Beleidsregels Wet Bibob Tweestromenland

Geldend van 01-01-2021 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Wet Bibob Tweestromenland

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beuningen, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

Overwegende dat de gemeente Beuningen graag zaken wilt doen met integere partijen. De wet Bibob (Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur) is hierbij een instrument om te beoordelen of partijen waar de gemeente vergunningen en subsidies aan verleent, dan wel overheidsopdrachten aan gunt, dan wel vastgoedtransacties mee aangaat integer zijn. Het doel van de wet is het voorkomen dat de gemeente strafbare activiteiten faciliteren. Dit gebeurt door een Bibob-toets uit te voeren. Kern van de Bibob-toets is het onderzoek naar betrokkene en relevante Bibob-relaties van de betrokkene.

Dat de Wet Bibob de gemeente Beuningen beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming omtrent het toepassen van hun uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden;

Gelet op het bepaalde in de Wet Bibob en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Alsook de relevante bepalingen in de Drank- en Horecawet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), de Algemene plaatselijke verordening (m.b.t. gemeentelijke vergunningen), de Subsidieverordening, de Aanbestedingswet 2012 en het Burgerlijk Wetboek.

Besluiten vast te stellen de “Beleidsregels Wet Bibob Tweestromenland”.

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 1.1. Begripsomschrijvingen

  • 1.

    De definities in artikel 1.1 van de Wet Bibob zijn van overeenkomstige toepassing op deze beleidsregel, tenzij daarover in lid 2 anders is bepaald.

  • 2.

    In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    bestuursorgaan: de burgemeester onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beuningen;

  • b.

    Eigen onderzoek: de wijze waarop de gemeente Beuningen toepassing geeft aan artikel 7a van de wet, waarbij onderzoek wordt gedaan naar feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 3, tweede tot en met zesde lid, en artikel 9, tweede en derde lid van de wet. Het eigen onderzoek is nader omschreven in artikel 4.1 van deze beleidsregel;

  • c.

    Bibob-vragenformulier: een formulier gebaseerd op de regeling als bedoeld in artikel 7a lid 5 van de wet.

  • d.

    rechtspersoon met een overheidstaak: de gemeente Beuningen;

  • e.

    RIEC: het Regionaal informatie- en expertisecentrum;

  • f.

    Bureau Bibob: het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur zoals bedoeld in artikel 8 van de wet.

  • g.

    Wet: de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob).

Waar in deze beleidsregel “gemeente Beuningen” wordt genoemd, wordt hiermee zowel het bestuursorgaan als -wanneer van toepassing- de rechtspersoon met een overheidstaak bedoeld.

Paragraaf 2 Publiekrechtelijke beschikkingen

Artikel 2.1. Toepassingsbereik bij nieuwe beschikkingen

De toepassing van de Wet zal door de gemeente Beuningen op de hieronder aangeduide beschikkingen op de volgende wijze plaatsvinden:

Lid 1 Uitvoering van het eigen onderzoek vindt plaats bij elke aanvraag voor een beschikking als bedoeld in:

  • a.

    artikel 3 Drank- en Horecawet (Drank- en Horecavergunning); Paracommerciële horeca-inrichtingen als bedoeld in artikel 4 van de Drank- en Horecawet (zoals dorpshuis, buurthuis, clubhuis of kantine van een sportvereniging) waarvan de horeca in eigen beheer is en niet is verpacht, vallen in beginsel niet onder dit artikel;

  • b.

    artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Beuningen (Exploitatie openbare inrichting);

  • c.

    artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Beuningen (Exploitatievergunning speelgelegenheid);

  • d.

    artikel 2.1 van de Verordening seksinrichtingen 2011 van de gemeente Beuningen (seksinrichting, escortbedrijf).

Lid 2 Uitvoering van het eigen onderzoek vindt bij onderstaande aanvragen voor een beschikking in beginsel plaats als zij vallen onder één van de in Bijlage 1 genoemde risicocategorieën en/ of risicogebieden:

  • a.

    de aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a van de Wabo (omgevingsvergunning bouwactiviteit);

  • b.

    de aanvraag als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, aanhef en onder e van de Wabo voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van die wet, (omgevingsvergunning inrichtingen Wet Milieubeheer);

  • c.

    de aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder i van de Wabo, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een activiteit waarvoor bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 2.17 van die wet is bepaald, dat de beschikking in het geval en onder de voorwaarden bedoeld in artikel 3 van de Wet kan worden geweigerd (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);

  • d.

    de aanvraag als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Beuningen (evenementen-vergunning);

De toepassing van het eigen zal daarbij beperkt blijven tot aanvragen voor evenementen die door of namens commerciële partijen worden georganiseerd dan wel op een bedrijfsmatige wijze georganiseerd worden.

