marktdag

Uitsluiten voor verloting standplaats voor 2 marktdagen

Uitsluiten voor verloting standplaats voor 4 marktdagen

10

Wangedrag jegens de marktmeester*

Schriftelijke waarschuwing

Uitsluiten voor verloting standplaats voor 2 marktdagen

Uitsluiten voor verloting standplaats voor 4 marktdagen

11

Wangedrag jegens derden*

Schriftelijke waarschuwing

Uitsluiten voor verloting standplaats voor 2 marktdagen

Uitsluiten voor verloting standplaats voor 4 marktdagen

12

Bedrog

Schriftelijke waarschuwing

Uitsluiten voor verloting standplaats voor 4 marktdagen

13

Niet opvolgen van aanwijzingen van de marktmeester (art. 37)

Schriftelijke waarschuwing

Uitsluiting voor verloting voor 1 marktdag

Uitsluiting voor verloting voor standplaats voor 2 marktdagen

Uitsluiting voor verloting voor standplaats voor 4 marktdagen

3. Wanneer drie schriftelijke waarschuwingen zijn uitgebracht, zal in het geval van een nieuwe overtreding geen vierde schriftelijke waarschuwing worden opgelegd, maar wordt direct de volgens de tabel geldende sanctie opgelegd.

4. Ingeval niet reeds op basis van de voornoemde sanctietabellen is voorzien in de intrekking van een vergunning, zal de vergunning van een vergunninghouder die voor 4 marktdagen geschorst is geweest bij een eerstvolgende overtreding worden ingetrokken.

5. Voor toepassing van de 1e, 2e of 3e sanctie uit de bij de leden 1 en 2 behorende tabellen danwel bij toepassing van lid 3 of lid 4, tellen de overtredingen die meer dan 1 jaar daarvoor zijn begaan niet mee.

6. In het geval van ernstig wangedrag zoals bedreiging en mishandeling kan van de sanctietabel worden afgeweken.

Artikel 6 De Marktadviescommissie

1. Het college stelt een commissie van advies in die tot taak heeft het college te adviseren inzake het beleid ten aanzien van marktaangelegenheden, waaronder in elk geval advisering over wijziging van het marktreglement.

2. Met betrekking tot de samenstelling en werkwijze van deze marktadviescommissie gelden de volgende regels:

a. In beginsel worden 1 maal per vier jaar verkiezingen gehouden, gelijktijdig met de gemeenteraadsverkiezingen;

b. De marktadviescommissie bestaat uit 6 personen en is als volgt samengesteld:

1. de teammanager van het team Economie van de gemeente;

2. 2 ambtenaren van de gemeente, waaronder in ieder geval de marktcoördinator;

3. 2 vertegenwoordigers namens de donderdagmarkt (1 food, 1 non food);

4. 1 vertegenwoordiger namens de brancheorganisatie CVAH, afdeling West-Brabant.

c. Op ad hoc basis kan de kramenzetter worden uitgenodigd om deel te nemen aan een vergadering van de marktadviescommissie;

d. Op ad hoc basis kan een vertegenwoordiger van het bestuur van de Brancheorganisatie (CVAH) namens dat bestuur worden uitgenodigd om deel te nemen aan een vergadering;

e. De marktadviescommissie komt in beginsel 4 keer per jaar bijeen (in maart, juni, oktober en december);

f. Elke maand vindt afzonderlijk een operationeel overleg plaats tussen de marktmeester en de vertegenwoordigers van de weekmarkt.

3. De teammanager of marktcoördinator treedt op als voorzitter van de marktcommissie.

HOOFDSTUK 2. BEPALINGEN OVER STANDPLAATSEN

Artikel 7 Toewijzing vaste standplaatsen

1. Toewijzen vaste standplaatsen:

a. Vaste standplaatshouders binnen één (sub)branche worden evenredig verdeeld over de in dit marktreglement behorende kaartbijlagen aangegeven clusters. Indien alle clusters gevuld zijn met een standplaatshouder uit dezelfde (sub)branche, moet de volgende op basis van loting kiezen voor een cluster met het minste aantal standplaatshouders in dezelfde (sub)branche.

b. Voor de (sub)branches waar het maximale aantal vergunninghouders is bereikt geldt een branchestop.

c. De (sub)branches waar het maximum aantal vergunninghouders niet is bereikt kunnen worden aangevuld met gegadigden voor een vaste standplaats. Indien deze (sub)branches zijn aangevuld tot het maximum aantal dan geldt ook hiervoor een branchestop.

d. Voor de (sub)branches waar het maximaal aantal vergunninghouders hoger is dan aangegeven in de indeling zoals weergegeven in artikel 2, lid 4, worden geen vergunningen voor de betreffende (sub)branches verleend totdat het aantal vergunninghouders niet meer wordt overschreden.

e. Per vergunninghouder is slechts één branche/subbranche toegestaan.

