Welstandsnota Bernheze

Geldend van 08-10-2015 t/m heden

Intitulé

Welstandsnota Bernheze

Welstandsnota Bernheze

Welstandsvrij bouwen in Bernheze

Inleiding

  • ·

    Doel van de welstandsnota

  • ·

    Leeswijzer

Welstandscriteria

  • ·

    Welstandstoets

  • ·

    Welstandsvrije gebieden

  • ·

    Welstandsgebieden, linten

  • ·

    Welstandskaart

Excessenregeling

  • ·

    Repressieve toetsing en excessenregeling

  • ·

    Welstand en het bestemmingsplan

  • ·

    Welstand en monumentenbeleid

    • o

      Gemeentelijke monumenten

    • o

      Rijksmonumenten

    • o

      Beeldbepalende panden

Inhoudsopgave

  • 1.

    Inleiding – waarom nieuw welstandsbeleid

  • -

    Toegankelijkheid 3

  • -

    Totstandkoming 3

  • -

    Leeswijze 4

  • 2.

    Welstandsbeleid – hoe gaan we dat regelen

  • -

    Welstandsstandstoets 5

  • -

    Gebieden zonder welstandstoets 6

  • -

    Welstandsgebieden 6

  • -

    Beeldkwaliteitplan 7

  • -

    Reclame-uitingen 7

  • -

    Welstandscommissie 7

  • 3.

    Welstandscriteria – welke regels gelden waar

  • -

    Het agrarisch cluster 8

  • -

    Het dorpscentrum 10

  • -

    Woningbouw uit de wederopbouwperiode 12

  • 4.

    Algemene regels – welke regels gelden er nog meer

  • -

    Algemene welstandsregels over beeldkwaliteitplannen 14

  • -

    Algemene welstandsregels over reclame-uitingen 14

  • 5.

    Achtergronden - Overige welstandsthema’s

  • -

    Welstand en vergunningverlening 20

  • -

    Welstand en het bestemmingsplan 21

  • -

    Welstand en de monumenten 21

  • -

    Welstand en de excessenregeling 22

    Bijlagen

    • 1.

      Welstandskaart

    • 2.

      Welstandsfolder

    • 3.

      Regels voor beeldkwaliteitplannen

    • 4.

      Enquêtes ‘Welstandsvrij Bouwen in Bernheze’

    • 5.

      Onderzoek cultuurhistorisch waardevolle gebieden

    • 1.

      Inleiding

    Waarom nieuw welstandsbeleid

    De aanleiding van de nieuwe welstandsnota is de wens om de regeldruk voor inwoners en bedrijven in Bernheze te verminderen. Dit doen we door de welstandstoets voor grote delen van de gemeente af te schaffen. De nota regelt uitsluitend hetgeen wat noodzakelijk wordt geacht. De administratieve en bestuurlijke lasten worden hierdoor beperkt. Ook wordt de keuzevrijheid voor inwoners en bedrijven vergroot.

    In de gemeente Bernheze worden veel gebieden welstandsvrij. Voor enkele locaties blijft welstandstoezicht wel van toepassing. Dit geldt voor cultuurhistorische waardevolle gebieden die het bijzondere karakter van Bernheze bepalen. Voor nieuwe ontwikkelingen, zoals de bouw van een woonwijk, kunnen beeldkwaliteitplannen worden opgesteld. De beeldkwaliteitplannen gelden tijdens de bouw van de woonwijk. Na realisatie van de wijk verliest het beeldkwaliteitplan haar status en wordt het woongebied welstandsvrij. De welstandsregels voor reclame-uitingen blijven gelden om wildgroei aan reclames te voorkomen.

    Toegankelijkheid

    We willen het welstandsbeleid voor iedereen toegankelijk maken. Het nieuwe welstandsbeleid is eenvoudig, compact en regelt alleen het hoogstnoodzakelijke. Het volledige welstandsregime is bondig verwoord en overzichtelijk in beeld gebracht in een folder. In deze welstandsfolder vind je alle welstandsregels voor de welstandsgebieden. De welstandsnota staat op www.bernheze.org en www.ruimtelijkeplannen.nl. Via www.ruimtelijkeplannen.nl zijn zowel de bestemmingsplanregels als de welstandsregels op te zoeken.

    Totstandkoming

    In het bestuursprogramma ‘Ruimte en kansen voor iedereen’ nam het college zich voor om de welstandstoets geheel of gedeeltelijk af te schaffen om de regeldruk te verminderen. De gemeenteraad besloot op 25 september 2014 dat de welstandstoets wordt afgeschaft, maar dat monumenten, beschermde dorpsgezichten en cultuurhistorisch erfgoed, indien gewenst of noodzakelijk beschermd moeten worden.

    In de Woningwet is de verantwoordelijkheid voor het gemeentelijke welstandsbeleid

    expliciet neergelegd bij de gemeenteraad. In artikel 12a lid 1 van de Woningwet staat dat de gemeenteraad de welstandsnota vaststelt. Bij deze vaststelling worden de resultaten van de inspraak meegewogen. Inwoners van Bernheze krijgen via de inspraakprocedure, zoals vastgelegd in de gemeentelijke inspraakverordening, vooraf de gelegenheid om op de inhoud van het beleidsvoorstel te reageren.

    Bij de voorbereiding van de nieuwe welstandsnota zijn de inwoners en architecten uit Bernheze geraadpleegd. We vroegen de mening aan inwoners die recent een bouwaanvraag indienden en lokale architecten. In de enquête Welstandsvrij bouwen in Bernheze kwamen verschillende welstandsaspecten aan de orde. De uitkomst van de enquête is dat zowel de inwoners als de architecten een lichte voorkeur hebben voor het afschaffen van de welstandstoets. De inwoners vinden keuzevrijheid belangrijk. Ruim 75% van zowel de architecten als inwoners vindt dat cultuurhistorisch waardevolle gebieden beschermd moeten worden.

    Leeswijzer

    Hoofdstuk 2 beschrijft het welstandsbeleid op hoofdlijnen. In hoofdstuk 3 zijn de welstandscriteria beschreven voor de welstandsgebieden. Dit is het concrete toetsingskader voor de welstandscommissie. Deze welstandscriteria gelden niet voor de welstandsvrije gebieden. In hoofdstuk 4 staan de algemene regels over welstand waaronder de regels over reclamevoering. Hoofdstuk 5 belicht de relatie met de vergunningverlening, bestemmingsplannen, monumenten en het handhavingsbeleid. In de bijlagen zijn de welstandskaart, de regels voor beeldkwaliteitplannen en het onderzoek naar cultuurhistorisch waardevolle gebieden opgenomen.

    2.Welstandsbeleid

    Hoe gaan we dat regelen

    Vanaf 1 oktober 2015, na vaststelling van de W elstandsnota Bernheze – Regels ter b e scherming van cultuurhistorie door de gemeenteraad van Bernheze, gaan de nieuwe welstandsregels uit deze nota in. Deoude regeling, de welstandsnota gemeente Bernheze van 27 mei 2004, wordt tegelijkertijd ingetrokken. Bouwaanvragen in welstandsvrije gebieden worden dan niet meer getoetst aan welstandsregels. De vergunningplichtige bouwwerken die niet in welstandsvrije gebieden liggen worden getoetst aan de welstandscriteria uit deze nota. Deze welstandscriteria staan in hoofdstuk 3.

    Bouwwerken die zijn opgericht vóór de inwerkingtreding van de Welstandsnota Bernheze worden niet achteraf aan de welstandscriteria getoetst. Een nieuwe aanvraag wordt beoordeeld aan de geldende welstandsnota. Het moment van indienen is bepalend of de aanvraag onder het oude of nieuwe welstandsregime valt.

    Welstandstoetsing

    De gemeente kan sinds 2013, na de komst van de KAN-bepaling, zelf bepalen hoe zij de welstandstoetsing uitvoert. Het welstandstoezicht mag gedifferentieerd worden naar gebied, zone, type bouwplan etc. Ook kan de gemeente er voor kiezen de welstandstoetsing in gebieden te laten vervallen.

    De gemeente Bernheze kiest ervoor om alleen een welstandstoets uit te voeren in een aantal specifieke gebieden. Er gelden welstandseisen voor de cultuurhistorisch waardevolle gebieden. Deze gebieden liggen verspreid in de vijf dorpskernen en het buitengebied. In deze gebieden is cultuurhistorisch waardevolle bebouwing in een hoge concentratie aanwezig. Daarmee hebben ze een ruimtelijk-culturele en beeldbepalende waarde.

    Bouwaanvragen van inwoners en bedrijven in Bernheze worden aan het welstandsbeleid getoetst. Als de aanvraag in een welstandsgebied valt dan wordt de bouwaanvraag getoetst aan welstand. De verschillende welstandsgebieden staan op de welstandskaart. De regels die horen bij de welstandsgebieden zijn te vinden onder ‘welstandscriteria’ in hoofdstuk 3. De bouwaanvraag wordt niet getoetst aan welstand, als deze in welstandsvrij gebied ligt. Uitzondering hierop maken bouwwerken die vallen onder de algemene regels. Dit kunnen reclame-uitingen zijn of nieuwbouwwoningen die in een beeldkwaliteitplan liggen. De algemene regels voor welstand staan in hoofdstuk 4 omschreven en gaan over het reclamebeleid en het beeldkwaliteitplan.

    Gebieden zonder welstandstoets

    Voor de welstandsvrije gebieden is er geen welstandstoets van toepassing. Ruimtelijk worden deze initiatieven alleen getoetst aan het bestemmingsplan. Voor de welstandsvrije gebieden geldt geen repressieve toets of excessenregeling. Indien het bouwplan in strijd is met redelijke eisen van welstand wordt hier niet tegen opgetreden.

    Welstandsgebieden

    Voor die gebieden waar welstand geldt, kiest Bernheze ervoor om deze toetsing zo concreet mogelijk te maken. De welstandscriteria komen voort uit de gebiedsbeschrijving en waardering uit het onderzoek Inventarisatie Cultuurhistorisch Waardevolle Gebieden van Monumentenhuis. Bij het beoordelen van de bouwaanvraag moeten de welstandscriteria in acht worden genomen. De welstandscommissie toetst aan de welstandscriteria uit hoofdstuk 3 en de beschrijving en waardering uit de ‘Inventarisatie cultuurhistorisch waardevolle gebieden’ zoals die is opgenomen in bijlage 3.

    Het beeldkwaliteitplan

    Het beeldkwaliteitplan is een instrument dat kan worden ingezet ter bevordering van de ruimtelijke kwaliteit van een nieuwbouwwijk. De regels uit een beeldkwaliteitplan gelden tijdens de ontwikkelfase. Omdat Bernheze kiest voor welstandsvrij zullen de regels voor welstand vervallen als de woningbouwontwikkeling voltooid is. Zo kan er tijdens de bouw gestuurd worden op de gewenste beeldkwaliteit, maar gelden er na realisatie geen welstandsregels, bijvoorbeeld voor verbouwingen.

