Regeling vervallen per 09-08-2016

Beleidsregels 2007 Wet Bibob

Geldend van 27-12-2006 t/m 08-08-2016

Intitulé

Beleidsregels 2007 Wet Bibob

De burgemeester en het college van de gemeente Beuningen en ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

gelet op de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 3 van de Drank- en Horecawet en de artikelen 2.3.1.2 en 3.2.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening en artikel 44a van de Woningwet,

besluiten vast te stellen de volgende Beleidsregels Wet Bibob 2007

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvraag: de aanvraag om een beschikking resp. het aanbod tot een overheidsopdracht;

  • b.

    advies: het advies, zoals bedoeld in artikel 9 van de wet;

  • c.

    beschikkingen en opdrachten: alle besluiten waarop de wet van toepassing is (beschikkingen en overheidsopdrachten; weigeringen, intrekkingen, voorschriften en beperkingen);

  • d.

    besluit: het Besluit Bibob;

  • e.

    bestuursorgaan: de burgemeester respectievelijk het college;

  • f.

    betrokkene: de aanvrager, de vergunninghouder, de gegadigde, de partij aan wie een overheidsopdracht is gegund of de onderaannemer;

  • g.

    Bibobtoets: de wijze van behandelen van een aanvraag waarbij door het bestuursorgaan volgens deze beleidsregels wordt beoordeeld of er redenen ontleend aan de wet aanwezig zijn om de aanvraag te weigeren resp. de beschikking of opdracht in te trekken dan wel een advies aan te vragen;

  • h.

    Bureau: het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van de wet;

  • i.

    wet: de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Artikel 2. Doel

  • 1. De gemeente beoogt met toepassing van de wet te voorkomen dat zij criminele activiteiten faciliteert waardoor de veiligheid, de leefbaarheid, de rechtsorde of de bestuurlijke slagkracht worden aangetast.

  • 2. Deze beleidsregels hebben tot doel duidelijkheid te verschaffen over de wijze waarop het bestuursorgaan de wet toepast.

Hoofdstuk 2. Toepassingsbereik

Artikel 3. Categorieën

  • 1.

    Het bestuursorgaan past, met inachtneming van hetgeen in deze beleidsregels daarover is bepaald, de wet toe op:

    • a.

      beschikkingen zoals bedoeld in:

    • i.

      artikel 3 van de Drank- en Horecawet, indien sprake is van vestiging van een nieuw bedrijf, overname van een bestaand bedrijf of wijziging van de ondernemingsvorm;

ii. artikel 7 van de wet jo artikel 2.3.1.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening, indien sprake is van vestiging van een nieuw bedrijf, overname van een bestaand bedrijf of wijziging van de ondernemingsvorm;

iii. artikel 7 van de wet jo artikel 3.2.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening, indien sprake is van vestiging van een nieuw bedrijf, overname van een bestaand bedrijf of wijziging van de ondernemingsvorm;

  • b.

    aanvragen van reguliere bouwvergunningen waarbij voldaan wordt aan alle hierna genoemde voorwaarden:

    • 1)

      bestemd voor een bedrijf;

    • 2)

      waarbij het bedrijf sinds maximaal twee jaar is gevestigd in de gemeente Beuningen of waarbij het bedrijf maximaal twee jaar geleden is overgenomen door een nieuwe eigenaar;

    • 3)

      binnen een van de aangewezen gebieden op de bij deze beleidregels behorende overzichtskaart;

    • 4)

      waarbij de bouwsom minimaal € 100.000,- bedraagt;

    • 5)

      niet zijnde een agrarisch bedrijf, overheidsinstelling, semi-overheidsinstelling, medisch gerelateerd bedrijf en juridisch gerelateerd bedrijf;

    • 6)

      geen betrekking hebbende op een nieuwbouwproject in de nieuwe uitbreidingsgebieden van de gemeente Beuningen.

    • 2.

      Het bestuursorgaan past, met inachtneming van hetgeen in deze beleidsregels daarover is bepaald, eveneens de wet toe met betrekking tot de intrekking van de in het eerste lid genoemde vergunningen.

Artikel 4. Bijzondere situaties

  • 1.

    Behalve op de in artikel 3 genoemde categorieën, past het bestuursorgaan de wet toe:

    • a.

      ten aanzien van bijzondere gevallen waarbij aanleiding bestaat voor het vermoeden dat de beschikking of opdracht mede zou kunnen worden gebruikt om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten of strafbare feiten te plegen;

    • b.

      ten aanzien van nader te bepalen categorieën in door het bestuursorgaan bij openbaar bekendgemaakte besluiten aangewezen delen van de gemeente ten aanzien waarvan aanleiding bestaat tot inzet van de wet Bibob;

    • c.

      in de gevallen dat het Openbaar Ministerie op basis van artikel 11 jo 26 van de wet wijst op dewenselijkheid om een advies aan te vragen.

2.De bepalingen van het eerste lid zijn niet van toepassing op subsidies.

Hoofdstuk 3. Procedure

Artikel 5. Vragenlijst

  • 1. In alle in artikel 3 en 4 bedoelde gevallen moet betrokkene naast de gebruikelijke vragenlijsten Bibobvragenlijsten invullen.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde vragenlijsten worden door het bestuursorgaan bij openbaar bekend te maken besluit vastgesteld.

