Regeling vervallen per 31-03-2017

Verordening op de uitgangspunten van het financieel beleid, financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Beuningen (art. 212 Gw).

Geldend van 22-01-2008 t/m 30-03-2017

Intitulé

Verordening op de uitgangspunten van het financieel beleid, financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Beuningen (art. 212 Gw).

De raad van de gemeente Beuningen;

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten;

zoals gewijzigd bij besluit van de raad d.d. 22 januari 2008;

B E S L U I T :

vast te stellen de Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Beuningen.

Hoofdstuk 1 Begroting en verantwoording

Kaderstellen

Artikel 2. Programmabegroting

  • 1. De raad stelt tenminste bij de aanvang van de nieuwe raadsperiode een programma-indeling vast.

  • 2. De raad stelt jaarlijks de uitgangspunten voor de begroting en meerjarenraming vast.

  • 3. De raad stelt per programma vast:

  • 1. de beoogde maatschappelijke effecten;

  • 2. de speerpunten van het beleid en de daarmee samenhangende activiteiten;

  • 3. de baten en lasten;

  • 4. Het college stelt per programma indicatoren voor met betrekking tot de beoogde maatschappelijke effecten en de activiteiten.

  • 5. De raad stelt de indicatoren, bedoeld in het derde lid, vast.

  • 6. Het college draagt zorg voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de activiteiten en de maatschappelijke effecten, zodat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid zoals vastgesteld door de raad, kunnen worden getoetst.

Artikel 3. Producten

  • 1. Bij iedere begroting en jaarstukken wordt een overzicht gegeven van de toedeling van de producten uit de productraming aan de programma’s.

  • 2. De onderverdeling van de programma’s in de producten staat voor de raadsperiode vast, tenzij er dringende redenen zijn tot wijzigen. Wijzigingen worden bij de begroting expliciet vermeld.

Artikel 4. Kaders begroting

De raad stelt voor 15 juli op voorstel van het college een nota vast over de kaders voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren. In deze nota worden de bevindingen betrokken uit de rapportage van de begrotingsuitvoering bedoeld in artikel 7 en de jaarstukken bedoeld in artikel 8.

Uitvoering

Artikel 5. Uitvoering begroting

  • 1. Het college stelt regels die waarborgen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt.

  • 2. Het college draagt ten aanzien van de productenraming er zorg voor dat:

    • a.

      de lasten en baten, door middel van kostentoerekening, eenduidig zijn toegewezen aan de producten van de productraming;

    • b.

      de budgetten uit de productraming en kredieten voor investeringen passen binnen de kaders zoals geautoriseerd bij de vaststelling van de uiteenzetting van de financiële positie;

    • c.

      de lasten van de producten niet dusdanig worden overschreden dat de realisatie van andere producten binnen hetzelfde programma onder druk komt.

  • 3. Het college draagt er zorg voor dat de lasten van de programma´s zoals geautoriseerd in de (gewijzigde) begroting niet wordt overschreden.

Beheersing en Interne controle

Artikel 6. Interne controle

  • 1.

    Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

  • 2.

    Het college draagt zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van een aantal bedrijfsonderdelen op juistheid, volledigheid en tijdigheid van de bestuurlijke informatievoorziening en de rechtmatigheid van beheershandelingen.

  • 3.

    Het college zorgt op basis van de resultaten van de toets genoemd in lid 2 voor een plan van verbetering. Het college neemt op basis van het plan van verbetering maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.

  • 4.

    De resultaten van de toets en het plan van verbetering worden ter kennisgeving aan de raad aangeboden.

Rapportage en Verantwoording

Artikel 7. Tussentijdse rapportage

  • 1.

    Het college informeert de raad door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente over de eerste drie maanden en de eerste zes maanden van het lopende boekjaar.

  • 2.

    De tussenrapportages worden aan de raad aangeboden op de volgende tijdstippen:

    • a.

      de driemaands rapportage voor 15-07 van het lopende begrotingsjaar;

    • b.

      de zesmaands rapportage voor 15-11 van het lopende begrotingsjaar;

  • 3.

    De inrichting van de tussentijdse rapportages sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.

  • 4.

    De rapportages gaan in op afwijkingen, zowel wat betreft de lasten, de ondernomen activiteiten en indien daar aanleiding voor is de maatschappelijke effecten.