    Een bouwaanvraag die in een gebied met een beeldkwaliteitplan ligt, wordt getoetst aan de welstandscriteria uit dit beeldkwaliteitplan. De welstandscommissie voert deze toetsing uit. De werkwijze bij toetsing aan een beeldkwaliteitplan staat omschreven in hoofdstuk 4. De eisen die we stellen aan een beeldkwaliteitplan staan in bijlage 2.

    Reclame-uitingen

    Reclame is niet meer weg te denken uit het hedendaagse straatbeeld. Het doel van reclame is om op te vallen en zo potentiële klanten over te halen tot aanschaf van producten en diensten. De reclamevoering zal onder druk van concurrentie steeds groter en opzichtiger worden. In deze welstandsnota staan daarom duidelijke regels om wildgroei te voorkomen.

    We onderscheiden plaatsgebonden en niet-plaatsgebonden reclame. De niet-plaatsgebonden reclame heeft tot doel de consumptie van producten te bevorderen. Het doel van plaatsgebonden reclame is om de herkenbaarheid van een winkel of bedrijf te vergroten. Met de niet-plaatsgebonden reclame wordt zeer terughoudend omgegaan. De regels voor plaatsgebonden reclame staan in hoofdstuk 4, algemene welstandsregels.

    Welstandcommissie

    De welstandscommissie toetst een bouwaanvraag aan de welstandscriteria in de welstandsgebieden, een beeldkwaliteitplan en regels voor reclamevoering. De welstandscommissie adviseert het college van Burgemeester en wethouders. De samenstelling en de werkwijze van de welstandscommissie is omschreven in Bijlage 9, Reglement van orde van de welstandscommissie van de Bouwverordening Bernheze 2012.

    3. Welstandscriteria

    Welke regels gelden waar

    De welstandscriteria gaan over de uiterlijke verschijningsvorm van bouwwerken en bouwkundige objecten. De welstandscriteria in deze nota richten zich op specifieke gebiedskwaliteiten. De welstandscriteria zijn dan ook niet algemeen van aard maar specifiek en gericht op de aanwezige cultuurhistorische waarden in een gebied. Er zijn in deze nota 15 gebieden aangewezen waar welstandeisen gelden.

    De welstandseisen zijn samengebracht in 3 gebiedstypen:

    • 1.

      Het agrarisch cluster

    • 2.

      Het historisch dorpscentrum

    • 3.

      De woningbouw uit de wederopbouwperiode

    Het agrarische cluster

    Het agrarische cluster kent een agrarische oorsprong en is vaak ontstaan aan een belangrijke weg of kruising van wegen. De clusters ontstonden op de hogere gronden, op de overgang naar lager en natter gebied. De meest voorkomende en karakteristieke bebouwing is de langgevelboerderij. In de langgevelboerderij zijn alle functies onder één dak ondergebracht. Deze boerderij heeft een vaste opbouw. Het woongedeelte ligt op de kop. Daarachter liggen de stal en de schuur. De ingangen tot de verschillende delen liggen traditioneel aan de lange gevel. In Bernheze is een mix te zien van boerderijen met de ingang op aan lange gevel en op de kop. In de loop van de tijd zijn er veel variaties ontstaan. De boerderijen uit de 19e eeuw of uit het interbellum en wederopbouwperiode zijn uiteraard verschillend. De overeenkomsten zijn sterker dan de verschillen. De langgevelboerderij is functionele bebouwing, gericht op doelmatig en veelzijdig agrarisch gebruik. Dit uit zich in een eenvoudige opzet en sobere detaillering.

    Welstandscriteria Het agrarische bebouwingscluster

    Welstandscriteria

    hoofdaspecten

    Type bebouwing

    Grote vrijstaande woning of twee-onder-één kapwoning (niet geschakeld)

    Plaatsing, situering, oriëntatie

    Afstand tot de voorste perceelsgrens varieert. Object staat op een ruim perceel

    massaopbouw

    1 laag met kap, dakhelling > 40°, lage goot tot 4 meter.

    gevelopbouw

    Eenvoudig en evenwichtig, verdeling naar gebruik

    Materiaalgebruik

    (hoofdvlakken)

    Baksteen en pannendak of riet. Incidenteel worden hout of moderne materialen toegepast.

    Kleurgebruik

    (hoofdvlakken)

    Gedekte kleuren in naturel, rood of aarde tinten

    deelaspecten

    Samenstelling massa

    Enkelvoudig; eventueel met een ondergeschikte dwarsmassa

    gevelindeling

    Traditioneel

    Plasticiteit gevel

    Beperkt

    detailaspecten

    Materiaalgebruik

    (onderdelen)

    Kozijnen: 1 materiaal toepassen voor het hele gebouw

    Ondergeschikte delen: verschillende materialen

    Kleurgebruik

    (onderdelen)

    Passend bij het pallet van de hoofdvlakken

    Detaillering

    Eenvoudig en sober

    Specifieke aspecten *

    Bijgebouwen

    Gesitueerd nabij hoofdgebouw, geen dakkapellen

    Erfafscheiding

    Erfafscheiding bestaat uit hagen en/of erfbeplanting

    Tuin

    Functioneel erf. Rationele indeling met moestuin, siertuin, boomgaard en hakhoutbosje met inheemse soorten

    * specifieke aspecten worden licht beoordeeld, de onderdelen kunnen bijdragen aan een betere landschappelijke inpassing.

    Het historisch dorpscentrum

    De dorpen hebben een agrarische oorsprong. Door de strategische ligging hebben deze nederzettingen zich ontwikkeld tot dorp. In het dorp is een concentratie van wonen aanwezig. Het dorpscentrum was de geschikte plaats voor grotere gebouwen voor religieuze en maatschappelijke functies zoals een school, raadhuis, kerk enz. De agrarische oorsprong is in de kernen van Bernheze nog duidelijk te herkennen door de aanwezigheid van boerderijen in de dorpsstructuur. De weide- en akkervelden om de boerderijen zijn in de loop van de tijd volgebouwd. Aan het dorpslint is zo bebouwing ontstaan met een mix van bouwstijlen en uit verschillende tijdsperioden. De concentratie van bebouwing in de dorpscentra begon rond de vorige eeuwwisseling. Tot halverwege de 20ste eeuw was de dorpsontwikkeling gericht op het concentreren van bebouwing aan bestaande dorpslinten.

    Welstandscriteria Het historische dorpscentrum

    Welstandscriteria

    hoofdaspecten

    Type bebouwing

    Lintbebouwing, voornamelijk vrijstaande bebouwing en een enkele twee-onder-één kapwoning

    Plaatsing, situering, oriëntatie

    Verspringende rooilijn, variërende afstanden tot de zijdelingse perceelsgrens. Maatschappelijke of religieuze bebouwing staat meestal verder naar achteren en vrij op het perceel.

    massaopbouw

    Woningen bestaan uit één of twee lagen met kap; overige (gemengde) bebouwing is vaak meerlaags en in gevallen plan afgedekt.

    gevelopbouw

    Mix van neostijlen en traditionalisme

    Materiaalgebruik

    (hoofdvlakken)

    Baksteen en pannendak. Incidenteel een rietbedekte boerderij. Incidenteel worden moderne materialen toegepast.

    Spiegelende materialen voor de daken zijn niet toegestaan.

    Kleurgebruik

    (hoofdvlakken)

    Gevels met gedekte kleuren in naturel, rood of aarde tinten. Dak hoofdzakelijk met antraciete pannen.

    deelaspecten

    Samenstelling massa

    Enkelvoudig, eventueel met een ondergeschikte dwarsmassa

    gevelindeling

    Traditioneel

    Plasticiteit gevel

    Ondergeschikt aan de hoofdmassavorm

    detailaspecten

    Materiaalgebruik

    (onderdelen)

    Kozijnen: één materiaal toepassen voor het hele gebouw

    Ondergeschikte delen: verschillende materialen

    Kleurgebruik

    (onderdelen)

    Passend bij het pallet van de hoofdvlakken

    Detaillering

    Uitgebreide decoratieve detaillering aan maatschappelijke of religieuze bebouwing en luxere dorpsvilla’s.

    Bebouwing met een agrarische oorsprong weinig gedetailleerd.

    Specifieke aspecten *

    Bijgebouwen

    Gesitueerd nabij hoofdgebouw, geen dakkapellen

    De woningbouw uit de wederopbouwperiode

    Tijdens de wederopbouwperiode na de tweede helft van de 20ste eeuw, zijn in Bernheze de eerste planmatige uitbreidingen gerealiseerd. De woningbouwplannen liggen dan niet meer aan het dorpslint. De woningbouw heeft een planmatige opzet en er wordt voor het eerst seriematig gebouwd. De ontwikkelingen zijn nog steeds kleinschalig. De woningen hebben een traditionalistische architectuur, naar voorbeeld van de dan populaire Delftse school. Bij sommige gebouwen zijn invloeden van de Bossche school te zien.

    Welstandscriteria: Woningbouw in de wederopbouwperiode

    Welstandscriteria

    hoofdaspecten

    Type bebouwing

    Planmatige opzet,

    1.Geschakelde rijwoning aan de Kerkstraat, Molenstraat en Wilhelminalaan

    2.Ruime tweekappers aan de Hoogstraat

    Plaatsing, situering, oriëntatie

    1.Direct aan de straat of een kleine voortuin, diepe achtertuin

    2.In de rooilijn met een ruime voortuin

    massaopbouw

    1.één laag met kap

    2.twee lagen met kap

    gevelopbouw

    Traditionele opzet, op plekken vlaamse gevel

    Materiaalgebruik

    (hoofdvlakken)

    Baksteen en pannendak

    Kleurgebruik

    (hoofdvlakken)

    1.Gevels lichte aarde en roodtinten en rode dakpannen

    2.Gevels in donkere aardetint en antraciete dakpannen

    deelaspecten

    Samenstelling massa

    Geschakelde bouwmassa met tussenbouw, Eenvoudige hoofdvorm met aanbouwen als entree, dakkapel

    gevelindeling

    Traditioneel

    Plasticiteit gevel

    Beperkt

    detailaspecten

    Materiaalgebruik

    (onderdelen)

    verschillende materialen; spiegelende materialen voor de daken zijn niet toegestaan.

