Regeling vervallen per 01-09-2019

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland houdende regels omtrent subsidie voor burgerinitiatieven Subsidieregeling burgerinitiatieven Berkelland 2018

Geldend van 08-09-2018 t/m 31-08-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland houdende regels omtrent subsidie voor burgerinitiatieven Subsidieregeling burgerinitiatieven Berkelland 2018

Burgemeester en wethouders van Berkelland;

Overwegende dat het van belang is dat bewoners van kernen, wijken, buurten of straten de gelegenheid krijgen om met initiatieven te komen om de samenleving te verbeteren;

Gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Berkelland 2018

besluit

vast te stellen de Subsidieregeling burgerinitiatieven Berkelland 2018

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt verstaan onder:

  • 1. bijdrage: een subsidie van minimaal € 250,-- en maximaal € 5000,-- voor rechtspersonen zonder winstoogmerk en minimaal € 250,-- of maximaal € 2500,-- voor natuurlijke personen, waarmee (al dan niet georganiseerde) bewoners van een kern, wijk, buurt of straat diensten en producten kunnen inkopen om hun initiatief uit te voeren;

  • 2. burgerinitiatief: een plan om de Berkellandse samenleving in de eigen omgeving te verbeteren en/of de sociale binding te versterken; hierbij nemen we het volgende in acht:

    • -

      het moet gaan om vernieuwende activiteiten die inwoners zelf organiseren en waarbij men zelf tijd, middelen en menskracht inbrengt;

    • -

      men vraagt om een gemeentelijke een bijdrage aan activiteiten die leiden tot meer sociale interactie en binding tussen inwoners. ( het oprichten of in stand houden van gebouwen, op zichzelf is niet subsidiabel als er geen nieuwe activiteiten zijn)

  • 3. initiatiefnemer(s): individuele of georganiseerde bewoners, die een aanvraag indienen om een initiatief uit te voeren;

  • 4. sociale cohesie: sociale samenhang binnen een kern, wijk, buurt of straat en tussen bewoners;

  • 5. college: het college van burgemeester en wethouders;

  • 6. reserve: het (vrij besteedbare) eigen vermogen van een rechtspersoon, niet zijnde een voorziening.

Artikel 2 Subsidieplafond

  • 1. Er is een subsidieplafond van € 25.000,-per jaar.

  • 2. Als het budget voor een bepaald jaar niet volledig wordt gebruikt, wordt het restant toegevoegd aan het budget van het jaar daarna en wordt daarmee het subsidieplafond voor dat jaar verhoogd.

  • 3. De verdeling van de middelen vindt plaats op volgorde van binnenkomst van de aanvragen. Een aanvraag wordt in die volgorde opgenomen zodra zij volledig is.

Artikel 3 Aanvraag subsidie

  • 1. Initiatiefnemers kunnen een subsidie aanvragen bij het college.

  • 2. De aanvraag wordt schriftelijk ingediend en omvat de volgende gegevens:

    • a.

      naam, contactadres, telefoonnummer en handtekening van de initiatiefnemer;

    • b.

      een beschrijving van de inhoud, uitvoering en planning van het initiatief, waarbij wordt aangegeven hoe dit de samenleving in de kern, wijk, buurt of straat verbetert;

    • c.

      een kostenraming en een dekkingsplan voor de uitvoering van het initiatief;

    • d.

      een mededeling of tevens elders subsidie is aangevraagd.

    • e.

      informatie over het maatschappelijk draagvlak voor het initiatief en de wijze waarop dat draagvlak aantoonbaar is/aangetoond kan worden.

    • f.

      indien de aanvrager een rechtspersoon is: de jaarrekening en balans van het jaar voorafgaand aan het jaar van de aanvraag en/of andere stukken die inzicht geven in de vermogenspositie.

    • g.

      men een toekomstbestendig plan heeft en heeft nagedacht over beheer en onderhoud.

  • 3. Indien de aanvraag onvoldoende informatie bevat voor een goede beoordeling daarvan, geeft het college aan de initiatiefnemer aan hoe hij de aanvraag kan aanvullen.

  • 4. De aanvragen worden behandeld in de volgorde van binnenkomst.

Artikel 4 Verstrekking subsidie

  • 1.

    Het college kan subsidie verstrekken indien de aanvraag voldoet aan de volgende eisen:

    • a.

