Regeling vervallen per 04-07-2018

Verordening op de raadscommissies 2018

Geldend van 29-03-2018 t/m 03-07-2018

Intitulé

Verordening op de raadscommissies 2018

Raadsvergadering : 20 februari 2018

Agendanummer : B

De raad van de gemeente Berkelland;

gelet op artikel 82, eerste lid, van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

VERORDENING OP DE RAADSCOMMISSIES 2018

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen*

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    commissiegriffier: griffier van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • -

    commissielid: lid van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • -

    commissievoorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • -

    griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger;

  • -

    fractie: de in de raad vertegenwoordigde politieke groepering die als zodanig is gekozen bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen.

Artikel 2. Instelling raadscommissies

  • Er is een:

    • a.

      raadscommissie Bestuur en Ruimte; waarvan de werkzaamheden de volgende onderwerpen betreffen: integrale veiligheid, politie en brandweer, juridische zaken, regionale samenwerking, communicatie/media, coördinatie, representatie, burgerzaken, dorps- en wijkgericht werken, handhaving, financiën en belastingen, planning en control, rekenkamerfunctie, automatisering, dienstverlening, onderwijs, de werkzaamheden van de accountant, onderzoek jaarrekening en andere relevante stukken, financieel toezicht. Als ook: ruimtelijke ordening, bouwen en wonen, milieu en afval, verkeer en vervoer, infrastructuur, grondzaken, stads- en dorpsvernieuwing, plattelandsontwikkeling, monumenten en natuur en landschap.

    • b.

      raadscommissie Sociaal; waarvan de werkzaamheden de volgende onderwerpen betreffen: sociale zaken, werkgelegenheid, sociale werkvoorziening, zorg en welzijn, volksgezondheid, Wet maatschappelijke ondersteuning, sport, recreatie en toerisme, jeugdbeleid, ouderenbeleid, kunst en cultuur.

Artikel 3. Taken

  • Een raadscommissie:

    • a.

      brengt advies uit aan de raad over die onderwerpen waarop haar werkzaamheden betrekking hebben;

    • b.

      kan advies uitbrengen aan de raad over andere onderwerpen dan bedoeld onder a;

    • c.

      voert overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval de door hen verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de onderwerpen bedoeld onder a.

Artikel 4. Samenstelling; benoeming commissievoorzitter*

    • 1.

      Een raadscommissie bestaat uit ten minste één en maximaal drie commissieleden per fractie.

    • 2.

      De commissieleden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd.

    • 3.

      Zowel raadsleden als niet-raadsleden kunnen lid zijn. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn zover mogelijk van overeenkomstige toepassing op commissieleden die geen raadslid zijn.

    • 4.

      Onderlinge vervanging is toegestaan, mits dat voorafgaand aan de vergadering gemeld wordt aan de commissievoorzitter. Dit geldt voor de hele duur van de vergadering.

    • 5.

      De raad benoemt de commissievoorzitters.

Artikel 5. Zittingsduur en vacatures

    • 1.

      De zittingsperiode van een commissielid en -voorzitter eindigt in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de raad.

    • 2.

      Een commissielid houdt op lid te zijn als niet meer voldaan wordt aan de in artikel 4, derde lid, gestelde eisen.

    • 3.

      De raad kan een commissielid ontslaan op voorstel van de fractie die het lid voor benoeming heeft voorgedragen.

    • 4.

      De raad kan de commissievoorzitter ontslaan.

    • 5.

      Een commissielid en de commissievoorzitter kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

    • 6.

      Als door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan.

    7.Als een fractie niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van commissieleden die op voordracht van die fractie zijn benoemd van rechtswege.

Artikel 6. De commissiegriffier*

    • 1.

      De griffier van de raad benoemt ter ondersteuning van iedere raadscommissie een op de griffie werkzame ambtenaar.

    • 2.

      Een commissiegriffier is aanwezig in vergaderingen of wordt vervangen door een daartoe door de griffier van de raad aangewezen op de griffie werkzame ambtenaar.