    Kleurgebruik

    (onderdelen)

    Passend bij het pallet van de hoofdvlakken

    Detaillering

    Karakteristieke elementen als rollagen, luiken, siersteen en decoratief gebruik van natuursteen of beton

    Specifieke aspecten *

    Bijgebouwen

    Bijgebouw ontworpen in samenhang met het hoofdgebouw

    Tuin

    Diepe achtertuinen en kleine voortuinen

    4. Algemene Regels

    Welke regels gelden er nog meer

    Algemene welstandsregels over beeldkwaliteitplannen

    Het beeldkwaliteitplan vormt een belangrijk instrument voor de kwaliteitbewaking van ruimtelijke plannen. Het beeldkwaliteitplan regelt het uiterlijk van de gebouwen en de openbare ruimte. Dit instrument kan worden ingezet bij nieuwe ontwikkelingen. Ondanks dat Bernheze kiest voor welstandsvrij willen we de mogelijkheid behouden om te sturen op ruimtelijke kwaliteit bij nieuwbouwontwikkelingen. De gemeente kan met het beeldkwaliteitplan toezien dat afspraken met bouwpartijen over de ruimtelijke kwaliteit worden nagekomen. Bij iedere nieuwbouwontwikkeling beslist de raad of er welstandscriteria moeten gelden door wel of geen beeldkwaliteitplan vast te stellen.

    Als een beeldkwaliteitplan wordt opgesteld voor een ruimtelijke ontwikkeling dan komen de welstandscriteria in dat plan. In bijlage 2 wordt omschreven aan welke regels het beeldkwaliteitplan moet voldoen en hoe dit plan tot stand komt.

    Algemene welstandsregels over reclame-uitingen

    De regels voor reclamevoering gelden niet alleen in de welstandsgebieden maar voor de hele gemeente. De reclameregels sluiten aan bij de regels uit de welstandsnota 2004. Deze regels geven voldoende mogelijkheden aan inwoners en bedrijven om herkenbaar te zijn in het straatbeeld. Reclame-uitingen die niet-plaatsgebonden zijn worden geweerd.

    Omdat de regels voor reclame-uitingen worden gecontinueerd is het aanpassen van aanwezige reclames niet nodig. Het straatbeeld zal ook niet veel wijzigen. Voor het woongebied, centrumgebied, buitengebied, bedrijfsterreinen, en sportterreinen gelden verschillende regels. De regels voor reclame-uitingen worden per deelgebied beschreven.

    Woongebieden

    In de woongebieden wordt terughoudend omgegaan met reclames. Alleen bij woningen met een aan huisgebonden beroep en bedrijven met een positieve bestemming worden reclame-uitingen in beperkte mate toegestaan.

    Toetsingstabel woongebieden

    Aan de gevel

    Vrijstaand

    Regels voor reclamevoering in een woongebied

    ·Geen reclame-uitingen

    ·Geen reclame-uitingen

    Regels voor reclame voor een aan huis gebonden beroep

    ·Maximale oppervlakte 0.40 m2

    ·Alleen naam en aard van het bedrijf met eventueel openingstijden, en/of een vignet

    ·Bevestigen tegen de gevel op of net boven begane grondniveau. Haaks op de gevel is niet toegestaan. Boven de dakrand uitstekend is eveneens niet toegestaan.

    ·Reclame uiting t.p.v. bedrijfstoegang.

    ·Ingepast in de gevelcompositie

    ·Aanlichten van de reclametekst mag maar geen lichtreclame.

    ·Alzijdige zorgvuldige vormgeving en logische plaatsing.

    ·Maximaal oppervlak 0,4 m2.

    ·Hoogte maximaal 1.5 m. boven maaiveld.

    ·Aanlichten van de reclametekst mag maar geen lichtreclame.

    Regels voor reclame voor bedrijfsbebouwing

    ·Geen merkreclame, alleen mogelijk indien het bedrijf slechts één merkproduct verkoopt

    ·Per 10 meter gevelbreedte aan straatzijde is 1 m2 reclame mogelijk.

    ·Per gebouw maximaal 1 reclameteken gelijktijdig zichtbaar.

    ·Bij een grotere gevelbreedte dan 15 m zijn twee reclametekens mogelijk.

    ·Ingepast in de gevelcompositie.

    ·Bevestigen tegen de gevel op of net boven begane grondniveau. Haaks op de gevel is niet toegestaan. Boven de dakrand uitstekend is eveneens niet toegestaan.

    ·Aanlichten van de reclametekst mag maar geen lichtreclame.

    ·Alzijdige zorgvuldige vormgeving en logische plaatsing.

    ·Maximaal oppervlak 0,5 m2.

    ·Hoogte maximaal 2.25 m. boven maaiveld.

    ·Aanlichten van de reclametekst mag maar geen lichtreclame.

    Sportterreinen

    Een sportterrein of een gelijk te stellen maatschappelijke functie als de scouting of een visvereniging liggen vaak tegen of in het buitengebied. De ligging in een groene omgeving maakt terughoudendheid met reclamevoering geboden. Naamsreclame en aanduidingen voor de vindbaarheid van het complex zijn wel mogelijk.

    Toetsingstabel sportterrein

    Tegen de gevel

    vrijstaand

    ·(Licht)reclame maximaal 1 m2, aangebracht tegen de gevel van het clubgebouw.

    ·Haaks op de gevel is niet toegestaan. Boven de dakrand uitstekend is eveneens niet toegestaan.

    ·Uniform systeem voor bewegwijzering en naamsaanduiding.

    ·Reclame uitingen richten op het complex en achterzijde donker.

    ·Hoogte max. 1.2 m. boven maaiveld.

    ·Geen lichtreclame

    Centrumgebieden

    In de centrumgebieden zijn ruimere mogelijkheden voor reclamevoering aanwezig. Het centrumgebied is de herkenbaarheid van winkels belangrijk. In het centrumgebied kan de reclamevoering hand over hand toenemen door onderlinge concurrentie.

    Toetsingstabel centrumgebied

    Tegen de gevel of luifel

    Vrijstaand

    ·Per 10 m. straatgevel max. 2 reclametekens.

    ·Breedte max. 60% van de winkelbreedte, de max. breedte kan worden vergroot als dit past in de gevelcompositie.

    ·Per 6 m straatgevel 1 lichtbak van max. 0,75 m2 loodrecht op de gevel.

    ·Per gebouw van minder dan 10 m. gevelbreedte slechts één reclameteken gelijktijdig zichtbaat per straatgevel.

    ·Reclamevoering op de begane grond of net daarboven.

    ·Ingepast in de gevelcompositie.

    ·De reclame mag niet uitsteken boven de dakrand en / of luifel, tenzij dit past in de gevelcompositie.

    ·Max. 1 vrijstaand reclamebord van 0.75 m2.

    ·Maximale hoogte 1.2 m. boven maaiveld.

    ·Alzijdige zorgvuldige vormgeving en logische plaatsing.

    Bedrijventerrein

    De reclamevoering op een bedrijventerrein is vooral gericht op de herkenbaarheid of vindbaarheid van het bedrijf en in mindere mate op naamsbekendheid. Daarom is hier meer reclame toegestaan. Door de grotere schaal van de gebouwen en het functionele karakter wordt meer en grotere reclame-uitingen toegestaan. Uitgangspunt blijft dat de reclame op een logische plaats wordt aangebracht en afgestemd op de massa en gevelopzet. Reclamevoering kan vormgegeven worden als onderdeel van het architectuurbeeld. In dit geval kan het gewenst zijn om meer reclame toe te staan dan in de regels is opgenomen. Welstand kan in dat geval gemotiveerd afwijken van de maximale afmetingen in de toetsingstabel.

    Toetsingstabel bedrijventerrein

    Plaatsing

    Tegen de gevel

    Op dakrand

    Vrijstaand

    Maximale afmeting

    ·5% geveloppervlakte en max. 10 m2

    ·3% geveloppervlakte en max. 5 m2

    ·3 m2.

    Maximale lengte

    ·gevelbreedte

    ·50% gevelbreedte

    ·Max 2 m.

    Maximale breedte

    ·2 m.

    ·0.8 m.

    ·---

    Maximale hoogte

    ·N.v.t.

    ·---

    ·Max 3 m. boven maaiveld.

    Aantal

    ·1 per naar de straat gekeerde gevel

    ·1 per naar de straat gekeerde gevel

    ·1 bij de toegang

    Nadere eisen

    ·Vormgeving, afmetingen en plaatsing afgestemd op gevelopzet.

    ·Losse tekens

    ·Alzijdige zorgvuldige vormgeving

    ·Zorgvuldig materiaalgebruik

    ·Geplaatst bij toegang

    ·Alzijdige orgvuldige vormgeving

    ·Zorgvuldig materiaalgebruik

    Buitengebied

    In het buitengebied zijn we terughoudend met reclames. De reclame-uitingen passen slecht in het landschappelijke en groene karakter van de omgeving. Bij agrarische en niet agrarische bestemmingen zijn bescheiden reclames mogelijk op het erf en aan de gevel. Felle kleuren en schreeuwende kleurcombinaties worden geweerd. Op agrarische percelen is geen reclame toegestaan. Lichtreclames zijn niet toegestaan, met uitzondering van lichtreclame aan de gevel bij niet agrarische bestemming.

    Toetsingstabel buitengebied

    Tegen de gevel

    Vrijstaand op bouwperceel

    Onbebouwd perceel

    Agrarische bestemming

    ·Max. 1 naamsduiding.

    ·Max 3% van het geveloppervlak en max. 2,5 m2.

    ·Logische plaatsing bij toegang.

    ·Vormgeving, afmetingen en plaatsing afgestemd op gevelopzet.

    ·Haaks op de gevel is niet toegestaan. Boven de dakrand uitstekend is eveneens niet toegestaan.

    ·Geen reclame behalve ‘te koop’ bordjes.

    ·Logische plaatsing bij toegang.

    ·Geen reclame toegestaan.

    Niet agrarische bestemming

    ·Max. 1 per naar de straat gekeerde gevel

    ·Max 5% van het geveloppervlak en max. 4 m2

    ·Max. 1 lichtreclame met max. opp. 1 m2.

    ·Vormgeving, afmetingen en plaatsing afgestemd op gevelopzet.

    ·Haaks op de gevel is niet toegestaan. Boven de dakrand uitstekend is eveneens niet toegestaan.

    ·Max. 1m2 per object en 2 m2 totaal.

    ·Max. hoogte 2,5 m. boven maaiveld.

    ·Max. 2 borden per terrein.

    ·Geen lichtreclame.

    ·Logische plaatsing bij toegang.

    ·Max 0.5 m2

    ·Max hoogte 1.25 m.

    ·Max 1 bord per terrein.

    ·Geen verlichte reclame.

    5. Achtergronden

    Overige welstandsthema’s

    Welstand en vergunningverlening

    Een bouwaanvraag wordt getoetst aan het bouwbesluit, het bestemmingsplan en welstand. De welstandsnota maakt veel gebieden welstandsvrij. In deze gebieden wordt er niet meer getoetst op het uiterlijk van gebouwen en bouwwerken. De toets aan het bouwbesluit en het bestemmingsplan blijft bestaan.