    In de rapportages wordt in ieder geval aandacht besteed aan afwijkingen van:

    • 1.

      inkomsten uit de algemene uitkering;

    • 2.

      de rente-ontwikkeling op de kapitaalmarkt;

    • 3.

      resultaten uit grondexploitatie;

    • 4.

      realisatie op begrote subsidieverwachtingen

Artikel 8. Jaarstukken

  • 1. Het college draagt zorg voor een adequate vertaling van de verantwoording naar de productenrealisatie en naar de programma verantwoording.

  • 2. Het college legt verantwoording af over de programma’s door middel van beantwoording van de vragen:

  • 1. wat is bereikt;

  • 2. welke activiteiten zijn ondernomen;

  • 3. wat de kosten zijn

  • 4. hoe de resultaten zich verhouden tot de in de begroting gestelde doelen.

  • 3. De raad bepaalt aan de hand van de uitvoering van de programma’s of de beleidsdoelen van de programma’s voor het lopende jaar bijstelling behoeven.

Hoofdstuk 2: Financiële positie

Kaderstellen

Artikel 9. Financiële positie

  • 1. Het college draagt er zorg voor, dat al het beleid waartoe de raad heeft besloten, in de uiteenzetting van de financiële positie en de meerjarenramingen is opgenomen.

  • 2. Het totaalbedrag aan verleende garanties en waarborgen worden bij de uiteenzetting van de financiële positie expliciet vermeld.

  • 3. De raad autoriseert met het vaststellen van de financiële positie de investeringskredieten.

Artikel 10. Waardering & afschrijving vaste activa

  • 1.

    Geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling, agio en disagio worden lineair in 5 jaar afgeschreven.

  • 2.

    Kosten voor het afsluiten van geldleningen worden geactiveerd en afgeschreven over een tijdsbestek gelijk aan de looptijd van de afgesloten lening.

  • 3.

    De materiele vaste activa met economisch nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, worden lineair afgeschreven:

    Soort investering

    Jaren

    Immateriële vaste activa

    Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen

    5

    Kosten van onderzoek en ontwikkeling

    5

    Materiële vaste activa

    Investeringen met een economisch nut

    Gronden en terreinen

    niet

    Woonruimten (tijdelijke woonruimten zoals woonwagens e.d.)

    15

    Bedrijfsgebouwen

    * permanent (bibliotheek 25, schoolgebouw 40)

    25-40

    * tijdelijk

    20-25

    * verbouwingen en aanpassingen

    10-25

    * tijdelijke schoolgebouwen

    15-20

    * kleedaccommodaties

    10

    Grond- en wegwerken

    * sportterreinen en terreininrichtingen (verbetering woonwagencentrum 10, begraafplaats 30)

    10-30

    Vervoermiddelen

    10-15

    Machines en apparaten

    5-20

    Overige

    10-20

    * automatisering (software en hardware)

    4-6

    * inrichting onderwijs

    20

    * jongerenontmoetingsplekken

    10-25

    Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut

    Grond- en wegwerken

    niet

    Financiële vaste activa

    10-25

    Activa met economisch nut en een verkrijgingprijs van minder dan € 5.000,-- worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Deze laatst genoemden worden altijd geactiveerd.

  • 4.

    Onder activa met een meerjarig maatschappelijk nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, worden verstaan investeringen in aanleg en onderhoud van: waterwegen; waterbouwkundige werken; permanente terreinwerken; wegen; straten; fietspaden; voetpaden; bruggen, viaducten; tunnels; verkeerslichtinstallaties; openbare verlichting; straatmeubilair; reconstructie openbare ruimte; parken; overig openbaar groen.

  • 5.

    Aankoop en vervaardiging van activa met een meerjarig maatschappelijk nut worden onder aftrek van bijdragen van derden en bestemmingsreserves ten laste van de exploitatie gebracht. Hiervan kan bij raadsbesluit worden afgeweken. In geval van activering bij raadbesluit wordt het actief lineair afgeschreven in een door de raad aan te geven tijdsduur.

Artikel 11. Voorziening voor oninbare vorderingen

Voor openstaande vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van een beoordeling op inbaarheid van de openstaande vorderingen ouder dan drie maanden.

Artikel 12. Kostprijsberekening

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeente Beuningen wordt een systeem van kosxentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten meegenomen, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2. Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan reserves voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten, reinigingsrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.

  • 3. De omslagrente voor de rentetoerekening van de kapitaallasten wordt bepaald door het rentetotaal van de uitstaande leningen en de bij begroting vastgestelde gecalculeerde rente over het eigen vermogen en voorzieningen.