      Het initiatief moet een bijdrage leveren aan de Berkellandse samenleving in de eigen kern, wijk, buurt of straat.

    • b.

      Het initiatief moet aantoonbaar draagvlak in de wijk of buurt hebben (aantonen door initiatiefnemer bijv. met handtekeningen).

    • c.

      Het gevraagde bedrag is redelijk in relatie tot de omvang en inhoud van het initiatief, en er is minimaal 30% van het totale bedrag zelf verzameld.

    • d.

      De initiatiefnemer is een particulier of een organisatie zonder winstoogmerk.

    • e.

      Het initiatief mag niet strijdig zijn met gemeentelijk beleid.

    • f.

      Het initiatief dient (waar mogelijk binnen de geldende regelgeving en veiligheids voorschriften) door de aanvragers zelf te worden uitgevoerd.

    • g.

      Alleen daadwerkelijke kosten worden vergoed.

    • i.

      Het project kan op korte termijn doch binnen een jaar gerealiseerd worden.

    • l.

      Er is geen sprake van investeringen die tot ongedekte meerjarige lasten leiden.

    • m.

      Een initiatiefnemer mag per kalenderjaar maar 1 aanvraag indienen.

    • n.

      Er zijn geen voorliggende gemeentelijke voorzieningen, zoals andere gemeentelijke subsidieregelingen.

    • o.

      het plan heeft een positief effect op de samenleving

    • p.

      het plan aansluit bij gemeentelijke kaders en wensen

    • q.

      het plan draagt bij aan maatschappelijke opgaven.

  • 2.

    Er wordt geen subsidie verstrekt voor

    • -

      het oprichten, onderhouden of verbeteren van gebouwen;

    • -

      catering, maaltijden, consumpties, eten en drinken

    • -

      buurtfeesten

    • -

      onvoorziene kosten

    • -

      kinderopvang

    • -

      reiskosten, vrijwilligersvergoedingen, presentjes, prijzen voor verlotingen etc.

    • -

      uitgaven waaraan directe inkomsten zijn verbonden (bijvoorbeeld (programma)boekjes die worden verkocht)

  • 3.

    Het college informeert de initiatiefnemer over dit besluit.

  • 4.

    Bij de verstrekking van de subsidie kan het college als voorwaarde bepalen dat binnen een bepaalde termijn met de uitvoering van het initiatief wordt gestart.

  • 5.

    Een initiatief dient uiterlijk een jaar na het verstrekken van de bijdrage te zijn uitgevoerd.

Artikel 5 Weigeringsgronden

De subsidie kan worden geweigerd indien het initiatief niet voldoet aan artikel 5 lid 1, het initiatief anderszins niet voldoet aan de doelstelling van deze regeling of indien gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:

  • a.

    het initiatief niet haalbaar of uitvoerbaar is binnen de in de aanvraag vermelde planning;

  • b.

    de initiatiefnemer doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet;

  • c.

    het initiatief voornamelijk betrekking heeft op privébelangen van de initiatiefnemer;

  • d.

    met het initiatief een commercieel doel wordt nagestreefd;

  • e.

    voor het initiatief reeds eerder een gemeentelijke subsidie is toegekend;

  • f.

    het initiatief al door anderen wordt uitgevoerd c.q. op een andere wijze door de gemeente wordt gesubsidieerd.

  • g.

    het initiatief geen aantoonbaar draagvlak in de kern, wijk of buurt of straat heeft.

  • h.

    De rechtspersoon voldoende eigen middelen heeft om het initiatief te bekostigen. Daarvan is tenminste sprake als de reserve van de rechtspersoon hoger is dan twee maal de gevraagde subsidie.

  • i.

    het initiatief niet past binnen het gemeentelijk beleid.

  • j.

    niet voldoende geld zelf bijeen is gebracht.

Artikel 6 Verplichtingen van de initiatiefnemer

  • 1. De initiatiefnemer zorgt ervoor dat de subsidie wordt besteed aan de uitvoering van het initiatief en administreert de uitgaven zorgvuldig.

  • 2. De initiatiefnemer doet zo spoedig mogelijk mededeling aan het college van veranderde omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de uitvoering van het initiatief.