  • 3. Weigering om de in het eerste lid bedoelde Bibobvragenlijst in te vullen kan een grond opleveren om de aanvraag te weigeren respectievelijk de beschikking in te trekken.

  • 4. Van het bepaalde in het eerste lid kan worden afgeweken indien het bestuursorgaan van oordeel is dat een Bibob onderzoek niet noodzakelijk is omdat een vorige vergunningsaanvraag van eenzelfde aanvrager niet ouder is dan een jaar, de eerder verkregen informatie uit de Bibob-toets geen bijzonderheden opleverde en het opnieuw vragen van informatie naar alle waarschijnlijkheid geen nieuwe informatie zal opleveren.

Artikel 6. Regulier afhandelen

  • 1. Het bestuursorgaan gaat over tot het positief beschikken op de aanvraag indien noch de reguliere weigeringsgronden behorende bij de in artikel 3 genoemde vergunningen, noch de weigeringsgronden op grond van de wet van toepassing zijn.

  • 2. Het bestuursorgaan weigert de aanvraag of gaat over tot het intrekken van beschikkingen, indien de reguliere weigeringsgronden behorende bij de in artikel 3 genoemde vergunningen van toepassing zijn.

Artikel 7. Ultimum remedium

  • 1. Uitsluitend indien geen toepassing gegeven kan worden aan artikel 6, beoordeelt het bestuursorgaan of weigering, dan wel intrekking op grond van de wet mogelijk is.

  • 2. Het bestuursorgaan kan om een advies vragen in het kader van de in het eerste lid bedoelde beoordeling én indien het bestuursorgaan door het Openbaar Ministerie is gewezen op de wenselijkheid daarvan.

Artikel 8. Motivering

Het voornemen om een advies aan te vragen wordt gemotiveerd.

Artikel 9. Informatieplicht

  • 1. Het bestuursorgaan informeert betrokkene schriftelijk over het voornemen om een advies aan het Bureau aan te vragen. Betrokkene wordt daarbij gewezen op de opschorting van de beslistermijn als bedoeld in artikel 10 van deze beleidsregels.

  • 2. In het geval het bestuursorgaan overgaat tot het aanvragen van een advies aan het Bureau, voegt het een afschrift van het schrijven als bedoeld in het eerste lid toe aan de adviesaanvraag.

Artikel 10. Opschorten beslistermijn

  • 1. Indien het bestuursorgaan een advies aanvraagt, wordt op grond van artikel 31 van de wet de wettelijke termijn waarbinnen de beschikking dient te worden gegeven, opgeschort voor de duur van de periode die begint met de dag waarop het advies is aangevraagd en eindigt met de dag waarop dat advies is ontvangen, met dien verstande dat deze opschorting niet langer duurt dan vier weken nadat het bestuursorgaan een advies heeft aangevraagd.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde (beslis)termijn wordt verlengd indien het Bureau zijn adviestermijn op grond van artikel 15, derde lid van de wet, verlengt. Deze verlenging bedraagt niet meer dan vier weken.

  • 3. Het bestuursorgaan informeert betrokkene onverwijld over een verlenging als bedoeld in het tweede lid.

Artikel 11. Weigering en aanvullende voorwaarden

  • 1. Het bestuursorgaan weigert in elk geval een aanvraag of gaat over tot intrekking van de beschikking op grond van de wet, indien sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet.

  • 2. Het bestuursorgaan kan de aanvraag weigeren of de beschikking intrekken, indien sprake is van een mindere mate van gevaar die niet kan worden geweerd door het stellen van aanvullende voorwaarden en bovendien de gevolgen van deze weigering niet onevenredig zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.

  • 3. Indien het bestuursorgaan voornemens is de aanvraag te weigeren of de beschikking in te trekken op grond van de wet, wordt betrokkene in de gelegenheid gesteld daartegen zienswijzen in te brengen.

Hoofdstuk 5. Evaluatie

Artikel 12. Evaluatie

Uitvoering van deze beleidsregels wordt jaarlijks geëvalueerd.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 13. Overgangsrecht

Deze beleidsregels zijn van toepassing op na de datum van inwerkingtreding ontvangen aanvragen en op de datum van inwerkingtreding afgegeven beschikkingen en overheidsopdrachten als bedoeld in artikel 3 en 4 van deze beleidsregels.

Artikel 14. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels Wet Bibob 2007’.

Artikel 15. Inwerkintreding

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2007.

  • 2. De Beleidsregels Wet Bibob worden ingetrokken per de datum dat de Beleidsregels Wet Bibob 2007 in werking treden.

Artikel 16. Bekendmaken en ter inzage leggen

  • 1.

    Het besluit tot vaststelling wordt bekendgemaakt middels opname in De Koerier.

  • 2.

    Het besluit ligt tevens ter inzage op het gemeentehuis.

Aldus vastgesteld d.d. 19 december 2006.

Burgemeester en wethouders

drs. R. Gerritsen mr. drs. H.N.A.J. Zijlmans

secretaris burgemeester

De Burgemeester,

mr. drs. H.N.A.J. Zijlmans

burgemeester