Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening op de vertrouwenscommissie tot herbenoeming van de burgemeester

Geldend van 07-12-2012 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening op de vertrouwenscommissie tot herbenoeming van de burgemeester

De gemeenteraad van de gemeente Binnenmaas;

Gelezen het voorstel van het presidium van 25 oktober 2012, nummer 53-2012;

gelet op:

  • -

    de artikelen 61, 61a, 61c, 84, 86, 147 en 149 van de Gemeentewet,

  • -

    de artikelen 15 en 31 van de Archiefwet 1995 en

  • -

    artikel 9 van het Archiefbesluit 1995;

  • -

    de circulaire Benoeming, functioneringsgesprekken en herbenoeming burgemeester van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

besluit:

I.In te stellen:

de Vertrouwenscommissie voor de voorbereiding van de aanbeveling

inzake de herbenoeming van de burgemeester;

II.Vast te stellen:

de Verordening op de vertrouwenscommissie tot herbenoeming van

de burgemeester.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de minister: de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

    • b.

      de circulaire: de circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 15 juli 2012;

    • c.

      de commissaris: de commissaris van de Koningin in Zuid-Holland;

    • d.

      de burgemeester: de burgemeester van de gemeente Binnenmaas, de heer A.J. Borgdorff

    • e.

      de commissie: de vertrouwenscommissie, zijnde een raadscommissie, die belast is met de voorbereiding van de aanbeveling inzake de herbenoeming van de burgemeester.

Artikel 2 Taak en werkwijze van de commissie

  • 1.

    De commissie heeft tot taak de aanbeveling van de gemeenteraad inzake de herbenoeming van de burgemeester voor te bereiden;

  • 2.

    De commissie vormt zich een oordeel over het functioneren van de burgemeester;

  • 3.

    De commissie formuleert de informatiebronnen op basis waarvan zij zich een oordeel vormt over het functioneren van de burgemeester. Deze informatiebronnen maakt zij vooraf kenbaar aan de burgemeester, de raad en de commissaris;

  • 4.

    De commissie brengt over haar oordeel schriftelijk en vertrouwelijk verslag uit aan de raad en de commissaris. Dit verslag wordt voorzien van een conceptaanbeveling;

  • 5.

    Bij de vervulling van haar taak neemt de commissie het gestelde in de circulaire in acht.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit de volgende raadsleden:

    • -

      de heer J.A.M. Nieland;

    • -

      de heer P.D. van Loo;

    • -

      de heer E.J. Wijdeveld;

    • -

      de heer D.P. Hitzert;

    • -

      de heer A.D. van der Wulp;

    • -

      de heer L.P. Kerpel;

    • -

      mevrouw J.M. Pepels;

  • 2.

    Voorzitter is de heer P.D. van Loo en plaatsvervangend voorzitter is de heer D.P. Hitzert;

  • 3.

    De commissie kent geen plaatsvervangende leden.

Artikel 4 - Ambtelijke ondersteuning

  • 1.

    De raadsgriffier is ambtelijk secretaris van de commissie;

  • 2.

    De ambtelijk secretaris draagt zorg voor de ambtelijke ondersteuning van de commissie;

  • 3.

    De ambtelijk secretaris is geen lid van de commissie;

  • 4.

    De commissie wijst uit haar midden een plaatsvervangend ambtelijk secretaris aan.

Artikel 5 Adviseur

  • 1.

    Als adviseur wordt wethouder W.W. Joosten aan de commissie toegevoegd als adviseur in verband met vervulling van de in artikel 2 onder lid 1 genoemde taken;

  • 2.

    De adviseur wordt uitgenodigd voor de vergaderingen van de commissie;

  • 3.

    Een adviseur is geen lid van, en heeft geen stemrecht in, de commissie.

Artikel 6 Vergaderingen

  • 1.

    De vergaderingen van de commissie zijn besloten;

  • 2.

    De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of ten minste drie leden dit noodzakelijk achten;

  • 3.