    Niet de gehele gemeente is welstandsvrij. De welstandsnota bevat regels voor 15 welstandsgebieden. De welstandscommissie toetst een bouwaanvraag aan deze regels. Er wordt dus niet getoetst of een bouwwerk mooi of lelijk is. De toetsing richt zich op de specifieke (cultuurhistorische) kwaliteit van een gebied of de gewenste beeldkwaliteit in geval van een nieuwbouwontwikkeling.

    Als een bouwplan vergunningsplichtig is en ligt in een welstandsgebied of beeldkwaliteitplan, dan vindt er een welstandstoets plaats. Bij de welstandstoets worden de welstandscriteria uit hoofdstuk 4 gehanteerd. De welstandstoets maakt dan onderdeel uit van de omgevingsprocedure.

    Na de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het Besluit omgevingsrecht (Bor) zijn de regels voor vergunningsvrij bouwen verruimd. Vergunningsvrije bouwwerken worden niet getoetst aan welstand. In de Wabo en Bor staan bouwactiviteiten die vergunningsvrij zijn, als er geen welstandsregels voor gelden. Deze bouwactiviteiten zijn:

    • 1.

      een bijgebouw in het achtererfgebied op een afstand minder dan 1 meter van het openbaar gebied,

    • 2.

      dakramen aan de voorzijde of een naar openbaar gebied gekeerd dakvlak,

    • 3.

      een erfafscheiding niet hoger dan 2 m. en op een afstand minder dan 1 meter van het openbaar gebied,

    • 4.

      dakkapellen in het voordakvlak.

    In welstandsgebieden zijn de bovenstaande bouwactiviteiten vergunningsplichtig. In het welstandsvrij gebied zijn deze bouwactiviteiten vergunningsvrij. Als er een beeldkwaliteitplan geldt dan gelden de welstandscriteria uit dit beeldkwaliteitplan en worden deze bouwwerken mogelijk getoetst door welstand.

    De welstandscommissie geeft advies aan het college van burgemeester en wethouders. De afwijking wordt gemotiveerd en teruggekoppeld aan de welstandscommissie. Het college kan afwijken van het welstandsadvies als;

    • -

      er zwaarwegende economische of maatschappelijke belangen spelen,

    • -

      andere wetgeving hierom vraagt, bijvoorbeeld in het kader van brandveiligheid of milieu-eisen.

    Welstand en het bestemmingsplan

    Een omgevingsvergunning wordt getoetst aan de bouwregels uit het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan legt de positie, maximale oppervlakte en maximale inhoud vast van een bouwplan. Het welstandsbeleid gaat over de wijze waarop dit bouwvolume wordt vormgegeven. Het welstandsadvies mag de bouwmogelijkheden niet beperken. Wanneer er sprake is van een verschil tussen deze toetsingen, hebben de regels uit het bestemmingsplan voorrang.

    Welstand en monumenten

    De gemeente Bernheze kent 142 gemeentelijke monumenten en rijksmonumenten. Voor verbouwplannen aan een monument is een monumentenvergunning nodig. Het college van burgemeester en wethouders verleent de vergunning. De monumentencommissie adviseert bij de vergunningverlening. Dit advies is gebaseerd op de Monumentenwet en andere beleidsdocumenten gericht op monumenten.

    We willen voorkomen dat bouwplannen dubbel getoetst worden. De verbouwplannen waar een monumentenvergunning voor nodig is, worden door de monumentencommissie getoetst. Deze bouwplannen worden niet aan de welstandcriteria getoetst of aan de welstandscommissie voorgelegd.

    Handhaving en de excessenregeling

    De gemeente Bernheze kiest voor een grotendeels welstandsvrij grondgebied. In het welstandsvrije gebied kan er dus niet handhavend worden opgetreden op basis van ‘redelijke eisen van welstand’ om de eenvoudige reden dat er geen welstandsregels gelden. De gemeente Bernheze maakt ook geen gebruik van een excessenregeling of repressieve toets. Ook niet in die gebieden waar welstandsregels of beeldkwaliteitsregels gelden. Het bestaande handhavingsinstrumentarium biedt voldoende mogelijkheden om bouwwerken binnen de welstandsregels te laten bouwen en bij afwijkingen dit te corrigeren.

    Als voor een vergunningplichtig bouwwerk geen omgevingsvergunning is aangevraagd of als het bouwwerk na realisering afwijkt van de tekeningen waarop de omgevingsvergunning werd afgegeven, krijgt de eigenaar de gelegenheid om (alsnog of opnieuw) vergunning aan te vragen voor het gerealiseerde bouwwerk. Als deze omgevingsvergunning wordt geweigerd, bijvoorbeeld vanwege een negatief welstandsadvies gebaseerd op de criteria in deze nota, dan zal de eigenaar de situatie moeten veranderen. Burgemeester en wethouders kunnen dan degene die tot het opheffen van de (illegale) situatie bevoegd is, aanschrijven om binnen een door hen te bepalen termijn de strijdigheid op te heffen. Bouwwerken waarvoor geen welstandstoets nodig is, kunnen ook niet op grond van welstandseisen geweigerd worden.

    Bijlagen

    • 1.

      Welstandskaart

    • 2.

      Regels voor beeldkwaliteitplannen

    • 3.

      Onderzoek cultuurhistorisch waardevolle bebouwing

    Bijlage 1

    Welstandskaart

  • -

    Welstandskaart

    Bijlage 2

    Regels voor beeldkwaliteitplannen

    Het beeldkwaliteitplan

    Het beeldkwaliteitplan wordt voor uiteenlopende doeleinden ingezet. In Bernheze is het beeldkwaliteitplan in eerste plaats het toetsingsinstrument voor de welstandscommissie bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Het beeldkwaliteitplan heeft ook een informatieve en inspirerende functie naar toekomstige bewoners, omwonenden, architecten en andere betrokken partijen.

    Procedurele eisen beeldkwaliteitplan

    Op grond van de Woningwet (artikel 12a, m.b.t. de welstandsnota) vormt het beeldkwaliteitplan een verplicht toetsingskader voor de welstandcommissie. Het beeldkwaliteitplan wordt op grond van dit artikel door de gemeenteraad vastgesteld. Het beeldkwaliteitplan krijgt de status van een welstandsnota voor een bepaald gebied.

    Het beeldkwaliteitplan biedt samen met het bestemmingsplan een krachtig sturingsinstrument voor ruimtelijke-visuele kwaliteit in een ontwikkeling. Het bestemmingsplan legt de positie, oppervlak en inhoud vast van een bouwplan. Het beeldkwaliteitplan geeft criteria voor bouwvolumes, vormgeving, kleur- en materiaalgebruik. De stedenbouwkundige uitgangspunten uit het bestemmingsplan en architectonische uitwerking staan in het beeldkwaliteitplan. Deze plannen worden beiden door de raad vastgesteld.

    Het beeldkwaliteitplan wordt door de gemeenteraad vastgesteld. Bij vaststelling van het beeldkwaliteitplan wordt de welstandsnota voor het betreffende gebied aangevuld of herzien. Bij de voorbereiding van het besluit wordt afdeling 3.4 Awb gevolgd. Het beeldkwaliteitplan wordt bij voorkeur tegelijkertijd vastgesteld met het bestemmingsplan. Het beeldkwaliteitplan kan ook als onderdeel in het bestemmingsplan worden opgenomen. Dit onderdeel uit het bestemmingsplan moet dan volgens artikel 12a worden vastgesteld. Op dit onderdeel vindt dan inspraak plaats maar staat niet open voor beroep.

    Inhoudelijke eisen beeldkwaliteitplan

    Naast de procesmatige regels worden er ook enkele inhoudelijke eisen gesteld aan het beeldkwaliteitplan. Om het instrument beeldkwaliteitplan effectief in te kunnen zetten gaat het plan in op minimaal de volgende onderdelen.

    • ·

      Omschrijving van het algemeen doel en juridische status

    • ·

      Omschrijving van het stedenbouwkundig plan

    • ·

      Richtlijnen voor bebouwing

    • ·

      (Richtlijnen voor de buitenruimte)

    Stedenbouwkundig plan

    Het beeldkwaliteitplan staat stil bij het stedenbouwkundig plan. De ligging van het plangebied en de structuurmatige aspecten van het plan worden toegelicht. De stedenbouwkundige opzet van een gebied bestaat uit een groenstructuur, verkeersstructuur (inclusief het parkeren) en bebouwingsstructuur. De structuren definiëren ruimtes als straten, pleinen en groen. Deze ruimtes geven het plan karakter en een gebiedkarakterisering geeft een aanleiding voor de inrichting van de openbare ruimte en de uitstraling van bebouwing. Uit de analyse van het stedenbouwkundig plan zal eventueel een gebiedsindeling volgen. Als er verschillende gebieden worden gedefinieerd zullen er per deelgebied richtlijnen voor de bebouwing en de openbare ruimte worden opgesteld.

    Richtlijnen voor bebouwing

    Het beeldkwaliteitplan geeft aan wat voor type woningen en bouwwerken er in het plangebied komen en geeft hier een ambitieniveau en architectuurbeeld voor aan. Duidelijk moet zijn dat het bestemmingsplan de “harde” randvoorwaarden aangeeft zoals hoogte, massa, type en situering. Het beeldkwaliteitplan geeft de architectonische uitstraling aan en speelt op de, in het bestemmingsplan vastgelegde, stedenbouwkundige situatie in. Het ambitieniveau en de gestelde eisen aan deze architectonische uitstraling wordt in samenhang gezien met het woningtype en de gewenste doelgroep. Het is ongewenst om voor een starterswoning dure architectonische maatregelen voor te schrijven. Ook wordt er rekening mee gehouden of de woningbouw gefaseerd uitgevoerd wordt en of er particuliere bouw plaatsvindt. Bij gefaseerde uitvoering moet er afstemming tussen de verschillende fases plaatsvinden. Met particuliere bouw is het vaak gewenst om toekomstige bewoners meer duidelijkheid te geven over de uitstraling van de buurt. Bij particuliere bouw is alleen nog grond gekocht en kunnen de eigen wensen en de geboden mogelijkheden en beperkingen, van de kopers zelf maar ook ten opzichte van de buren, zeer uiteen lopen. Het beeldkwaliteitplan moet hierop inspelen en duidelijkheid verschaffen.

    Om de gewenste beeldkwaliteit van de bebouwing te duiden kunnen verschillende manieren worden gebruikt. Omschrijvingen van het gewenste architectuurbeeld met referentiebeelden geven in woord en beeld aan wat er gewenst is voor het gebied. Dit dient ter inspiratie en communicatie. Om het beeldkwaliteitplan een toetsingskader voor welstand te laten zijn wordt de welstandstabel gebruikt. De tabel heeft een toetsende functie en na realisatie van het plan een beheersfunctie.

