Speelautomatenverordening 2010

Geldend van 06-01-2011 t/m heden

Intitulé

De raad van de gemeente Bergen op Zoom;gezien het voorstel van het college van , nr. RVB10-0093;gelet op artikel 30c, tweede lid, van de Wet op de Kansspelen;BESLUIT:Met ingang van de dag waarop de onder 2. genoemde verordening in werking treedt, de Speelautomatenverordening voor de gemeente Bergen op Zoom, vastgesteld op 21 maart 2001 in te trekken.Vast te stellen de navolgende:Speelautomatenverordening 2010

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening (en de daarop rustende bepalingen) wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Wet op de Kansspelen;

  • b.

    speelautomatenbesluit: KB van 23 mei 2000, Stb. 224, houdende regels ter uitvoering van titel Va van de wet, zoals gewijzigd bij besluit van 14 september 2001, Stb. 2001, 415;

  • c.

    speelautomaat: automaat als bedoeld in artikel 30 onder a van de wet. Dit is een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;

  • d.

    kansspelautomaat: een automaat als bedoeld in artikel 30 onder d van de wet. Dit is een speelautomaat die geen behendigheidsautomaat is;

  • e.

    hoogdrempelige inrichting: inrichting als bedoeld in artikel 30 onder d van de wet;

  • f.

    laagdrempelige inrichting: inrichting als bedoeld in artikel 30 onder e van de wet;

  • g.

    speelautomatenhal: een inrichting als bedoeld in artikel 30c, eerste lid onder c van de wet, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen;

  • i.

    exploitant: de natuurlijke of rechtspersoon die een speelautomatenhal, een hoogdrempelige of een laagdrempelige inrichting exploiteert;

  • j.

    beheerder: de natuurlijke persoon of personen die de onmiddellijke feitelijke leiding uitoefent of uitoefenen in een speelautomatenhal;

  • k.

    openbare weg: weg conform Wegenverkeerswet 1994, alsmede kampeerplaatsen en de aan de wegen of paden liggend een als zodanig aangeduide parkeerterreinen.

Hoofdstuk 2 Vergunningen voor de aanwezigheid van speelautomaten

Artikel 2 Aanwezigheidsvergunning

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester kansspelautomaten in een inrichting aanwezig te hebben.

  • 2. Voor een inrichting als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en Horecawet waarin rechtmatig het horecabedrijf als bedoeld in dat artikel wordt uitgeoefend en waar het café en het restaurantbezoek op zichzelf staat en waar geen andere activiteiten plaatsvinden, waaraan een zelfstandige betekenis kan worden toegekend en waarvan de activiteiten in belangrijke mate gericht zijn op personen van 18 jaar en ouder kan een vergunning voor maximaal twee kansspelautomaten worden verleend.

  • 3. Voor een inrichting waarvoor een exploitatievergunning ex artikel 6, tweede lid, is verleend kan een vergunning voor maximaal 90 kansspelautomaten worden verleend onder de voorwaarden dat de ondernemer met betrekking tot de speelautomaten in het kader van de productdifferentiatie en op grond van het bepaalde in artikel 30n van de Wet jo artikel 13 van het Speelautomatenbesluit een ideale mix” opstelt.

  • 4. Indien de houder van een exploitatievergunning ex artikel 6, tweede lid op een deugdelijke wijze aantoont dat een – uit bedrijfseconomisch oogpunt – redelijke exploitatie van de speelautomatenhal niet mogelijk is met het aantal kansspelautomaten vermeldt in het tweede lid van dit artikel, kan de burgemeester een vergunning verlenen die toestaat dat er een groter aantal spelautomaten in de speelautomatenhal worden geplaatst dan vermeldt in het voorgaande lid, dan wel wordt gekozen voor een andere mix van speelautomaten, waartoe een gemotiveerd verzoek zal worden ingediend.

  • 5. Een aanwezigheidsvergunning ingevolge het eerste lid wordt verleend voor onbepaalde duur.

  • 6. Een aanwezigheidsvergunning ingevolge het tweede of derde lid wordt verleend gelijk aan de periode waarvoor de exploitatievergunning wordt verleend.

Artikel 3 Aanvraag

De exploitant dient de aanwezigheidvergunning aan te vragen door middel van een door de burgemeester goedgekeurd aanvraagformulier.