Artikel 13. Financieringsfunctie

  • 1. De raad stelt bij de uitoefening van de financieringsfunctie nadere regels in een treasurystatuut voor:

    • a.

      het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te kunnen voeren;

    • b.

      het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s;

    • c.

      het zo veel mogelijk beperken van de kosten van de leningen en het bereiken van een voldoende rendement op de uitzettingen;

    • d.

      het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

  • 2. Het college neemt bij de uitvoering van de financieringsfunctie de richtlijnen van het treasurystatuut in acht.

Artikel 14. Registratie bezittingen en activa

Is vervallen.

Hoofdstuk 3 Paragrafen

Artikel 15. Reserves en voorzieningen

  • 1.

    Het college biedt een keer in de twee jaar de nota reserves en voorzieningen aan

  • 2.

    De nota behandelt:

    • a.

      de vorming en vrijval van reserves;

    • b.

      de vorming en vrijval voorzieningen;

    • c.

      de toerekening en verwerking van rente over de reserves en de voorzieningen, in relatie tot de nota weerstandsvermogen bedoeld in artikel 16.

  • 3.

    Het college biedt jaarlijks een overzicht van de reserves en voorzieningen aan in een aparte paragraaf.

Artikel 16. Lokale heffingen

  • 1. Bij de begroting en jaarstukken doet het college in de paragraaf lokale heffingen verslag van: de opbrengsten per lokale heffing; het volume en bedrag aan kwijtscheldingen; de kostendekkendheid van de rioolrechten en de afvalstoffenheffing; de (ontwikkeling van de) lokale lastendruk voor eenpersoonshuishoudingen, meerpersoonshuishoudingen en bedrijven.

  • 2. Voor het vaststellen van de hoogte van gemeentelijke tarieven, heffingen en prijzen door de raad verstrekt het college aan de raad per verordening waarin deze tarieven, heffingen en prijzen worden vastgelegd, de actueel geraamde hoeveelheden per door de gemeente verstrekte dienst, waarover de tarieven, heffingen en prijzen in rekening worden gebracht en per verordening het totaal van de geraamde kosten van de erin genoemde door de gemeente verstrekte diensten.

Artikel 17. Weerstandsvermogen

  • 1.

    Het college biedt tenminste eenmaal in de vier jaar een (bijgestelde) nota weerstandsvermogen en risicomanagement aan. In deze nota wordt ingegaan op het risicomanagement, het opvangen van risico’s door verzekeringen, voorzieningen, het weerstandsvermogen of anderszins. In de nota wordt tevens het gewenste weerstandsvermogen bepaald.

  • 2.

    Het college geeft aan in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en van de jaarstukken de risico’s van materieel belang en een inschatting van de kans dat deze risico’s zich voordoen. Het college brengt hierbij in elk geval de risico’s in beeld en actualiseert de risico’s genoemd in de nota bedoeld in lid 1. Hierbij wordt speciale aandacht gegeven aan:

    • a.

      een inventarisatie van de weerstandscapaciteit;

    • b.

      een inventarisatie van de risico’s;

    • c.

      het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s;

  • 3.

    Het college geeft aan in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en van de jaarstukken de weerstandscapaciteit en in hoeverre schaden en verliezen als gevolg van de risico’s van materieel belang met het weerstandsvermogen kunnen worden opgevangen.

Artikel 18. Onderhoud kapitaalgoederen

  • 1. Het college biedt ten minste eens in de acht jaar een integraal kwaliteitsplan openbare ruimte aan. De nota geeft het kader weer voor de inrichting van het onderhoud en het beoogde onderhoudsniveau voor het openbaar groen, water, wegen, kunstwerken en straatmeubilair en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag.

  • 2. Het college biedt ten minste eens in de vijf jaar een (bijgestelde) nota rioleringsplan aan. De nota geeft het kader weer voor de inrichting van het onderhoud, het beoogde onderhoudsniveau en de uitbreiding van de riolering alsmede de te nemen milieumaatregelen en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag.

  • 3. Vervalt

  • 4. Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen verslag over de voortgang van het geplande onderhoud en het eventuele achterstallig onderhoud aan openbaar groen, water, wegen, kunstwerken, straatmeubilair, riolering, gebouwen.

Artikel 19. Financiering

Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf financiering verslag van:

  • b.

    de kasgeldlimiet;

  • c.

    de renterisico norm;

  • d.

    de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende drie jaar;

  • e.

    de rentevisie;

  • f.

    de rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie.

Artikel 20. Bedrijfsvoering

  • 1. In de bedrijfsvoeringparagraaf in de begroting wordt ingegaan op de tijdelijke en actuele onderwerpen die aandacht behoeven. In de bedrijfsvoeringparagraaf in het jaarverslag wordt gerapporteerd over de bij de begroting bepaalde onderwerpen aangaande de bedrijfsvoering alsmede over nieuwe ontwikkelingen.