2. Bij het toewijzen van lege of vrijkomende vaste standplaatsen wordt de volgende volgorde gehanteerd:

a. Standplaatsverbetering op grond van anciënniteit: uiterlijk 15 november van het lopende (kalender)jaar worden houders van een vergunning voor een vaste standplaats in de gelegenheid gesteld zich schriftelijk aan te melden om in aanmerking te komen voor standplaatsverbetering. Toewijzing geschiedt op basis van anciënniteit. In geval van gelijke anciënniteit vindt tussen de gegadigden een loting plaats. Alleen geregistreerde gegadigden komen in aanmerking voor standplaatsverbetering. Een toewijzing is geldig vanaf 1 januari van het daaropvolgende jaar.

b. Branchevreemde producten;

c. Aanvulling tot maximaal aantal toegestane vergunninghouders van de (sub)branche;

d. Ten behoeve van standplaatsuitbreiding: uiterlijk 15 november van het lopende (kalender)jaar worden houders van een vergunning voor een vaste standplaats in de gelegenheid gesteld zich schriftelijk aan te melden, om in aanmerking te komen voor standplaatsuitbreiding. Toewijzing geschiedt op basis van anciënniteit. In geval van gelijke anciënniteit vindt tussen deze gegadigden een loting plaats.

3. Bij het toewijzen van vergunningen aan nieuwe kooplieden op grond van lid 1, onder a en b, worden de onderstaande criteria toegepast:

a. Het assortiment – aanvulling op bestaande/toevoeging :10 punten;

b. Algemene uitstraling en uitstalling :10 punten;

c. Verlichting :10 punten;

d. Informatieaanduiding :10 punten;

e. Meters :10 punten;

f. Pinfaciliteiten :20 punten;

g. Referenties, betalingsachterstand, disciplinaire maatregelen :10 punten:

h. Omgang met klanten en collega’s :20 punten;

3. Beoordeling vindt plaats door de marktcoördinator, marktmeester en leden van de marktadviescommissie. Bij een gelijk aantal punten vindt loting plaats.

4. Toezeggingen ten aanzien van het innemen van een andere standplaats, in afwijking van de onder lid 1 en 2 beschreven procedures, worden niet gedaan.

5. Een beslissing op een verzoek om toewijzing geschiedt schriftelijk.

Artikel 8 Inhoud vergunning vaste standplaats

1. Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

a. de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder, en in geval artikel 8 lid 2 van de Marktverordening van toepassing is, tevens de inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel;

b. een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;

c. de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;

d. het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de (sub-)branche waartoe de vergunninghouder behoort;

e. de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend;

f. dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;

g. de wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;

h. welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur is toegestaan;

i. de periode waarvoor de vergunning is verstrekt.

2. Aan de vergunning wordt een middel ter identificatie gehecht.

Artikel 9 Duur van de vergunning voor een vaste standplaats

1. Een vaste standplaatsvergunning wordt verleend voor één jaar. Als in dat jaar de in lid 3 genoemde weigeringsgronden niet zijn overtreden, wordt een vergunning verleend voor onbepaalde tijd.

2. In afwijking van artikel 7, eerste lid, vindt het verlenen van de vaste standplaatsvergunning voor onbepaalde tijd ambtshalve plaats.

3. Het verlenen van een standplaatsvergunning voor onbepaalde tijd vindt niet plaats wanneer de navolgende overtredingen hebben plaatsgevonden:

a. wangedrag jegens de marktmeester;

b. wangedrag jegens derden;

c. bedrog;

d. twee keer in een kalenderjaar het marktgeld niet voor de vervaldatum is betaald;

e. meerdere overtredingen als genoemd in de onderdelen 1 t/m 12 van de sanctietabel.

4. Opzegging van een vergunning voor een vaste standplaats geschiedt per kwartaal. De opzegging dient uiterlijk één maand voor het einde van het lopende kwartaal door de gemeente Bergen op Zoom te zijn ontvangen. Opzegging geschiedt uitsluitend schriftelijk of digitaal. Zie ook art. 9 lid 1 onder a Marktverordening.

