Regeling vervallen per 01-01-2015

Financiële verordening 2009

Geldend van 11-03-2009 t/m 31-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2009

Intitulé

Financiële verordening 2009

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Definities

Voor de gehanteerde begrippen in deze verordening gelden de definities uit de Gemeentewet, de wet Fido, het Besluit begroting en verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV) en Besluit Accountantscontrole Provincies en gemeenten.

Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording

Artikel 2 Programma-indeling

  • 1. De raad stelt bij aanvang van een nieuwe raadsperiode een programma-indeling voor de komende raadsperiode vast.

  • 2. De raad stelt per programma relevante indicatoren vast voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de maatschappelijke effecten van het gemeentelijk beleid.

Artikel 3 Planning en controlcyclus

Voor aanvang van een begrotingsjaar biedt het college een overzicht aan met daarin in elk geval de data voor het aanbieden door het college en het vaststellen door de raad van de jaarstukken, de kaderbrief, de tussentijdse rapportages en de begroting met de meerjarenraming.

Artikel 4 Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1. Bij de begroting wordt een overzicht gegeven van de productenraming ingedeeld naar programma's en bij het jaarverslag wordt een overzicht gegeven van de productenrealisatie ingedeeld naar programma's.

  • 2. Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt van de nieuwe inversteringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.

  • 3. In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

  • 4. De begroting en de jaarstukken bevatten naast de verplichte paragrafen een paragraaf subsidies met daarin een overzicht van de subsidies.

Artikel 5 Kaders ontwerp-begroting

Het college biedt voor 1 juli aan de raad een kaderbrief aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de ontwerp-begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming. De raad stelt deze kaderbrief voor 15 september vast.

Artikel 6 Autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen

  • 1. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma en het overzicht algemene dekkingsmiddelen.

  • 2. Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststeleln van de financiële positie geautoriseerd.

  • 3. Bij de behandeling van de tussenrapportages in de raad doet het college voorstellen voor wijziging van de geautoriseerde budgetten en investeringskredieten en bijstelling van het beleid.

  • 4. Voor investeringen en nieuw beleid in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een voorstel voor autorisatie aan de raad voor.

  • 5. Voor eenmalige lasten kleiner dan 3 procent van het totaal van de lasten van een programma, met een maximum van € 100.000 bij eenmalige en € 50.000 bij meerjarige exploitatielasten, kan het college zonder voorafgaande autorisatie door de gemeenteraad verplichtingen aangaan.

Artikel 7 Tussentijdse rapportage

  • 1. Het college informeert de raad twee maal per jaar door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente over de eerste vier respectievelijk de eerste acht maanden van het begrotingsjaar.

  • 2. De tussenrapportage bevat een uiteenzetting over de uitvoering en de bijstelling van het beleid en een overzicht van:

    a. de stand van zaken van de doelen (maatschappelijke effecten) per programma;

    b. de stand van zaken van de baten en lasten per programma;

    c. de te nemen bijsturingsmaatregelen per programma;

    d. de verwachte stand van zaken van het begrotingssaldo per ultimo van het begrotingsjaar voor en na bestemming en een doorkijk naar de meerjarenraming;

  • 3. In de tussenrapportage worden afwijkingen op de oorspronkelijke ramingen van de baten en lasten in de begroting groter dan €25.000 op programma niveau toegelicht.

Artikel 8 Informatieplicht

Het college informeert in ieder geval vooraf de raad en neemt pas een besluit, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen van:

a. het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties in het kader van de publieke taak.

Hoofdstuk 3 Financieel beleid

Artikel 9 Waardering & afschrijving vaste activa

  • Het college verwijst voor wat betreft het waarderen, activeren en afschrijven naar de regels die zijn vastgelegd in de "Nota waardering, activering en afschrijving" (versie oktober 2010), zoals vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 8 november 2010.

Artikel 10 Reserves en voorzieningen

  • 1. Het college biedt de raad eens in de vier jaar een nota reserves en voorzieningen aan. De raad stelt de nota vast. De nota behandelt:

    a. de vorming en besteding van reserves;

    b. de vorming en besteding voorzieningen;

    c. de toerekening en verwerking van rente over de reserves en de voorzieningen.

  • 2. Bij een voorstel voor de instelling van een bestemmingsreserve voor een investeringsvoornemen wordt minimaal aangegeven:

    a. het specifieke doel van de reserve;

    b. de voeding van de reserve;

    c. de maximale hoogte van de reserve;

    d. en de maximale looptijd.

  • 3. Indien een bestemmingsreserve voor een investeringsvoornemen binnen de aangegeven maximale looptijd niet heeft geleid tot een investering, valt de bestemmingsreserve vrij en wordt deze aan de oorspronkelijke reserve toegevoegd.

