Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening op de heffing en de invordering van de haven- en kadegelden 2019

Geldend van 22-12-2018 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van de haven- en kadegelden 2019

De raad van de gemeente Binnenmaas;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;

besluit

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van het haven- en kadegelden 2019

Artikel 1 Aard van de heffing: belastbaar feit

  • 1. Onder de naam “havengeld” wordt een recht geheven terzake van het gebruik met een vaartuig overeenkomstig de bestemming van de haven of terzake van het genot van in verband daarmee verstrekte diensten.

  • 2. Onder de naam “kadegeld” wordt een recht geheven terzake van het gebruik van de openbare kade ten behoeve van het geheel of gedeeltelijk laden of lossen van dieren of goederen in of uit vaartuigen, alsmede terzake van het gebruik van de op deze openbare kade geplaatste gemeentetrechters ten behoeve van het lossen van dieren of goederen uit vaartuigen.

Artikel 2 Belastingplicht

Belastingplichtig is degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt of degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verleend. Daaronder te verstaan de schipper, de reder, de eigenaar van het schip, degene aan wie het schip in gebruik is gegeven, of degene die als vertegenwoordiger voor één van dezen optreedt.

Artikel 3 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    binnenschip: een vaartuig dat uitsluitend is bestemd of wordt gebruikt voor de vaart op binnenwateren;

  • b.

    voor de openbare dienst bestemde haven en voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen in de gemeente Binnenmaas, zoals deze zijn aangegeven op de bij de verordening behorende kaart;

  • c.

    laadvermogen: het in tonnen uitgedrukte verschil tussen de zoetwaterverplaatsing van het schip bij de grootst toegelaten diepgang en die van het lege schip;

  • d.

    lading: alle door een binnenschip geloste en ingenomen goederen en verpakkingsmateriaal, containers en trailers. Voor de toepassing van de verordening worden niet tot de lading gerekend; ballast, brandstof, proviand en andere voor eigen gebruik bestemde scheepsbenodigdheden, de handbagage van opvarenden, voorzover deze met de opvarenden op hetzelfde schip worden vervoerd;

  • e.

    meetbrief: het document als bedoeld in artikel 782, vierde lid, van het Wetboek van Koophandel juncto het besluit van 24 oktober 1983, Stb. 548 (Besluit binnenschepen-documenten);

  • f.

    passagiersschip: een binnenschip, dat is bestemd of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van passagiers;

  • g.

    sleepboot: een binnenschip dat blijkens bouw en inrichting is bestemd of wordt gebruikt voor het slepen of duwen van andere schepen;

  • h.

    termijn: een in de tarieventabel genoemd tijdvak waarin het gebruik van de haven of de kade plaatsvindt;

  • i.

    ton: een massa van 1000 kilogram;

  • j.

    vissersschip: een binnenschip dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor het vangen van vis of andere levende rijkdommen van de zee;

  • k.

    vaartuig:

    • 1.

      elk drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebruikt dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen, koopwaren, grondstoffen, producten en voorwerpen van allerlei aard, al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende;

    • 2.

      elk ander drijvend lichaam zoals een werkvlot, ponton, houtvlot, elevator, drijvend werktuig, booreiland en elke ander drijvende inrichting ten dienste van de exploitatie van olie- en gasvelden of het winnen van mineralen in de waterbodem;

  • l.

    vrachtschip: een binnenschip dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor het vervoer van goederen;

  • m.

    havenmeester: de ambtenaar aan wie het toezicht op de haven en de kade is opgedragen of zijn plaatsvervanger.

Artikel 4 Maatstaven van heffing

  • 1. Het havengeld wordt geheven naar:

    • a.

      het laadvermogen van het vaartuig, uitgedrukt in tonnen;

    • b.

      de oppervlakte van het vaartuig, uitgedrukt in vierkante meters;

    • c.

      de lengte van het vaartuig, uitgedrukt in meters,

    zoals ook aangegeven in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Het kadegeld wordt geheven naar:

    • a.

      het aantal kubieke meters;

    • b.

      het aantal stuks,

    zoals ook aangegeven in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Belastingtarieven

Het haven- en kadegeld wordt geheven naar de tarieven, zoals die zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van de daarin gegeven aanwijzingen en bijzondere bepalingen en het bepaalde in artikel 6 van deze verordening.

Artikel 6 Tariefberekening en -toepassing

  • 1. Bij de berekening van het verschuldigde bedrag:

    • a.

      wordt een gedeelte van een eenheid van laadvermogen, van oppervlakte of van lengte voor een volle eenheid gerekend;

    • b.

      geldt als laadvermogen in tonnen van een vaartuig het aantal tonnen zoals dat blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

    • c.

      geldt in afwijking van het bepaalde in onderdeel b. als laadvermogen in tonnen van een visserschip het aantal bruto registertonnen (2,83m3) ofwel het aantal bruto tonnen van de bruto inhoud, zoals dat blijkt uit de bij het vissersschip behorende meetbrief;

    • d.

      wordt de oppervlakte van een vaartuig gesteld op het product van de lengte over alles en de grootste breedte, zoals blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

    • e.

      wordt de lengte van een vaartuig gesteld op de lengte over alles, zoals deze blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief.

  • 2. Bij de toepassing van de tarieven worden het laadvermogen, de oppervlakte of de lengte ambtshalve bepaald als geen meetbrief wordt overgelegd.

