Sexinrichtingen, nadere regels 2011

Geldend van 20-04-2011 t/m heden

Intitulé

Sexinrichtingen, nadere regels 2011

NADERE REGELS SEKSINRICHTINGEN 2011 (besluit B&W 8 maart 2011, BW 11.00353)

Burgemeester en wethouders van Beuningen;

Overwegende, dat het in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantasting van het woon- en leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de verkeersvrijheid of –veiligheid, de gezondheid, zedelijkheid en de arbeidsomstandigheden van de prostituee geboden is de exploitatie van seksinrichtingen e.d. aan nadere regels te binden;

Gelet op artikel 1.3 van de Verordening tot regeling van de seksinrichtingen e.d. 2011

BESLUITEN:

vast te stellen de volgende nadere regels:

NADERE REGELS 2011

Paragraaf 1. Algemeen

Artikel 1.1. Begripsomschrijvingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

a seksinrichting: een seksinrichting als bedoeld in artikel 1.1, sub c van de Verordening tot regeling van de seksinrichtingen e.d. 2011

b escortbedrijf: een escortbedrijf als bedoeld in artikel 1.1, sub d van de Verordening tot regeling van de seksinrichtingen e.d 2011

c verblijfsruimte: een verblijfsruimte als bedoeld in artikel 1.1 van het Bouwbesluit

d werkruimte: een verblijfsruimte waar de feitelijke seksuele dienstverlening plaatsvindt.

Paragraaf 2. Geschiktheidverklaring seksinrichting

Artikel 2.1. Verklaring staat seksinrichting

Het is verboden om zonder of in afwijking van een geschiktheidverklaring van Burgemeester en wethouders een gebouw als seksinrichting in gebruik te nemen, te hebben of te houden.

Artikel 2.2. Aanvraag geschiktheidverklaring

1 De aanvraag voor een geschiktheidverklaring als bedoeld in artikel 2.1. moet de volgende gegevens bevatten:

  • a.

    de naam en het correspondentie-adres in Nederland van de aanvrager;

  • b.

    indien een gemachtigde is aangewezen diens naam en correspondentie-adres in Nederland en een door de aanvrager ondertekende machtiging;

  • c.

    een duidelijke omschrijving van de plaats en de bestemming van het gebouw waarop de aanvraag betrekking heeft;

  • d.

    het maximum aantal personen dat gelijktijdig in het gebouw zal verblijven.

2 De aanvraag voor een geschiktheidverklaring als bedoeld in artikel 2.1. moet voorzien zijn van de volgende tekeningen en overige bescheiden:

  • a.

    een situatietekening, vermeldende de kadastrale aanduiding, de straatnaam en het huisnummer van het gebouw, op een schaal van 1:1000;

  • b.

    een bouwkundige plattegrondtekening van het bouwwerk op een schaal van tenminste 1:100 aangevende de indeling en de bestemming van de verschillende ruimten.

3 De aanvraag en de daarbij behorende bescheiden moeten in het Nederlands zijn opgesteld.

4 De bij de aanvraag voor een geschiktheidverklaring behorende bescheiden moeten door de aanvrager of diens gemachtigde worden ondertekend dan wel worden gewaarmerkt.

5 Indien de aanvraag betrekking heeft op een wijziging van een bestaande situatie moeten uit de aanvraag en de daarbij behorende bescheiden de bestaande en de nieuwe toestand duidelijk blijken.

6 De aanvrager krijgt door of namens burgemeester en wethouders een bewijs van ontvangst toegezonden of uitgereikt waarin de datum van ontvangst is vermeld.

Artikel 2.3. Termijn van beslissing

1 Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een geschiktheidverklaring binnen twaalf weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

2 Burgemeester en wethouders kunnen hun beslissing eenmaal voor ten hoogste twaalf weken verdagen. Van het besluit tot verdaging wordt, voor de afloop van de in het eerste lid bedoelde termijn, schriftelijk mededeling gedaan aan de aanvrager.

3.In afwijking van het bepaalde in het eerste en het tweede lid houden burgemeester en wethouders de beslissing op de aanvraag aan indien:

a een bouwvergunning is vereist en op deze aanvraag nog niet is beslist;

b op dezelfde seksinrichting een aanschrijving rust wegens strijd met de voorschriften van het Bouwbesluit en/of de Bouwverordening en aan die aanschrijving (nog) niet is voldaan.