Artikel 10 Overschrijving vergunning vaste standplaats

1. Bij overlijden of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder, dan wel bij (gedeeltelijke) bedrijfsbeëindiging kan de vaste standplaatsvergunning worden overgeschreven op de echtgeno(o)t(e), zoon, dochter of de geregistreerde partner of een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde.

2. Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid kan de vergunning voor een vaste standplaats worden overgeschreven op een medewerk(st)er van de vergunninghouder indien hij/zij ten minste twee jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd.

3. Een vaste standplaatsvergunning kan op verzoek van de vergunninghouder worden overgeschreven op degene die op basis van een ontheffing als bedoeld in artikel 11 van deze regeling een standplaats heeft waargenomen voor minimaal twee jaar.

4. In geval als bedoeld in het eerste en tweede lid dient een verzoek tot overschrijving te worden ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder of nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

Artikel 11 Waarneming van een vaste standplaats

Een vergunninghouder kan het college verzoeken om ontheffing te verlenen om zijn vaste standplaats te laten waarnemen door een handelingsbekwame natuurlijke persoon die de leeftijd heeft bereikt van 18 jaar, een legale verblijfsstatus heeft en gerechtigd is om arbeid te verrichten.

Artikel 12 Intrekking ontheffing waarneming

Een verleende ontheffing wordt ingetrokken indien de daaraan ten grondslag liggende vergunning wordt ingetrokken op grond van de in artikel 9 van de Marktverordening genoemde situaties.

Artikel 13 Toewijzing dagplaats

1. Een dagplaats kan worden toegewezen door loting aan houders van een meeloperpas als bedoeld in artikel 14 van het Marktreglement die zich daarvoor op de dag zelf voor 8.00 uur aanmelden bij de marktmeester.

2. Voor een branche waarvan de branchering volledig is gevuld met houders van een vergunning voor een vaste standplaats vindt slechts eens per vier weken loting voor een dagplaats plaats.

3. Voor (sub)branches waarvan het aantal vaste standplaatshouders het aantal in de branchering overschrijdt, vindt in afwijking van het bepaalde in het tweede lid in het geheel geen loting voor een dagplaats plaats.

4. Een dagplaats wordt eerst aangeboden aan de vaste standplaatshouder ter uitbreiding van zijn plaats met ten hoogste 1 kraam onder voorwaarde dat het in artikel 2 aangegeven minimum aantal dagplaatsen beschikbaar blijft.

5. Aan de eerste ronde van de loting voor het in artikel 2 voor de betreffende markt opgenomen aantal dagplaatsen nemen ondernemers met branchevreemde producten deel of ondernemers die een product verkopen waarvan een vergunninghouder niet is verschenen. In de tweede ronde loten zij mee met de (sub)branche die al is toegewezen aan vaste standplaatshouders per branche zoals vermeld in artikel 3 voor de betreffende markt. Bij die tweede loting wordt per dag ten hoogste 1 dagplaats toegewezen.

6. De loting voor dagplaatsen vindt plaats om 8.00 uur op de dag van de weekmarkt.

7. De loting geschiedt aan de hand van een willekeurig gekozen getal. Uitgifte van de plaatsen vindt vervolgens in volgorde van de loting plaats. De marktmeester wijst vervolgens de opengevallen plaatsen toe aan diegenen die zijn ingeloot, met een maximum van acht strekkende meter, afhankelijk van de beschikbare ruimte. De deelnemers aan de loting worden in volgorde van aanmelding door de marktmeester op een lijst genoteerd.

Artikel 14 Meeloper

1. Een meeloper dient te voldoen aan de eisen van artikel 8 van de Marktverordening.

2. Een meeloper wordt op zijn verzoek een meeloperpas verstrekt, met dien verstande dat indien een meeloper zijn bedrijfsactiviteiten heeft georganiseerd in een rechtspersoon, er maximaal 1 meeloperpas op naam gesteld van deze persoon of een andere bij deze rechtspersoon betrokken persoon wordt verstrekt.

3. Een meeloperpas wordt voor 1 jaar verstrekt en dient jaarlijks te worden verlengd door het indienen van een verzoek tot verlenging.

4. Voor de verstrekking en de verlenging van een meeloperpas zijn leges verschuldigd.

Artikel 15 Inhoud meeloperpas

Een meeloperpas bevat in ieder geval:

1. de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de meeloper;

2. het soort artikel dat de meeloper mag verhandelen of de (sub)branche waartoe de meeloper behoort;

3. de dag waarop deze zijn geldigheid verliest;

4. het nummer van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel en de inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel ingeval artikel 8, tweede lid, van de Marktverordening van toepassing is;

5. aan de meeloperpas wordt een middel ter identificatie gehecht.