    • 3.

      Een commissiegriffier kan op uitnodiging van de commissievoorzitter aan beraadslagingen in vergaderingen deelnemen.

Hoofdstuk 2. Vergaderingen

  • Paragraaf 1. Voorbereidingen

Artikel 7. Oproep en voorlopige agenda

    • 1.

      De commissievoorzitter zendt ten minste tien dagen voor een vergadering de commissieleden een schriftelijke oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken.

    • 2.

      Als een aanvullende agenda als bedoeld in artikel 8, eerste lid, wordt vastgesteld, wordt deze met de daarbij behorende stukken zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 24 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

Artikel 8. Aanvullende agenda; vaststellen agenda

    • 1.

      In spoedeisende gevallen kan de commissievoorzitter na het verzenden van een schriftelijke oproep een aanvullende voorlopige agenda opstellen. De daarbij behorende stukken worden openbaar gemaakt.

    • 2.

      Als omtrent de inhoud van stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid onder berusting van de griffier en verleent deze de commissieleden op verzoek inzage.

    • 3.

      Een agenda wordt bij aanvang van een vergadering door de raadscommissie vastgesteld.

Artikel 9. Ter inzage leggen van stukken

    • 1.

      Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een voorlopige agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Als na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raadscommissie en zo mogelijk door middel van openbare kennisgeving.

    • 2.

      Stukken die digitaal beschikbaar zijn worden op de website van de gemeente geplaatst..

    • 3.

      Als omtrent stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste en tweede lid onder berusting van de griffier en verleent deze de commissieleden op verzoek inzage.

Artikel 10. Openbare kennisgeving*

  • Commissievergaderingen worden ten openbare kennis gebracht door aankondiging in Berkelbericht en op de gemeentelijke website.

    Paragraaf 2. Ter vergadering

Artikel 11. Presentielijst

  • De commissiegriffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van vergaderingen.

Artikel 12. Opening vergadering en quorum*

    • 1.

      Een vergadering wordt niet geopend voordat blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende commissieleden tegenwoordig is.

    • 2.

      Als ingevolge het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de commissievoorzitter opnieuw een vergadering tegen een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.

    • 3.

      Op een vergadering als bedoeld in het tweede lid is het eerste lid niet van toepassing. Een raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, als blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende commissieleden tegenwoordig is.

Artikel 13. Verslag*

  • De beeld- en geluids- of schriftelijke verslagen worden, zodra ze beschikbaar zijn, op de website van de gemeente geplaatst.

Artikel 14. Advies; geen stemmingen

    • 1.

      Als een raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt, beslissen de leden op voorstel van de commissievoorzitter over de inhoud van het advies.

    • 2.

      In het advies worden opgenomen de standpunten van alle fracties en commissieleden die geen raadslid zijn.

    • 3.

      In een vergadering vinden geen stemmingen plaats, met uitzondering van over geheimhouding en met betrekking tot de orde.

Artikel 15. Aantal spreektermijnen

    • 1.

      Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

    • 2.

      Spreektermijnen worden door de commissievoorzitter afgesloten.

    • 3.

      Commissieleden mogen in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

    • 4.

      Bij de bepaling hoeveel malen een commissielid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 16. Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • Een raadscommissie kan op enig moment besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

Artikel 17. Spreekrecht burgers

    • 1.

      Burgers kunnen in een vergadering het woord voeren (spreekrecht) over onderwerpen die geagendeerd zijn.

    • 2.

      Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit binnen uiterlijk 16.00 uur op de dag van de vergadering aan de commissiegriffier onder vermelding van zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover het woord gevoerd wenst te worden.

    • 3.

      De commissievoorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De commissievoorzitter kan van de volgorde afwijken, als dit in het belang is van de orde van de vergadering.

    • 4.

      De spreker voert het woord, nadat de commissievoorzitter hem dit heeft verleend. De commissievoorzitter kan de deelnemers aan de vergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

    • 5.

