Verordening auditcommissie gemeente Beverwijk 2013

1. Er is een vaste commissie ten behoeve van de raad, genaamd de auditcommissie.

2. In deze verordening wordt verstaan onder:

• a.

  de commissie: de auditcommissie;

• b.

  de raad: de gemeenteraad;

• c.

  het college: het college van burgemeester en wethouders;

• d.

  de accountant: de in de Controle verordening gemeente Beverwijk bedoelde accountant, die belast is met de controle op de in artikel 197 van de Gemeentewet bedoelde jaarrekening;

• e.

  de voorzitter: de voorzitter van de commissie.

3. Waar in deze verordening de mannelijke persoonsvrom is gebruikt, moet tevens de vrouwlijke vorm worden gelezen.

1. De commissie bestaat uit vier leden en twee plaatsvervangende leden.

2. De leden van de commissie worden direct na de vaststelling van deze verordening door de raad uit zijn midden benoemd.

3. De zittingsperiode van de leden van de commissie eindigt wanneer zij ophouden lid te zijn van de raad en in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

4. Een commissielid kan tussentijds door de raad worden ontslagen.

5. Hij die ophoudt lid van de raad te zijn, kan geen lid meer van de commissie zijn.

6. Een commissielid kan te allen tijde ontslag nemen. Hij geeft daarvan schriftelijk kennis aan de voorzitter van de raad.

7. in tussentijds in de commissie opengevallen plaatsen wordt binnen twaalf weken voorzien.

1. De commissie wijst in overleg met het college een ambtenaar als secretaris aan.

2. Deze secretaris ondersteund de commissie op inhoud.

3.

• a.

  Een plaatsvervangend secretaris wordt op overeenkomstige wijze aangewezen.

• b.

  Het tweede lid van dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de plaatsvervangende secretaris.

1. De commissie vergadert tenminste twee maal per jaar op de door haar zelf te bepalen data.

2. De voorzitter bepaalt, in overleg met de secretaris van de commissie, de voorlopige agenda van de vergadering.

3. De voorlopige agenda wordt toegezonden aan de leden van de commissie. De overige leden van de raad wordt tevens eveneens een afschrift van de voorlopige agenda toegezonden.

4. De commissie stelt bij het begin van de vergadering de definitieve agenda vast.

5. Een onderwerp, waarvan behandeling blijkens schriftelijk verzoek met opgave van redenen door tenminste twee keden van de commissie wordt gevraagd, wordt door de voorzitter op de voorlopige agenda van de eerstvolgende vergadering van de commissie geplaatst.

6. In gevallen ter beoordeling van de voorzitter kan de commissie schriftelijk worden geraadpleegd. Indien schriftelijke afdoening bij een of meer leden op bezwaar stuit, geschiedt de behandeling van de desbetreffende aangelegenheid in de eerstvolgende commissievergadering.

1. De vergaderingen van de commissie vinden in beslotenheid plaats.

2. De leden van de raad, die geen lid zijn van de commissie, kunnen de vergaderingen van de commissie bijwonen. Zij mogen aan de beraadslagingen deelnemen, maar hebben geen stemrecht.

3. De voorzitter van de commissie is bevoegd ambtenaren van de gemeente en externe deskundigen tot het bijwonen van de vergadering uitnodigen voor het verstrekken van inlichtingen of het geven van adviezen.

4. Tot dusdanig uitnodiging gaat de voorzitter tevens over indien tenminste twee leden van de commissie daarom verzoeken.

1. De vergadering vindt geen doorgang indien niet meer dan de helft van de zitting hebbende (plaatsvervangende) leden aanwezig zijn.

2. In dta geval kan de voorzitter een nieuwe vergadering beleggen, waarbij er slechts vierentwintig uur tussen het verzenden van de kennisgeving en het aanvangsuur aanwezigheid behoeft te zijn.

3. Die tweede vergadering vindt doorgang ongeacht het aantal opgekomen leden.

4. Aan de agenda van de tweede vergadering mogen geen nieuwe agendapunten worden toegevoegd.

1. Van het besprokene tijdens de commissievergadering wordt, onder zorg van de secretaris van de commissie, een beknopt verslag opgesteld.

2. Het verslag wordt ter vaststeliing opgenomen op de voorlopoge agenda voor de eerstvolgende commissievergadering.

3. Het verslag van de commissie is openbaar, tenzij de commissie op grond van een belang als genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuurd besluit het verslag niet openbaar te maken. Het verslag wordt dan niet rondgedeeld maar ligt uitsluitend voor de leden van de raad en de leden van het college ter inzage bij de griffier.

1. De commissie neemt besluiten bij meerderheid van stemmen.

2. Indien de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

1. Op verzoek van de commissie om toezending van onder het college berustende stukken dan wel van (aanvullende) schriftelijk informatie neemt het college binnen drie weken een beslissing,

2. Indien het college redenen aanwezig acht om van toezending van documenten of verstrekking van informatie op grond van het vorige lid af te zien, doet het daarvan mededeling aan de voorzitter van de commissie.

3. Voor het verkrijgen van mondelinge informatie kan de commissie leden van het college uitnodigen ter vergadering te verschijnen.

4. Indien een lid van het college redenen aanwezig acht om niet op een uitnodiging als bedoeld in het vorige lid in te gaan doet hij daarvan schriftelijke mededeling aan de voorzitter van de commissie.

5. Het bepaalde in dit artikel is van overeenkomstige toepassing op andere gemeentelijke bestuursorganen.

1. De commissie legt haar advies vast in een ontwerp-rapport en legt dit om commentaar voor aan het college en stelt het college vervolgens in de gelegenheid daarop binnen een door haar te bepalen redelijke termijn schriftelijk te reageren.

2. Na ontvangst van de reactie van het college, respectievelijk bij uitblijven van een reactie na afloop van de gestelde termijn, stelt de commissie een definitief eindrapport op, waarin tevens conclusies en - indien daarvoor reden aanwezig is - aanbevelingen worden opgenomen.

3. De commissie legt het eindrappoprt via een raadsvoorstel voor aan de raad.

1. Indien tijdens een raads- of raadscommissievergadering onderwerpen op de agenda staan waarover de auditcommissie adviseert, voert de voorzitter van de commissie - namens de commisse - het woord.

2. De commissie kan in voorkomend geval een ander lid uit haar midden aanwijzen om in de vergadering van de raad of de raadscommissie voorstellen of adviezen van de commissie toe te lichten.

1. De "Verordening auditcommissie gemeente Beverwijk" van 28 april 2011 (2011/14040) wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15 genoemde datum.

2. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening auditcommissie gemeente Beverwijk 2013".