    De voorzitter doet van elke vergadering ten minste vierentwintig uur tevoren aankondiging aan de leden van de commissie;

  • 4.

    De commissie vergadert niet als niet ten minste de helft plus één van het aantal leden aanwezig is.

Artikel 7 Geheimhouding

  • 1.

    De commissie legt in elke vergadering, met toepassing van artikel 86 van de Gemeentewet, geheimhouding op over de inhoud van de stukken en het behandelde tijdens de vergadering;

  • 2.

    De voorzitter ziet erop toe dat aan het gestelde in het vorige lid wordt voldaan;

  • 3.

    De commissie en haar leden verstrekken geen inzage in de stukken noch informatie over de stukken en over het behandelde in haar vergadering aan raadsleden die geen zitting hebben in de commissie, noch aan anderen, behoudens het bepaalde in artikel 2, lid 4;

  • 4.

    De commissie, noch de gemeenteraad zal de geheimhouding waartoe het eerste lid verplicht, opheffen;

  • 5.

    De geheimhouding blijft na ontbinding van de commissie van kracht;

  • 6.

    Het bepaalde in dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de ambtelijk secretaris.

Artikel 8 Verslag

  • 1.

    Het verslag van de commissie wordt bij meerderheid van stemmen vastgesteld;

  • 2.

    Leden van de commissie kunnen in het verslag van een minderheidsstandpunt blijk geven;

  • 3.

    Bij het staken van de stemmen over het uit te brengen verslag, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden geen opvattingen van de commissie, maar de verschillende meningen binnen de commissie in het verslag opgenomen.

Artikel 9 Overleg tussen de commissie en de burgemeester

  • 1.

    De commissie kan bij de aanvang van haar werkzaamheden een gesprek hebben met de burgemeester;

  • 2.

    Alvorens het verslag aan de raad te zenden, bespreekt de commissie het concept met de burgemeester;

  • 3.

    Indien ter zake van zijn functioneren in het in lid 2 genoemde gesprek afspraken met de burgemeester worden gemaakt, worden deze in het verslag aan de raad vermeld;

  • 4.

    De commissie zendt het verslag aan de raad, de burgemeester en de commissaris. De burgemeester kan, voorafgaand aan de bespreking in de raad, zijn zienswijze over het verslag geven.

Artikel 10 Ontbinding vertrouwenscommissie

De vertrouwenscommissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgend op die waarop de minister een besluit heeft genomen op de aanbeveling van de raad.

Artikel 11 Archivering van stukken

  • 1.

    De voorzitter en de ambtelijk secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat op het tijdstip bedoeld in artikel 9 alle archiefbescheiden onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als "geheim" worden overgebracht naar een krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats;

  • 2.

    De voorzitter en de ambtelijk secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat van de in het eerste lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15 lid 1 sub. a en c van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar;

  • 3.

    De voorzitter en de ambtelijk secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat alle overige bescheiden en kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden onmiddellijk worden vernietigd.

Artikel 12 Contactpersoon

  • 1.

    De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten;

  • 2.

    Alle stukken bestemd voor de commissie worden gericht aan de voorzitter en gezonden aan het privé-adres van de ambtelijk secretaris en aldaar bewaard;

  • 3.

    Alle stukken die van de commissie uitgaan worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend en vanaf het privé-adres van de ambtelijk secretaris verzonden.

Artikel 13 Onvoorziene omstandigheden

Onvoorziene aangelegenheden

In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de circulaire niet voorzien, beslist de commissie.

Artikel 14 Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking;

  • 2.

    Deze verordening vervalt met ingang van de dag volgend op die waarop door de minister een besluit is genomen op de aanbeveling van de raad, met dien verstande dat het bepaalde in artikel 6 van kracht blijft.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 november 2012,
de griffier, de voorzitter,
drs. M.J.W. Tobeas mr. drs. A.J. Borgdorff