Regeling vervallen per 01-08-2014

Subsidieregeling voorschoolse educatie Berkelland 2013 en 2014

Geldend van 18-12-2012 t/m 31-07-2014

Intitulé

Subsidieregeling voorschoolse educatie Berkelland 2013 en 2014

Subsidieregeling voorschoolse educatie Berkelland 2013 en 2014

Burgemeester en wethouders van Berkelland

overwegende dat het gewenst is dat:

  • ·

    een doelgroepkind vroegtijdig gesignaleerd wordt en dat ter bestrijding van (taal)achterstand bij kinderen in de leeftijd van 2 jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs, gerichte (erkende) programma’s van voorschoolse educatie worden aangeboden;

  • ·

    deskundigheid op het gebied van voorschoolse educatie van het direct betrokken personeel in dienst bij peuterspeelzalen en kinderdagverblijven bevorderd wordt;

  • ·

    financiële drempels voor ouders van doelgroepkinderen om deel te nemen aan voorschoolse educatie wegenomen of verlaagd worden.

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Berkelland 2013

gelet op de artikelen 165 tot en met 170 van de Wet op het primair onderwijs en gelet op de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

besluiten

vast te stellen de volgende regeling:

Subsidieregeling voorschoolse educatie Berkelland 2013 en 2014

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.Doelgroepkind:

-een kind dat een achterstand opgelopen heeft of dreigt op te lopen in de taalontwikkeling;

-een kind van wie de ontwikkeling stagneert of dreigt te stagneren door sociaal-emotionele problemen, of door problemen van psychosociale aard;

-een kind van wie een evenwichtige ontwikkeling in algemene zin gevaar loopt of gevaardreigt te lopen, door het ontbreken van effectieve ontwikkelingsstimulansen.

Deze punten zijn in volgorde van prioriteit geplaatst.

Het consultatiebureau of een gelijkwaardige onafhankelijke instantie bepaalt/indiceert of er sprake is van een doelgroepkind.

b.Kinderdagverblijf:

voorziening waar bedrijfsmatig of anders dan om niet dagopvang gedurende één of meerdere dagdelen per week plaatsvindt voor kinderen vanaf nul jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs.

c.Peutergroep:

een groep voor kinderen van 2 jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs. Deze kinderen zijn tenminste twee dagdelen per week in een peuterspeelzaal of een kinderdagverblijf, waarbij het doel is de sociale, creatieve, educatieve ontplooiing (waaronder taalontwikkeling) en de motorische ontwikkeling van het kind in nauw overleg met de ouder/opvoeder te bevorderen. Dit door middel van spel en omgang met leeftijdsgenoten.

d.Peuterspeelzaal:

voorziening waar peuterspeelzaalwerk plaatsvindt, anders dan gastouderopvang of dagopvang in een kinderdagverblijf.

e.Voorschoolse educatie:

activiteiten voor een peutergroep die op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling stimuleren op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling en die verzorgd worden door een organisatie die werkt met peutergroepen. Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur. De voorschoolse educatie moet voor tenminste 40 weken per jaar worden aangeboden aan het doelgroepkind.

Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt ten behoeve van:

  • a.

    het bestrijden van (taal)achterstand bij kinderen in de leeftijd van 2 jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs door het aanbieden van gerichte (erkende) programma’s van voorschoolse educatie;

  • b.

    het wegnemen of verlagen van financiële drempels voor ouders van doelgroepkinderen om deel te nemen aan voorschoolse educatie;

  • c.

    het bevorderen van de deskundigheid op het gebied van voorschoolse educatie van het direct betrokken personeel in dienst bij peuterspeelzalen en kinderdagverblijven.

Artikel 3 Organisaties die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen die zich bezig houden met het aanbieden van voorschoolse educatie, die primair gericht is op kinderen afkomstig uit de gemeente Berkelland. De voorschoolse educatie moet aangeboden worden in of in de nabijheid van een (dorps)kern behorend tot de gemeente Berkelland.

Artikel 4 Berekening van de subsidie

Aan organisaties met peutergroepen wordt een subsidie verstrekt voor de wekelijkse deelname aan voorschoolse educatie door een doelgroepkind.

De subsidie voor doelgroepkinderen die niet onder de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen vallen gaat uit van 4 dagdelen van ten minste 2,5 uur of ten hoogste 3 uur per week, gedurende 40 weken per jaar. Het subsidiabele bedrag per uur is gelijk aan het maximumuurtarief van de toeslagregeling voor dagopvang. Dit bedraagt in 2013 € 6,46.

Voor doelgroepkinderen die onder de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen vallen gaat de subsidie uit van het aantal dagdelen benodigd voor deelname aan voorschoolse educatie, dat uitstijgt boven het aantal dagdelen dat een ouder al afneemt voor peuter- of dagopvang tot aan een maximum van vier dagdelen. Het gaat daarbij om een derde en vierde of alleen om een vierde dagdeel. Dit gedurende 40 weken per jaar. Een dagdeel omvat ten minste 2,5 uur per week en ten hoogste 3 uur per week. Deze extra dagdelen benodigd voor voorschoolse educatie zijn uitdrukkelijk niet bedoeld om in te zetten ter vervanging van de dagopvang. Ook hier is het subsidiabele bedrag per uur gelijk aan het maximumuurtarief van de toeslagregeling voor dagopvang. Dit bedraagt in 2013 € 6,46.

Artikel 5 Procedurebepalingen

De subsidieaanvraag vermeldt per kwartaal de initialen en geboortedatum van de doelgroepkinderen die gebruik hebben gemaakt van deze regeling, de periode waarover dit het geval was en het soort ontwikkelingsachterstand dat op de afzonderlijke doelgroepkinderen van toepassing is. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een door de gemeente beschikbaar gesteld declaratieformulier.

Artikel 6 Doelgebonden verplichtingen

De organisatie die de voorschoolse educatie biedt, zorgt voor een zowel schriftelijke als mondelinge overdracht van het doelgroepkind naar het basisonderwijs.

Artikel 7 Subsidie voor cursus-/scholingskosten

Naast de subsidie in artikel 4 kunnen organisaties met peutergroepen subsidie ontvangen voor cursus-/scholingskosten van direct betrokken personeel bij voorschoolse educatie. De cursus-/scholingskosten zijn aangegaan in gezamenlijkheid met andere organisaties met peutergroepen uit Berkelland en er is afstemming/goedkeuring aanwezig van de gemeente. De subsidiabele cursus-/scholingskosten moeten zijn gericht op een aantoonbare verhoging van de kwaliteit van voorschoolse educatie.

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op vaststellingsdatum en eindigt op 1 augustus 2014.

  • 2.

    Deze regeling kan aangehaald worden als “Subsidieregeling voorschoolse educatie Berkelland 2013 en 2014”.

  • 3.

    De “Beleidsregel subsidiëring voorschoolse educatie Berkelland 2011 en 2012”, vastgesteld op 13 december 2011 wordt hierbij ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland d.d. 18 december 2012.

De secretaris, De burgemeester,

J.A. Wildeman mr. H.L.M. Bloemen.