Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening afvalstoffenheffing 2017

Geldend van 22-12-2016 t/m 31-12-2017

Intitulé

Verordening afvalstoffenheffing 2017

De raad van de gemeente Beverwijk;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 september 2016 INT-16-29558

gehoord de Raadscommissie

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

de verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2017 (Verordening afvalstoffenheffing 2017)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder “gebruik maken”: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Belastingtarieven

  • 1. De afvalstoffenheffing bedraagt per perceel per kalenderjaar: €285,60.

  • 2. Slechts indien er sprake is van gebruik van het perceel door één persoon, bedraagt de afvalstoffenheffing: €190,20.

  • 3. Grof huishoudelijk afval kan kosteloos bij de inzamelaar worden aangeboden op het afvalbrengstation.

  • 4. Aan percelen met huishoudens van vijf of meer bewoners en/of een tuinoppervlakte van 600 m2 of meer, wordt gratis een extra rest- en/of GFT-minicontainer ter beschikking gesteld.

  • 5. Grofvuil kan gratis worden aangeboden tot 1 m3 per adres, maximaal 5 keer per jaar, door plaatsing langs de openbare weg volgens afspraak met de inzamelaar.

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De belastingen bedoeld in artikel 4, lid 1 en 2 worden bij wege van aanslag geheven.

  • 2. De belastingen bedoeld in artikel 4, lid 6 wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waarin het verschuldigde bedrag wordt vermeld.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht , nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

  • 5. Voor belastingbedragen van minder dan €10,00 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van een op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen afvalstoffenheffing of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 100,00 en minder is dan € 5.000,00, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, moeten de aanslagen worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

  • 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De Verordening Afvalstoffenheffing 2016 (INT-15-21577) van 9 november 2015 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening afvalstoffenheffing 2017”.

Ondertekening

Beverwijk,
de raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,