  • 3. De initiatiefnemer is verantwoordelijk voor het creëren van draagvlak onder de bewoners als de aard van het initiatief dat noodzakelijk maakt en de wijze waarop dat draagvlak aantoonbaar is/aangetoond kan worden.

  • 4. De initiatiefnemer dient binnen drie maanden na afloop van de activiteit een financiële- en inhoudelijke verantwoording in. De financiële verantwoording bestaat ten minste uit een overzicht van betalingen en ontvangsten. De inhoudelijke verantwoording dient te bestaan uit een korte tekst vergezeld van foto’s, krantenartikelen etc.

Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze regeling treedt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2018 in werking en wordt ingetrokken per 31 december 2022.

  • 2. Deze regeling wordt aangehaald als: subsidieregeling burgerinitiatieven Berkelland 2018.

Ondertekening

Borculo, 3 juli 2018

Het college van burgemeester en wethouders,

De secretaris,

M.N.Broers

de burgemeester,

drs. J.H.A. van Oostrum

Toelichting op de Subsidieregeling burgerinitiatieven

Algemene toelichting

Met deze subsidieregeling willen we bewoners van de kernen, wijken, buurten en straten de gelegenheid bieden met initiatieven te komen om de samenleving in hun kern, wijk, buurt of straat te verbeteren en de sociale cohesie te versterken. Met de subsidie kunnen burgerinitiatieven worden bekostigd.

Deze subsidieregeling geeft de bewoners van een kern, wijk, buurt of straat zeggenschap over de keuze, de financiering en de uitvoering van hun initiatief. Het gaat hierbij nadrukkelijk om initiatieven van onderop, van de bewoners zelf.

maatschappelijke initiatief’ waarmee bedoeld wordt: initiatieven vanuit een eigen motivatie, niet gericht op de eigen positie of belangen, maar gericht op de maatschappelijke positie van een specifieke groep en/of op de kwaliteit van de samenleving. De initiatiefnemers doen het werk op vrijwillige basis en het initiatief vormt een zelfstandige organisatorische eenheid, onafhankelijk van de overheid en gevestigde instellingen

Artikelgewijze toelichting

In aanvulling op de algemene toelichting zijn hieronder, voor zover nodig, de onderdelen van de verordening artikelsgewijs toegelicht.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

a. bijdrage

De bijdrage is een subsidie in de zin van artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De algemene bepalingen van de Awb en de Algemene Subsidieverordening Berkelland 2018 zijn hierop van toepassing. In aanvulling daarop zijn de specifieke bepalingen van deze regeling op de bijdrage van toepassing.

Het gaat om subsidies van minimaal € 250,00 en maximaal € 5.000, -- voor rechtspersonen. Voor natuurlijke personen is de subsidie minimaal € 250,-- en maximaal 2.500,--. De hoogte van de subsidie is o.a. afhankelijk van het gevraagde bedrag, een toetsing op de nadere regels en de redelijkheid van de ingediende kosten. We maken bewust een onderscheid in de maximale hoogte tussen rechtspersonen en natuurlijke personen omdat bij natuurlijke personen de risico’s op een onjuiste besteding wat groter zijn dan bij rechtspersonen. Op die manier stimuleren we ook de oprichting van een rechtspersoon, waardoor er minder risico’s zijn voor zowel de gemeente als de organisator. Waar mogelijk en nodig worden initiatiefnemers ondersteund bij het oprichten van een rechtspersoon (middels een verwijzing naar de notaris en kamer van koophandel, uitleg over het verschil tussen een vereniging en stichting, uitleg over benodigde verzekeringen).

b. initiatief

De subsidieregeling is bedoeld voor alle initiatieven die de leefbaarheid van de wijk, buurt of straat vergroten. Vele initiatieven zijn denkbaar: verbeteren van de

veiligheid van een plein of park, project voor jongeren die werkloos zijn, maatregelen om overlast van jongeren terug te dringen, hangplekken, buurtkrant, website van de wijk, bijzondere buurtactiviteiten, opstellen leefregels buurt, inhuren van onafhankelijke ondersteuning voor een project en nieuwe manieren om alle bewoners bij de wijk te betrekken.

c. initiatiefnemer

De initiatiefnemer is in principe een individuele bewoner of een groep uit een kern, wijk, buurt of straat.

