Regeling vervallen per 02-09-2012

Verordening vertrouwenscommissie benoeming burgemeester 2012

Geldend van 01-01-2000 t/m 01-09-2012

Intitulé

Verordening vertrouwenscommissie benoeming burgemeester 2012

Artikel 1 – Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de minister: de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • b.

    de commissaris: de commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Brabant;

c.de raad: de raad van de gemeente Best;

d.de commissie: de vertrouwenscommissie;

  • e.

    de voorzitter: de voorzitter van de vertrouwenscommissie;

  • f.

    de griffier: de griffier als bedoeld in artikel 100 Gemeentewet.

Artikel 2 – Taak van de commissie

  • 1. De commissie is belast met de beoordeling van kandidaten voor het ambt van burgemeester van de gemeente Best. Zij brengt schriftelijk en gemotiveerd verslag uit aan de raad en de commissaris.

  • 2. De commissie doet het in het vorige lid bedoelde verslag vergezeld gaan van een advies aan de raad van twee kandidaten die naar haar oordeel voor benoeming in aanmerking komen.

  • 3. Bij de beoordeling van de kandidaten laten de leden van de commissie zich leiden door de door de raad vastgestelde profielschets.

Artikel 3 – Bevoegdheden en werkwijze

  • 1. Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 2 voert de commissie gesprekken met kandidaten.

  • 2. De griffier nodigt de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie. De plaats en het tijdstip voor een gesprek worden door hem zodanig gekozen, dat voorkomen wordt dat sollicitanten hierdoor bekend worden of tijdens het bezoek aan de commissie met elkaar in contact komen

  • 3. Indien de commissie besluit een door de commissaris als geschikt geachte kandidaat niet te ontvangen of besluit een andere kandidaat te ontvangen dan door de commissaris is geselecteerd, stelt de commissie de commissaris onverwijld en gemotiveerd van dit besluit op de hoogte.

  • 4. De commissie kan de commissaris vragen in de gelegenheid te worden gesteld de op schrift gestelde opvattingen mondeling toe te lichten.

  • 5. De commissie baseert haar bevindingen omtrent de geschiktheid van kandidaten, als bedoeld in artikel 2, lid 2, op de door de commissaris en de kandidaten schriftelijk en mondeling verstrekte informatie.

Artikel 4 - Samenstelling

  • 1. De raad benoemt uit zijn midden de leden van de commissie. Van elke fractie kan maximaal één lid worden benoemd.

  • 2. Plaatsvervanging van leden is niet toegestaan.

  • 3. Indien een lid van de commissie voor zijn of haar fractie voor langere tijd niet beschikbaar is, kan de raad besluiten een ander lid van die fractie te benoemen. De benoeming geldt tot het einde van de werkzaamheden.

  • 4. De commissie benoemt uit haar midden een voorzitter en een vice voorzitter. De eerste vergadering wordt voorgezeten door de waarnemend voorzitter van de raad.

Artikel 5 – Vergaderingen van de commissie

  • 1. De commissie vergadert in beslotenheid.

  • 2. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of twee leden dit noodzakelijk achten. De eerste maal wordt de commissie bijeen geroepen door de waarnemend voorzitter van de raad.

  • 3. Van elke vergadering wordt door de griffier namens de voorzitter tenminste 24 uur tevoren aankondiging gedaan aan de leden van de commissie.

  • 4. De commissie vergadert niet, indien niet tenminste vier leden aanwezig zijn.

Artikel 6 - Besluitvorming

  • 1. Elk lid van de commissie heeft één stem.

  • 2. De commissie streeft naar unanimiteit bij de besluitvorming. Als de commissie niet tot een unaniem oordeel kan komen, worden de opvattingen van de commissie bij meerderheid van stemmen vastgesteld.

  • 3. Het gevoelen van de minderheid wordt in het verslag aan de raad kenbaar gemaakt, indien de minderheid daarom verzoekt.

Artikel 7 – Vertegenwoordiging van de commissie

  • 1. De voorzitter treedt samen met de griffier als contactpersoon naar buiten op.

  • 2. Alle stukken voor de commissie worden aan het adres van de griffier gericht dan wel persoonlijk aan hem overhandigd en op zijn adres bewaard.

  • 3. Alle stukken die van de commissie uitgaan, worden vanaf het adres van de griffier verzonden en getekend door de voorzitter en de griffier, dan wel mede namens de voorzitter door de griffier.

Artikel 8 – Ondersteuning van de commissie

  • 1. De commissie laat zich bijstaan door de griffier.

  • 2. De griffier is secretaris van de commissie, is in elke vergadering van de commissie aanwezig en adviseert de commissie. De griffier kan zich laten vervangen door de plaatsvervangend griffier.

  • 3. De commissie kan zich laten adviseren door een wethouder en laten ondersteunen door de gemeentesecretaris op de door haar te bepalen momenten en wijze. Deze zijn geen lid van de commissie.

Artikel 9 - Geheimhouding

  • 1. De leden van de commissie en anderen die haar/hen bijstaan of adviseren hebben volstrekte geheimhoudingsplicht omtrent hetgeen direct of indirect aan hen ter kennis is gekomen. Deze geheimhoudingsplicht geldt zowel tijdens het bestaan van de commissie als na ontbinding van de commissie.

  • 2. De volstrekte geheimhouding geldt ook voor anderen dan de in lid 1 genoemden voor al hetgeen hem/haar ter kennis is gebracht in het verslag van bevindingen, in de conceptaanbeveling en in een besloten raadsvergadering.

  • 3. Schending van de geheimhoudingsplicht is strafbaar op grond van artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht.

Artikel 10 – Ontbinding van de commissie

  • 1. De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag, volgende op die waarop aan het gemeentebestuur is bekend gemaakt dat in de vacature is voorzien.

  • 2. De voorzitter en de griffier dragen er zorg voor, dat op of zo spoedig mogelijk na het in het eerste lid bedoelde tijdstip alle archiefbescheiden die de commissie zelf heeft opgemaakt, onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als 'geheim' worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats. Van deze overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1 sub a en c van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid.

  • 3. De originele stukken die de commissie heeft ontvangen van de commissaris of van de kandidaten, worden door de griffier op of zo spoedig mogelijk na het in het eerste lid bedoelde tijdstip aan dezen teruggezonden.

  • 4. Alle formele en informele stukken, die de commissieleden en anderen die haar/hen bijstaan of adviseren onder zich hebben, worden op of zo spoedig mogelijk na het in het eerste lid bedoelde tijdstip bij de griffier ingeleverd, die zorgt voor vernietiging.

Artikel 11 – Vergoeding

  • 1. De leden van de commissie ontvangen een toelage als bedoeld in artikel 4a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2. De toelage bedraagt 5% van de vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden op jaarbasis.

Artikel 12 - Slotbepaling

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking de dag na die van haar vaststelling.

  • 2.

    Deze verordening vervalt met ingang van de dag volgend op die waarop door de minister een besluit is genomen op de aanbeveling van de raad.

  • 3.

    In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de procedureregels niet voorzien, beslist de commissie.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening vertrouwenscommissie benoeming burgemeester 2012”.

Behoort bij besluit van de raad van best

van 8 december 2011

de griffier,