Regeling vervallen per 16-11-2022

Algemene percentageregeling voor kunstopdrachten in de gemeente Berkelland 2008

Geldend van 01-01-2009 t/m 15-11-2022

Intitulé

Algemene percentageregeling voor kunstopdrachten in de gemeente Berkelland 2008

De raad van de gemeente Berkelland;

Gezien artikel 108 en artikel 147 van de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Berkelland d.d. 1 april 2008,

nr. 01/..;

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende

ALGEMENE PERCENTAGEREGELING VOOR KUNSTOPDRACHTEN IN DE GEMEENTE BERKELLAND 2008

Artikel 1

Deze regeling heeft tot doel:

  • 1.

    de bevolking in contact te brengen met beeldende kunst;

  • 2.

    het bevorderen van integratie van de beeldende kunst in de architectuur;

  • 3.

    het verschaffen van opdrachten aan beeldende kunstenaars.

Artikel 2

Bij besluiten tot het oprichten van gemeentelijke objecten en objecten waarin de gemeente deelneemt, stelt het college de hoogte van het percentage van de werkelijke kosten van het object voor de besteding aan beeldende kunst vast. Artikel 6 van deze verordening is daarbij bepalend.

Artikel 3

Onder werkelijke kosten zoals genoemd in artikel 2 worden voor de toepassing van deze regeling de totale kosten van het object exclusief de grondkosten verstaan. Indien het object een gebouw betreft worden de kosten van de inventaris evenmin tot de werkelijke kosten gerekend.

Artikel 4

Deze regeling is eveneens van toepassing bij ingrijpende vernieuwingen of verbouwingen van gemeentelijke objecten en objecten waarin de gemeente deelneemt, indien daarvoor bij raadsbesluit kredieten beschikbaar zijn gesteld.

Artikel 5

Onder objecten, zoals bedoeld in deze regeling, worden verstaan:

  • 1.

    gemeentelijke gebouwen en scholen voor het bijzonder basis-, speciaal en voortgezet onderwijs;

  • 2.

    niet-gemeentelijke gebouwen waarvan de gemeente deelneemt in de stichtingskosten;

  • 3.

    bruggen en andere kunstwerken;

  • 4.

    verbetering van woonstraten in bestaande wijken, betreffende de bovengrondse voorzieningen;

  • 5.

    verkeerspleinen met uitzondering van verkeerslichtinstallaties;

  • 6.

    groenvoorzieningen en objecten van openluchtrecreatie;

  • 7.

    bouwrijp maken van nieuwe wijken, betreffende de bovengrondse voorzieningen;

  • 8.

    andere objecten, door de gemeenteraad aan te wijzen.

Artikel 6

De gemeenteraad verleent kredieten voor de in artikel 5 vermelde objecten op basis van de volgende percentages:

  • a.

    2% van de werkelijke kosten bij bedragen tot € 50.000,--;

  • b.

    1½% van de werkelijke kosten bij bedragen van € 50.000,-- tot € 500.000,-- met een minimum van € 1.000,--;

  • c.

    1% van de werkelijke kosten bij bedragen van € 500.000,-- tot € 1.500.000,-- met een minimum van € 7.000,--;

  • d.

    3/4% van de werkelijke kosten bij bedragen van € 1.500.000,-- tot € 3.000.000,-- met een minimum van € 14.000,--;

  • e.

    ½% van de werkelijke kosten bij bedragen van € 3.000.000,-- of meer met een minimum van € 20.000,--.

Artikel 7

Voor de in artikel 5 onder 2 genoemde objecten kan een krediet worden verleend, ook indien de andere deelnemer(s) de regeling niet toepast (toepassen).

Artikel 8

Het volgens artikel 6 en artikel 7 verkregen krediet wordt in een "percentagefonds" gestort.

Artikel 9

Burgemeester en wethouders kunnen bedragen uit het percentagefonds beschikbaar stellen voor besteding aan beeldende kunst.

Artikel 10

Burgemeester en wethouders stellen een commissie samen die adviseert omtrent de aanschaf van kunstwerken. In deze commissie hebben tenminste drie deskundigen zitting.

Artikel 11

Burgemeester en wethouders winnen voor toepassing van artikel 9 van deze regeling het advies in van de in artikel 10 bedoelde adviescommissie.

Artikel 12

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 13

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als "algemene percentageregeling kunstopdrachten Berkelland 2008".

  • 2.

    Zij treedt in werking op 1 januari 2009.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering d.d. 27 mei 2008

de secretaris, de voorzitter,

(Drs. A.G. Dekker) (mr. H.L.M. Bloemen)

Toelichting

Ad 2.

Het college van burgemeester en wethouders doet de raad voorstellen op basis van de percentages die in artikel 6 van deze verordening zijn genoemd. De gemeenteraad heeft bij elk besluit tot beschikbaarstelling van middelen voor het realiseren van, of om bij te dragen in de kosten van bovengrondse objecten (zie artikel 5) de gelegenheid om te overwegen of de percentageregeling zal worden toegepast. In tijden van krapte of om andere redenen kan daar dus van worden afgezien. Het is dus ook zaak dat de afdeling die de raadsvoorstellen maakt voor de bekostiging van bovengrondse voorzieningen in elk voorstel bij de raming van kosten ook het in deze verordening genoemde percentage noemt voor de bijdrage aan het kunstfonds.

 

Ad. 3, 4 en 5

Deze artikelen verduidelijken nader op welke bovengrondse objecten deze verordening van toepassing is.

 

Ad. 6

Hoewel in de volksmond altijd sprake is van de “eenprocents verordening” gaat het in werkelijkheid om verschillende percentages afhankelijk van de omvang van de bedragen die geïnvesteerd worden. In wezen zijn de bedragen en percentages natuurlijk vrij te kiezen. Het gaat hier om een op basis van ervaringen elders opgemaakt voorstel aan de raad.

 

Ad 7.

Het percentagefonds (artikel 8) is een eigen gemeentelijk fonds. Daarom kan de raad, ook als bijgedragen wordt in de kosten van niet gemeentelijke gebouwen, ook besluiten de percentageverordening toe te passen als de eigenaar van het gebouw daarin niet bijdraagt. Het gegeven van de percentages van de gebouwde objecten is namelijk alleen een rekenwijze. Het is beslist geen voorschrift dat in de nabijheid van enig gebouw waarvoor een bijdrage in het percentagefonds is gestort ook een kunstwerk wordt geplaatst.

 

Ad 8 en 9.

Deze artikelen schrijven voor dat een gemeentelijk fonds wordt gevormd dat aan burgemeester en wethouders ten dienste wordt gesteld voor de uitvoering van het kunstaankoopbeleid.

 

Ad 10 en 11.

Op grond van dit artikel zal door burgemeester en wethouders een adviescommissie voor burgemeester en wethouders tot stand gebracht worden. (Zie bijlage 3) Zij zijn gehouden de adviezen van deze commissie te vragen voor elke uitgave die zij ten laste van het percentagefonds willen doen.