  • 2. Het college rapporteert in de bedrijfsvoeringparagraaf van de begroting en de jaarstukken over de voortgang van de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid, bedoeld in artikel 213a Gemeentewet, en de uitputting van de bijbehorende budgetten.

Artikel 21. Verbonden partijen

In de begroting en de jaarstukken wordt in de paragraaf verbonden partijen in elk geval ingegaan op nieuwe verbonden partijen, het beëindigen van bestaande verbonden partijen, het wijzigen van bestaande verbonden partijen en het voordoen van problemen bij bestaande verbonden partijen.

Artikel 22. Grondbeleid

  • 1.

    Het college biedt ten minste eens in de vier jaar een (bijgestelde) nota grondbeleid aan ter behandeling en vaststelling door de raad. In deze nota wordt aandacht besteed aan:

    • a.

      de relatie met de programma’s van de begroting,

    • b.

      de strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente,

    • c.

      aan te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten,

    • d.

      de voorraadverwerving en uitgifte van gronden,

    • e.

      de uitgifte van gronden in erfpacht en de bijstelling van erfpachtvergoedingen.

  • 2.

    In de paragraaf grondbeleid in de begroting en jaarverslag wordt ingegaan op de uitvoering van de nota grondbeleid, met name de belangrijkste financiële ontwikkelingen zoals verlies/winstverwachtingen, de verwerving van gronden e.d. en de relaties van het grondbeleid met de programma’s.

Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf grondbeleid verslag van:

  • a.

    een visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma’s die zijn opgenomen in de begroting;

  • b.

    een aanduiding van de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert;

  • c.

    een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie;

  • d.

    een onderbouwing van de geraamde winstneming;

  • e.

    de beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico’s van de grondzaken.

Artikel 23. Verstrekking subsidies

Het College biedt indien hier aanleiding voor bestaat, maar in ieder geval op verzoek van de raad een (bijgestelde) nota verstrekking gemeentelijke subsidies aan ter behandeling door de raad. De nota bevat het kader voor de verstrekking van de gemeentelijke subsidies en een overzicht van de toegekende gemeentelijke subsidies.

Hoofdstuk 4 Financiële organisatie en administratie

Artikel 24. Administratie

  • 1. De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

    • a.

      het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel;

    • b.

      het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts;

    • c.

      het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het maken van kostencalculaties;

    • d.

      het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

    • e.

      het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

    • f.

      de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen.

  • 2. De administratie van de gemeente bestaat uit de administratie van de gemeente als geheel, alsmede uit de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen verbijzonderde administraties (momenteel de Algemene Dienst en het Grondbedrijf).

Artikel 25. Financiële administratie

Het college draagt er zorg voor dat:

  • a.

    de inrichting en de werking van de financiële administratie voldoet aan het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en andere relevante wet- en regelgeving;

  • b.

    de vereiste informatie verstrekt wordt aan het rijk, de provincie en de Europese Unie, alsmede aan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan gemeenten.

Artikel 26. Financiële organisatie

Het college draagt de zorg voor en legt (in een besluit) vast:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de diensten

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de regels voor de opdrachtverlening en de verrekening van leveringen tussen de diensten van de gemeente;

  • e.

    de te maken afspraken met de diensten over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

  • f.

    de regels voor de verlening van décharge over het gevoerde beheer van de diensten.

Artikel 27. Aanbesteding en inkoop

Het college draagt de zorg voor en legt (in een besluit) vast de interne regels voor de inkoop en aanbesteding van werken en diensten. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels terzake van de Europese Unie.

Artikel 28. Subsidieverstrekking en steunverlening

Het college draagt zorg voor en legt (in een besluit) vast de interne regels (protocol) voor de toekenning van steunverlening aan ondernemingen en subsidies. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels terzake van de Europese Unie en de subsidieverordening van de gemeente Beuningen.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 29. Inwerkingtreding

Deze Verordening treedt met terugwerkende kracht in werking per 1 januari 2005. ,

Artikel 30. Citeertitel

Deze Verordening kan worden aangehaald onder de naam “Financiële verordening gemeente Beuningen”. Deze Verordening vervangt de Verordening op de organisatie van de administratie en van het beheer van vermogenswaarden van de Algemene Dienst en takken van dienst van de gemeente Beuningen.

Ondertekening

Beuningen, 22 januari 2008.
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,