Artikel 16 Toewijzing standwerkerplaats

1. De marktmeester wijst een standwerkerplaats toe door middel van loting.

2. Indien het te verhandelen artikel reeds op de markt is vertegenwoordigd, kan door de standwerker slechts een maal per vier weken worden ingeloot.

Artikel 17 Eisen standwerker

1. De standwerker kan zich laten bijstaan door maximaal één persoon. Hij meldt dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting. Beide standwerkers zijn aansprakelijk voor een juiste invulling van de standwerkerplaats. Beiden dienen ook de gehele dag daadwerkelijk als standwerker aanwezig te zijn.

2. De gegadigde mag maximaal één soort artikel verkopen. Het betreffende artikel kent maximaal 2 varianten, soorten en groepen.

3. Een standwerker met een artikel dat binnen een straal van 100 meter van een vaste standplaatshouder met hetzelfde artikel zou worden geplaatst, wordt uitgesloten van de loting.

4. Standwerken met artikelen die onderhevig zijn aan maatvoering is niet toegestaan.

5. De werkwijze van de standwerker en degene die hem bijstaat dient er op gericht te zijn publiek rond zich te verzamelen en het verzamelde publiek door middel van een demonstratie aan te zetten tot aankoop van het artikel.

6. Het gebruik van meet- en weegwerktuigen evenals het gebruik van prijskaarten is verboden;

7. Gedurende tenminste de helft van de tijd dat de markt geopend is moet daadwerkelijk demonstratie- of uiteenzetting gegeven worden.

8. Een standwerker mag iemand uit het publiek geen keuze uit het demonstratieartikel laten doen.

Artikel 18 Afmetingen standwerkerplaats

1. Een standwerkerplaats heeft een oppervlakte van maximaal 10 m2 en een maximale frontbreedte van 5 m1, waarvan maximaal 3 m1 gebruikt mag worden als verkoopruimte c.q. uitstalling.

2. Buiten de toegestane verkoopbreedte mogen geen goederen aan of onder de overkapping geplaatst of gehangen worden.

Artikel 19 Loting standwerkerplaats

1. Tot de loting worden slechts toegelaten personen die in het bezit zijn van een standwerkerpas van de gemeente Bergen op Zoom.

2. Om aan genoemde loting mee te doen meldt een standwerker zich op de marktdag vóór 8.00 uur bij de marktmeester.

3. De marktmeester registreert de standwerkers in volgorde van aanmelding en neemt van de ingelote standwerkers gedurende de duur van de markt de standwerkerpassen in.

4. De loting geschiedt om 8.15 uur en aan de hand van een willekeurig gekozen getal waarna uitgifte van de plaatsen in volgorde van de lotingslijst plaats vindt.

5. De marktmeester wijst de standwerkerplaats toe aan diegenen die zijn ingeloot.

HOOFDSTUK 3. BEPALINGEN OVER HET GEBRUIK VAN EEN STANDPLAATS

Artikel 20 Persoonlijk innemen standplaats; bijstand

1. De houder van een standplaats is te allen tijde verantwoordelijk voor zijn standplaats en neemt deze persoonlijk in of hij mag zich op de standplaats door een nader te bepalen persoon uit zijn bedrijf laten waarnemen.

2. De houder van een standplaats mag zich op de standplaats doen bijstaan.

Artikel 21 Het aantal keren innemen van een vaste standplaats

1. De vergunninghouder van een vaste standplaats neemt ten minste 46 weken per jaar zijn plaats in, dit met inachtneming van het bepaalde in artikel 22. Vakantie als bedoeld in l artikel 22, lid 3 wordt geacht deel uit te maken van de maximaal toegestane verzuimdagen.

2. In geval van ziekte of bijzondere omstandigheden kan het college op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder ontheffing verlenen van de verplichting als bedoeld in het vorige lid.

3. Indien een vergunninghouder ontheffing is verleend als bedoeld in het vorige lid, dan heeft hij de mogelijkheid zich te laten vervangen.

Artikel 22 Afwezigheid van de vergunninghouder van een vaste standplaats

1. De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit minimaal 12 uur, voor aanvang van de desbetreffende markt mee aan de marktmeester (behoudens bijzondere omstandigheden en ziekte).

2. Bij afwezigheid van de vergunninghouder wegens ziekte langer dan 1 week deelt de vergunninghouder dit schriftelijk mee aan de marktmeester.