Lid 3 Uitvoering van het eigen onderzoek vindt bij onderstaande aanvragen voor een beschikking in beginsel plaats als er sprake is van ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van een van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC en/of wanneer er vanuit het Bureau Bibob informatie als bedoeld in artikel 11 dan wel vanuit het OM informatie als bedoel in artikel 26 van de wet wordt verstrekt, duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen, dat bij de aanvraag mogelijk sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet:

  • a.

    de aanvraag als bedoeld in artikel 30a Drank- en Horecawet (Bijschrijving leidinggevende op Drank- en Horecavergunning);

  • b.

    artikel 30b van de Wet op de kansspelen (vergunning kansspelautomaat);

  • c.

    de aanvraag als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en horecawet, in het geval het een horecabedrijf betreft, als bedoeld in artikel 4 van de Drank- en horecawet (paracommerciële instelling).

Lid 4 Uitvoering van het eigen onderzoek vindt bij aanvragen om een beschikking, wanneer deze aanvragen niet genoemd zijn in deze beleidsregel, plaats wanneer uit ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van een van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC en/of wanneer er vanuit het Bureau Bibob informatie als bedoeld in artikel 11 dan wel vanuit het OM informatie als bedoel in artikel 26 van de wet wordt verstrekt, duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen, dat bij de aanvraag mogelijk sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet.

Daarnaast zal een eigen onderzoek plaatsvinden als bij navraag (artikel 11a van de wet) door de gemeente Beuningen bij het Bureau Bibob blijkt dat tegen de aanvrager van een beschikking, in de afgelopen twee jaar advies is uitgebracht of een adviesaanvraag in behandeling is genomen bij het Bureau Bibob.

Lid 5 Uitvoering van het eigen onderzoek blijft in beginsel achterwege (behalve als daartoe aanleiding bestaat) in het geval een aanvraag afkomstig is van overheidsinstanties, semi-overheidsinstanties of woning(bouw)corporaties (die op grond van de Woningwet zijn aangewezen als toegelaten instellingen voor de volkshuisvesting).

Artikel 2.2. Toepassingsbereik bij reeds verleende beschikkingen

De gemeente Beuningen kan een eigen onderzoek starten bij reeds verleende beschikkingen indien:

  • 1.

    de verstrekte beschikking betrekking heeft op een activiteit en/ of gelegen is in een concreet bepaald gebied, dat op basis van een daartoe genomen besluit van de gemeente Beuningen na de verstrekking van de beschikking, in Bijlage 1 is aangewezen als een risicocategorie en / of valt binnen een in Bijlage 1 genoemd risicogebied;

  • 2.

    vanuit eigen informatie dan wel vanuit informatie van een of meerdere partners binnen het samenwerkingsverband RIEC, er aanwijzingen zijn dat er mogelijk sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet;

  • 3.

    informatie als bedoeld in artikel 11 en/ of artikel 26 van de Wet Bibob vanuit het Bureau Bibob en/ of OM is verkregen, die duidt op een mogelijk ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet;

  • 4.

    bekend wordt, dat tegen betrokkene in een andere gemeente op grond van de Wet Bibob een ernstige mate van gevaar is geconstateerd en aan betrokkene alhier een soortgelijke beschikking is verstrekt. In geval aan betrokkene in meerdere gemeenten binnen het samenwerkingsverband RIEC eerder al een soortgelijke beschikking is verleend, zal het bestuur het RIEC om coördinatie in het eigen onderzoek verzoeken.

Artikel 2.2a Weigering volledig invullen vragenformulieren

Bij een weigering om de Bibob-vragenformulieren volledig ingevuld te retourneren, zullen bij aanvragen om een beschikking de daartoe gestelde regels van de Awb toegepast worden. Bij volharding zal de gevraagde beschikking buiten behandeling worden gesteld ingevolge artikel 4:5 van de Awb.

Bij reeds verleende beschikkingen zal een weigering op grond van artikel 4 lid 1 van de wet worden beschouwd als een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob. De verstrekte vergunning zal als gevolg daarvan worden ingetrokken.