Artikel 7 Vrijstellingen

Geen haven- en kadegeld wordt geheven voor:

  • 1.

    vaartuigen in directe dienst van het rijk, uitsluitend bestemd voor de openbare dienst;

  • 2.

    hospitaalschepen;

  • 3.

    vaartuigen, in dienst van het Koninklijk Huis;

  • 4.

    vaartuigen, welke niet langer dan 3 achtereenvolgende uren gebruik maken van de haven.

Artikel 8 Wijze van heffing

Het haven- en kadegeld wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, nota of andere schriftuur.

Artikel 9 Tijdstip van betaling en aanvang belastingplicht

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 8, schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

  • 3. Het havengeld is verschuldigd zodra het in artikel 1, eerste lid, bedoelde gebruik of genot begint.

  • 4. Het kadegeld is verschuldigd zodra het in artikel 1, tweede lid, bedoelde gebruik begint.

Artikel 10 Meldingsplicht

Elke gezagvoerder, schipper of eigenaar c.q. beheerder van de aan de heffing onderworpen, in artikel 3 genoemde objecten is verplicht terstond, nadat het gebruik of genot van de in artikel 1 bedoelde voorzieningen een aanvang heeft genomen, zich te melden bij de havenmeester of bij één van de medewerkers van de afdeling Ruimte en Groen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van het haven- en kadegeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van het haven- en kadegeld.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De ‘Verordening haven- en kadegelden 2018’ van de gemeente Binnenmaas wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening haven- en kadegelden 2019’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 13 december 2018.

De griffier,

drs. ing. M.A.P. Muijzer - Van der Meijden

De voorzitter,

mr. drs. A.J. Borgdorff

Tarieventabel 2019

I Havengeld haven s-Gravendeel

Nr.

Soort vaartuig

Maatstaf van heffing

Eenheid

Tarief per dag*

Tarief Week-einde*

Tarief per week

Tarief abonnement per maand

Tarief abonnement per kwartaal

Tarief abonnement per jaar

1

Vrachtschip

Laad

vermogen

ton

0,04

0,07

0,10

0,39

1,04

3,61

2

Passagiersschip en Sleepboot

Oppervlakte

m2

0,04

0,07

0,10

0,39

1,04

3,61

3

Vissersschip

Laad

vermogen

Grt.-gt

0,04

0,07

0,10

0,39

1,04

3,61

4

Pleziervaartuigen

Oppervlakte

m2

0,04

0,07

0,19

0,90

5,72

5

Ander vaartuig

Lengte over alles

m

0,04

0,07

0,10

0,39

1,04

3,61

II Havengeld haven Puttershoek

Nr.

Soort vaartuig

Maatstaf van heffing

Eenheid

Tarief per dag*

Tarief per week

Tarief

abonnement per maand

Tarief abonnement per jaar

1

Vrachtschip

Laadvermogen

ton

0,10

0,14

0,41

4,40

2

Passagiersschip en Sleepboot

Oppervlakte

m2

0,10

0,14

0,41

4,40

3

Vissersschip

Laadvermogen

Grt./gt

0,10

0,14

0,41

4,40

4

Pleziervaartuigen

Oppervlakte

m2

0,10

0,22

0,90

5,72

5

Ander vaartuig

Lengte over alles

m

0,10

0,14

0,41

4,40

Aanwijzingen.

  • 1.

    De genoemde tarieven zijn exclusief BTW;

  • 2.

    Onder 1 dag wordt verstaan een kalenderdag: een gedeelte van een dag wordt als een hele dag aangemerkt;

  • 3.

    Onder een week wordt een aaneengesloten tijdvak van 7 dagen verstaan;

  • 4.

    Onder een maand wordt een aaneengesloten periode van 30 dagen verstaan;

  • 5.

    Onder een jaar wordt een kalenderjaar verstaan.

* Deze tarieven vinden geen toepassing als wordt geladen of gelost. Daarvoor is het tarief van een week verschuldigd.

III Kadegeld

Nr.

Soort gebruik

Maatstaf van heffing

Eenheid

Termijnen per keer

Termijnen per maand met abonnement

Termijnen per kwartaal met abonnement

Termijnen per jaar met abonnement

1

Houtwaren/koolas/grindzand alle andere goederen

Inhoud

m3

€ 0,54

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

2

Kraan

Per stuk

p/st

€ 11,30

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

3

Dragline

Per stuk

p/st

€ 11,40

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

4

Plegen opslag

Inhoud

m3

€ 2,61

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

5

Container 30 m3

Per stuk

p/st

€ 24,01

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

6

Container 42 m3

Per stuk

p/st

€ 29,61

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

7

Container 60 m3

Per stuk

p/st

€ 37,89

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

8

Container 84 m3

Per stuk

p/st

€ 49,07

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Aanwijzingen:

  • 1.

    De genoemde tarieven zijn exclusief BTW;

  • 2.

    Onder een maand wordt een aaneengesloten periode van 30 dagen verstaan;

  • 3.

    Onder een kwartaal wordt een tijdvak van 3 aaneengesloten kalendermaanden verstaan;

  • 4.

    Onder een jaar wordt een kalenderjaar verstaan;

  • 5.

    De aanduiding n.v.t. betekent dat de desbetreffende termijn niet van toepassing is op het desbetreffende soort gebruik.

Behorende bij het raadsbesluit van 13 december 2018.

De griffier van de gemeente Binnenmaas.

drs. ing. M.A.P. Muijzer - Van der Meijden