Regeling vervallen per 21-02-2020

Subsidieregeling reguliere peuter- en kinderopvang  voor ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag  Berkelland 2017

Geldend van 11-01-2017 t/m 20-02-2020

Intitulé

Subsidieregeling reguliere peuter- en kinderopvang  voor ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag  Berkelland 2017

Burgemeester en wethouders van Berkelland;

overwegende dat:

het gemeentelijk beleid is dat de ontwikkeling van het kind centraal staat;

voor de leeftijd van 0 tot 4 jaar als doel is gesteld geen enkel kind met achterstand in het basisonderwijs te laten starten (raadsbesluit 13 september 2011);

goede voorschoolse voorzieningen bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen en aan een goede start voor kinderen op de basisschool;

het Rijk via de kinderopvangtoeslag de opvang van kinderen van werkende ouders (met recht op kinderopvangtoeslag) in de voorschoolse voorzieningen financiert;

het gewenst is dat er voldoende en een financieel toegankelijk aanbod is in een voorschoolse voorziening voor alle peuters, ook waarvan de ouders géén recht hebben op kinderopvangtoeslag;

het aan gemeenten is om een aanbod te doen aan peuters zonder recht op kinderopvangtoeslag;

het wenselijk is dat elk kind (op dit punt) gelijke kansen krijgt om zich te ontwikkelen;

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Berkelland 2013;

gelet op de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

besluiten

vast te stellen de volgende regeling:

Subsidieregeling reguliere peuter- en kinderopvang voor ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag Berkelland 2017

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Aanbieder: het kindcentrum dat peuter- en/of kinderopvang aanbiedt.

  • b.

    Kinderopvang: voorziening waar bedrijfsmatig of anders dan om niet dagopvang gedurende één of meerdere dagdelen per week plaatsvindt voor kinderen vanaf nul jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs.

  • c.

    Kinderopvangtoeslag: de tegemoetkoming van de belastingdienst/het rijk aan ouders als gedeeltelijke bijdrage in de kosten voor de in het LRKP geregistreerde peuter- en kinderopvang.

  • d.

    Kinderopvangtoeslagtabel: Bijlage 1 bij artikel 6 van het Besluit kinderopvangtoeslag en eventuele opvolgers.

  • e.

    LRKP: Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen; register waarin kinderopvangvoorzieningen zijn opgenomen die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen.

  • f.

    Maximum uurprijs: de maximaal voor kinderopvangtoeslag en voor tegemoetkomingen van de gemeente of het uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen in aanmerking komende prijs per zestig minuten geboden kinderopvang.

  • g.

    Ouderbijdrage of eigen bijdrage: de inkomensafhankelijke bijdrage die de ouders moeten betalen aan de aanbieder.

  • h.

    Peuteropvang: een aanbod voorschoolse opvang voor peuters van 2 tot 4 jaar van minimaal 1 en maximaal 2 dagdelen per week gedurende maximaal 40 weken per jaar.

Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt voor het wegnemen of verlagen van financiële drempels voor deelname aan peuter- en/of kinderopvang door een peuter van wie de ouder(s) niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag.

Artikel 3 Organisaties die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen die peuter- en/of kinderopvang aanbieden en die opgenomen zijn in het LRKP.

Artikel 4 Voorwaarden

  • 1. De subsidie wordt alleen verstrekt voor deelname van peuters van 2,5 jaar tot 4 jaar of tot het moment dat het kind naar de basisschool gaat en die woonachtig zijn in de gemeente Berkelland.

  • 2. De subsidie wordt alleen verstrekt voor kinderopvang van peuters waarvan de ouder(s) niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag op grond van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

  • 3. De aanbieder moet voldoen aan de vereisten in de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Artikel 5 Berekening van de subsidie

  • 1. De subsidiabele deelname aan de peuter- en/of kinderopvang betreft minimaal 1 en maximaal 2 dagdelen per week van totaal maximaal 6 uur per week gedurende maximaal 40 weken per jaar.