Artikel 11 Kostprijsberekening

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2. Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.

Artikel 12 Financieringsfunctie

  • 1. Het college zorgt bij het uitoefenen van de financieringsfunctie voor:

    a. het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma's binnen de door de raad vastgstelde kaders van de begroting uit te voeren;

    b. het beheersen van de risico's verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico's, koersrisico's en kredietrisico's;

    c. het beperken van de kosten van leningen en het bereiken van een voldoende rendement op uitzettingen;

    d. het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;

    e. vastlegging van de uitvoeringsregels in een financieringsstatuut.

  • 2. Het college informeert de raad vooraf indien de wettelijke kasgeldlimiet of de wettelijke renterisiconorm dreigen te worden overschreden.

Hoofdstuk 4 Paragrafen

Artikel 13 Lokale heffingen

In de paragraaf lokale heffingen bij de begroting dan wel de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:

a. de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor belastingen, rioolrechten, afvalstoffenheffing;

b. de mate van kostendekkendheid van de rioolrechten en de afvalstoffenheffing;

c. de opbrengsten per lokale heffing;

d. het volume en bedrag aan kwijtscheldingen.

Artikel 14 Weerstandsvermogen

In de paragraaf weerstandsvermogen bij de begroting dan wel de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:

a. de risico's (risicomanagement) van materieel belang en een inschatting van de kans dat deze risico's zich voordoen;

b. in hoeverre schade en verliezen als gevolg van de risico's van materieel belang met de weerstandscapaciteit kunnen worden opgevangen door verzekeringen, voorzieningen, het weerstandsvermogen of anderszins.

Artikel 15 Onderhoud kapitaalgoederen

Bij de begroting dan wel de jaarstukken neemt het college in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:

a. de voortgang van het geplande onderhoud;

b. de omvang van het achterstallig onderhoud.

Artikel 16 Financiering

In de paragraaf financiering bij de begroting dan wel de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:

a. de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende vier jaar;

b. de rentevisie voor de komende vier jaar;

c. de kasgeldlimiet;

d. de renterisiconorm;

e. de rentekosten en rente-opbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie;

f. de beleggingsporteffeuille;

g. de uitgangspunten voor prijsstelling van de verkoop van gronden.

Artikel 17 Bedrijfsvoering

In de paragraaf bedrijfsvoering bij de begroting dan wel de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:

a. de inrichting en de ontwikkeling van de gemeentelijke organisatie;

b. de relatie tussen de gemeente en de inwoners van de gemeente;

c. een overzicht van de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid, bedoeld in artikel 213a van de Gemeentewet;

d. de omvang, opbouw en ontwikkeling van het personeelsbestand en de loonkosten;

e. de kosten van inhuur van derden.

Artikel 18 Verbonden partijen

In de paragraaf verbonden partijen bij de begroting dan wel de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval van elke verbonden partij op:

a. de naam en vestigingsplaats;

b. het financieel belang van de gemeente;

c. de zeggenschap van de gemeente;

d. het publiek belang dat wordt gediend met de deelname;

e. de nieuwe verbonden partijen, het beëindigen van bestaande verbonden partijen en het wijzigen van bestaande verbonden partijen.

Artikel 19 Grondbeleid

In de paragraaf grondbeleid bij de begroting en de jaarstukken neemt het college de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.

Artikel 20 Subsidies

In de paragraaf subsidies bij de begroting en de jaarstukken geeft het college in ieder geval een overzicht van de steunverlening en de subsidies aan instellingen en ondernemingen.

Hoofdstuk 5 Financieel beheer en interne controle

Artikel 21 Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:

a. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;

b. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorrasden, vorderingen, schulden en contracten;

c. het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

d. het verschaffen van informatie over indicatoren voor de maatschappelijke effecten van het gemeentelijk beleid;

e. het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

f. de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relvante wet- en regelgeving.

Artikel 22 Interne controle

  • 1. Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijking neemt het college maatregelen tot herstel.

  • 2. Het college zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente. Bij afwijkingen tussen de werkelijkheid en de registratie neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.

Artikel 23 Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

Hoofdstuk 6 Financiële organisatie

Artikel 24 Financiële organisatie

Het college zorgt voor en legt vast:

a. een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

b. een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

c. de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

d. de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie.

Artikel 25 Inkoop en aanbesteding

Het college zorgt voor en legt vast de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 26 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2009.

  • 2. De 'Financiële verordening 2006', vastgesteld door de raad op 12 december 2005, wordt per 1 januari 2009 ingetrokken.

Artikel 27 Citeertitel

Deze verordening wordt in de gemeentelijke stukken aangehaald onder de naam 'Financiële verordening 2009'.