Regeling vervallen per 01-09-2020

Nadere regeling subsidieverstrekking vrijwilligersorganisaties Wmo

Geldend van 26-08-2014 t/m 31-08-2020 met terugwerkende kracht vanaf 22-08-2014

Intitulé

Nadere regeling subsidieverstrekking vrijwilligersorganisaties Wmo

Locatie Tijd CORSAinhoud

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Best;

gelet op het bepaalde in de Algemene subsidieverordening 2013,

titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 149 en

156 van de Gemeentewet

besluit vast te stellen de volgende:

Nadere regeling subsidieverstrekking vrijwilligersorganisaties Wmo

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

a.Subsidie per kalenderjaar: deze subsidievorm is bedoeld voor activiteiten met een structureel

karakter en wordt per kalenderjaar verleend.

b.Subsidie voor een bepaalde activiteit: deze subsidievorm is bedoeld voor eenmalige projecten of

activiteiten.

Artikel 2. Doel(groepen)

1.Ontwikkeling en ontplooiing jeugdigen

Er wordt beoogd dat Bestse jeugdigen zich in Best optimaal kunnen ontwikkelen en ontplooien.

2.Zelfredzaamheid volwassenen

Er wordt beoogd dat inwoners voldoende toegerust zijn om zelfstandig hun eigen leven vorm en inhoud te geven. Eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht staan daarbij voorop.

3.Maatschappelijke participatie

Er wordt beoogd dat inwoners actief deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. Hierbij geldt dat inwoners in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn om aan maatschappelijke activiteiten mee te doen, de taal te leren, werk te zoeken, te bewegen en te recreëren.

4.Maatschappelijke inzet

Er wordt beoogd dat inwoners van Best zich actief in zetten voor elkaar en voor hun sociale omgeving.

5.Sociale samenhang en leefbaarheid .

Er wordt beoogd dat bewoners hun leefomgeving als leefbaar, prettig en veilig ervaren en zich hier mede verantwoordelijk voor voelen.

Artikel 3. Subsidieaanvrager

De aanvrager is een rechtspersoon of rechtspersoon in oprichting zonder winstoogmerk die functioneert op basis van vrijwillige inzet.

Artikel 4. De te subsidiëren activiteiten

1.Subsidie kan worden verleend voor:

a. Ontwikkeling en ontplooiing jeugdigen

  • -

    Activiteiten die een bijdrage leveren aan het gezond gewicht van jongeren, alcoholpreventie van jongeren of de weerbaarheid van jongeren;

  • -

    Activiteiten die een bijdrage leveren aan leesvaardigheid van jongeren;

  • -

    Activiteiten die een bijdrage leveren aan de vrijetijdsinvulling van jongeren die anders onvoldoende vrijetijdsinvulling hebben;

  • -

    Activiteiten die er een bijdrage aan leveren dat ook kinderen/ jongeren met extra ondersteuningsbehoefte in Best naar school kunnen gaan en in Best hun vrije tijd kunnen doorbrengen;

  • -

    Activiteiten die de civil society rondom opvoeden en opgroeien versterken;

b. Zelfredzaamheid volwassenen

Activiteiten die de zelfredzaamheid en/of de eigen kracht van inwoners kunnen versterken en daarmee ook de inzet van professionele zorg/hulpmiddelen/diensten kunnen verminderen.

c. Maatschappelijke participatie

Activiteiten die eraan bijdragen dat ook inwoners die niet op eigen kracht kunnen participeren, bijvoorbeeld om financiële redenen of door een beperking, toch mee kunnen doen.

d. Maatschappelijke inzet

Activiteiten die overbelasting van mantelzorgers kunnen voorkomen.

e. Sociale samenhang en leefbaarheid

Activiteiten die er aan bijdragen dat inwoners hun leefomgeving als prettig, veilig en leefbaar

ervaren en zich hiervoor mede verantwoordelijk voelen.

  • f.

    De huur voor een werkplek in Bestwijzer.

    • 2.

      De subsidie, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt als een subsidie per kalenderjaar of als subsidie voor een bepaalde activiteit verleend.

Artikel 5. Subsidievereisten

  • 1. Om in aanmerking te komen voor een subsidie zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid onderdeel a wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • -

      De activiteiten moeten mede tot stand komen door jongeren erbij te betrekken en/ of te laten uitvoeren;

    • -

      Alle vrijwilligers (die de mogelijkheid hebben om één op één te zijn met jeugdigen) moeten over een verklaring omtrent gedrag beschikken;

    • -

      Bij alle activiteiten waarbij jeugdigen betrokken zijn geldt dat de vrijwilligers ook een signaleringsfunctie hebben. Om dit waar te maken worden zij door de gemeente gefaciliteerd door b.v. een online cursus en een vast (professioneel) aanspreekpersoon voor vragen op dit gebied.

Artikel 6. Subsidieplafond/verdeling van de subsidie

  • 1. Het subsidieplafond voor het subsidiëren van activiteiten per kalenderjaar zoals bedoeld in deze nadere regels wordt jaarlijks vastgesteld.

  • 2. Het subsidieplafond voor een subsidie voor bepaalde activiteiten wordt jaarlijks vastgesteld.

  • 3. Indien het bedrag waarvoor op basis van deze nadere regels een subsidie per kalenderjaar zou moeten worden verleend aan degenen die daartoe tijdig een aanvraag voor hebben ingediend die aan de vereisten voldoet groter is dan het op grond van het eerste lid vastgestelde plafond voor subsidies per kalenderjaar, worden de betreffende subsidies naar evenredigheid verminderd.