3. Bij vakantie geeft de vergunninghouder vooraf aan hoe lang zijn afwezigheid duurt. Het is geoorloofd om in verband met vakantie voor een periode van maximaal vier aaneengesloten weken per kalenderjaar afwezig te zijn.

Artikel 23 Legitimatie en identiteit houder van een standplaats

1. Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is.

2. De houder van een standplaats dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en eventuele bedrijfsnaam, branche en kraamnummers aan te geven. Hiervoor zal door de gemeente een publicatiebord worden verstrekt.

Artikel 24 Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen

1. Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan 3 uur voor aanvang en meer dan 2 uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

2. De houder van een standplaats is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan hiervoor ontheffing verlenen.

3. Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk om 8.00 uur heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

4. De houder van een standplaats is bij aanvang van de markt om 9.00 uur uitgestald en verkoopklaar, ter beoordeling van de marktmeester. Op- en afrijden met voertuigen is gedurende de openingstijden, genoemd in artikel 2, niet meer toegestaan. De standplaats dient gedurende de openingstijden, genoemd in artikel 2, uitgestald en verkoopklaar te blijven.

5. Eerst na de openingstijden genoemd onder artikel 2 lid c is het toegestaan om de standplaats op te ruimen.

Artikel 25 Indeling en gebruik van de standplaats

1. Het is de vergunninghouder verboden meer ruimte in te nemen dan is toegewezen. Extra kramen kunnen slechts op de toegewezen standplaats worden geplaatst na toestemming van de marktmeester.

2. Het is de vergunninghouder verboden zonder toestemming van de marktmeester wijzigingen aan de standaard kraam aan te brengen. Eigen materiaal dient te allen tijde technisch inpasbaar te zijn.

3. Een standaard kraam bestaat uit 2 staanders, 1 bok, 2 houten balken, afdekzeil en standaard rokzeil. Kooplieden welke een eigen bedrijfsrokzeil hebben kunnen ontheffing krijgen van de verplichting gebruik te maken van een standaard rokzeil.

4. Het gebruik van parasols en afscheidingen welke niet bij de kraam of standplaats behoren is niet toegestaan. In bijzondere omstandigheden – waarbij de veiligheid of uiterlijk aanzien niet in het geding komt – kan de marktmeester toestemming verlenen voor het gebruik van deze zaken. Hiervoor dient wel een ontheffing te worden aangevraagd.

5. De vergunninghouder dient te voorkomen dat er uitsteeksels zijn bij de verkoopinrichting waardoor het publiek letsel zou kunnen oplopen.

6. Het gebruik van de in de verharding aangebrachte stormankers is verplicht. Het is niet toegestaan eigen stormankers in de verharding aan te brengen. Indien geen stormankers aanwezig zijn, worden deze door de vergunninghouder aangevraagd bij de gemeente Bergen op Zoom, via de marktmeester.

Artikel 26 Doorgang

1. Het is de standplaatshouder verboden de doorgang tussen de kramen, voor (winkel)panden en de loopruimte voor de standplaatsen op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren.

2. Als er geen gegarandeerd looppad is van 3 meter breed en 2,05 meter hoog mag men niet voor de staander uitpakken, ongeacht of gebruik wordt gemaakt van eigen materiaal.

3. De in het indelingsplan van het marktterrein vastgestelde breedte en hoogte van de (loop)paden in alle opzichten in acht worden genomen

Artikel 27 Algemene brandveiligheidsnormen

In het kader van brandpreventie gelden op het marktterrein de volgende regels:

1. bij elke gelegenheid waar gebakken of gebraden wordt moet een doelmatig blusapparaat, alsmede een deksel voor afsluiting van de pan(nen) aanwezig zijn (bijvoorbeeld een schuimblusser met een vulling van ten minste 4 kg of een poederblusser met een vulling van ten minste 6 kg); de aanwezige brandblussers dienen goedgekeurd te zijn door een erkend keuringsbedrijf en voorzien te zijn van een geldige keuringssticker;

2. een gaskomfoor of een elektrisch komfoor moet zijn opgesteld op een plaats van onbrandbaar materiaal dat de warmte slecht geleidt (NEN 6065 klasse 2). Indien zij zijn geplaatst bij wanden binnen een afstand van 0,30 meter van de toestellen dienen deze wanden op dezelfde manier bekleed te zijn;

3. een gaskomfoor moet door middel van een speciaal daarvoor bestemde rubberslang met metalen klemmen of koppelingen aan de gasfles(sen) zijn verbonden;

4. een gaskomfoor met een open verbranding moet zodanig afgesteld zijn dat er een optimale verbranding plaatsvindt;