Artikel 2.3. Toepassingsbereik bij subsidies

  • 1.

    De gemeente Beuningen kan een eigen onderzoek starten met betrekking tot een aanvraag om een subsidie dan wel een reeds verleende subsidie zoals bedoeld in de algemene subsidieverordening, indien de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd valt onder één of meer van de in de Bijlage 1 genoemde risicocategorieën en/ of risicogebieden dan wel;

  • 2.

    er sprake is van ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van een van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC en/of wanneer er vanuit het Bureau Bibob informatie als bedoeld in artikel 11 dan wel vanuit het OM informatie als bedoel in artikel 26 van de wet wordt verstrekt, duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen, dat bij de aanvraag mogelijk sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet.

Paragraaf 3: Privaatrechtelijke transacties

Artikel 3.1. Toepassingsbereik bij vastgoedtransacties

De gemeente Beuningen kan de wet in beginsel toepassen bij vastgoedtransacties waarbij de gemeente Beuningen partij is. Bij de start van onderhandelingen daartoe, zal de gemeente Beuningen de wederpartij ervan in kennis stellen dat een eigen onderzoek deel kan uitmaken van de procedure.

In de overeenkomst wordt een integriteitsclausule opgenomen, op basis waarvan kan worden overgegaan tot ontbinding, opzegging, vernietiging of opschorting van de overeenkomst.

Het eigen onderzoek wordt in beginsel beperkt tot de gevallen die een of meerdere van onderstaande kenmerken hebben:

  • -

    hoge mate van financiële complexiteit;

  • -

    behorend tot een als zodanig door de gemeente Beuningen benoemde risicocategorie en/ of risicogebied zoals benoemd in Bijlage 1;

  • -

    hoge mate van complexiteit met betrekking tot de bedrijfsstructuur;

  • -

    exceptioneel financieel risico voor de gemeente Beuningen;

  • -

    wanneer tevens sprake is van een aanvraag om beschikking genoemd in artikel 2.1, eerste en tweede lid, van deze beleidsregel.

In geval van een vastgoedtransactie kan de gemeente Beuningen tevens een eigen onderzoek starten, indien op grond van:

  • 1.

    eigen ambtelijke informatie en/of;

  • 2.

    informatie verkregen van het Bureau Bibob (artikel 11 en/ of 11a van de wet) en/of;

  • 3.

    informatie verkregen vanuit het OM conform artikel 26 van de wet (OM-tip) en/of;

  • 4.

    informatie verkregen van een of meerdere partners binnen het samenwerkingsverband RIEC.

vragen ontstaan of bestaan over de integriteit vanover de betrokkene en/ of zijn potentiele, huidige of voormalige Bibob-relaties als bedoeld in artikel 3, vierde lid van de Wet Bibob en/ of over de organisatiestructuur en/ of wijze van financiering.

Artikel 3.2. Toepassingsbereik bij overheidsopdrachten

De gemeente Beuningen kan de wet in beginsel toepassen bij overheidsopdrachtenbetrekking. Aangezien dit instrument een ingrijpend karakter heeft zal een besluit daartoe weloverwogen en met inachtneming van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de beginselen van het aanbestedingsrecht moeten worden gemaakt. In aanbestedingsdocumenten zal derhalve dan ook worden opgenomen dat inschrijvende partijen er rekening mee moeten houden dat de gemeente Beuningen, alvorens tot gunning over te gaan, een eigen onderzoek kan starten, dan wel advies kan inwinnen als bedoeld in artikel 9 lid 2 van de Wet Bibob.

In geval van een overheidsopdracht start de gemeente een eigen onderzoek, indien op grond van:

  • 1.

    eigen ambtelijke informatie en/of;

  • 2.

    informatie verkregen van het Bureau (artikel 11 en/ of 11a van de wet) en/of;

  • 3.

    informatie verkregen vanuit het OM conform artikel 26 van de wet (OM-tip) en/of;

  • 4.

    informatie verkregen van een of meerdere partners binnen het samenwerkingsverband RIEC.

vragen ontstaan of bestaan over de integriteit van de betrokkene en/ of zijn potentiele, huidige of voormalige Bibob-relaties als bedoeld in artikel 3, vierde lid van de Wet Bibob en/ of over de organisatiestructuur en/ of wijze van financiering.