4 De in het vorige lid bedoelde aanhouding eindigt zes weken nadat op de aanvraag om een bouwvergunning is beslist of nadat is voldaan aan de aanschrijving.

Artikel 2.4. Weigering geschiktheidverklaring

Een geschiktheidverklaring wordt geweigerd indien een van de volgende omstandigheden zich voordoet:

  • a.

    de bouwvergunning is geweigerd;

  • b.

    de seksinrichting voldoet niet aan het bepaalde in paragraaf 3 of 4.

Artikel 2.5. Intrekken of wijzigen geschiktheidverklaring

Burgemeester en wethouders kunnen een geschiktheidverklaring intrekken of wijzigen indien:

  • a.

    blijkt dat zij de verklaring ten gevolge van onjuiste of onvolledige gegevens hebben afgegeven;

  • b.

    blijkt dat de houder van de verklaring niet of niet binnen de gestelde termijn heeft voldaan aan een aan deze verklaring verbonden voorwaarde;

  • c.

    het belang op grond waarvan de verklaring is afgegeven dit vereist op grond van een verandering van de inzichten met betrekking tot de bescherming van de prostituees en de verbetering van hun positie, opgetreden na het afgeven van de verklaring.

Paragraaf 3. Inrichtingseisen seksinrichtingen

Artikel 3.1. Reikwijdte

Het gestelde in deze paragraaf is niet van toepassing op een seksbioscoop en een seksautomatenhal.

Artikel 3.2. Verblijfsruimten

1.Tot een seksinrichting moet tenminste behoren:

a een of meer werkruimten;

b een verblijfsruimte ingericht als keuken;

c een verblijfsruimte ingericht als kleedkamer met per werkruimte een afsluitbare hang-/legkast, tenzij er voor iedere prostituee een afsluitbare hang/legkast in de werkruimte aanwezig is;

d een verblijfsruimte ingericht als dagverblijf met een vloeroppervlakte van ten minste 3,6 m x 3,6 m.

  • 2.

    Samenvoeging van de keuken en het dagverblijf, dan wel de kleedkamer en het dagverblijf, is toegestaan als daarmee, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, een gelijkwaardige situatie wordt bereikt.

  • 3.

    Het dagverblijf, de keuken en de kleedkamer mogen niet voor prostitutiedoeleinden worden gebruikt.

  • 4.

    In het dagverblijf, de keuken en de kleedkamer moet in voldoende mate daglicht kunnen toetreden en vanuit deze verblijfsruimten moet visueel contact met buiten mogelijk zijn.

Artikel 3.3. Werkruimten

  • 1. Elke werkruimte moet een vloeroppervlakte hebben van ten minste 5 m² waarvan de breedte ten minste 2 meter is.

  • 2. Elke werkruimte moet zijn voorzien van een wasbak met warm en koud stromend water en van heldere witte elektrische verlichting.

Artikel 3.4. Sanitaire voorzieningen

In een seksinrichting moeten tenminste één toiletruimte en één badruimte aanwezig zijn, met dien verstande dat:

a per vijf werkruimten tenminste één toiletruimte en

b per 8 werkruimten tenminste één badruimte aanwezig dient te zijn.

Artikel 3.5. Overige voorzieningen

  • 1. De voorziening voor de toevoer van verse lucht en de afvoer van binnenlucht in een seksinrichting moet voldoen aan het bepaalde in het Bouwbesluit.

  • 2. Een seksinrichting moet zijn voorzien van verwarmingsapparatuur als bedoeld in het Bouwbesluit waarmee alle besloten ruimten kunnen worden verwarmd.

Artikel 3.6. Bed en handlinnen

  • 1. Het bedlinnen in de werkruimten moet dagelijks worden verschoond.

  • 2. Het handlinnen moet na gebruik door schoon handlinnen worden vervangen.

Artikel 3.7. Ontvluchtings- en alarmeringsgelegenheid

  • 1. Ruimten in het prostitutiebedrijf waarin zich één of meer prostitue(e)s plegen te bevinden, moeten zijn voorzien van duidelijk kenbare gelegenheden tot ontvluchting indien de normale uitgangen daartoe onvoldoende zijn. Deze moeten, mede gelet op het aantal andere personen dat zich in die ruimten pleegt te bevinden, in aantal, ligging en grootte toereikend zijn om de prostituee(s) op een zo veilig mogelijke wijze een zo veilig mogelijke plaats te doen bereiken. Vorenbedoelde gelegenheden tot ontvluchting moeten zijn vrijgehouden van obstakels.