    Welstandstabel voor beeldkwaliteitplannen

    Welstandscriteria

    Toetsingniveau

    hoofdaspecten

    Type bebouwing

    Plaatsing, situering, oriëntatie

    massaopbouw

    gevelopbouw

    Materiaalgebruik (hoofdvlakken)

    Kleurgebruik (hoofdvlakken)

    deelaspecten

    Samenstelling massa

    gevelindeling

    Plasticiteit gevel

    detailaspecten

    Materiaalgebruik (onderdelen)

    Kleurgebruik (onderdelen)

    Detaillering

    Samenvatting regels voor het beeldkwaliteitplan

    • ·

      Het beeldkwaliteitplan is in samenhang met het stedenbouwkundig ontwerp opgesteld. Bij voorkeur lopen de voorbereidingen ook samen op zodat wederzijdse beïnvloeding plaatsvindt.

    • ·

      Het beeldkwaliteitplan en bestemmingsplan worden bij voorkeur gezamenlijk aan de raad aangeboden.

    • ·

      Het beeldkwaliteitplan bezit een toetsingskader met toetsingstabel.

    • ·

      Het plan bevat een onderbouwing van de ruimtelijk visuele keuzes ook in relatie tot economische, sociale en maatschappelijke motieven.

    • ·

      Het plan heeft een duidelijke begrenzing.

    • ·

      Het beeldkwaliteitplan herziet de welstandsnota voor het betreffende gebied en wordt aan de welstandsnota toegevoegd;

    • ·

      Bij de voorbereiding van het besluit ter vaststelling van het beeldkwaliteitplan wordt afdeling 3.4 Awb gevolgd;

    • ·

      Als het beeldkwaliteitplan als onderdeel van het bestemmingsplan wordt vastgesteld, moet hier een separaat beslispunt voor worden opgenomen;

    • ·

      Tegen de herziening van de welstandsnota staat geen beroep open.

 

 

Welstandsnota BernhezeInventarisatie Cultuurhistorisch Waardevolle Gebieden

 

Definitieve versie

d.d. 25 mei 2015

 

 

Inleiding

 

De gemeente Bernheze is bezig met het actualiseren van haar welstandsbeleid. Aanleiding is de wens om de regeldruk voor inwoners en bedrijven te verminderen. Dit gebeurt door grote delen van de gemeente welstandsvrij te maken. Dit geldt echter niet voor alle gebieden, waaronder cultuurhistorisch waardevolle gebieden. Voor deze gebieden blijft de welstandstoets bestaan, om zo hun identiteitsbepalende karakter te waarborgen. In dit onderzoek zijn de inventarisatie en gebiedsomschrijvingen opgenomen. Het rapport vormt een integraal onderdeel van de vernieuwde welstandsnota Bernheze.

 

Voor het vaststellen van de cultuurhistorisch waardevolle gebieden is Monumentenhuis Brabant ingeschakeld. De werkzaamheden bestonden uit het uitvoeren van een quickscan op basis van de al door de gemeente vastgestelde en gehanteerde cultuurhistorische waardenkaart. Vervolgens is een beknopte gebiedsomschrijving opgesteld, bestaande uit een typologie, beschrijving en waardering. De omschrijving is aangevuld met enkele foto’s, relevant historisch kaartmateriaal en een digitale optekening van het gebied.

 

Gebiedstypen

Er zijn 15 cultuurhistorisch waardevolle gebieden omschreven. Deze zijn in te delen in drie gebiedstypen:

  • 1.

    Het agrarisch cluster

    • 1.

      Beemd-Broekhoek-Monseigneur van der Hurklaan 4

    • 2.

      Hoog Beugt 7

    • 3.

      Dintherse Hoek 10

    • 4.

      Donzel 13

    • 5.

      Kantje 16

    • 6.

      Loo 19

    • 7.

      Menzel 22

    • 8.

      Zoggel-Zoggelsestraat 25

  • 2.

    Het historisch dorpscentrum

    • 1.

      Dinther 28

    • 2.

      Heeswijk-centrum 31

    • 3.

      Loosbroek 34

    • 4.

      Nistelrode-centrum 37

    • 5.

      Vorstenbosch 40

  • 3.

    De woningbouw uit de Wederopbouwperiode

    • 1.

      Kerkstraat-Molenstraat-Wilhelminalaan-De la Sallestraat 43

    • 2.

      Hoogstraat Heesch 47

Voor een nadere beschrijving van de typologie zie hoofdstuk 3 ‘Welstandscriteria’ van de Welstandsnota Bernheze . In de volgende hoofdstukken volgen per type de gebiedsomschrijvingen.

 

Het agrarisch cluster

 

Beemd: Broekhoek – Monseigneur van der Hurklaan

Ensemble Beemd verschijnt als agrarisch lint op vroeg 19e eeuwse kaarten (kadastrale minuutkaart). Tot ver in de 20e eeuw was het een apart gehucht ten noordwesten van dorpslint Heesch. Na de Tweede Wereldoorlog, en vooral vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw, is het meanderende dorpslint van Beemd opgegaan in de kern van Heesch. Aan de noordzijde is enige relatie met het agrarisch landschap, hoewel ietwat verstoord door de aanleg van de A59 en bijbehorende aangeplante geluidswal. Diverse (huis)weiden tussen gebouwen versterken het open karakter. De beklinkerde bestrating (deels met molsgoten) onderschrijft het kleinschalige, landelijke karakter van Beemd. Groene bermen (gras) verzachten de overgang tussen openbare ruimte en private erven. De bebouwing ligt op enige afstand van de straat, met vóór het huis een voortuin en/of groene grensafscheiding in de vorm van lage/halfhoge hagen. Architectuur De bebouwing langs het oude agrarische lint Broekhoek – Monseigneur van der Hurklaan kenmerkt zich door een hoge mate van individualiteit en afwisseling, mede ontstaan door de perceelsgewijze ontwikkeling. Er staat een aantal boerderijen uit het Interbellum en de wederopbouwperiode. Op grote percelen zijn de volumes alle vrijstaand; voornamelijk langgevelboerderijen met dwarsdeel in een sobere uitstraling. De agrarische functie is vrijwel overal verdwenen. Boerderijen zijn veelal aangepast en (aanzienlijk) verbouwd voor burgerbewoning. Op een aantal boerenerven staan een of meerdere agrarische bijgebouwen. Deze zijn in omvang en materialisatie/detaillering ondergeschikt aan het hoofdvolume. Inbreidingen in het straatbeeld zijn voornamelijk traditioneel van opzet en/of hebben een binnen het straatbeeld passende maatvoering en materiaalgebruik.

 

Waardering Een waardevol agrarisch cluster van vrijstaande historische boerderijen en  vrijstaande boerderijen waarbij, ondanks de aanpassingen, de oorspronkelijke opzet nog herkenbaar is. Infrastructuur is authentiek, enig historisch groen en een beleving met het agrarisch landschap aan de noordzijde (doorkijkjes).

 

 

 

Hoog Beugt

Ensemble Het agrarisch lint ligt op de overgang van het beekdal van de Aa ten zuiden en de langgerekte zandrug tussen Berlicum en Veghel aan de noordzijde. De licht meanderende Hoog Beugt verbindt Dinther met Veghel. De ruimtelijke context is tot op heden nagenoeg ongewijzigd, zoals de meanderende weg met daarop de ontsluiting van de molen en lanen naar Zwanenburg. Maar ook een aantal van de richting het noorden lopende wegen (het tracé is her en der wel wat gewijzigd). De brinkstructuur is door het behoud van een dubbele bomenrij aan de westkant nog herkenbaar. De boerderijen liggen over het algemeen dicht aan de straat, waarbij het erf achter het hoofdgebouw is gelegen. De straat heeft een groen karakter. De boerenerven zijn niet meer representatief voor de oorspronkelijke opzet, hoewel relicten van de oorspronkelijke aanleg, zoals solitaire bomen, wel bewaard zijn. Er is nog steeds een sterke relatie tussen de boerderijen/boerenerven en het omliggende landschap.

 

Architectuur Aan Hoog Beugt liggen voornamelijk historische boerderijen, alle van aanzienlijke omvang en afwisselend haaks op en parallel aan de straat. De boerderijen dateren in de huidige verschijningsvorm veelal uit de 19e en eerste helft van de 20e eeuw. Het overgrote deel van de boerderijen is voorzien van een dwarsdeel, al dan niet met meerdere bandeuren. De boerderijen zijn gewijzigd en verbouwd. Het aanzien vanaf de straat is echter over het algemeen gaaf behouden. Er is een  duidelijk onderscheid tussen voor- en achterhuis doordat de bandeuren meestal in situ behouden zijn. Met name aan de aangrenzende straten is de bebouwing meer aangetast en is een groot deel van de historische bebouwing verdwenen.

 

Waardering Een waardevol agrarisch cluster van historische boerderijen met weinig inbreiding. Daarmee biedt het een staalkaart aan historische boerderijbouw. Infrastructuur is authentiek, enig historisch groen en een sterke relatie tussen boerderijen/boerenerven en het omliggende landschap.

 

Dintherse Hoek

 

 

Ensemble Dintherse Hoek verschijnt op de kadastrale minuutkaart als gehucht, dat opvallend het toponiem ‘Vorstenbosch’ draagt. Op laat 19e eeuwse kaarten heeft het de naam ‘Hoek’. De huidige situatie is vrijwel identiek aan de historische situatie. De boerderijen die ten zuiden van de Vorstenbosseweg lagen, zijn met uitzondering van één cluster aan Den Doolhof, verdwenen. De infrastructuur is in hoofdlijnen nog identiek, hoewel de weg / het pad aan de oostzijde van de brink is verdwenen. De oorspronkelijke opzet is beleefbaar aan de afstand waarop de boerderijen van de Langenbergsestraat liggen en aan relicten van bomenrijen. Aanwezige (jonge) laanbeplanting – gelijk aan de weergave op oude kaarten – en de erfaanplant op diverse historische boerenerven bepalen de groene karakteristiek. De erfaanplant bestaat uit leibomen, knotwilgen, grote solitaire bomen, hagen, et cetera. Dintherse Hoek is tot op heden een klein gehucht in een open agrarisch landschap. Er is een sterke ruimtelijke relatie tussen boerderijen en de groene, soms dichte boerenerven en het omliggende landschap. Architectuur De concentratie historische boerderijen dateert in de huidige verschijningsvorm uit de 19e en eerste helft 20e eeuw. Het tweetal boerderijen aan de verdwenen oostelijke poot van de Langenbergsestraat, is 18e eeuws van oorsprong. Tussen de oudere boerderijen liggen enkele volumes uit de tweede helft 20e en begin deze eeuw. Deze zijn veelal op bestaande boerenerven opgetrokken ter vervanging van een ouder agrarisch volume. Op de erven van de oudere boerderijen staan enkele oude bijgebouwen. Vanwege de schaalvergroting, is op de erven van de meeste jongere boerderijen een aantal grote stallen opgericht. Recent is nabij het kruispunt Vorstenbosseweg-Hoekseweg een groot detonerend volume opgetrokken (in tegenstelling tot andere locaties waarbij dergelijke grote stallen/gebouwen achter de boerderijen zijn gelegen). Waardering Een waardevol agrarisch cluster, dat door de diversiteit en dateringen van historische boerderijen een staalkaart biedt aan historische boerderijbouw. Infrastructuur is authentiek, historisch groen en een sterke relatie tussen boerderijen/boerenerven en het omliggende landschap.