Tevens kan in geval van een overheidsopdracht een eigen onderzoek worden gestart wanneer sprake is van een overheidsopdracht die betrekking heeft op activiteiten die gerelateerd kunnen worden aan de risicocategorieën zoals benoemd in Bijlage 1 dan wel plaatsvinden in een in Bijlage 1 genoemd risicogebied.

Paragraaf 4: Uitvoering

Artikel 4.1. Eigen onderzoek

  • 1.

    In de in deze beleidsregel bepaalde gevallen, zal betrokkene, naast de gebruikelijke aanvraagformulieren, de Bibob-vragenformulieren dienen in te vullen en in te leveren bij het de gemeente Beuningen. Daarbij dienen ook de documenten te worden gevoegd, die in deze vragenformulieren zijn vermeld en/of bij de uitreiking van de formulieren door of namens het bestuursorgaan zijn genoemd. De Bibob-vragenformulieren bevatten in elk geval de in artikel 7a, tweede lid van de Wet Bibob genoemde vragen en daarnaast mogelijk aanvullende vragen, die de gemeente Beuningen zo goed mogelijk in staat stelt om het eigen onderzoek te kunnen verrichten.

  • 2.

    In geval de aanvraag betrekking heeft op een nieuwe beschikking, maken de Bibob-vragenformulieren onderdeel uit van de aanvraag om beschikking.

  • 3.

    Alvorens het eigen onderzoek naar het zich voordoen van weigeringsgronden als bedoeld in artikel 3 van de wet wordt gestart, zal een aanvraag eerst beoordeeld worden conform de bepalingen van de Awb en de reguliere weigeringsgronden vanuit de onderliggende regelgeving van de desbetreffende aanvraag om beschikking.

Het daarop aansluitende eigen onderzoek naar het zich voordoen van de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 3 van de wet bestaat uit een tweetal stappen:

Stap 1

  • a.

    Het onderzoek behelst in ieder geval:

- de controle en analyse van de door de betrokkene aangereikte informatie/documenten bij de Bibob-vragenformulier(en), inclusief bijlagen, en de door de betrokkene daarbij aangeleverde documenten;

- de controle en analyse van eventuele extra, op verzoek van de gemeente Beuningen, door betrokkene overlegde documenten of informatie;

- open bronnen onderzoek (zoals Kamer van Koophandel, Kadaster, etc.) ten aanzien van de betrokkene en mogelijke relevante Bibob-relaties;

- het bevragen van politiegegevens ten aanzien van de betrokkene(n) op grond van artikel 4.3 onder l van het Besluit politiegegevens;

- het opvragen van Justitiële gegevens ten aanzien van de;

o de betrokkene, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet Bibob;

o degene die direct of indirect leiding geeft of heeft gegeven aan betrokkene;

o degene die direct of indirect zeggenschap heeft of heeft gehad over betrokkene;

o degene die direct of indirect vermogen verschaft of heeft verschaft aan betrokkene;

o degene die als leidinggevende, beheerder, bedrijfsleider of vervoersmanager is of zal worden vermeld op de beschikking die is aangevraagd of is gegeven;

o degene die redelijkerwijs met betrokkene gelijk kan worden gesteld op grond van zijn feitelijke invloed op de betrokkene.

- het eventueel bevragen van de betrokkene bij het Bureau Bibob zoals bedoeld in artikel 11a van de wet;

  • b.

    Ten aanzien van de financiering van het project/ activiteit geldt dat de financiering aannemelijk en transparant dient te zijn. Om de financiering aannemelijk en transparant te maken, gelden ten aanzien van de financiering nog de volgende bepalingen:

- bij financiering door middel van eigen vermogen dient de aanwezigheid en de herkomst van dit eigen vermogen aangetoond te worden;

- wanneer sprake is van financiering uit eigen vermogen door middel van contante gelden, dient de aanwezigheid en de herkomst van het contante geld aangetoond te worden;

- bij financiering door middel van vreemd vermogen dient altijd een (in het Nederlands dan wel vertaalde) leningsovereenkomst overlegd te worden waaruit de financiering blijkt en onder welke voorwaarden deze financiering is verstrekt;

- bij financiering door middel van vreemd vermogen dient de identiteit van de geldgever aangetoond te worden door middel van een geldig Identiteitsbewijs en actuele adres- en woonplaatsgegevens van de geldgever;

- wanneer financiering van vreemd vermogen plaatsvindt door middel van contante gelden dient de geldstroom van geldgever naar betrokkene(n) volledig inzichtelijk en aannemelijk worden gemaakt;

- wanneer financiering van vreemd vermogen plaatsvindt door middel van crowdfunding dan wel vergelijkbare financiering, kan de gemeente het betreffende platform verplichten de identiteit van de uiteindelijke financiers kenbaar te maken aan de gemeente;

  • c.