  • 2. De toegangsdeur van een werkruimte dient van binnenuit te allen tijde te openen te zijn.

  • 3. Het bepaalde in het tweede lid is niet van toepassing indien een toegangsdeur van een werkruimte is gelegen aan de weg.

  • 4. Een werkruimte waarvan de toegangsdeur is gelegen aan de weg moet in open verbinding staan met andere ruimten.

  • 5. Indien het bepaalde in het vierde lid niet mogelijk is of niet kan worden gevergd, dienen maatregelen te worden getroffen voor de veiligheid van de prostituees anderszins wordt gewaarborgd.

Artikel 3.8. Hulp bij ongevallen

  • 1. Voor het verlenen van eerste hulp bij ongevallen moeten voldoende en doelmatige middelen beschikbaar zijn en direct voor gebruik bereikbaar zijn.

  • 2. Op de trommels, kisten of kasten waarin de middelen verpakt zijn, moet duidelijk door een opschrift of door een gebruikelijk teken aangegeven zijn dat zij middelen voor eerste hulp bij ongevallen bevatten.

Paragraaf 4. Brandveiligheidseisen

Artikel 4.1. Brandveiligheidsvoorschriften

  • 1. Voor een seksinrichting is hoofdstuk 2 van het Bouwbesluit van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Voor een seksinrichting zijn de algemene voorwaarden van hoofdstuk 2 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken van overeenkomstige toepassing.

Paragraaf 5. Eisen ten aanzien van de bedrijfsvoering

Artikel 5.1. Algemeen

  • 1. Het is verboden vanuit een seksinrichting klanten te werven die zich op of aan de weg bevinden.

  • 2. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht te doen en na te laten hetgeen redelijkerwijs kan worden gevergd om hinder en overlast van bezoekers voor de omgeving te voorkomen of te beperken.

  • 3. Het is de exploitant en beheerder van een seksinrichting verboden bezoekers beneden de leeftijd van 18 jaar toegang te verlenen tot de seksinrichting.

Artikel 5.2. Register

  • 1. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht een register bij te houden met daarin opgenomen naam, adres en geboortedatum van alle in het bedrijf werkzame personen.

  • 2. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht het register als bedoeld in het eerste lid op eerste vordering ter inzage te geven aan een ambtenaar van politie.

Artikel 5.3. Toegang ambtenaren van politie

De exploitant en beheerder van een seksinrichting zijn verplicht ervoor te zorgen dat ambtenaren van politie onmiddellijk en onbelemmerd toegang hebben tot de seksinrichting:

a gedurende de tijd dat de seksinrichting voor bezoekers geopend is; dan wel

b gedurende de tijd dat het bedrijf gesloten dient te zijn en indien ambtenaren van politie hun vermoeden uiten dat daarin of aldaar bezoekers aanwezig zijn.

Artikel 5.4. Bescherming van de gezondheid en het zelfbeschikkingsrecht van de prostituee

  • 1.

    De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht maatregelen te treffen in het belang van de veiligheid, de hygiëne en de bescherming van de gezondheid van de in de seksinrichting of het escortbedrijf werkzame perso(o)n(en), alsmede de bescherming van de volksgezondheid.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde verplichting houdt in ieder geval in dat:

a de seksinrichting dient te voldoen aan de hygiëne-eisen die door de GGD worden gesteld;

b de exploitant minimaal één keer per jaar een technische hygiëne-inspectie door de GGD of een door de gemeente aangewezen en daartoe gekwalificeerde instantie laat uitvoeren.

  • 3.

    De exploitant en de beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht de in het bedrijf werkzame prostituees in de gelegenheid te stellen zich vier keer per jaar, of vaker wanneer de GGD dit uit het oogpunt van de bescherming van de volksgezondheid noodzakelijk acht, te laten onderzoeken op seksueel overdraagbare aandoeningen en overige aan het beroep gerelateerde klachten overeenkomstig de landelijke richtlijnen van de stichting SOA-bestrijding.

  • 4.

    Indien een arts vast verbonden is aan de seksinrichting of het escortbedrijf, meldt de exploitant of beheerder schriftelijk de naam en het adres van deze arts aan de GGD.

  • 5.