5. bij gebruik van gas als brandstof en een slang als verbinding uitsluitend een goedgekeurde slang van maximaal 10 meter lang wordt gebruikt; als richtlijn wordt een vervangingsduur van 2 jaar gehanteerd, tenzij het bevoegd gezag op basis van een visuele inspectie anders aangeeft (NEN 8020-41);

6. gasflessen moeten voorzien zijn van een door de Dienst Stoomwezen erkend geldig keurmerk. De verbinding tussen de gasfles(sen) en het gaskomfoor dient te bestaan uit een metalen leiding of een goedgekeurde GIVEG-slang met een maximale lengte van 10 meter. De slang dient met deugdelijke slangklemmen verbonden te zijn met de gasfles(sen);

7. gasflessen mogen slechts in dagvoorraad aanwezig zijn;

8. lege of niet in gebruik zijnde gasflessen moeten buiten een kraam of wagen zijn opgesteld. In gebruik zijnde flessen moeten op een goed geventileerde plaats zijn opgesteld en beschermd zijn tegen omvallen en aanrijden;

9. emballage en verpakkingsmateriaal mogen niet in of nabij open vuur aanwezig zijn;

10. ballons met brandbaar gas gevuld mogen niet aanwezig zijn;

11. het gebruik van vloeibare LPG is niet toegestaan;

12. (ondergrondse) brandkranen en putten dienen vrij van obstakels gehouden te worden.

13. gasflessen, brandblussers en gaskomforen worden door de marktmeester jaarlijks gecontroleerd.

Artikel 28 Gebruik van elektra

1. De navolgende eisen worden gesteld:

a. elektriciteitskabels dienen een nominale kerndoorsnede van tenminste 2,5 kubieke millimeter te hebben;

b. de kabellengte dient maximaal 25 meter te bedragen, tenzij anders bepaald;

c. elektrische verlichting dient zo te worden gemonteerd dat deze niet in aanraking kan komen met gemakkelijk brandbare stoffen;

d. losse kabels, die in de looppaden op de grond liggen, moeten afgedekt worden met afdekmatten, zulks ter goedkeuring van de marktmeester;

e. het gebruik van bouwlampen en straalkachels is niet toegestaan.

f. de elektrische installatie in de verkoopinrichting voldoet aan NEN 1010 en de eisen van de energieleverancier.

g. toestellen en installaties uitgevoerd zijn conform Europese veiligheidsregels (waaronder de zogenaamde ‘machinerichtlijn’) en voorzien zijn van het CE-keurmerk.

h. gasgestookte toestellen en installaties die na oplevering door de fabrikant (conform Europese veiligheidsregels/CE) nog aan een installatieproces worden onderworpen, vóór de eerste ingebruikneming gekeurd worden door een erkende installateur; van deze keuring dient een rapport aanwezig te zijn binnen de verkoopinrichting; de keuring kan feitelijk een onderdeel zijn van het installatieproces.

2. Het is een houder van een standplaats zonder ontheffing van het college verboden:

a. voor de verlichting van zijn standplaats gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting;

b. elektrische stroom van een ander te betrekken dan degene die door het college voor het leveren van elektriciteit is aangewezen.

Artikel 29 Verzorging van de standplaats

1. De houder van een standplaats dient:

a. ervoor te zorgen dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd en schoon aanzien biedt, zulks ter beoordeling van de marktmeester;

b. tijdens de markt zelf zijn afval, emballage, verpakkingsmaterialen en dergelijke op te slaan achter de kraam of bakwagen en tijdig af te voeren naar het vervoermiddel of de papier- of afvalinzameling;

c. voordat deze het marktterrein verlaat, de ondergrond (standplaats) en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon, reukvrij en vetvrij achter te laten.

2. De houder van een standplaats aan wie toestemming is verleend voor geringe eet- en drinkwaren voor consumptie gereed te maken en te verkopen, dient aan de voorzijde van zijn standplaats voldoende afvalbakken te plaatsen, zulks ter goedkeuring van de marktmeester.

3. De houder van een standplaats die handel drijft in artikelen van een branche waaruit zou kunnen voortvloeien dat de ondergrond en omgeving van zijn standplaats vervuild raken, dient maatregelen te treffen om dit te voorkomen, zulks ter goedkeuring van de marktmeester.

Artikel 30 Geluidsapparatuur

1. Het is op de standplaats verboden gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid.

2. Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen onder door hen te stellen voorwaarden, met dien verstande dat de regels van het Activiteitenbesluit op het produceren van geluid onverminderd van toepassing zijn.