Artikel 4 Beslistermijn

  • 1. De burgemeester beslist binnen twaalf weken na de datum waarop hij de volledige aanvraag heeft ontvangen.

  • 2. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste twaalf weken worden verdaagd. De exploitant wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.

Artikel 5 Tenaamstelling

De vergunning kan uitsluitend worden gesteld ten name van de exploitant en is niet overdraagbaar.

Hoofdstuk 3 Exploitatie en vestiging speelautomatenhal

Artikel 6 Exploitatievergunning

  • 1. Het is verboden zonder exploitatievergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.

  • 2. De burgemeester kan voor maximaal 1 speelautomatenhal een exploitatievergunning verlenen.

  • 3. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

  • 4. Een exploitatievergunning wordt verleend voor maximaal 5 kalenderjaren.

Artikel 7 Aanvraag exploitatievergunning

  • 1. De aanvraag om een exploitatievergunning dient in ieder geval de in artikel 4:2 van de Algemene Wet Bestuursrecht genoemde gegevens te bevatten. Daarnaast dient de aanvrager bij zijn aanvraag tevens te overleggen:

    • a.

      een nauwkeurige beschrijving en plattegrond van de totale inrichting, alsmede de gescheiden ingangen van de speelautomatenhal en de ruimte met andere voorzieningen, waarbij in specialis voor de speelautomatenhal geldt dat de oppervlakte daarvan en de plaats in de speelautomatenhal, waar de verschillende soorten speelautomaten worden opgesteld, dienen te word vermeldt;

    • b.

      een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken;

    • c.

      een bewijs, waaruit blijkt wat de totale investering is en dat deze met voldoende zekerheden is afgedekt met een financiering, dan wel uit eigen middelen kan worden gefinancierd;

    • d.

      een verklaring waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte te beschikken;

    • e.

      een verklaring omtrent het gedrag van de exploitant dan wel, indien de exploitant een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens de statuten vertegenwoordigt(en) en van de beheerder;

    • f.

      een bewijs dat in de speelautomatenhal sprake is van een toegangscontrole, waarbij de leeftijd op deugdelijke wijze wordt gecontroleerd;

    • g.

      een bewijs van lidmaatschap van de VAN Speelautomaten brancheorganisatie;

    • h.

      een bewijs waaruit blijkt dat de ondernemer voornemens is in het eerste jaar van de exploitatie van de speelautomatenhal een KEMA-keur-certificaat te verkrijgen;

    • i.

      een plan waarin de aanvrager aangeeft op welke wijze hij concreet bijdraagt aan het gemeentelijk verslavingsbeleid;

    • j.

      de burgemeester kan nadere regels vaststellen omtrent de inhoud, de inrichting, vorm en wijze van indiening van de aanvraag.

  • 2. In geval van een aanvraag voor een speelautomatenhal wordt op grond van de “Beleidslijn BIBOB voor Horeca-inrichtingen, Seksinrichtingen, Coffeeshops en Speelautomatenhallen” altijd onderzocht of zich een situatie voordoet als genoemd in de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur. Bij elke aanvraag voor een exploitatievergunning van een speelautomatenhal moet een door de burgemeester vastgesteld Bibob-vragenformulier worden ingevuld.

Artikel 8 Aanvulling of niet-ontvankelijk verklaren van de aanvraag

  • 1. Indien de vergunningaanvraag niet voldoet aan de in artikel 7 gestelde eisen, wordt de aanvrager van de vergunning in de gelegenheid gesteld binnen twee weken, nadat hem dit is medegedeeld, de aanvraag aan te vullen of te verbeteren.

  • 2. Indien de vergunningaanvrager van het voorgaande lid bedoelde gelegenheid geen gebruik maakt, zal de Burgemeester de aanvrager in zijn aanvraag niet-ontvankelijk verklaren.

Artikel 9 Voorschriften en beperkingen

  • 1. De exploitatievergunning kan uitsluitend worden gesteld ten name van een exploitant en is niet overdraagbaar.

  • 2. In de exploitatievergunning wordt de naam van de beheerder vermeld.

  • 3. Aan de exploitatievergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden. Deze hebben in elk geval betrekking op:

    • a.

      de opening- en sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    • b.

      het toezicht in de speelautomatenhal;

    • c.

      het aantal en type speelautomaten dat mag worden opgesteld;

    • d.

      de exploitatie en inrichting van de speelautomatenhal;

    • e.

      leeftijdsgrens;

    • f.

      reclame;

    • g.