    De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht medewerkers van de GGD toegang te verlenen tot de seksinrichting of het prostitutiebedrijf om voorlichtings- en preventieactiviteiten uit te voeren en voorlichtingsmateriaal te verstrekken gericht op bevordering en instandhouding van de gezondheidssituatie van de in de seksinrichting of het prostitutiebedrijf werkzame prostituees.

  • 6.

    De exploitant en beheerder van een escortbedrijf zijn verplicht er zorg voor te dragen dat onder de in de seksinrichting of het prostitutiebedrijf werkzame perso(o)n(en) voldoende informatie- en voorlichtingsmateriaal in verschillende talen wordt verspreid over de aan prostitutie verbonden gezondheidsrisico's en over de aanwezigheid en bereikbaarheid van instellingen op het gebied van de gezondheidszorg en de hulpverlening.

  • 7.

    De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht een bedrijfsbeleid te voeren waarin de toepassing van veilige sekstechnieken en het zelfbeschikkingsrecht van de prostituee centraal staan.

  • 8.

    De in het vorige lid bedoelde verplichting houdt in ieder geval in dat:

a in de werkruimten te allen tijde voldoende wettelijk goedgekeurde condooms voor gebruik beschikbaar zijn;

b de prostituee het werken zonder condoom mag weigeren;

c de prostituee klanten en/of bepaalde diensten mag weigeren;

d de prostituee mag weigeren met de klant alcoholhoudende dranken te drinken of andere verdovende middelen te gebruiken;

e de prostituee niet verplicht kan worden zich geneeskundig te laten onderzoeken;

f de prostituee het recht heeft op een vrije artsenkeuze;

g voor een seksinrichting of escortbedrijf geen reclame wordt gemaakt waarbij de garantie wordt gegeven of op andere wijze wordt aangegeven dat de in het bedrijf werkzame prostituees vrij zijn van seksueel overdraagbare aandoeningen;

h op een voor de klant duidelijk zichtbare plaats schriftelijke informatie wordt verstrekt over de toepassing van veilige sekstechnieken en het zelfbeschikkingsrecht van de prostituee.

Paragraaf 6. Slotbepalingen

Artikel 6.1. Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op de dag van bekendmaking. De Nadere regels seksinrichtingen vastgesteld op 28 november 2000 worden ingetrokken met ingang van datum in werking treden van de Nadere regels 2011.

Artikel 6.2. Citeertitel

Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als seksinrichtingen, nadere regels 2011.

Beuningen, 8 maart 2011

Burgemeester en wethouders van de gemeente Beuningen,

de secretaris, de burgemeester,

ALGEMENE TOELICHTING NADERE REGELS SEKSINRICHTINGEN

Inleiding

Artikel 1.3 van de Verordening tot regeling van de seksinrichtingen e.d. 2011 geeft aan Burgemeester en wethouders de bevoegdheid om nadere regels te stellen in het kader van de belangen die genoemd zijn in artikel 3.2 lid 2 van de Verordening. Het gaat hier om belangen als openbare orde, overlast, veiligheid etc. Deze nadere regels zijn aanvullende regelgeving en gelden voor alle inrichtingen.

Paragraaf 2

Een vergunning voor een seksinrichting kan alleen worden verleend als het gebouw is voorzien van een geschiktheidsverklaring van Burgemeester en wethouders. Een geschiktheidsverklaring wordt afgegeven indien aan een aantal, voornamelijk technische, eisen wordt voldaan.

Paragraaf 3

In deze paragraaf zijn de inrichtingseisen waaraan seksinrichtingen moeten voldoen opgenomen. De arbeidsomstandigheden en de veiligheid van de prostituee zijn uitgangspunt geweest voor deze bepalingen.

Paragraaf 4

Deze paragraaf handelt over de brandveiligheidseisen waar de inrichting aan dient te voldoen. Deze voorschriften zijn voornamelijk geregeld in het Bouwbesluit en het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken.

Paragraaf 5

In deze paragraaf zijn eisen ten aanzien van de bedrijfsvoering gesteld ter voorkoming van overlast e.d. De exploitant en beheerder zijn hiervoor verantwoordelijk. Daarnaast zijn bepalingen opgenomen ten aanzien van de hygiëne welke voortvloeien uit de deelnota ‘gezondheid en hulpverlening’. Voor deze bepalingen zijn bescherming van de volksgezondheid en het zelfbeschikkingsrecht van de prostituee uitgangspunt geweest.