Artikel 31 Kook-, bak- en verwarmingsapparatuur

1. Het is de houder van een standplaats verboden bak- en kookinstallaties te gebruiken.

2. Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen onder door hem te stellen voorwaarden, en deze worden vermeld in de standplaatsvergunning.

3. Voor het plaatsen van verwarmingsapparatuur (op gas of elektriciteit) voor producten en personen dient toestemming van de marktmeester worden verkregen.

4. Toestellen en installaties die dat behoeven dienen te zijn voorzien van een adequate rookgasafvoervoor-ziening; de bij bakken, braden en frituren vrijkomende dampen dienen via een onbrandbaar, hittebestendig en gasdicht rookafvoerkanaal waarin een verwisselbaar of reinigbaar vetvangend filter is geplaatst, te worden weggeleid (tenzij het om een elektrische frituurpan van maximaal 4 liter gaat dan wel een kookketel met een inhoud van niet meer dan 25 liter).

5. Toestellen en installaties dienen schoon en vetvrij te worden gehouden en te voldoen aan de HACCP normen.

6. Installaties voor koken, bakken, braden en frituren dienen tenminste jaarlijks aan onderhoud te worden onderworpen en tweejaarlijks gekeurd worden door een erkende installateur; van deze keuring dient een rapport aanwezig te zijn binnen de verkoopinrichting.

7. Bij gebruik van een installatie voor koken, bakken, braden en frituren, dient voor iedere pan of frituurbak een goed passend metalen deksel aanwezig te zijn.

8. In het geval er sprake is van personeel dient dit voldoende te zijn om te kunnen werken met de installatie.

Artikel 32 Prijsaanduidingen

Onverminderd het bepaalde in het “Besluit prijsaanduiding goederen” zijn de vaste standplaatshouder en de meeloper, in tegenstelling tot een standwerker, verplicht om, indien de ten verkoop aangeboden goederen geprijsd worden, de prijsaanduiding zodanig aan te geven dat deze geen aanleiding tot misverstand kan geven en voor het publiek duidelijk leesbaar is.

Artikel 33 Weegapparatuur

Indien goederen per maat of gewicht worden verkocht is de houder van een standplaats, onverminderd het bepaalde bij of krachtens de IJkwet, verplicht:

1. ervoor te zorgen dat de gebruikte maat- of weegwerktuigen in deugdelijke staat verkeren;

2. het weegwerktuig zodanig aan de naar het publiek gekeerde zijde van de standplaats te plaatsen dat het daarop bij weging aangegeven gewicht steeds voor het publiek duidelijk leesbaar is.

HOOFDSTUK 4. OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 34 Parkeren

1. Het is de houder van een vaste standplaats niet toegestaan om op het marktterrein een voertuig te parkeren tenzij:

a. fysieke beperkingen daartoe noodzaken. Een zodanige fysieke beperking dient te worden aangetoond door middel van het overleggen van een gehandicaptenparkeerkaart of een door een arts opgemaakte medische verklaring;

b. het voertuig dient voor koeling van de waren.

2. Indien één van de onder lid 1 genoemde uitzonderingen van toepassing is, geldt dat

a. het voertuig wordt achter de kraam wordt geplaatst, of, voor zover een specifieke plaats is aangewezen, op deze plaats;

b. het voertuig geen hinder of beperkingen veroorzaakt voor andere standhouders, publiek en winkeliers;

c. het geparkeerde voertuig niet als extra ruimte voor het uitstallen van verkoopwaar wordt gebruikt.

3. Het is meelopers niet toegestaan hun voertuig op het marktterrein te parkeren.

4. Toezeggingen gedaan voor datum vaststelling marktreglement 2019 worden gerespecteerd.

Artikel 35 Verbod andere waren

1. Het is de vergunninghouder verboden andere waren aan te bieden of te verkopen dan waarvoor vergunning is verleend.

2. Het is verboden tweedehands goederen ter verkoop aan te bieden.

3. Het is een meeloper aan wie een dagplaats is toegewezen verboden andere waren aan te bieden dan vermeld op de hem verstrekte meeloperpas.