      KEMA-keurcertificaat;

    • h.

      de geldigheidsduur van de vergunning.

  • 4. Er mogen alleen speelautomaten worden opgesteld welke in eigendom toebehoren aan personen die in het bezit zijn van de in artikel 30h lid 1 in de wet bedoelde vergunning.

Artikel 10 Weigering

De exploitatievergunning wordt geweigerd indien:

  • 1.

    De exploitatievergunning wordt geweigerd indien:

    • a.

      het maximum aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhallen is verleend;

    • b.

      de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de weg voor het publiek toegankelijk is;

    • c.

      de beheerder(s) de leeftijd dan 25 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;

    • d.

      de exploitant of de beheerder(s) onder curatele staat (staan) of bewind is ingesteld over een of meer aan hen toebehorende goederen, als bedoel in Boek 1, titel 19, van het Burgerlijk Wetboek, of in enig opzicht van slecht levensgedrag zijn;

    • e.

      door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de winkelstraat/winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

    • f.

      de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan, dan wel en stadsvernieuwingsplan of leefmilieuverordening in de zin van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing.

  • 2.

    De burgemeester kan ontheffing verlenen van het leeftijdsvereiste, zoals gesteld in het 1e lid onder c.

  • 3.

    Als uit onderzoek zoals bedoeld in artikel 7 lid 2 blijkt dat zich een situatie uit de in dat artikel genoemde wet voordoet, wordt de exploitatievergunning geweigerd.

Artikel 11 Wijziging

  • 1. Indien overeenkomstig artikel 8, tweede lid, in de vergunning vermelde beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, dient de exploitant onder overlegging van de in artikel 6 onder d, genoemde bescheiden een nieuwe vergunning aan te vragen binnen twee weken nadat de in artikel 6 bedoelde verklaring omtrent het gedrag aan hem is verzonden.

  • 2. De vergunning vervalt indien de beslissing op een aanvraag voor een nieuwe vergunning voor het vestigen of exploiteren van een speelautomatenhal in hetzelfde pand onherroepelijk is geworden dan wel indien geen aanvraag is ingediend binnen twee maanden na verlies van hoedanigheid al bedoeld in het eerste lid.

Artikel 12 Intrekking

De burgemeester kan de exploitatievergunning intrekken:

  • a.

    indien blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

  • b.

    indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is afgegeven zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 9 onder e;

  • c.

    indien in strijd wordt gehandeld met de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperking;

  • d.

    indien de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken;

  • e.

    indien de vrees gewettigd is dat het van kracht blijven van de vergunning ernstig gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid;

  • f.

    indien het KEMA-keurcertificaat wordt verloren door de ondernemer.

Artikel 13 Wijzigingen in exploitatie

  • 1. Indien een exploitant komt te overlijden dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen drie maanden een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 2. In alle andere gevallen van wisseling van exploitant dient binnen vier weken na overname van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 3. Zolang op een tijdig ingediende aanvraag niet is beslist, is voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van rechtswege vervallen vergunning.

Hoofdstuk 4 Strafbepalingen

Artikel 14 Strafbepalingen

Overtreding van de artikelen 2 en 6 van deze verordening en van de krachtens dat artikel gegeven voorschriften wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 15 Opsporingsambtenaar

De opsporing van de in artikel 14 strafbaar gestelde feiten is, behalve aan de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, overgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 16 Binnentreden automatenhal

Zo dikwijls de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, wordt de bevoegdheid te allen tijde de speelautomatenhal, desnoods tegen de wil van de rechthebbende of gebruiker, te betreden verleend aan de ambtenaren:

  • a.

    voor zover zij door het bevoegde bestuursorgaan belast zijn met de uitvoering van bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

  • b.

    voor zover zij door het bevoegde bestuursorgaan belast zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

  • c.

    voor zover zij belast zijn met de opsporing van overtredingen van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 17 Overgangsrecht

  • 1. Vergunningen voor het exploiteren van een speelautomatenhal die verleend zijn voor de inwerkingtreding van deze verordening blijven van kracht totdat op een aanvraag ingevolge artikel 7 van deze verordening is beslist.

  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning is ingediend, zal deze worden afgehandeld op grond van de meest gunstige verordening.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de 8e dag na de bekendmaking.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Speelautomatenverordening 2010’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van

De griffier,

De voorzitter,

F.P. de Vos