      De commissievoorzitter of een commissielid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

Artikel 18. Rondvraag*

      • 1.

        Het lid van de commissie dat van de rondvraag gebruik wil maken, meldt dit onder aanduiding van het onderwerp en de vraag dan wel vragen ten minste 12 uur voor aanvang van de commissievergadering via de griffier bij de voorzitter.

      • 2.

        De voorzitter kan weigeren een onderwerp tijdens de rondvraag aan de orde te stellen indien hij het onderwerp niet voldoende actueel of niet geschikt acht voor behandeling in een rondvraag of indien het onderwerp in de commissievergadering op diezelfde dag aan de orde komt of wanneer de vraag niet geschikt is voor een direct en kort antwoord.

      • 3.

        De voorzitter bepaalt de volgorde, waarin aangemelde vragen tijdens de rondvraag aan de orde worden gesteld.

      • 4.

        De voorzitter bepaalt de spreektijd voor de vragensteller, voor het college, voor de burgemeester en voor de overige leden van de commissie.

      • 5.

        Per onderwerp wordt aan de vragensteller het woord verleend om één of meer vragen aan het college of de burgemeester te stellen en een toelichting daarop te geven.

      • 6.

        Na de beantwoording door het college of de burgemeester krijgt de vragensteller desgewenst het woord om aanvullende vragen te stellen.

      • 7.

        Vervolgens kan de voorzitter aan andere leden van de commissie het woord verlenen om hetzij aan de vragensteller, hetzij aan het college of de burgemeester vragen te stellen over hetzelfde onderwerp.

      • 8.

        Tijdens de rondvraag worden geen interrupties toegelaten.

Artikel 19. Handhaving orde en schorsing

    • 1.

      De commissievoorzitter zorgt voor de handhaving van de orde in de vergadering.

    • 2.

      Hij kan de raadscommissie voorstellen aan een commissielid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het commissielid de vergadering onmiddellijk.

      a.Zo nodig doet de commissievoorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het commissielid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

    • 2.

      Hij kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en, als na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten.

    • 3.

      Hij roept sprekers tot de orde als deze zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaten, afwijken van het in behandeling zijnde onderwerp, andere sprekers herhaaldelijk interrumperen, dan wel anderszins de orde verstoren. Sprekers die hieraan geen gevolg geven, kunnen door hem het woord ontnomen worden over het aanhangige onderwerp.

Artikel 20. Voorstellen van orde

  • Commissieleden kunnen tijdens een vergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raadscommissie beslist hier terstond over.

    Paragraaf 3. Besloten vergaderingen

Artikel 21. Toepassing verordening op besloten vergaderingen

  • Op besloten vergaderingen is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 22. Verslag besloten vergadering

    • 1.

      Conceptverslagen van besloten vergaderingen worden niet verspreid, maar uitsluitend voor de commissieleden ter inzage gelegd bij de commissiegriffier.

    • 2.

      Deze verslagen worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een besluit over het al dan niet openbaar maken van het verslag.

    • 3.

      De vastgestelde verslagen worden door de commissievoorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 23. Opheffing geheimhouding

  • Als de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

    Paragraaf 4. Toehoorders en pers

Artikel 24. Toehoorders en pers

    • 1.

      Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare vergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

    • 2.

      Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

    • 3.

      De commissievoorzitter is bevoegd, wanneer de orde in de vergadering op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.

    • 4.

      Hij is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.

Artikel 25. Geluid- en beeldregistraties

  • Degenen die van een openbare vergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de commissievoorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 26. Intrekken oude verordening

  • De Verordening op de raadscommissies 2012, vastgesteld in de raadsvergadering van 24 januari 2012 wordt ingetrokken.

Artikel 27. Inwerkingtreding en citeertitel

    • 1.

      Deze verordening treedt in werking op 29 maart 2018.

    • 2.

      Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de raadscommissies 2018.

  • Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van

    20 februari 2018

    de griffier, de voorzitter,