Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening precariobelasting 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2017

Intitulé

Verordening precariobelasting 2017

Verordening precariobelasting 2017

De raad van de gemeente Binnenmaas;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2 november 2016;

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2017

Artikel 1 Voorwerp van belasting; belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.

Artikel 2 Belastingbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel gelden de volgende bepalingen:

a.onder jaar wordt verstaan een kalenderjaar;

onder half jaar wordt verstaan een kalenderhalfjaar;

onder maand wordt verstaan een kalendermaand;

onder week wordt verstaan een kalenderweek;

onder dag wordt verstaan een etmaal;

  • b.

    bij de berekening van de belasting worden gedeelten van tijdseenheden voor een geheel aangerekend;

  • c.

    gedeelten van een strekkende meter, een vierkante meter en een kubieke meter worden gerekend respectievelijk als een gehele meter, een gehele vierkante meter en een gehele kubieke meter;

  • d.

    bij het plaatsen op de grond van voorwerpen van welke aard dan ook, wordt de ruimte tussen deze voorwerpen mede geacht te zijn ingenomen;

  • e.

    bij het uitspreiden, uithangen of uitstallen van goederen boven grond, wordt de belasting berekend naar de oppervlakte onder en tussen die goederen op grond gemeten;

  • f.

    bij een vergunning zonder tijdsbepalingen wordt het tarief per jaar berekend;

  • g.

    in geval van samenloop van tariefbepalingen wordt slechts één tarief toegepast en, indien de tarieven verschillen, geldt het hoogste tarief.

Artikel 3 Belastingplicht

De precariobelasting wordt geheven van degene die één of meer voorwerpen heeft onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, dan wel van degene ten behoeve van wie die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond worden aangetroffen.

Artikel 4 Belastingtijdvak

  • 1.

    Indien de belasting wordt geheven naar jaartarieven is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    In andere dan in het eerste lid bedoelde gevallen is het belastingtijdvak het kwartaal, de maand, de week of de dag waarin de voorwerpen aanwezig zijn, met dien verstande dat heffing ook voor elk belastbaar feit afzonderlijk kan plaatsvinden.

Artikel 5 Heffingsmaatstaf en tarief

De precariobelasting wordt geheven aan de hand van en naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Vrijstellingen

De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:

  • a.

    voorwerpen, welke ingevolge een wettelijk voorschrift, een overeenkomst of anderszins rechtens moeten worden gedoogd.

  • b.

    voorwerpen, waarvoor de gemeente een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;

  • c.

    voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of zakelijk recht is, met uitzondering van voorwerpen die aanwezig zijn ten behoeve van een derde;

  • d.

    buizen in de grond, tot aansluiting op het openbaar hemelwaterstelsel, het openbaar ontwateringsstelsel of het openbaar vuilwaterriool.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • a.

    De naar jaartarieven geheven precariobelasting wordt geheven bij wege van aanslag.

  • b.

    Andere dan de in het eerste lid bedoelde precariobelasting wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8 Betalingstermijnen

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    Indien de belasting wordt geheven middels een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, moet de belasting worden betaald uiterlijk één maand na de dagtekening van de gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening Precariobelasting 2016’ van de gemeente Binnenmaas van 17 december 2015 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de precariobelasting in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 5.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Precariobelasting 2017’.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 22 december 2016.

De griffier, De voorzitter,

drs. M.J.W. Tobeas mr. drs. A.J. Borgdorff

Tarieventabel Precariobelasting 2017

Hoofdstuk 1 Algemeen 2017

1.1 Het tarief bedraagt voor het hebben van voorwerpen waarvoor in de volgende hoofdstukken geen afzonderlijk tarief wordt geheven:

1.1.1.1 per m2, per dag of gedeelte ervan, langer dan één uur: € 0,98

1.1.1.2 per m2, per week: € 3,12

1.1.1.3 per m2, per maand: € 5,94

1.1.1.4 per m2, per jaar: €19,91

Hoofdstuk 2 Leidingen, kabels, buizen, draden of kokers

2.1 Het tarief bedraagt voor het hebben van leidingen, kabels, buizen, draden of kokers per strekkende meter en per jaar: €2,50

Hoofdstuk 3 Ligplaatsen

3.1 Het tarief bedraagt voor het innemen van een ligplaats:

3.1.1 met een vaartuig met een grotere lengte dan 5 meter, per m2, gemeten naar de grootste lengte en grootste breedte van het vaartuig:

3.1.1.1 per m2, per week: € 0,25

3.1.1.2 per m2, per maand: € 0,79

3.1.1.3 per m2, per jaar: € 9,20

3.1.2 met een woonschip gemeten naar de grootste lengte en grootste breedte van het woonschip

3.1.2.1 per m2, per week: € 0,03

3.1.2.2 per m2, per maand: € 0,10

3.1.2.3 per m2, per jaar: € 0,94

3.2 De onder 3.1.1 en 3.1.2 vermelde belasting is niet verschuldigd gedurende een termijn van 14, al dan niet achtereenvolgende dagen binnen hetzelfde kalenderjaar.

Behorende bij het raadsbesluit d.d. 22 december 2016.

De griffier van de gemeente Binnenmaas,