Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening op de heffing en de invordering van grafrechten 2016

Geldend van 24-11-2015 t/m 31-12-2016

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van grafrechten 2016

De raad van de gemeente Beverwijk;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 september 2015, nummer INT-15-21576;

gehoord de Raadscommissie;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van grafrechten 2016 en de bijbehorende tarieventabel (Verordening grafrechten 2016)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de algemene begraafplaats Duinrust te Beverwijk;

  • b.

    overledene: gestorven mens;

  • c.

    doodgeborene: de na een zwangerschapsduur van ten minste vier en twintig weken ter wereld gekomen menselijke vrucht, welke na de geboorte geen enkel teken van levensverrichting heeft vertoond;

  • d.

    graf: een zandgraf of een keldergraf;

  • e.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • f.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene of doodgeborene;

  • g.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • h.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • i.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • j.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend,voor bepaalde of onbepaalde tijd, tot:

    • 1.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen;

    • 2.

      het doen plaatsen en geplaatst houden van urnen;

    • 3.

      het doen verstrooien van as;

  • k.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • l.

    particuliere urnennis: een nis, in een daarvoor bestemde wand op de begraafplaats in beheer bij de gemeente, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen.

  • m.

    verstrooiingsplaats: een plaats waar as wordt verstrooid;

  • n.

    grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf of gedenkplaats.

  • o.

    Particulier wandgraf: een bovengrondsgraf in een daarvoor bestemde wand op de begraafplaats, in beheer bij de gemeente, waarvoor aan een natuurlijk – of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het begraven van één lijk.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    het lichten van een stoffelijk overschot van een overledene of doodgeborene of asbus op rechterlijk gezag;

  • b.

    het begraven van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven;

  • c.

    een graf dat is aangewezen door het college van burgemeester en wethouders als een oorlogsgraf.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 4.4 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1. De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 4.2 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 4.2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag of door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De onderhoudsrechten als bedoeld in hoofdstuk 4.2 en 4.4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten als bedoeld in 4.2 en 4.4 van de tarieventabel verschuldigd met ingang van het jaar volgend op het jaar dat de belastingplicht aanvangt.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat geen recht op ontheffing voor de rechten bedoeld in 4.2 en 4.4 van de tarieventabel.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 4.2 en 4.4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen één maand na dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 geldt dat de rechten in één termijn betaald moeten worden wanneer de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van de rekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven. De termijn vervalt dan een maand na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de grafrechten.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Verordening Grafrechten 2015 en de bijbehorende tarieventabel (INT-14-13387) van 11 november 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, derde lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

  • 4. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 5. Deze verordening wordt aangehaald als de "Verordening grafrechten 2016".

Ondertekening

Beverwijk, 9 november 2015
de raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,

TARIEVENTABEL GRAFRECHTEN 2016 behorende bij raadsbesluitnummer: INT-15-21576, Documentnummer: INT-15-21584

Tarieventabel, behorende bij en deeluitmakende van de " Verordening grafrechten 2016".

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt geheven:

1.1.1

Voor een particulier graf A voor een periode van 10 jaar:

€ 608,85

1.1.2

een particulier graf B voor een periode van 20 jaar:

€ 1.056,40

1.1.3

Voor een particulier graf C voor een periode van 30 jaar:

€ 1.982,75

1.1.4

Voor een particulier graf D “special” voor een periode van 30 jaar:

€2.417,20

1.1.5

Voor een particulier kindergraf voor een periode 20 jaar:

€ 748,95

1.1.6

Voor een particulier wandgraf voor 20 jaar, inclusief onderhoudskosten en natuurstenen afsluitplaat exclusief belettering:

€ 5.018,85

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen wordt geheven:

1.2.1

op of in een particulier urnengraf of een eigen verstrooiplaats voor een periode van 10 jaar, inclusief urnenputje:

€ 519,10

1.2.2

op of in een particulier urnengraf of een eigen verstrooiplaats voor een periode van 20 jaar, inclusief urnenputje:

€ 864,85

1.3

Voor het recht met betrekking tot de duur van een particulier huurgraf waarin reeds een stoffelijk overschot van een overledene of doodgeborene aanwezig is:

1.3.1

bij het bijzetten van een stoffelijk overschot van een overledene of doodgeborene of asbus in een particulier huurgraf, waarin al een stoffelijk overschot van een overledene of doodgeborene of asbus begraven is, dient de nog resterende grafduur te worden herberekend; gerekend wordt vanaf het tijdstip van het begraven van het bijgezette stoffelijke overschot van een overledene of doodgeborene of asbus een grafrustduur van 10 jaar opnieuw, overeenkomstig artikel 9, lid 3 van de voorschriften begraafplaats Duinrust

€ 62,50

Hoofdstuk 2 Begraven

2.1

Voor het begraven van een stoffelijke overschot van een overledene zijnde een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven:

€ 620,95

2.2

Voor het begraven van het stoffelijke overschot van een overledene zijnde een kind beneden één jaar of het stoffelijke overschot van een doodgeborene wordt geheven:

€ 213,70

2.3

Voor het begraven van een stoffelijke overschot van een overledene zijnde een kind vanaf 1 jaar of ouder maar beneden 12 jaar wordt geheven:

€ 383,05

2.4

Voor het begraven van stoffelijke overschotten van doodgeborenen bij een meervoudige geboorte, in één kist wordt geheven:

€ 213,70

2.5

Voor het begraven op buitengewone uren wordt het recht,

bedoeld in 2.1, 2.2, 2.3 en 2.4 verhoogd met:

€ 278,20

2.6

Voor het begraven op algemeen erkende christelijke feestdagen, behalve op 2e kerstdag, indien deze valt op een zaterdag of dinsdag wordt het recht bedoeld in 2.1, 2.2, 2.3 en 2.4 verhoogd met:

€ 401,20

2.7

Voor het begraven op zaterdag wordt het recht, bedoeld in 2.1, 2.2, 2.3 en 2.4 verhoogd met:

€ 597,75

Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen

3.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:

3.1.1

op of in een particulier urnengraf, of particulier graf of in het columbarium:

€ 224,80

3.1.2.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een nis in het columbarium wordt geheven:

a. voor een kleine nis voor vijf jaar:

€ 444,55

b. voor een kleine nis voor tien jaar:

€ 889,05

c. voor een kleine nis voor twintig jaar:

€ 1.778,10

3.1.2.2

Standaard letterplaat inclusief 40 standaard lettertekens in standaard kleur voor de in 3.1.2.1 bedoelde nis:

€ 418,30

3.1.2.3

Voor extra standaard lettertekens voor de in 3.1.2.1 bedoelde nis worden de werkelijke kosten in rekening gebracht.

3.1.2.4

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een nis in het columbarium wordt geheven:

a. voor een grote nis voor vijf jaar:

€ 542,30

b. voor een grote nis voor tien jaar:

€ 1.088,65

c. voor een grote nis voor twintig jaar:

€ 2.177,30

3.1.2.5

Standaard letterplaat inclusief 40 standaard lettertekens in standaard kleur voor de in 3.1.2.4 bedoelde nis:

€ 476,80

3.1.2.6

Voor extra lettertekens voor de in 3.1.2.4 bedoelde nis worden de werkelijke kosten in rekening gebracht.

3.1.3

Voor het bijzetten op buitengewone uren wordt het recht, bedoeld in 3.1.1 verhoogd met:

€ 96,75

3.1.4

Voor het bijzetten op algemeen erkende christelijke feestdagen, behalve op 2e kerstdag, indien deze valt op een zaterdag of dinsdag wordt het recht bedoeld in 3.1.1 verhoogd met:

€ 190,50

3.1.5

Voor het bijzetten op zaterdag wordt het recht, bedoeld in 3.1.1 verhoogd met:

€ 597,75

Hoofdstuk 4 Grafdekking en onderhoud

4.1

Voor het afgeven van een vergunning voor het plaatsen of vernieuwen van de voorwerpen, zoals bedoeld in artikel 20 van de Beheersverordening begraafplaats "Duinrust", wordt geheven

4.1.1

voor de aanleg van een grafkelder:

€ 286,25

4.1.2

voor het oprichten en plaatsen van een gedenkteken en de aanleg van een graftuin, per graf en graftuin:

€ 51,40

4.2

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de begraafplaats en van de voorwerpen, zoals bedoeld in artikel 22 van de Beheersverordening begraafplaats "Duinrust", uitgezonderd algemeen graf, wordt geheven per jaar:

4.2.1

voor een gedenkteken en het algemeen onderhoud van de begraafplaats, per particulier graf of particulier urnengraf:

€ 94,75

4.3

Afname/ wederplaatsing

4.3.1

voor het afnemen van en wederplaatsen van gedenktekenen of grafbeplanting, per graf:

€ 119,95

4.4

De rechten als bedoeld in onderdeel 4.2 kunnen worden afgekocht en bedragen:

4.4.1.1

voor een gedenkteken en het algemeen onderhoud van een particulier graf voor onbepaalde tijd door voldoening van een som ineens, per graf

€ 2.016,00

4.4.1.2

voor een gedenkteken en het algemeen onderhoud van een particulier graf of particulier urnengraf voor bepaalde tijd door voldoening van een bedrag bepaald volgens onderstaande tabel.

De afkoopsom bedraagt de contante waarde van de op het tijdstip van afkoop nog te verschijnen belastingbedragen, vermenigvuldigd met de hierna te noemen factor.

Aantal jaren waarvoor wordt afgekocht:

Vermenigvuldigingsfactor:

Bedrag:

Particulier graf A

8

€ 758,00

Particulier graf B

16

€ 1.516,05

Particulier graf C

24

€ 2.274,05

Particulier graf D

24

€ 2.274,05

Particulier kindgraf

16

€ 1.516,05

4.4.1.3

Na afloop van de eerste contractperiode als bedoeld in 4.4.1.2 kan het onderhoud van een particulier graf of particulier urnengraf worden afgekocht voor een periode van 5 jaar, 10 jaar of 20 jaar, door voldoening van een bedrag bepaald volgens onderstaande tabel.

Voor 5 jaar

4

€ 379,00

Voor 10 jaar

8

€ 758,00

Voor 20 jaar

16

€ 1.516,05

4.4.2

Het recht bedraagt voor een gedenkteken en het algemeen onderhoud van een algemeen graf of een algemeen urnengraf voor 15 respectievelijk 20 jaar door voldoening van een som ineens:

€ 625,95

Hoofdstuk 5 Lichten, ruimen, verstrooien

5.1

Voor het lichten van een stoffelijke overschot van een overledene of doodgeborene wordt geheven:

€ 423,35

5.2

Voor het na lichting weer opnieuw begraven in hetzelfde graf wordt geheven:

€ 196,55

5.3

Voor het na lichting weer begraven in een ander graf wordt geheven:

€ 415,30

5.4.1

Voor het lichten van een stoffelijke overschot van een overledene of doodgeborene als bedoeld in 5.1, 5.2 en 5.3, dat minder dan een periode van 15 jaar begraven is, wordt een recht geheven dat gelijk is aan de werkelijke kosten, op basis van de bedragen die door derden in rekening worden gebracht.

5.4.2

De onder 5.4.1 bedoelde kosten worden bepaald aan de hand van een voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager medegedeelde externe kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege

burgemeester en wethouders is opgesteld.

5.4.3

Een aanvraag wordt geacht in behandeling te zijn genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de kosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht.

5.5

het lichten en terugplaatsen van een asbus wordt geheven:

5.5.1

uit een particulier graf:

€ 92,75

5.5.2

uit een particulier urnengraf:

€ 92,75

5.6

Voor het verstrooien van as wordt per asbus geheven:

€ 149,20

Hoofdstuk 6 Overige heffingen

6.1

Voor het gebruik van de aula wordt geheven, per half uur of gedeelte daarvan:

€ 99,80

6.2

Voor het gebruik van de koffiekamer wordt geheven, per half uur of gedeelte daarvan:

€ 99,80

6.3

voor een opname van de dienst op een CD:

€ 39,30

6.4

voor een opname van de dienst op een DVD:

€ 49400

6.5

voor het gebruik van de mobiele geluidsinstallatie wordt geheven per begrafenis

€ 25,20

6.6

In geval van dienstverlening of levering door derden, worden de werkelijke kosten in rekening gebracht