Artikel 36 Afbreken markt ten gevolge van bijzondere omstandigheden

1. Indien bij aanvang van de markt, of gedurende de tijdsperiode waarop de markt wordt gehouden, zoals bedoeld in artikel 2, lid 1, weersinvloeden of calamiteiten e.d. de orde op de markt kunnen verstoren of er direct gevaar dreigt voor de marktplaatshouder, het publiek en/of objecten op of in de nabijheid van het marktterrein, kan de burgemeester dan wel de daartoe gemandateerde ambtenaar:

a. de houder van een standplaats verplichten de noodzakelijk voorzorgsmaatregelen te treffen;

b. beslissen de markt anders op te stellen c.q. in te richten;

c. beslissen de markt niet te laten aanvangen of beslissen de markt onmiddellijk te beëindigen.

2. Van de in het vorige lid bedoelde situatie(s) is in ieder geval sprake indien:

a. er voor aanvang van de markt sprake is van weersomstandigheden met windkracht 8 beaufort of meer, dan wel deze en andere weersomstandigheden op korte termijn worden voorspeld (zoals bijvoorbeeld hevige sneeuwval of ijzel);

b. er tijdens de markt sprake is van snel verslechterende weersomstandigheden zodanig dat sprake is van storm of orkaankracht, dan wel deze weersomstandigheden op korte termijn, voor het einde van de markt, worden voorspeld;

c. de houder van een standplaats is indien een situatie zich voordoet als omschreven in dit artikel verplicht de aanwijzingen van de marktmeester onverwijld op te volgen.

Artikel 37 Innemen van een standplaats met eigen materiaal

1. Het is verboden met eigen materiaal een standplaats in te nemen op de warenmarkt.

2. Op verzoek van een vaste standplaatshouder kan het college ontheffing verlenen van het verbod in lid 1.

3. Het in het vorige lid vermelde verzoek omvat in ieder geval de volgende gegevens:

a. een opgave van de lengte, hoogte en breedte van het eigen materiaal;

b. een gedetailleerde tekening van het eigen materiaal;

c. foto’s van het eigen materiaal.

4. Indien het eigen materiaal is voorzien van installaties waarin gekookt, gebakken, gebraden en/of gefrituurd kan worden, moet een bewijs van veiligheid van het te gebruiken eigen materiaal alsmede de te gebruiken apparatuur worden overgelegd met het maximale stroomverbruik van de aanwezige stroomvoorzieningen aan het eigen materiaal.

5. De toestemming wordt in ieder geval geweigerd indien:

a. het eigen materiaal om technische of om praktische reden niet inpasbaar is binnen de beschikbare ruimte op de markt;

b. het eigen materiaal niet voldoet aan de in artikel 39 genoemde eisen;

c. het eigen materiaal - volgens de specificaties - te belastend is voor het stroomnet, mede gezien de reeds bestaande belasting door gebruikers van hetzelfde stroomnet, waardoor het risico bestaat dat het stroomnet wegens overbelasting uitvalt.

6. Indien het eigen materiaal leidt tot overlast of onveilige situaties, dient de vergunninghouder op aanwijzing van de marktmeester onverwijld maatregelen te treffen ter opheffing van de overlast / onveiligheid.

7. Wijzigingen met betrekking tot het eigen materiaal waarvoor ontheffing op grond van lid 2 is verleend dienen schriftelijk ter kennis te worden gebracht aan het college. Indien sprake is van gewijzigde gegevens en materiaal, dient om een nieuwe ontheffing te worden verzocht.

Artikel 38 Eisen eigen materiaal

Het eigen materiaal moet aan de volgende eisen voldoen:

1. het eigen materiaal mag in opgestelde toestand niet dieper zijn dan de kramenrij;

2. uitklapbare toonbanken en/of vitrines mogen niet buiten de staanders van de kramenrij uitsteken;

3. aan de zijkanten van het eigen materiaal mogen geen zeilen, kleppen of andere zaken zijn aangebracht die de doorgang aan de verkoopzijde verhinderen of het zicht op de naastgelegen verkoopgelegenheid beperken;

4. het eigen materiaal dient een minimale (klep-)hoogte te hebben van 2.10 meter;

5. In geval van eigen materiaal mag uitsluitend materiaal worden gebruikt dat in voldoende mate brandvertragend is (NEN 6065 klasse 4 en NEN 6065/A1).

HOOFDSTUK 5. SLOTBEPALINGEN

Artikel 39 Intrekken oude regeling

Het Marktreglement gemeente Bergen op Zoom 2014, vastgesteld 28 oktober 2014, wordt ingetrokken.

Artikel 40 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking de dag na bekendmaking.

Artikel 41 Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Marktreglement Bergen op Zoom 2019.

Bergen op Zoom, 5 februari 2019

Ondertekening

Het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom,

de gemeentesecretaris, de burgemeester,

De heer T. Wingens De heer dr. F.A. Petter