 

 

Donzel

 

 

Ensemble Donzel is een agrarisch cluster ten noordwesten van Nistelrode. De infrastructuur (wegen en paden) is nagenoeg ongewijzigd ten opzichte van de 19e eeuw. Haaks aan het door een flauwe bocht gekenmerkte lint loopt een aantal zowel rechte als enigszins bochtige wegen. Dit herinnert aan de verhogingen in het dekzandruglandschap (deze hoogten zijn duidelijk zichtbaar op oude kaarten). Het gebied heeft veel karakteristieke en historische groenaanplant, in de openbare ruimte en op/langs boerenerven. De straat is voorzien van laanbeplanting (veelal volwassen bomen), gelijk aan de op de oude kaarten weergegeven situatie. Ook is sprake van onder andere leibeplanting, solitaire (noten)bomen, beuken- en buxushagen, bomenrijen/windvangen en houtwallen (meidoorn, bramen etc.) als perceelbegrenzing en fruitbomen/-gaarden. De grasberm als overgang tussen (geasfalteerde) straat en de weilanden/erven versterkt het landschappelijk karakter van Donzel. De boerenerven zijn bestraat met klinkers (keiformaat/waalformaat) of semiverhard met kiezel. Architectuur Aan Donzel staan met name boerderijen uit de 19e en 20e eeuw. Deze zijn uitgevoerd als langgevelboerderij van bescheiden omvang en hebben een sobere detaillering. De oriëntatie verschilt sterk. De boerderijen zijn uitgevoerd met langs- of met dwarsdeel. Sommige hebben de voordeur in de langgevel, andere in de kopgevel. Ze zijn in de loop der jaren vrijwel allemaal geschikt gemaakt voor burgerbewoning, waarbij soms (delen van) gevels opnieuw zijn opgetrokken. De bebouwing heeft over het algemeen een kleinschalig karakter, waarbij de boerderij het grootste volume op het erf is. Vanwege schaalvergroting zijn op sommige boerenerven grote stallen gebouwd. Tussen de oude boerderijen staan enkele jongere woningen. Deze sluiten doorgaans aan op de boerderijtypologie. Soms zijn boerderijen nieuw opgetrokken of herbouwd.  

 

Waardering Een waardevol agrarisch cluster, dat door de diversiteit en dateringen van historische boerderijen een staalkaart biedt aan historische boerderijbouw. Wat betreft (infra)structuur en verschijningsvorm heeft het nog haar karakteristiek agrarisch karakter behouden, waarbij de bebouwing op ruime afstand van elkaar is geplaatst en van elkaar wordt gescheiden door dan wel weilanden en akkerlanden, dan wel opgaand groen. Hoge mate aan historisch dan wel karakteristiek groen en een sterke relatie tussen boerderijen/boerenerven en het omliggende landschap.

 

Kantje

Ensemble Kleinschalig agrarisch cluster met een ruimtelijke structuur van twee in grote lijn evenwijdig aan elkaar gelegen wegen in oostwestelijke richting. Opvallend zijn de blokkavels tussen de weg en de boerderijen. Deze karakteristieke opzet is tot de dag van vandaag aan Kantje behouden. De infrastructuur is nog gelijk aan de situatie zoals zichtbaar op oude kaarten. De historische structuur qua ligging van de boerderijen is nog aanwezig. Karakteristiek is dat de rooilijnen het verloop van de straat volgen. Bij Klein Kantje is de oorspronkelijke ruimtelijke structuur (wat betreft locatie en oriëntatie van de gebouwen) verdwenen. Aan de noordoostelijke zijde is de dorpskern van Nistelrode tot aan de huisweiden/percelen achter de boerderij opgedrongen. Aan de zuidzijde is nog een onverstoord uitzicht op het open landschap. Het westelijke deel, waar vanaf het begin van de 20e eeuw is gebouwd, heeft zowel aan de noord- als zuidzijde nog een zichtrelatie met het open agrarisch landschap. Overeenkomstig met 19e eeuws kaartmateriaal staan langs de straten bomenrijen. Van een karakteristieke boerenerfaanleg is weinig sprake. De blokkavels vóór de boerderijen zijn als tuin ingericht.

 

Architectuur Aan Kantje ligt een aantal karakteristieke boerderijen die in de huidige verschijningsvorm dateren uit de 19e en begin 20e eeuw. Ze worden gekenmerkt door de sobere detaillering. Het zijn langgevelboerderijen die parallel aan de straat staan, variërend van huizen met de voordeur in de kopgevel en langgevel en langs- en dwarsdeel. De meeste gebouwen zijn in de loop der tijd geschikt gemaakt voor burgerbewoning. De oorspronkelijke structuur en gevelgeleding is doorgaans behouden en/of herkenbaar gebleven. Op de erven bevinden zich diverse agrarische bijgebouwen. Dit zijn historische volumes die in omvang ondergeschikt zijn aan het hoofdhuis of ‘moderne’ schuren die in omvang het hoofdhuis overtreffen. Tussen de boerderijen staat een aantal woonhuizen uit de laatste decennia die wat betreft typologie, korrelgrootte en materiaalgebruik afwijken van de traditionele boerderijbouw.

 

Waardering Een waardevol agrarisch cluster van historische boerderijen waarbij ondanks de aanpassingen, de oorspronkelijke opzet nog herkenbaar is. (Infra)structuur is authentiek, opvallende karakteristieke opzet van blokkavels, historisch groen en een sterke relatie tussen boerderijen/boerenerven en het omliggende landschap.

 

 

 

 

Loo

 

 

Ensemble Kleinschalig agrarisch cluster ten oosten van de A50 en dus fysiek afgescheiden van Nistelrode. Het toponiem ‘Loo’ verwijst naar een bos, dat aan de noordoostzijde aan het Loo grenst (het huidige bos ontstond vanaf de jaren dertig). Aan de zuid- en westzijde ligt het agrarische open landschap. De huidige (landschappelijke) setting is sinds het begin van de 19e eeuw weinig veranderd. De bestaande infrastructuur is historisch bepaald, echter een deel van het oorspronkelijke wegen- en padennet is verdwenen. Loo kenmerkt zich door een concentratie boerderijen, alle gelegen op een eigen, ruim perceel. Er is veel karakteristieke en historische groenaanplant, zowel in de openbare ruimte als op/langs de boerenerven. Dit bestaat uit leilinden, solitaire (noten)bomen, beukenhagen, bomenrijen/windvangen en houtwallen/struiken (meidoorn, bramen etc.) als perceelbegrenzing. De grasberm als overgang tussen de (geasfalteerde) straat en de weilanden/erven versterkt het landschappelijk karakter. De boerenerven zijn bestraat met klinkers (keiformaat/waalformaat) of semiverhard met kiezel.

 

Architectuur Er liggen enkel historische boerderijen. Deze zijn gebouwd als langgevelboerderij, met enige variatie in locatie van de voordeur in het voorhuis (kop- of langgevel) en oriëntatie van de deel (langsdeel en dwarsdeel). De volumes dateren in de huidige verschijningsvorm uit de 19e en begin 20e eeuw en hebben een sobere detaillering. De meeste gebouwen zijn in de loop der tijd geschikt gemaakt voor burgerbewoning. De oorspronkelijke structuur en gevelgeleding zijn behouden gebleven. Op de erven bevinden zich diverse agrarische bijgebouwen. Dit zijn historische volumes die in omvang ondergeschikt zijn aan het hoofdhuis of ‘moderne’ schuren die in omvang het hoofdhuis overtreffen.

 

Waardering Een waardevol kleinschalig agrarisch cluster van historische boerderijen waarbij ondanks de aanpassingen, de oorspronkelijke opzet nog herkenbaar is. (Infra)structuur is authentiek, historisch groen en een relatie tussen boerderijen/boerenerven en het omliggende landschap.

 

 

Menzel

 

Ensemble Menzel is een agrarisch cluster ten oosten van Nistelrode. Menzel liep vanaf Delst (daarmee verbonden met Nistelrode) in oostelijke richting naar het heidegebied (Peel). Vanaf de licht meanderende Menzel loopt een aantal wegen in noordelijke en zuidelijke richting, waarvan het tracé veelal is gewijzigd. Het oostelijke gedeelte is het meest onderhevig geweest aan wijzigingen, zowel wat betreft infrastructuur als bebouwing. Het westelijke gedeelte kent nog een aanzienlijk aantal historische volumes. De oorspronkelijke structuur van diepe tuinen voor de met de langgevel parallel aan de straat gelegen boerderijen is her en der nog aanwezig. Daartussen is in de 19e en 20e eeuw een aanzienlijk aantal andere boerderijen geplaatst (deels op ouder erf, maar op nieuwe locatie, deels geheel nieuwe boerenerven). Er is een grote diversiteit in ligging van de bebouwing op het erf. Gelijk aan de historische kaarten is sprake van laanbeplanting. Her en der zijn enkele karakteristieke groenelementen behouden, zoals leibomen, fruitbomen en –gaarden, solitaire volwassen bomen, beukenhagen en windsingels. De grasberm als overgang tussen smalle (geasfalteerde) straat en de weilanden/erven versterkt het landschappelijk karakter.

 

Architectuur Naast historische boerderijen (19e en 20e eeuws) zijn er enkele ‘nieuwe’ woningen. De boerderijen zijn uitgevoerd als langgevelboerderij van bescheiden omvang en hebben een sobere detaillering. De oriëntatie verschilt sterk. Deels staan ze met de kopgevel op de straat, deels met de langgevel en soms staan ze dwars op de weg. Ze zijn uitgevoerd met langs- of met dwarsdeel. Sommige hebben de voordeur in de langgevel, andere in de kopgevel. Ze zijn in de loop der jaren vrijwel allemaal geschikt gemaakt voor burgerbewoning, waarbij soms (delen van) gevels opnieuw zijn opgetrokken. Vanwege schaalvergroting zijn op sommige boerenerven grote stallen gebouwd. Het kleinschalige historische karakter is hierdoor op sommige plekken verstoord. Er zijn ook nieuwe woningen gebouwd die doorgaans aansluiten op de boerderijtypologie. Soms is sprake van een afwijkende typologie (woonhuizen met afwijkende korrelgrootte en materiaalgebruik).

