Regeling vervallen per 01-04-2012

Klachtenregeling gemeente Berkelland

Geldend van 12-01-2005 t/m 31-03-2012 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2005

Intitulé

Klachtenregeling gemeente Berkelland

De raad van de gemeente Berkelland;

gelezen het voorstel van de secretaris namens het college van burgemeester en wethouders

gelet op het bepaalde in de artikelen 108 en 147 Gemeentewet en hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit vast te stellen de volgende verordening:

Klachtenregeling gemeente Berkelland.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet:de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    bestuursorgaan:

    • 1.

      de gemeenteraad en de commissies, voor zover het aan hun opgedragen uitvoeringstaken betreft;

    • 2.

      het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester;

  • c.

    gedraging: het in een bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijk persoon of rechtspersoon handelen of nalaten te handelen door een bestuursorgaan of een persoon, werkzaam onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan.

  • d.

    klacht: een uiting van ongenoegen over de wijze waarop een bestuursorgaan of een persoon, werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan, zich in een bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijk persoon of rechtspersoon heeft gedragen.

  • e.

    gemeentelijke klachtbehandelaar: degene die is benoemd in de in artikel 5 genoemde functie.

  • f.

    klachtencoördinator: een door het college aangewezen ambtenaar belast met de ondersteuning van de gemeentelijke klachtbehandelaar.

Artikel 2. Algemene bepalingen

  • 1. Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen een klacht in te dienen bij dat bestuursorgaan.

  • 2. Een gedraging van personen, bedoeld in artikel 1, onder c, wordt toegerekend aan het daarvoor verantwoordelijke bestuursorgaan.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor een behoorlijke behandeling van mondelinge en schriftelijke klachten.

  • 4. Mondelinge klachten worden in principe mondeling afgedaan. Wordt de klacht niet tot tevredenheid van klager afgedaan, dan wordt klager op de mogelijkheid gewezen van schriftelijke klachtbehandeling.

  • 5. Zodra naar tevredenheid van de klager aan zijn klacht tegemoet is gekomen, vervalt de verplichting tot verdere behandeling van de klacht. Bij een schriftelijke klacht wordt dit schriftelijk aan klager en degene over wie werd geklaagd, bevestigd.

Artikel 3. Indiening en registratie

  • 1. Een klacht kan schriftelijk worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. Elke ingediende klacht over een gedraging wordt door de klachtencoördinator geregistreerd en voor advies voorgelegd aan de gemeentelijke klachtbehandelaar.

  • 3. Indien een schriftelijke klacht betrekking heeft op een gedraging ten aanzien van de klager en voldoet aan de vereisten van artikel 9:4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), zijn de artikelen 4 tot en met 10 van toepassing.

Artikel 4. Ontvangsbevestiging

  • 1. De ontvangst van een klacht wordt schriftelijk aan de indiener bevestigd door de klachten-coördinator.

  • 2. In de bevestiging wordt mededeling gedaan over de behandelingsprocedure als bedoeld in art. 9:15, eerste lid, Awb.

  • 3. Degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft krijgt de klacht, de daarbij meegezonden stukken en de ontvangstbevestiging, terstond in afschrift toegezonden.

  • 4. Klachten worden namens het college door de klachtencoördinator ter advisering voorgelegd aan de gemeentelijke klachtbehandelaar.

Artikel 5. Instelling en benoeming gemeentelijke klachtbehandelaar

  • 1.

    De gemeentelijke klachtbehandelaar wordt benoemd, geschorst en ontslagen door het college.

  • 2.

    De gemeentelijke klachtbehandelaar treedt af op de dag van het aftreden van de raad.

  • 3.

    De gemeentelijke klachtbehandelaar kan op elk moment ontslag nemen.

  • 4.

    De aftredende gemeentelijke klachtbehandelaar blijft zijn functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

  • 5.

    Tot gemeentelijke klachtbehandelaar zijn niet benoembaar:

  • a.

    de burgemeester en de leden van een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1, onder b;

  • b.

    ambtenaren of daarmee op grond van diens werkzaamheden gelijk te stellen personen (inclusief arbeidscontractanten) alsmede gewezen ambtenaren;

  • c.

    bestuurders en personeelsleden van een publiekrechtelijk samenwerkingsverband waarin de gemeente deelneemt.

Artikel 6. Taak

  • 1.

    De gemeentelijke klachtbehandelaar onderzoekt ingediende klachten over gedragingen

  • 2.

    De gemeentelijke klachtbehandelaar wordt hierbij bijgestaan door de klachtencoordinator.

  • 3.

    De gemeentelijke klachtbehandelaar is bevoegd alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 4.

    De gemeentelijke klachtbehandelaar beslist over toepassing van artikel 7 van deze Regeling.

Artikel 7. Klachtbehandeling niet verplicht

  • 1.

    Een klacht wordt niet in behandeling genomen indien zij betrekking heeft op een gedraging als bedoeld in art. 9:8 Awb.

  • 2.

    In het geval naar tevredenheid van de klager aan zijn klacht is tegemoet gekomen, vervalt de verplichting tot verdere afhandeling van de klacht. In dat geval wordt aan de klager en aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, een schriftelijke bevestiging gezonden.

  • 3.

    Van het niet in behandeling nemen van de klacht wordt ingevolge het bepaalde in art. 9:8, derde lid, Awb de klager zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van het klaagschrift schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel 8. Onderzoek en horen

  • 1.

    De gemeentelijke klachtbehandelaar stelt de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft in de gelegenheid om te worden gehoord en op elkaars standpunten te reageren.

  • 2.

    Van het horen kan worden afgezien in de situatie zoals bedoeld in art. 9:10, tweede lid, Awb.

  • 3.

    Van het horen wordt een verslag gemaakt.

Artikel 9. Afdoening

  • 1.

    De gemeentelijke klachtbehandelaar maakt een rapport van bevindingen op en zendt dit rapport vergezeld van het advies en eventuele aanbevelingen, aan het bestuursorgaan. Het rapport bevat het verslag van het horen.

  • 2.

    Het bestuursorgaan stelt de klager en degene tegen wie de klacht is gericht op grond van het bepaalde in art. 9:11 Awb binnen tien weken na ontvangst van het klaagschrift schriftelijk en gemotiveerd in kennis van de bevindingen van de gemeentelijke klachtbehandelaar alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.

  • 3.

    Indien de klacht niet binnen de termijn als bedoeld in het tweede lid kan worden afgedaan, kan de afdoening voor ten hoogste vier weken worden verdaagd. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de klager en aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft.

  • 4.

    Het bestuursorgaan deelt hierbij mede, dat de klager, indien deze niet tevreden is over de uitkomst van de klachtbehandeling, zijn klacht kan voorleggen aan de Nationale ombudsman.

Artikel 10. Jaaroverzicht

  • 1.

    Jaarlijks wordt door de gemeentelijke klachtbehandelaar een verslag opgesteld met betrekking tot het in het afgelopen kalenderjaar ontvangen klachten, de aard van de klachten, de wijze van afdoening in relatie met de ontvangen adviezen van de gemeentelijke klachtbehandelaar en de maatregelen die naar aanleiding van de behandeling zijn getroffen.

  • 2.

    De burgemeester draagt er zorg voor dat het verslag als bedoeld in het eerste lid wordt gepubliceerd in het Burgerjaarverslag.

Artikel 11. Slotbepalingen

  • 1.

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Klachtenregeling gemeente Berkelland”.

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking een dag na haar publicatie en werkt terug tot en met 1 januari 2005.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Berkelland,
d.d. 3 januari 2005.
de griffier, de voorzitter,