  • 4. Indien het bedrag waarvoor op basis van deze nadere regels een subsidie voor een bepaalde activiteit zou moeten worden verleend aan degenen die daartoe tijdig een aanvraag hebben ingediend die aan de vereisten voldoet groter is dan het op grond van het eerste lid vastgestelde subsidieplafond voor bepaalde activiteiten, wordt op de aanvragen beslist op volgorde waarop ze binnenkomen.

Artikel 7. Subsidiehoogte

  • 1.

    Het college bepaalt de hoogte van de subsidie op basis van de door het college noodzakelijk geachte subsidiabele kosten, met inachtneming van de wegingcriteria.

  • 2.

    Het college bepaalt de hoogte van de subsidie voor de werkplek in Bestwijzer op basis van de huurprijs van de werkplek. Er wordt geen rekening gehouden met de wegingcriteria.

  • 3.

    Bij de beoordeling van de subsidieaanvragen worden de volgende wegingcriteria in acht genomen:

    • -

      Doeltreffendheid

Ons uitgangspunt is dat subsidie wordt verleend voor activiteiten. Daarbij gaat het om de vraag of de activiteiten voldoende bijdragen aan de beleidsdoelen die zijn vastgesteld en de gewenste maatschappelijke effecten. Dit noemen we doeltreffendheid. Welke doelen we nastreven en wat we daarbij van organisaties verwachten hebben we beschreven in artikel 2, 4 en 5.

-Doelmatigheid

Een belangrijke voorwaarde voor subsidie is dat de activiteit doelmatig is. Daarbij gaat het om de vraag of het subsidiebedrag aanvaardbaar is ten opzichte van wat daarmee bereikt wordt en of de budgetten efficiënt worden ingezet. We verwachten dat organisaties een inzichtelijke en logische kostprijsopbouw van de activiteiten leveren.

-(Financiële) draagkracht

Bij de subsidieverlening doen we een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van inwoners en organisaties. Subsidie wordt alleen verleend als financiering door de gemeente noodzakelijk is en de overige mogelijkheden voor het verkrijgen van inkomsten voldoende zijn benut. Subsidieverlening vormt zo het sluitstuk. We verwachten van organisaties dat zij hun draagkracht maximaal benutten door zich voldoende in te spannen om inkomsten te werven uit deelnemersbijdragen, contributie, entreeprijzen, fondsen, donaties, sponsoring, et cetera. Het college kan, in het geval dat een organisatie beschikt over een groot eigen vermogen (relatief dan wel absoluut), het eigen vermogen meewegen in de beoordeling van de subsidieaanvraag. Indien dit van toepassing is gaat het college is gesprek met de betreffende instelling.

Vernieuwing

Van organisaties wordt verwacht dat zij hun aanbod regelmatig evalueren zodat het blijft voldoen aan de behoefte van de doelgroep en aansluit bij de doelen van de gemeente. Ook is het belangrijk dat organisaties oog houden voor veranderingen in de vraag in de samenleving. Nieuwe innovatieve projecten die een vliegwiel vormen naar concrete verbeteringen in de samenleving kunnen ter stimulering worden ondersteund met een eenmalige subsidie.

-Samenwerking

De activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend staan over het algemeen niet op zichzelf. Zij zijn onderdeel van een sociale structuur, de buurt, cultuur, sport, welzijnswerk etc. We verwachten dat de activiteiten bijdragen aan meer betrokkenheid van inwoners bij de samenleving. Van organisaties wordt gevraagd om open te staan voor andere organisaties met dezelfde doelen of voor initiatieven in de buurt en zo mogelijk verbindingen te leggen. Samenwerking schept kansen voor nieuwe initiatieven en verlaagt de drempels om deel te nemen aan activiteiten.

-Toegankelijkheid

De gemeente hecht sterk aan een toegankelijk aanbod van activiteiten en voorzieningen. Hierbij gaat het om de vraag hoe open een organisatie is naar de samenleving en de buurt. We verwachten dat organisaties de interactie zoeken met de buurt en voldoende bekendheid geven aan de activiteiten. Daarbij is het van belang dat organisaties open staan voor inwoners met een beperking en kwetsbare groepen. Het uitgangspunt is dat deze groepen inwoners zo veel mogelijk in staat worden gesteld om deel te nemen aan het reguliere aanbod van activiteiten en voorzieningen.

Artikel 8. Aanvraag

  • 1. De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van een aanvraagformulier.

  • 2. In afwijking van de ASV moet een subsidie per kalenderjaar uiterlijk 1 oktober in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de activiteiten worden uitgevoerd ingediend.

  • 3. Een aanvraag voor een subsidie voor een bepaalde activiteit moet tenminste 13 weken voor het begin van de activiteit worden ingediend.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 22 augustus 2014 en is van toepassing op aanvragen om subsidie voor de uitvoering van activiteiten vanaf 1 januari 2015.

Artikel 10. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Nadere regeling subsidieverstrekking vrijwilligersorganisaties Wmo.

Aldus vastgesteld in de collegevergadering

van 19 augustus 2014

Het college van burgemeester en wethouders van Best

de gemeentesecretaris de burgemeester

drs. C.M.M. Noordman drs. A.G.T. van Aert