Als het gaat om een groep, is de organisatievorm daarvan niet van belang, wel de doelstelling van deze groep. Het kan hierbij zowel om bestaande groepen of organisaties gaan, als speciaal voor het initiatief opgerichte groepen. De doelstelling van de initiatiefnemer, individuele bewoner of groep, moet zijn de leefbaarheid verbeteren. Deze doelstelling hoeft niet formeel te zijn vastgelegd, maar kan bijvoorbeeld blijken uit het voorgedragen projectplan.

De subsidie kan niet aan professionele instellingen of bedrijven worden gegeven.

De subsidieregeling kan niet worden benut voor puur individuele projecten als het opknappen van een woonhuis van een bewoner. Zie in dit verband de weigeringsgrond van artikel 6, onderdeel c.

Artikel 2 Subsidieplafond

Met dit artikel wordt voldaan aan artikel 4:25 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) waarin is bepaald dat het subsidieplafond bij of krachtens wettelijk voorschrift wordt vastgesteld. Hiermee

wordt voorkomen dat bij het indienen van meerdere initiatieven het maximale budget wordt overschreden. Er is voor 2015 een subsidieplafond van € 25.000,-- en voor 2016 ook een subsidieplafond van € 25.000,--. Aanvragen worden toegewezen volgens de systematiek van “wie het eerst komt, die het eerst maalt”.

Artikel 3 Aanvraag subsidie

Het initiatief moet al een redelijk uitgewerkt plan zijn. Daarom zijn in lid 2 onder a tot en met f een aantal verplichte indieningsvereisten opgenomen,

Artikel 4 Verstrekking subsidie

De subsidie wordt verstrekt aan de initiatiefnemer. Initiatiefnemer zijn individuele bewoners of een bewonersgroep. Indien sprake is van een individuele bewoner als initiatiefnemer, dan wordt de subsidie op naam van deze individuele bewoner verstrekt.

Bij een bewonersgroep als initiatiefnemer zijn er twee mogelijkheden. Indien de groep rechtspersoonlijkheid heeft, dan wordt de subsidie op naam van deze

rechtspersoon verstrekt. Indien de groep geen rechtspersoonlijkheid heeft, wordt de subsidie op naam van een natuurlijk persoon gezet, zijnde de contactpersoon van deze groep bewoners.

Bij lid 1c geldt dat we nadrukkelijk kijken naar de inzet van andere middelen zoals subsidies of bijdragen van bijvoorbeeld Jantje Beton, het Oranjefonds, de Rabobank, Prowonen. Ook kan je denken aan sponsoring of giften in natura van ondernemers/winkeliers en eigen bijdragen. De eigen bijdrage kan ook in zelfwerkzaamheid tot uitdrukking komen.

We houden er rekening mee dat het ene initiatief meer mogelijkheden heeft om fondsen te benaderen dan het andere. We zullen de initiatiefnemers actief begeleiden/doorverwijzen. In redelijkheid zullen we bekijken of en hoe anderen een bijdrage kunnen geven.

Het college beslist binnen een redelijke termijn, doch uiterlijk binnen 8 weken op de aanvraag.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Een aanvraag kan ook gedeeltelijk worden ingewilligd en gedeeltelijk worden geweigerd. De weigering van een aanvraag om subsidie dient uiteraard gemotiveerd te worden met vermelding van de weigeringsgrond.

Artikel 6 Verplichtingen van de initiatiefnemer

In het derde lid is uitdrukkelijk opgenomen dat de initiatiefnemer verantwoordelijk is voor het creëren van draagvlak onder de bewoners indien de aard van het initiatief dat noodzakelijk maakt. De doelgroep van het initiatief is immers in de regel groter dan alleen de initiatiefnemers.

In het vierde lid wordt gevraagd om een beknopte financiële- en inhoudelijke verantwoording. Bij de inhoudelijke verantwoording kan volstaan worden met maximaal 1 A4tje. We hebben die informatie onder andere nodig om later de subsidieregeling te kunnen evalueren.

Uitgangspunt is vertrouwen in de aanvrager. Bij twijfel over de besteding van de subsidie kunnen we op grond van de Algemene Subsidieverordening Berkelland 2018 alle informatie opvragen.

Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel

De inwerkingtreding van de nadere regels is de dag na bekendmaking. De regeling werkt tot 31 december 2022