 

Waardering Een waardevol agrarisch cluster, waaraan diverse historische boerderijen is gelegen. Wat betreft (infra)structuur, verschijningsvorm en historisch groen, heeft het haar karakteristiek agrarisch karakter nog behouden.

 

 

 

Zoggel: Zoggelsestraat

Ensemble De boerderijen in het agrarisch cluster aan de Zoggelsestraat liggen op grotere afstand van elkaar. Dit in tegenstelling tot het gehucht Zoggel, waar de bebouwing dichter op elkaar is geplaatst. Het hart van het cluster was en is een dries die aan de bocht in de weg was gelegen. De ligging van de gebouwen wijkt nauwelijks af van de 19e eeuwse situatie. Er is een nauwe relatie tussen de boerderijen en het omliggende agrarische landschap. Dit landschap heeft een wijds uitzicht, waarbij op en rondom enkele van de oudere erven nog sprake is van hoog opgaand groen (lanen, windvangen, houtwallen en solitaire bomen). Er is een grote diversiteit in ligging van de gebouwen ten opzichte van de straat: sommige liggen pal langs de weg, andere liggen juist op grotere afstand en worden door de aanwezige begroeiing enigszins afgeschermd van de openbare ruimte. De boerenerven kenmerken zich verder veelal door het gebruik van beuken- en buxushagen. De infrastructuur is vrijwel identiek aan de 19e eeuw. Verdwenen wegen zijn nog wel herkenbaar. De overgang van de asfaltbestrating naar de private erven wordt gevormd door de aanwezigheid van grasbermen. Verder worden meerdere percelen omringd of begrensd door sloten.

 

Architectuur Er staan vooral boerderijen die dateren uit de 18e, 19e en 20e eeuw. De boerderijen zijn uitgevoerd als langgevelboerderij met zowel dwars- als langsdeel. Kenmerkend is de sobere detaillering. Ze zijn veelal aangepast voor burgerbewoning, waarbij soms sprake is geweest van een ingrijpende verbouwing.

 

Waardering Een waardevol agrarisch cluster, dat wat betreft (infra)structuur en verschijningsvorm nog haar karakteristiek agrarisch karakter heeft behouden, waarbij de bebouwing op ruime afstand van elkaar is geplaatst en van elkaar wordt gescheiden door dan wel weilanden en akkerlanden, dan wel opgaand groen.

 

 

Dinther

Ensemble Dinther is een gehucht op de overgang van het beekdal van de Aa naar een lange smalle dekzandrug tussen Berlicum en Veghel. De opzet van de historische infrastructuur – als kern de opvallende brink waaromheen aan de noordzijde de Brouwersstraat/Edmundus van Dintherstraat loopt en aan de zuidzijde de Schoolstraat – is  herkenbaar. De oorspronkelijke hoofdroute liep over de Schoolstraat. De Edmondus van Dintherstraat bleef tot de late wederopbouwperiode een secundaire weg. Dit is ook nu nog herkenbaar aan de concentratie oudere bebouwing aan de Schoolstraat en het beperkt aantal oudere woningen aan de huidige hoofdroute. Tot het begin van de 20e eeuw waren Heeswijk en Dinther twee afzonderlijke dorpen. In het interbellum groeien de bebouwingslinten geleidelijk naar elkaar toe. In 1969 worden ze samengevoegd tot één gemeente. De oude gemeentegrens is herkenbaar door de twee appartementen- en kantorengebouwen met hoektorens. Dinther heeft een stenig karakter. Met uitzondering van het oostelijke gedeelte van de voormalige brink, nabij het voormalige raadhuis en de kapel aan de Kerkstraat, waarbij enkele volgroeide bomen staan. Daarbuiten is de groenaanleg in opzet en uitvoering vrij jong en heeft weinig cultuurhistorische waarde.

 

Architectuur De architectuur vertoont een divers beeld van zowel bebouwing uit de vooroorlogse periode als de wederopbouwperiode en de afgelopen decennia. Op een aantal plaatsen zijn historische ensembles. Verspreid langs de straat staan enkele grote woonhuizen en villa’s in sober-neoclassicistisme (19e eeuws), neorenaissance(en eclecticisme), expressionisme (interbellum) en traditionalisme (Delftse School). Daarnaast is een aantal oude boerderijen behouden. Deze zijn over het algemeen verbouwd en geschikt gemaakt voor burgerbewoning. Naast de woonhuizen is er een aantal religieuze en seculiere gebouwen, zoals het oude raadhuis, de kerk met pastorie en een kapel behouden gebleven.

 

Waardering Een waardevol historisch dorpslint, dat ondanks de jongere inbreidingen, als geheel een fraai totaalbeeld aan (redelijk) gaaf behouden bebouwing uit verschillende perioden, architectuurstijlen en typologieën biedt. De oude routing dient hierbij als uitgangspunt.

 

Heeswijk – centrum

Ensemble Heeswijk is een gehucht op de overgang van het beekdal van de Aa naar een lange smalle dekzandrug tussen Berlicum en Veghel. Opvallend is dat op oude kaarten de concentratie woningen vooral aan de noord-zuidelijke as is gelegen (Abdijstraat), wat duidt op het oorspronkelijke belang van deze weg. Deze situatie duurt tot aan het eind van de 19e eeuw. Dan wordt het dorpslint ten westen van de kern (Hoofdstraat) geleidelijk aan bebouwd. In oostelijke richting, naar Dinther, staat tot ver in de twintigste eeuw slechts een handjevol volumes. Door inbreiding, vervanging en stadsvernieuwing is het historische hart aan de Abdijstraat voor een groot deel aangetast. Heeswijk heeft een stenig karakter. Met uitzondering van enkele solitaire volgroeide bomen bij de oudere boerderijen en kerk en enkele volwassen tuinen van de grotere historische villa’s, is er weinig (historisch) groen in het straatbeeld.

 

Architectuur Langs met name de Hoofdstraat (en het zuidelijke deel van de Abdijstraat) staat een aanzienlijk aantal (architectuur) historisch waardevolle objecten. De straten vertonen een divers beeld van zowel bebouwing uit de vooroorlogse periode als de wederopbouwperiode en de afgelopen decennia. Op een aantal plaatsen zijn historische ensembles, met name nabij de kruising Hoogstraat-Abdijstraat en het westelijk deel van de Hoogstraat. Verspreid langs de straat staan enkele grote woonhuizen, villa’s en woon-winkelpanden in neorenaissance (en eclecticisme), expressionisme (interbellum) en traditionalisme (Delftse School). Daarnaast is een aantal oude boerderijen en agrarische bedrijfsgebouwen bewaard. Deze zijn over het algemeen verbouwd en geschikt gemaakt voor burgerbewoning. Naast de woonhuizen is er een aantal religieuze en seculiere gebouwen, zoals kerk met pastorie, het voormalige raadhuis en een school behouden gebleven.

 

Waardering Een waardevol historisch dorpslint, dat ondanks de jongere inbreidingen, als geheel een fraai totaalbeeld aan (redelijk) gaaf behouden bebouwing uit verschillende perioden, architectuurstijlen en typologieën biedt.

 

Loosbroek

Ensemble Loosbroek is een ontginningsdorp gelegen tussen de grootse Dintherse hei en de Heeswijkse hei. De oorspronkelijke ruimtelijke structuur – met vóór de boerderijen de weilanden en achter de boerderijen de akkergronden – is nog duidelijk herkenbaar. De boerderijen liggen op enige afstand van de straat, met de langgevel parallel aan de straat, hebben de oudste geschiedenis. Aan het eind van de 19e en begin 20e eeuw verdicht het dorpslint. Naast enkele boerderijen die, in tegenstelling tot de oudere exemplaren, vaak direct aan de straat werden gebouwd, zijn diverse volumes met een andere functie opgetrokken. Zoals de kerk, een pastorie, woonhuizen met rijkere detaillering en of werkplaats. Met het groeien van de kern in de laatste decennia, is langs het lint verdere verdichting ontstaan, waarbij een grotere mate van differentiatie ontstond. Niet alleen verschil in typologie, maar ook in korrelgrootte en functie (bedrijfsgebouwen, buurthuis, etc). Het westelijke deel van de Dorpsstraat, tot aan Loosbroeksestraat, heeft meer haar landschappelijke karakter behouden en heeft ook een zichtrelatie met het open landschap ten zuiden van de weg. De meeste panden zijn gebouwd aan de noordzijde van de straat, gelijk aan de historische situatie. De Dorpsstraat heeft een groen karakter. Met name de oude, diepe boerenerven hebben een volwassen erfbeplanting met leibomen, fruitbomen, solitaire volwassen (noten)bomen, beukenhagen, volwassen knotwilgen en grote grasvelden (overeenkomstig de weilanden op de blokkavels, zoals aangeduid op de minuutkaart).

 

Architectuur  Aan de Dorpsstraat ligt een aantal historische boerderijen, waaronder enkele grote exemplaren. De boerderijen zijn alle uitgevoerd als langgevelboerderij met een sobere detaillering. De oriëntatie verschilt. Ze zijn uitgevoerd met langs- of met dwarsdeel. Sommige hebben de voordeur in de langgevel, andere in de kopgevel. Ze zijn in de loop der jaren vrijwel allemaal geschikt gemaakt voor burgerbewoning, waarbij soms (delen van) gevels opnieuw zijn opgetrokken. In het centrum is geen sprake geweest van schaalvergroting op de boerenerven: de boerderijen zijn nog steeds de grootste en belangrijkste volumes op het erf. Bij de (historische) boerderijen die ten westen van de dorpskern liggen, is wel sprake geweest van schaalvergroting en zijn achter de boerderijen grote stallen opgericht. Door de ligging van de oude volumes aan de straat, is het historisch karakter hier niettemin dominant. In de straat ligt een klein aantal historische panden met een seculiere of religieuze functie. Deze kenmerken zich door een rijkere detaillering in neorenaissance stijl (pastorie en Dorpsstraat 46). De kerk (1912-1913) heeft  een sobere neoromaanse stijl.

Waardering Een waardevol historisch dorpslint waarvan de historische context, ondanks latere inbreidingen, nog goed beleefbaar is. Als geheel geeft het een fraai totaalbeeld aan (redelijk) gaaf behouden bebouwing uit verschillende perioden, architectuurstijlen en typologieën biedt. Karakteristieke blikverkaveling nog aanwezig. Aan de noordzijde is er een sterke relatie tussen de (agrarische) bebouwing en het weidse open landschap.