    Wanneer het Bibob-vragenformulier niet volledig wordt ingevuld, dan wel de gegevens zoals genoemd onder b (financiering) niet volledig zijn verstrekt, wordt de aanvraag op grond van artikel 4:5 Awb buiten behandeling gesteld, nadat aanvrager de gelegenheid heeft gehad binnen een door het bestuursorgaan gestelde termijn aan te vullen. Een weigering om gevraagde extra informatie aan te leveren dan wel onvolledig aan te leveren leidt tot het buiten behandeling stellen van de aanvraag dan wel de mogelijkheid tot het intrekken van de reeds verstrekte vergunning;

  • d.

    In het geval van een (voorgenomen) overheidsopdracht of vastgoedtransactie zal geen overeenkomst tot stand komen, indien ontbrekende dan wel aanvullende gegevens niet, niet tijdig of onvolledig worden verstrekt door de wederpartij.

  • e.

    Bij de uitvoering van het eigen onderzoek kan de informatiepositie van bestuursorganen versterkt worden vanuit het RIEC. Ook kan het bestuursorgaan of rechtspersoon met een overheidstaak desgewenst gebruik maken van de expertise van het RIEC bij het toepassen van de Wet Bibob;

  • f.

    Als het bestuursorgaan op basis van het eigen onderzoek in het kader van de Wet Bibob genoeg aanwijzingen heeft om in redelijkheid te kunnen aantonen dat er sprake is van een 'ernstig gevaar' als bedoeld in de Wet Bibob, kan het de vergunning weigeren of intrekken.

Stap 2

Aanvullend op eigen onderzoek kan een advies bij het Bureau Bibob worden gevraagd indien:

a. vragen ontstaan of bestaan over de integriteit van de betrokkene en/ of zijn potentiele, huidige of voormalige Bibob-relaties als bedoeld in artikel 3, vierde lid van de Wet Bibob;

b. na het eigen onderzoek vragen blijven bestaan over de bedrijfsstructuur van aan de uitvoering van de beschikking te verbinden onderneming(en);

c. na het eigen onderzoek vragen blijven bestaan over de financiering van de aan de betreffende beschikking te verbinden activiteiten;

d. het Bureau Bibob de gemeente Beuningen adviseert om ten aanzien van een betrokkene advies aan te vragen, zoals bedoeld in artikel 11 van de wet;

e. de officier van justitie de gemeente Beuningen adviseert om ten aanzien van een betrokkene advies aan te vragen, zoals bedoeld in artikel 26 van de wet;

Een toetsing aan de Wet Bibob met behulp van een advies van het Bureau Bibob geldt in beginsel als een uiterst middel om de integriteit van een betrokkene en diens relaties te controleren. Bij deze zware inbreuk op de privacy zal de gemeente Beuningen de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit in acht nemen. Deze eisen brengen mee dat de gemeente Beuningen eerst gebruik zal maken van de eigen instrumenten. Voorts moet het vragen van een advies evenredig zijn gelet op de mate van gevaar en de ernst van de strafbare feiten.

De adviesaanvraag bij het Bureau Bibob is geen beschikking in de zin van de Awb. Hiertegen staat derhalve geen bezwaar of beroep open. Wel is de aanvrager van een vergunning te allen tijde toegestaan de aanvraag in te trekken.

Artikel 4.2. Informatieplicht

  • 1.

    De gemeente Beuningen informeert betrokkene schriftelijk over een adviesaanvraag aan het Bureau Bibob. Betrokkene wordt daarbij gewezen op de opschorting van de beslistermijn als bedoeld in artikel 31. Een afschrift van deze brief wordt gevoegd bij het adviesverzoek aan het Bureau Bibob;

  • 2.

    In geval een van het Bureau Bibob ontvangen adviesverzoek leidt tot het voornemen om een gevraagde beschikking te weigeren dan wel een eerder verleende beschikking in te trekken, of wanneer er voorschriften worden verbonden aan de beschikking, wordt aan betrokkene een afschrift van het advies ter hand gesteld. Betrokkene wordt daarbij door de gemeente Beuningen schriftelijk gewezen op zijn geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 28 van de wet;

  • 3.