  • 2. Het subsidiabele bedrag per uur is gelijk aan de maximum uurprijs van de kinderopvangtoeslag voor dagopvang of het uurtarief van de aanbieder wanneer dit lager is, min de eigen bijdrage van de ouders die door de aanbieder wordt berekend op grond van de Kinderopvangtoeslagtabel.

  • 3. De hoogte van de door de aanbieder te ontvangen subsidie wordt gebaseerd op het aantal uren dat opvang wordt afgenomen tot een maximum van zes uur per week, het maximum uurtarief of het uurtarief van de aanbieder wanneer dit lager is en de hoogte van de ouderbijdrage.

  • 4. Voor de afname van subsidiabele peuter- en/of kinderopvang betalen de ouder(s) alleen de ouderbijdrage aan de aanbieder.

  • 5. Wanneer ouders meer dan 6 uur subsidiabele peuter- en/of kinderopvang afnemen, betalen zij deze extra uren zelf.

Artikel 6 Procedurebepalingen

  • 1. De aanbieder van peuter- en/of kinderopvang vraagt per kwartaal de subsidie aan.

  • 2. Er wordt gebruik gemaakt van een door de gemeente beschikbaar gesteld declaratieformulier.

  • 3. De subsidieaanvraag vermeldt de initialen en geboortedatum van de peuters die gebruik hebben gemaakt van deze regeling en de periode waarover dit het geval was.

  • 4. Vooraf aan de start van de opvang is een overeenkomst opgesteld en ondertekend door de aanbieder en de ouders.

  • 5. De ouder(s) betalen voor de opvang een ouderbijdrage aan de aanbieder. De aanbieder int de ouderbijdrage en is zelf verantwoordelijk voor een eventueel debiteurenverlies.

  • 6. De ouders blijven te allen tijde zelf verantwoordelijk voor betaling van het deel dat niet voor een vergoeding van de ouderbijdrage in aanmerking komt.

  • 7. De aanbieder is verantwoordelijk voor het jaarlijks schriftelijk toetsen en vaststellen van de hoogte van de ouderbijdrage aan de hand van:

    • -

      de aan aanbieder overlegde meest recente inkomensverklaring van ouders;

    • -

      de landelijk geldende kinderopvangtoeslagtabel.

  • 8. Als een ouder geen of niet tijdig de inkomensgegevens aan de aanbieder aanlevert, wordt deze aangemerkt als vallend onder de hoogste inkomenscategorie.

  • 9. Indien het inkomen van de ouders gedurende de plaatsingsperiode van een peuter verandert, zodanig dat dit van invloed is op de hoogte van de tegemoetkoming, moeten de ouders de aanbieder daarvan op de hoogte stellen. De aanbieder stelt daarna zo spoedig mogelijk de gewijzigde ouderbijdrage vast.

  • 10. De aanbieder dient aan te kunnen tonen dat de ouders waarvan de kinderen worden opgevangen voldoen aan de inkomensnormen bij deze subsidie.

Artikel 7 Doelgebonden verplichtingen

Voor peuters waarvoor de gemeente op basis van deze regeling een tegemoetkoming verstrekt, zorgt de organisatie die de opvang biedt in elk geval voor een schriftelijke overdracht van de peuter naar het basisonderwijs.

Artikel 8 Controle

Onverlet hetgeen elders is bepaald is het college bevoegd om steekproefsgewijs onderzoek te doen om te beoordelen of de tegemoetkoming voldoet aan deze regeling.

Artikel 9 Subsidie zonder voorafgaande vaststelling vaststellen

Subsidies kunnen zonder voorafgaande verlening worden vastgesteld. Voor aanvragen boven de 5000 euro is dit met gebruikmaking van artikel 6 lid 4 van de Algemene subsidieverordening 2013.

Artikel 10 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt op 1 januari 2017 in werking.

  • 2.

    Deze regeling kan aangehaald worden als “Subsidieregeling reguliere peuter- en kinderopvang voor ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag Berkelland 2017”.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland d.d. 13 december 2016.

De secretaris, De burgemeester,

M.N.J. Broers drs. J.H.A. van Oostrum.