 

Nistelrode - centrum

Ensemble Het centrum van Nistelrode wordt gevormd rond het Raadhuisplein. Op dit plein komt vanuit noordelijke richting het Laar uit. Ten zuiden van het plein vertakte de weg zich in Maxend en Delst. Beide wegen liggen aan weerszijde van een onontgonnen terrein (dekzandrug) ten zuiden van de kern. De situatie van enkele bebouwingslinten met een klein bescheiden centrum, is tot ver in de 20e eeuw ongewijzigd gebleven. De infrastructuur is terug te voeren tot ten minste de 19e eeuw. Deze is in de dorpskern goed behouden (in tegenstelling tot het omringende gebied, waar de infrastructuur ten behoeve van seriematige ontwikkelingen deels is verdwenen). Het gebruik van diverse historisch passende materialen zoals (gebakken) klinkers, kinderkoppen/kasseien bij de bestrating, maar ook door het toepassen van molsgoten, refereert aan het historische karakter. Op de oude kaarten is zichtbaar dat er al sprake was van bomenrijen langs de straten. Dit (historisch bepaald) groene karakter wordt versterkt door de erven van de stadsboerderijen, de volgroeide tuinen van de grotere villa’s en stadshuizen en de diverse solitaire en clusters (oude) bomen.

 

Architectuur De historische centrumfunctie van het Raadhuisplein en de omringende straten is herkenbaar aan de diversiteit aan historische bebouwingstypologieën. De gebouwen dateren zowel uit de 19e als de 20e eeuw. Passend bij de locatie in een dorpscentrum, is sprake van een rijkere detaillering van de woningen en zijn er diverse tweelaags woonhuizen aanwezig. Over het algemeen zijn de gebouwen gaaf behouden, of is de historische karakteristiek nog duidelijk herkenbaar gebleven. De gebouwen zijn nagenoeg alle vrijstaand, zijn dicht op de straat geplaatst en hebben een bescheiden kavel. Enkele kenmerkende objecten als een kiosk en een waterpomp zijn nog aanwezig.

 

Waardering Een waardevol historisch dorpslint waarvan de historische centrumfunctie goed bewaard is gebleven. Als geheel geeft het een fraai totaalbeeld aan (redelijk) gaaf behouden bebouwing uit verschillende perioden, architectuurstijlen en typologieën biedt. De infrastructuur en historisch groen dragen bij aan dit beeld.

 

 

 

 

Vorstenbosch

Ensemble Topografische kaarten uit de 19e eeuw laten zien hoe de aanwezige infrastructuur is gevormd door de diverse zandruggen die in dit gebied lagen. Rondom deze hoogten werden de wegen aangelegd, waaraan verspreid boerderijen lagen (hoge akkerlanden en lage weidegronden). In de loop van de 19e eeuw is bij de kruising Heuvel – Kapelstraat sprake van verdichting en ontstaat een gehucht . Deze ontwikkeling zet geleidelijk door. Met de bouw van een nieuwe kerk en een klooster annex school in de jaren dertig ontstaat een dorpskern. De historische (door het landschap bepaalde) infrastructuur is tot op heden gaaf behouden. Latere grootschalige inbreidingen vinden plaats aan weerszijde van de Kerkstraat, op de akkerlanden van de dekzandruggen. Het straatbeeld heeft een stenig karakter, onder meer bepaald door de geasfalteerde weg en brede stoepen met betontegels. Alleen nabij de kruising met de Kapelstraat en het dorpsplein is de weg en de stoep bestraat met een gebakken klinker met kasseien molsgoten. Groen beperkt zich tot de bescheiden voortuinen aan het lint. Met name nabij het religieus centrum en op de erven van de diverse boerderijen is nog een aantal volgroeide oude bomen te vinden, zoals (lei)lindes.

 

Architectuur Langs het lint Kerkstraat-Heuvel is een hoge concentratie historische bebouwing, waarbinnen relatief weinig vernieuwing/inbreiding heeft plaatsgevonden. Naast de grootschalige religieuze bebouwing en enkele solitaire objecten zoals de in traditionalistische stijl opgezette school ‘Op Weg’ en de korenmolen, ligt aan het lint een aantal 19e en vroeg 20e eeuwse boerderijen en woonhuizen uit het interbellum en de wederopbouwperiode die over het algemeen (redelijk) gaaf zijn behouden.

 

Waardering Een waardevol historisch dorpslint, dat als geheel geeft het een fraai totaalbeeld aan (redelijk) gaaf behouden bebouwing uit verschillende perioden, architectuurstijlen en typologieën biedt. De infrastructuur draagt bij aan dit beeld.

 

 

De woningbouw van de Wederopbouwperiode

 

Kerkstraat –Molenstraat-Wilhelminalaan-De la Sallestraat

Ensemble ‘t Dorp is het oude dorpslint van Heesch. Aan dit lint ligt een groot aantal historische, veelal kleinere woonhuizen. Na de oorlog is door verdichting en vervanging van de aanwezige bebouwing een gemêleerd totaalbeeld ontstaan, waarbij van een waardevol historisch ensemble weinig sprake is. Nabij het cluster Het Dorp – Kerkstraat – De la Sallestraat is nog wel sprake van een fraai ensemble (architectuur) historisch bijzondere volumes die opvallen door dan wel korrelgrootte, functie en of omvang van het perceel.

Grenzend aan dit cluster ligt een van de eerste grootschalige uitbreidingen van Heesch. Van deze wederopbouwontwikkeling, ontstaan rond het midden van de jaren vijftig, zijn met name de straatbeelden van de Kerkstraat, Molenstraat en Wilhelminastraat vanwege de architectonische waarden en gaafheid van het ensemble van historische waarde. Vergelijking met negentiende-eeuwse kaarten laat zien dat bij de naoorlogse ontwikkeling de bestaande, historisch bepaalde infrastructuur (en verkaveling) is behouden en slechts op enkele punten is gewijzigd.

 

Architectuur Het cluster aan ‘t Dorp wordt gevormd door enkele grootschaligere volumes die nabij de locatie van de kerk zijn opgericht. Van oorsprong stond hier al een grote kerk, daterend uit de negentiende eeuw. De ouderdom van deze religieuze locatie is nog herkenbaar aan het oude kerkhof met rijksmonumentale kapel. Verder werd hier in het interbellum een groot schoolcomplex in expressionistische stijl opgericht, dat later dienst ging doen als kazerne (uitbreidingen uit 1950). Schuin tegenover de school ligt een binnen het woningbestand van Bernheze opvallend rijk gedetailleerd woonhuis met daarachter grote bijgebouwen, daterend uit circa 1900. Ten oosten hiervan ligt een in een grote tuin gelegen, gaaf behouden in traditionele stijl opgetrokken villa uit de jaren vijftig. De kerk, een vervanging van de in 1961 door brand verwoeste kerk, is een fraai voorbeeld van een modernistisch religieus gebouw, waarbij de toren is losgekoppeld van de gebedsruimte. Aan de De la Sallestraat ligt het in het begin van de jaren vijftig gebouwde Broederhuis.

De wederopbouwhuizen ten zuiden van ‘t Dorp zijn met name in traditionele stijl (Delftse School) opgetrokken twee-onder-een-kapwoningen. De eenlaags volumes zijn alle geplaatst onder een met rode pannen gedekt dak (dan wel met dakkapel, dan wel met Vlaamse gevel). Binnen de straatbeelden is sprake van verschillende ‘modellen’ woningen. Verder is telkens één zijde van de straat voorzien van een kleine voortuin. De huizen hebben alle, in lijn met de tuindorpgedachte een diepe achtertuin. Oorspronkelijk was, eveneens geheel in lijn van de tuindorpopzet nabij de kruising Kerkstraat-J.F. Kennedylaan en Wilhelminalaan een groen plein. Hier is later nieuwbouw gerealiseerd. Ook op de kruising van de Kerkstraat en Molenstraat heeft enige in architectuur afwijkende inbreiding plaatsgevonden.

 

Binnen het straatbeeld van traditionalistische huizen werd gelijktijdig een in architectuur (typologie en vormentaal) afwijkend blok van appartementen met op de begane grond voorzieningen opgericht. Hoewel afwijkend van de oorspronkelijke vooroorlogse tuindorparchitectuur, is dit type volumes wel karakteristiek voor de wederopbouwperiode en staan deze voor de gedachte van de zelfvoorzienendheid en levensloopbestendigheid van de wijk.

 

Waardering Cultuurhistorisch waardevol cluster waarin naast enkele bouwhistorisch waardevolle vooroorlogse volumes met name elementen uit de wederopbouwperiode zijn gelegen: zowel grote solitaire objecten als een kleinschalig stedenbouwkundig ensemble (tuindorpgedachte). Als ensemble is sprake van een cultuur- en architectuurhistorisch waardevol stedenbouwkundig ensemble uit de wederopbouwperiode.

 

 

Hoogstraat Heesch

Ensemble Na de Tweede Wereldoorlog begint Heesch aan de geleidelijke ontwikkeling van een dorpskern. Aan het westelijke gedeelte van de Hoogstraat (nabij de Schoonstraat) is tot dat moment niets gebouwd. De historische linten/clusters bevinden zich ten noorden aan de Het Dorp, ten westen langs de Schoonstraat en langs de Leekenstraat die vanaf de Schoonstraat in een nagenoeg haakse bocht aansluit op de Hoogstraat.

 

Architectuur Rond 1960, in de late wederopbouwperiode, wordt parallel aan de Hoogstraat, tussen de Schoon- en Leekenstraat een nieuwe weg aangelegd. Aan de zuidzijde hiervan wordt een viertal geschakelde, ruim opgezette twee-onder-een-kap woningen gebouwd. Tussen de Hoogstraat en de nieuwe parallelweg wordt een plantsoen ingericht. De vier tweelaags woningen, geplaatst onder schildkappen, zijn middels een tussenbouw (garage) met elkaar gekoppeld. De woningen zijn kenmerkend voor de latere wederopbouwperiode, waarbij zowel elementen van de traditionele historiserende architectuur van de Delftse School als de op dat moment tot bloei komende Bossche School zijn toegepast. De gebouwen hebben een rijke detaillering, waarbij de accentuering van de constructie/structuur met bakstenen elementen zoals de overhoeks gemetselde rollaag is gerealiseerd. De vensters zijn van oorsprong traditioneel, bestaande uit op de begane grond een vierruits vast raam en op de verdieping draaiende tweeruits delen, voorzien van persiennes (luiken). Vóór de deuren zijn forse betonnen portieken geplaatst. Het flauw hellende dak is voorzien van een forse, door klossen gedragen overstek. Op het dak staat een kapel met decoratieve wangen en een zadeldakje. De volumes verkeren over het algemeen in authentieke staat. Verder zijn meerdere vensters op de begane grond gewijzigd. De aanbouwen liggen aanzienlijk terug. Verschillende aanbouwen zijn in de loop der jaren verbouwd.

 

Waardering Het ensemble Hoogstraat is een fraai voorbeeld van een kleinschalige seriematige woningbouw uit de late wederopbouwarchitectuur dat gaaf is behouden. In combinatie met het gelijktijdig ontstane groene plantsoen (nu deels bestraat) en de ietwat hogere ligging ten aanzien van De Misse (het raadhuisplein), heeft de rij (middenstands)woningen een voornaam aanzien.