    Artikel 4.2 lid 2 is eveneens van toepassing op de in artikel 28 en 33 van de wet bedoelde derde, met dien verstande dat alleen die onderdelen uit het advies worden verstrekt wordt zover het op hem betrekking heeft.

Artikel 4.3. Adviestermijn

  • 1.

    Indien de gemeente Beuningen een advies aanvraagt bij het Bureau Bibob, wordt op grond van artikel 31 van de wet, de wettelijke termijn waarbinnen de beschikking dient te worden gegeven, opgeschort voor de duur van de periode die begint met de dag waarop het advies door het Bureau in behandeling wordt genomen en eindigt met de dag waarop het advies is ontvangen, met dien verstande dat deze opschorting niet langer duurt dan de termijn, zoals genoemd in artikel 15 lid 1 van de wet.

  • 2.

    Indien het Bureau het advies niet binnen de in lid 1 gestelde termijn kan geven, heeft het de mogelijkheid om op grond van artikel 15, derde lid van de wet, de termijn te verlengen. Deze verlenging bedraagt niet meer dan de termijn, genoemd in artikel 15 lid 3 van de wet.

  • 3.

    Het bestuursorgaan informeert betrokkene onverwijld over een verlenging als bedoeld in het vorige lid.

  • 4.

    De verlenging van de adviestermijn van het Bureau Bibob, alsmede eventuele tijdelijke opschorting van de adviestermijn van het Bureau Bibob in gevallen als bedoeld in artikel 15 lid 2 van de wet, leiden tot een verdere opschorting van de wettelijke beslistermijn op de beschikking.

Artikel 4.4. Besluitvorming

  • 1.

    De gemeente Beuningen gaat over tot een negatief besluit op de aanvraag op de beschikking dan wel inschrijving op een overheidsopdracht of het aangaan van een vastgoedtransactie, indien uit het eigen onderzoek en een eventueel daarop afgegeven advies van het Bureau Bibob blijkt, dat er sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet. Daarbij zal in geval van een inschrijving op een overheidsopdracht, de geconstateerde ernstige mate van gevaar dienen als versterking van een of meerdere uitsluitingsgronden als genoemd in de Aanbestedingswet 2012.

  • 2.

    Voorzover blijkt dat geen sprake is van ernstig gevaar als bedoeld in het eerste lid, kan de gemeente Beuningen bij mindere mate van gevaar aan de beschikking voorschriften verbinden. Deze voorschriften zijn gericht op het wegnemen of beperken van dergelijk gevaar. De gemeente Beuningen heeft eenzelfde bevoegdheid indien sprake is van een ernstig gevaar waarbij de ernst van de strafbare feiten weigering of intrekking van de beschikking niet rechtvaardigt. De gemeente Beuningen kan een op grond van deze bepaling gegeven voorschrift wijzigen. Indien niet wordt voldaan aan een op grond van deze bepaling gegeven voorschrift, kan de gemeente Beuningen de beschikking intrekken.

  • 3.

    Indien de gemeente Beuningen voornemens is negatief te beschikken op de aanvraag op de beschikking dan wel inschrijving op een overheidsopdracht op grond van de wet, of het aangaan van een vastgoedtransactie wordt betrokkene in de gelegenheid gesteld daartegen zienswijze in te brengen.

  • 4.

    Een door de gemeente Beuningen op grond van de wet genomen negatief besluit op de aanvraag voor een beschikking, is vatbaar voor beroep en bezwaar.

  • 5.

    Het bestuursorgaan of de rechtspersoon met een overheidstaak, die een advies van het Bureau als bedoeld in de wet ontvangt, kan dit advies gedurende vijf jaren gebruiken in verband met een andere beslissing.

Paragraaf 5: Invoering

Artikel 5.1 Invoeringsdatum.

  • 1.

    Deze beleidsregel is vastgesteld door de burgemeester respectievelijk het college van burgemeester en wethouders op 8 december 2020 en treedt in werking op 1 januari 2021.

  • 2.

    Deze beleidsregel kan worden aangehaald als “Beleidsregels Wet Bibob Tweestromenland”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 8 december 2020.

Burgemeester

Burgemeester en wethouders voornoemd,

Secretaris